De prior van Taizé, Roger Schutz, heeft eens een dagboek gepubliceerd dat heet 'Feest zonder einde'. Zo'n titel wijst op een heel gelukkig mens. Toen men hem vroeg hoe zijn leven dan wel tot een feest werd, antwoordde hij: "Allereerst door mijzelf te aanvaarden zoals ik ben". Jezelf aanvaarden zoals je bent, dat is het begin van het feest zonder einde! Maar dat is wel moeilijk, en het komt maar weinig voor.
Weinig mensen houden echt van zichzelf
Heel wat mensen beschouwen de idee om van zichzelf te houden als een bekoring, bijna als een heiligschennis. Zij hebben nog niet het verschil ontdekt tussen eigenliefde, die negatief is, en zelfliefde die goed is en door God gewild.(...) Heel wat goede christenen hebben moeite om het goede op te noemen, dat in hen is.Wanneer men hen er naar vraagt, vinden ze dit vreemd en blijkt soms dat ze daar nog nooit over hebben nagedacht! Dat wil zeggen dat ze God er nog nooit voor hebben bedankt. Maria in haar Magnificat geeft ons een beter voorbeeld. Zij kleineert de dingen niet die aan haar zijn gedaan, maar noemt ze groot en schrijft ze in hun grootheid toe aan de Almachtige. Psalm 103 leert ons ook om geen van Gods weldaden te vergeten. Het zou goed zijn om van tijd tot tijd eens op talentenjacht te gaan bij onszelf, en de gaven die God in onze persoon heeft gelegd eens te beschouwen; dat zou wel een vruchtbaarder kunnen zijn dan veel zelfkritiek.
Piet van Breemen s.j., Kostbaar in zijn ogen, Lannoo, Tielt, 1983
|