Bestaat er tegengif tegen mopperen?
"Gelukkig bestaat er tegengif tegen het mopperen: de blijmoedigheid.
Misschien een wat ouderwetse en naïef overkomende term. Van Dale geeft onder meer als betekenissen 'opgeruimd van geest', 'opgewekt' (als tegenovergestelde van 'neerslachtigheid'), 'leed en tegenspoed aanvaardend'.
Deze laatste betekenis zegt al dat het niet gaat om een opgeschroefd optimisme, dat blind is voor wat mis en moeilijk is. Blijmoedigheid heeft met 'moed' te maken - een karakterhouding die niet nodig is wanneer alles gladjes verloopt, maar pas wanneer er sprake is van barrières, tegenslag, zorg en onzekerheid.
Benedictijnse blijmoedigheid - als tegengif tegen de murmuratio - is een wijs samengaan van aandachtig luisteren (zonder de oren te sluiten voor wat minder aangenaam klinkt), van consultatie (ook van de zwakken, de ouderen, de 'kneusjes', de marginalen, de stillen, en vooral ook de mopperaars), van waardige opgewektheid, van een opmonterend woord, speciaal in moeilijke omstandigheden. Een dergelijke blijmoedigheid is een langzaam werkend sociaal balsem, een elixir dat weer kracht schenkt.
Hier is niets 'softs' aan, zoals spiritualiteit niet 'soft' behoort te zijn (en als dat wel zo is, dan is dat een signaal voor de gebrekkige kwaliteit ervan). Spiritualiteit heeft van doen met levenselan, levensoriëntatie en levensrichting, en dat is precies wat deze blijmoedigheid beoogt: ook in moeilijke situaties een aanstekelijk en voorbeeldig elan tonen, oriëntatie bieden, de situaties nieuw en anders onder ogen zien. Dan houdt men onverwacht stand tegen een overmacht, blijkt een onmogelijk lijkende klus toch te klaren te zijn, blijkt een doolhof toch een uitgang te hebben, blijkt er meer in je te steken dan je eigenlijk had gedacht."
Wil Derkse, Een levensregel voor beginners. Benedictijnse voor het dagelijkse leven, Lannoo, Tielt, tiende druk, 2003, p. 58 - 59.
|