De houding van een dienaar aannemend
Meerdere kerkvaders hebben de diaken in zijn liturgische dienst vergeleken met engelen. Soms - verwijzend naar het Oude Testament - noemden zij ze ook levieten.
Durand de Mende aarzelt niet om te schrijven dat de diaken de evangelist representeert en herinnert daarbij aan de etymologie van dit woord:
Het woord evangelie wil zeggen blijde boodschap van eu dat goed wil zeggen en engel dat boodschapper betekent. Het evangelie is de verkondiging van Christus en van zijn apostelen
[i]
De studie van deze twee titels van de diaken kan zijn liturgische rol helpen verklaren, maar door dit ruime veld van de typologie te betreden, worden de grenzen van dit artikel overschreden.
Daarentegen verdicht de naam dienaar, vertaling van het woord diaken, heel de rijkdom van het beeldsymbool, dat haar oorsprong vindt in de profeet Jesaja (namelijk in 52, 13 53, 12) en in Christus zijn volledige vervulling en zijn ware betekenis vindt. Men heeft dan ook kunnen zeggen dat het symbool (het beeld) van de Dienaar in de bijbel het symbool (beeld) der symbolen (beelden) is. Men denkt daarbij uiteraard aan de hymne in de brief aan de Filippenzen waarin dit beeld (symbool) tot zijn hoogste niveau van verdichting en universaliteit werd gebracht: Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid met God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf
( Fil 2, 6 7)[ii] Alleen de Heer Jezus, degene die God boven alles heeft verheven, heeft voor eens en voor altijd deze plaats bezet en bezet voor altijd deze twee contradictorische plaatsen, elkaar tegenovergesteld en elkaars omkering.
Het verhaal van de voetwassing in Johannes 13 biedt dit zelfde spel van omkering der plaatsen, waarvan juist Petrus de contradictie niet verdraagt ( De Zoon van de Allerhoogste die neerdaalt tot het laagste
). In de eucharistische liturgie, die ook een spel is van plaatsen, van vormen en van condities, is het de rol van diaken om deze omgekeerde posities te bezetten (in te nemen) en te manifesteren. De belangrijkste diagonaal van deze omkering loopt van de proclamatie van het Evangelie, toppunt van de liturgie van het Woord, tot zijn tegenovergestelde (tegengestelde), de stille gehoorzaamheid van de diaken tijdens het eucharistisch gebed, tot en met inbegrepen de opheffing van de kelk met het bloed van de Dienaar.
De andere afstand die heel de Eucharistie doortrekt ( onderspant) is die waarbij Lichaam/brood en het Bloed/wijn tegenover elkaar worden gesteld. De herder die belast is met het leiden en opbouwen van de eenheid van het volk van God, staat langs de zijde van het Lichaam/brood. De diaken staat langs de zijde van het Bloed/wijn, die van de overmate van gave (zelfschenking) en liefde die doet sterven door gehoorzaamheid en liefde. Men ziet ook tot welke persoonlijke eisen en tot welk een weg van nederigheid en overgave de liturgische rol van de diaken leidt. Zijn liturgisch ambt kan in het centrum van zijn geestelijk leven staan. Want het zou goed kunnen dat deze rol innerlijk veel moeilijker is vol te houden dan deze van de voorganger.
Men zou deze rol kunnen lezen in termen van macht. Het voorgaan van de herder ( bisschop of priester) in de liturgie zal van de wereldlijke afdwaling tot overheersing en uitoefening van persoonlijke macht op totalitaire wijze behoed worden, door de subversieve aanwezigheid van de diaken. De diaken manifesteert dat Jezus Christus zich niet heeft willen vastklampen aan de gelijkheid met God: Hij heeft zich van zichzelf ontdaan
(Fil 2, 5 6)[iii] Alleen de articulatie van deze twee omgekeerde posities openbaart goed de specificiteit van christendom als zij de overheersing van de menselijke macht contesteert (Lc 22, 25 27).In Christus is er geen herder zonder dienaar en omgekeerd. Elke figuur (?) kan maar echt tot vervulling komen dank zij de andere en deze vervulling is een weg naar de universaliteit van Christus en van het christendom.
Slechts door onophoudelijk terug te keren naar de originaliteit van deze figuur (?) kunnen wij de liturgische rol van de diaken onderbouwen, interpreteren en vernieuwen.
Werkvertaling door Maurice Temmerman van Pierre Faure, La signification du ministère diaconal à partir de ses actes liturgiques, in La Maison-Dieu, 249, 2007/1, 23 52. Hier delen uit blz. 35 52.
Pierre Faure is jezuïet en permanent diaken. Hij is lid van de beleidsploeg van CNPL van 1989 tot 2006 en onderwijst liturgie en sacramentenpastoraal aan het noviciaat van de jezuiten in Frankrijk, in Centre Sèvres te Parijs en in verschillende bisdommen. Hij is uitvoerend directeur van LAssociation internationale Jungmann, jésuites pour la liturgie.
[i] Guillaume Durand de Mende, Rational des divins offices, Livre IV, chapitre 24,2.
[ii] De Nieuwe Bijbelvertaling, 2004.
[iii] Willibrordvertaling 1975.
|