Wil je jezelf leren zien, zorg dan voor rust en stilte
Op zekere dag bezochten mensen een kluizenaar die zijn leven had gewijd aan beschouwing en gebed. Zij vroegen hem wat voor zin zijn leven had. De kluizenaar was net water aan het bovenhalen uit een zeer diepe put. Hij antwoordde niet onmiddellijk op hun vraag maar zei tot zijn bezoekers: 'Kijk eens in de waterput! Wat zien jullie?' Zij keken in de diepe citerne, maar zagen niets. Na een korte wijle vroeg de eremiet zijn bezoekers opnieuw: 'Kijk eens in de waterput! Wat zien jullie?' Zij keken naar beneden. 'Nu zien we onszelf', zeiden ze. Dan gaf de monnik onrechtstreeks aantwoord op de uitgangsvraag: 'Wanneer ik water putte, werd het wateroppervlak onrustig en zag u niets. Nu het rustig is, vormt het als het ware een spiegel. Dat is de ervaring van de rust en de stilt: men ziet zichzelf.
Zelfs tot in de liturgie kunnen wij de stilte niet verdragen.
Wij leven in een wereld van lawaai en onrust. Zelfs op die plaatsen waar we theoretisch stilte en rust zouden kunnen vinden, wordt onmiddellijk de transistor of de televisie aangezet. Er moet steeds gepraat, steeds bewogen, steeds gewerkt, steeds heen en weer gelopen kunnen worden. Een rustige plek wordt een onbetaalbare weelde. Het laatste stukje ongerepte natuur wordt 'ontsloten' en weldera door drommen toeristen verpletterd en vervuild. Zelfs op zondag wordt ons vaak geen rust gegund: niet zelden hoort men scheurende brommers, irriterende boomzagen. Ook onze liturgievieringen kennen nog weinig momenten van rust. Het is alsof de mensen zelfs daar de stilt niet meer kunnen verdragen.
Waarom ontlopen wij de stilte?
Waarom ontlopen wij de stilte? Er is slechts één antwoord: omdat we onszelf niet willen zien, omdat we met onszelf niet wensen geconfronteerd te worden. Deze confrontatie zou immers in veel gevallen een confrontatie zijn met de leegte. Velen zouden hun gelaat weerspiegeld zien dat geschonden is door nijd en afgunst, door jaloersheid en hebberigheid, door hoogmoed en ikzucht. Wat meer is: door de stilte te ontlopen, vluchten we niet alleen voor onszelf maar ook voor God. Immers, 'God spreekt in de stilte en het is in de stilte dat de ziel Hem hoort', aldus Johannes van het Kruis. Als dit waar is, ligt hier wellicht de reden waarom God zo afzijdig is in onze cultuur.
Ik plukte dit bloemetje, jaren geleden, in 'Het Teken' (april 1984) en de tekst is geschreven door Prof. Ernest Henau. Ik droogde dit bloemetje in mijn knipselmap.
|