DE HEILIGE GEEST IS EEUWIG, ALOMTEGENWOORDIG EN ALWETEND...DUS IS HIJ : G O D
Hebr 9 v 14 schrijft: "Hoeveel te meer, (vergeleken met al die dieroffers van vroeger)zal dan niet het bloed van Christus , die dankzij de Eeuwige Geest zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zonder smet, ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden en het (ons geweten) heiligen voor de dienst aan de levende God".
Merk hier op, dat de Heilige Geest aan Jezus de kracht gaf om zichzelf aan te bieden voor het grote offer van zijn volmaakte en volwassen geestelijk mens. De Heilige geest gaf hem de kracht om- na een eerste afgrondelijk diep terughuiveren- de beker met alle zonden van alle mensen van alle tijden leeg te drinken.
Zou de Heilige Geest, die Jezus over die onbeschrijflijke 'hobbel' heen hielp; een 'hobbel' zo groot als alles, wat je je maar denken kunt aan kolossaalheid....zou die Heilige Geest, de Eeuwige Geest, die Jezus bezielde en die ook- hoe beginnend ook- woont in jouw hart....zou die Heilige Geest dan ook jou niet heentillen over jouw 'hobbels', die maar molshopen zijn, vergeleken met de opgave, die Jezus moest vervullen.
Psalm 139 v 7-10 zegt: ( vert 1951): " Waarheen zou ik gaan voor uw Geest, waarheen vlieden voor uw aangezicht? Steeg ik ten hemel- Gij zijt daar, of maakte ik het dodenrijk tot mijn sponde- gij zijt er; Nam ik vleugelen van de dageraad, ging ik wonen aan het uiterste der zee, ook daar zou uw hand mij geleiden, uw rechterhand mij vastgrijpen"
De Heilige Geest wordt in de bijbel vaak voorgesteld als 'Gods machtige rechterhand'.
En die Heilige Geest zal er altijd zijn. Ver zullen jullie uitzwermen over de hele aarde. Maar nooit zal je: - aan de liefdevolle aandacht ontsnappen van Gods Geest - ...nooit aan zijn op jouw behoud gerichte blikken ontgaan - als je ooit kosmonaut zou worden....de Heilige Geest houdt je in het oog - als je ooit - wat God verhoede- in coma komt te liggen; de Heilige geest houdt zorgzaam zijn blikken op jouw gericht - hoe hoog je gedachten ook klimmen.... vergeet voor alle 'verticaliteit' niet het 'horizontale' 'belangstelling houden voor je medemens' ....de Geest van God wiekt altijd 'alomtegenwoordig' veel hoger - hoe ver je ook zou worden weggevoerd in ballingschap... een mens kan toch niet zijn aardse tóekomst weten, in dat 'middle of nowhere' waakt Gods Heilige geest over je, leidt je, houdt jouw hand vast.
Wat een leidsman ten leven heb jij in de Heilige Geest.
1 Corinthe 2 v 10 en 11 zeggen: "De geest van God doorgrondt alles, ook de diepte van God. De Geest van God is in staat om -als enige- God te kennen".
God kennen, zoals Gods Heilige Geest hem kent....: dat is alwetendheid. Die alwetende Geest kan jij steeds vollediger tot je hulp krijgen.
Zeg nu niet: "Ger...raakt Jezus zo niet op de achtergrond. Ooit heb ik wel eens van mensen gehoord, zo gefocust op Jezus, dat zij tenslotte gingen roepen:'Jezus only'. Maar soms denk ik wel eens, dat jij roept 'The Holy spirit only' ".
Heus luitjes; ik blijf waakzaam. Maar Vader, Zoon en Heilige Geest vormen een wonderbare eenheid. Wat je van de een looft en prijst, dat geldt ook voor de ander. En overigens: te eniger tijd kom ik toe aan behandeling van 'de gemeente'. En dan zal ik weer zó veel over de Heer Jezus spreken.
DE GAVE VAN HET ONDERSCHEIDEN VAN GEESTEN, vierde verhandeling.
In het verleden was de 'gave van het onderscheiden van geesten' uiterst belangrijk. Denk aan wat Paulus overkwam in Filippi. Daar liep een waarzeggende vrouw achter de apostel aan. Haar woorden waren best wel goed, zo op het eerste horen. (Hand 16 v 17). Maar Paulus had haarscherp in de gaten, welk soort geest er door de vrouw sprak. En hij dreef die boze geest uit in de naam van Jezus (v 18).
En van de Heer Jezus zelf, altijd de eerste onder allen, valt zoveel te zeggen over zijn onovertroffen geestelijk onderscheidingsvermogen. Hij wist precies, wat er allemaal in het innerlijk van mensen kon huizen, (Johannes 2 v 25).
Toen hij Nathanael zag, had hij direct het diep doordringende oordeel gereed; (Johannes 1 v 48) "Dat is nu een échte Israeliet, een mens zonder bedrog". En onder vele voorbeelden , die ik zou kunnen noemen over zijn bijzondere scherpzinnigheid, noem ik nu slechts: - over Judas; er was ogenschijnlijk nog niets gebeurd. Toch zei Jezus: "Een van u is een duivel", (Johannes 6 v 70) - over Petrus, die vol goede bedoelingen iets zei: (Matth 16 v 23) (herkennende de duivel, die deze discipel misbruikte): "Ga terug achter mij satan". - tegen Jacobus en Johannes, die hem wilden verdedigen, door heel drastische dingen aan hem ter goedkeuring voor te leggen: "Gij weet niet van hoedanigen geest gij zijt", (Statenvertaling).
Ach; zo zou ik dóor kunnen gaan.
Maar jullie, jonge, veelbelovende Christenen.... jullie lezen zo trouw deze rubriek; ik vind, dat ik dat wel zo mag zeggen .....besef, hoe heerlijk deze gave is, nog even nuttig en nodig als tóen: Wat kun je er veel misslagen mee voorkomen. - Net als Paulus wist, wat er met die slavin aan de hand was, zo zullen jullie ook in gemakkelijker gevallen.... want de Heer oefent je naar de mate van je groei ....wéten, wat zich achter schijnvrome woorden verbergt - En Jezus zal jullie helpen om te weten, dat iemand, die jullie onder jullie vele contacten ontmoeten, deugt of niet deugt. - En wanneer boze, opgewonden gedachten bij jullie opkomen, zoals: "Die stomme lui, die niet willen zien en horen , hoe heerlijk mijn Heiland is", dan zul je bij jezelf onderkennen, welke geest van destructie je even beí¯nvloedde - en bij quasi-bemoedigende woorden ga je leren te zien, of 'de gedachten van de mensen' hier sporen met 'de gedachten van God' - en bij allerlei onaangename gebeurtenissen zul je kunnen onderscheiden tussen mensen, die gebruikt worden en machten die mensen gebruiken. Je zult de genade krijgen om , Jezus navolgende, in sommige gevallen zelfs te durven bidden: "Heer...vergeef het hun, want zij weten niet, wat zij doen".
(In 1945 bevrijdden de Amerikanen eens een concentratiekamp en troffen daar tussen de vele ontredderden iemand aan, die al vanaf 1940 gevangen zat en die er opmerkelijk goed uitzag, zonder dat hij met de kampleiding had geheuld of iets dergelijks incorrects had gedaan. Men vroeg hem, hoe dat kwam. Hij antwoordde: "Vanaf de eerste dag heb ik innerlijk steeds vergeven").
Zo zou ik jullie en mijzelf willen zien. En zo kunnen jullie en ik wórden.
DE GAVE VAN HET ONDERSCHEIDEN VAN GEESTEN, derde verhandeling.
De gang van de gelovigen door de eeuwen heen vertoont wel iets van een hordenloop. De een na de andere horde moet worden genomen. Ik heb eens een commentaar gehoord van iemand die lange tijd bewaard gebleven preken uit de 18 de eeuw had bestudeerd. Hij riep uit: "O....wat een machtige God hebben wij toch, die zijn 'kerk' door al de verschrikkingen van die dorre preken heen lévend heeft laten blijven.
Ikzelf had ooit een contact met een oprecht meelevend iemand, die nochtans een destijds bekend 'Nico Haak' armbandje droeg. Dat kon je kopen voor -toen nog- F 88 en je bleef er net zo gezond bij als Nico Haak, een destijds bekend artist. Toen Nico stierf, was het uit met deze rage.
En de verhalen over magnetiseurs, die ik uit de mond van degelijke kerkmensen hoorde...over genezingen, die bij mediums en zo zouden zijn verricht.
En terwijl ze oprecht-vroom in de kerk zongen: "De Heil'ge Geest, die haar de toekomst spelt, Doet aan Gods kerk zijn heilgeheimen weten", (Liedboek 304 v 3), trokken zij onnadenkend naar waarzeggers en naar astrologische rubrieken . Zo kwamen zij in contact met demonen vanwege deze afgoderij.
Ik zeg dit en het nu volgende niet uit hoogmoed of uit 'eigenlijk persoonlijk niet betrokkenheid', maar met een schreiend hart. Die vrouw met dat armbandje bijvoorbeeld; zo'n geweldig mens...
Maar ik heb ook meegemaakt dat mensen, Pinkstermensen (!), Israel met alle macht verdedigden, toen er die inval in Libanon was en toen bij de Israelische bezetting van Beiroet kampen van Palestijnse vluchtelingen werden aangevallen met vele doden. Zo verslingerd waren ze aan een volk-van-deze-wereld, dat Christus niet wil erkennen. Ze dachten dat de Israel-leer bijbels gefundeerd was en dat denken ze nog. Maar in feite bedenken ze de dingen die van deze aarde zijn en niet de dingen die van boven zijn.
Deze dwaalgeesten belemmeren op-het-verkeerde-been-gezette mensen bij hun willen betreden van de hoge weg, die leidt naar de onzienlijke wereld van God, zijn sfeer. Ziedaar enige horden van nú.
En nog gisteren besprak ik met iemand de erfzondeleer. Hij herademde: "Altijd geweten dat er met erfzonde, erfsmet en erfschuld iets helemaal fout zat", zei hij. De boze geesten verschuilen zich achter deze verzinsels en sissen: "Jullie zijn het....niet wij...jullie deugen niet....wij zijn maar randverschijnselen: jullie....júllie...jullie kunnen niet, hebben niet, willen niet...en deugen niet. Onze naam is haas. Wij zijn nergens...onthoud dat...onthoud dat".
Maar 'de gave van het onderscheiden van geesten' heeft Gods gemeente, heeft de gelovigen over alle barrií¨res heen geholpen, zelfs al toen deze gave nog niet zo benoemd werd. Immers, die laatste gesprekpartner zei: "Altijd al geweten....". Uit elke strijd kwam Gods volk sterker te voorschijn. De laatste, vreselijkste horden komen eraan. De antichrist zal het , geí¯nstrueerd door het beest, en uiteindelijk door de satan, gelukken om er zeer velen te verleiden, gelijk door de vroegere horden er velen zijn verleid.
Maar Gods volk, steeds sterker door strijd, overwint.
En ik wil mijn bescheiden rol als instructeur spelen om de soldaten van Christus die uiteindelijk de beslissende veldslag gaan winnen, zo goed mogelijk toe te rusten.
Streef ook naar déze gave, vriendinnen en vrienden.
Bewijs- als jullie dat nog nodig hebben- dat 'God de heilige Geest' volkomen God is, vinden wij in twee bijbeltksten, waarin hij 'tempel' en 'inwoning' wordt genoemd. Wij weten immers, dat wij op een glorieuze weg zijn gekomen, toen wij Jezus tot ons heil aanvaardden. De weg, die eens eindigt in ons samen met God en met Jezus verenigd zijn in de eeuwige tempel.
En 'God de Heilige Geest' wordt 'tempel' genoemd in de volgende bijbelplaatsen;
1 Korintií«rs 6 v 19: "Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God, en weet u niet dat u niet van uzelf bent".
1Kor.3 v 16: "Weet u niet dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont".
Wanneer je gedoopt bent met de Heilige geest , dan is jouw geest als het ware 'gehuwd' met de Heilige geest. Dan is dat korpus van jou echt een tempel van God, met als hoofdbewoner de Heilige Geest.
Maar evenals je in een aards huwelijk geen verhouding mag hebben met andere vrouwen, ( als je een man bent) of met andere mannen ( als je een vrouw bent), zomin mag je flirten met de duivel , wanneer je getrouwd bent met de Heilige geest. (Natuurlijk mag je nóoit samenspannen met de satan, maar dit terzijde).
En dat 'flirten' kan op alle mogelijke manieren gebeuren. - wanneer er wrevel, een 'lagere' vorm van haat in jouw hart is jegens iemand, die je heeft benadeeld, dan is er iets van echtbreuk tussen jou en de Geest. - en ga het rijtje van de 'geestesvrucht' maar na: als er een welbewust toegelaten geest van kniezerigheid of zwartgalligheid in je huist, dan voelt de heilige Geest zich ook niet bij jou op zijn gemak.
Jacobus 4 v 5 leert ons: "Hij die ons het leven gaf , maakt er vurig aanspraak op". En het is ondenkbaar dat God de Heilige Geest dat leven met ons zou willen delen met als medeminnaar bijvoorbeeld: voortdurende onvrede of 'bijtende onvriendelijkheid'.
Ieder van ons is een heilige en afgezonderde plaats. Hij is een levende steen in een grotere vorm van 'de tempel'.
De gemeente, waar zo velen van ons lid van zijn in een aards, voor iedereen van ons verschillend samenlevingsverband, is een tempel. Wanneer u in de gemeente om u heen kijkt, is het daar vol van andere 'levende stenen', samen met u de grote tempel van de gemeente vormend. De allerhoogste, de volmaakte, de heilige, de alleen wijze God, de Schepper van hemel en aarde woont in de gemeente, want als het goed is, zijn de leden van de gemeente hoofd-voor-hoofd gedoopt in de Heilige Geest. Volgens een eigen woord van de Heiland, Johannes 14 v 17, : "woont de Geest in ons".
De geest , die in Jezus Christus leven brengt, (Romeinen 8 v 2)is de levensgeest van de gemeente ,van het lichaam des Heren. Door deze Heilige Geest wordt het lichaam in stand gehouden en groeit het.
Dus lieve vrienden en vriendinnen: volg de vrucht van de Geest maar in uw levenshouding. Wees goed, in de zin, die God daaraan toekent, wees trouw , ook aan uw gemeenteleden, die soms zo zwak zijn of zo onaantrekkelijk. Wees zachtmoedig ten aanzien van geloofsgenoten, die zo vreselijk kunnen 'rebbelen'.
Mildheid en geduld zij jullie sieraad. En zelfbeheersing is de krans op jullie hoofd.
Nog even het volgende : - God is drie personen - elke persoon is volledig God - er is éen God.
Nooit- althans niet aan deze zijde van het graf- zullen wij mensen in staat zijn om ook maar benáderend dit mysterie te doorgronden. Maar de mensen die pogen om de Drieí«enheid te bestrijden, richten hun pijlen vooral op de Godheid van Jezus. Bij alle onbedoeldheid en -ook wel- oprechte gezindheid van deze bestrijders is het duidelijk dat de duivel, die deze ideeí«n animeert, maar éen doel heeft: Jezus zo klein mogelijk te maken.
Wanneer men zich nu in zo'n debat mengt en dan spreekt over 'God de Heilige Geest' blijkt, dat de bestrijders zich geen enkel idee dienaangaande gevormd hebben. Hun strijd spitste zich toe op eén figuur (Jezus) en op die alleen. En opeens staan zij met de mond vol tanden en roepen : "Maar daar ging het toch helemaal niet over". En eigenlijk hoor je ze denken: "De Heilige Geest is toch maar een bijfiguur".
Maar dat ís niet zo: Wat voor God in de totaliteit geldt, dat geldt ook voor 'God de Heilige Geest'.
In Matth 28 v 19 staat: "Ga dus op weg en maakt alle volken tot mijn leerlingen door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest".
Op zichzelf zou deze tekst genoeg zijn om de volkomen gelijkstelling van 'de Vader', 'de Zoon' en 'de heilige Geest" te 'bewijzen' om dit beetje 'kille' woord maar eens te gebruiken.
(Want: 'liefde' is zo'n sterk woord, dat Gods kinderen niet eens zoveel 'bewijzen' nodig hebben. Ik kwam eens in mijn prille geloofsdagen bij een vergevorderde broer in de Heer met heel veel vragen, ook om 'bewijzen'. Maar hij keek mij bij het beantwoorden van de eerste vraag al aan met zo'n warme, liefdevolle , wijze blik, dat ik al gauw zei: "Alles is weggesmolten").
Maar ik heb een ander doel dan Coos zich indertijd stelde. Ik peur al de heerlijke teksten, die hij noemde nog eens na op vele gedachten, die er in voorkomen: - Ga dus op weg... Laatst sprak ik nog iemand, die zei: "Ik wacht maar, tot de Heer mij 'in ruimte zet' ". Wat is het eerlijk van dat wacht-trauma verlost te zijn en op weg te dúrven gaan omdat immers de Heer Jezus nu alle macht heeft in hemel en op aarde, (18)
- Maak alle volken....wat een heerlijke doorbreking van alle beperkingen, die tot dan toe golden. Alle volken op het rond van de aarde; al die 7 miljard mensen nú; ze zijn allemaal 'lid van de doelgroep'. Zelf werk ik nu onder jongeren in Nederland en onder ouderen in Vlaanderen....en wie weet wat de Heer voor mij nog heeft weggelegd, wanneer ik nog tijd van leven heb. Maar JULLIE!!!: zo heerlijk jong en zo'n groot rayon. Maak gebruik van je jeugd.
- maak hen tot mijn leerlingen...over Afrika hoorde ik vandaag zeggen: "De Christelijke godsdienst is daar vele kilometers breed en lang, maar slechts een decimeter diep. Van de 800 miljoen Afrikanen zijn er nu 400 miljoen Christen, terwijl in het begin van de 20 ste eeuw (bij een -uiteraard- kleiner totaal) maar tien miljoen Christen waren. Als de Heer je naar Afrika roept, tracht dan van die decimeter diepte om te beginnen een 'meterdiepte' te maken. Er is daar zoveel te doen , ook onder enthousiaste 'Halleluja-roepers', alleen al ten aanzien van de opvattingen rondom aids. Er zijn daar zoveel misverstanden en die kwaadaardigheden zullen ook wel onder de 80% zich Christen noemende Zuid-Afrikanen voorkomen. "Kies een jong meisje...een kind en je wordt door het 'vrijen' genezen van 'de magere ziekte' , (zoals 'aids' daar 'verhullend' heet).
Leer die opppervlakkigen zo veel, dat ze 'leerlingen ' kunnen worden. Doop ze in de naam van de machtige en onnaspeurbare Drieí«enheid, wanneer de ondergrond niet meer een decimeter, maar althans 'een meter' is. En wijs hun de weg naar de 'kilometerdiepte'.
De gave van 'het onderscheiden van geesten', tweede verhandeling.
Wij kiezen weer tot uitgangspunt 1 Corinthe 12 v 10 c, waar onder de Geestesgaven genoemd wordt: ' de gave van het onderscheiden van geesten'.
Aardig is het, dat de onderscheiding, die ooit door een goedwillend mens gemaakt is en die ik trouw in deze bijbelstudie volg, hier helemaal niet gebruikt wordt. De bijbel, dit door God geí¯nspireerde boek, trekt zich niets aan van onze menselijk gepoog om alles netjes in groepen en groepjes te verdelen en zegt het hier weer eens heel anders. Niet of onze indeling niet 'handig' zou zijn voor de gedachtebepaling, maar om aan te geven dat Gods woorden veel te vrolijk en tintenlend van leven zijn dan dat wij die in onze bedenksels zouden kunnen laten verstijven, inpersen in onze harnassen.
Goed dan; wat doet een Christen, die zegt: "Ik heb al die gaven niet nodig", zich toch te kort.
Hij staat helemaal weerloos tegenover de machten van de duisternis, die hem van alle kanten belagen met allerlei afleidingen. De gedachten van satan, aan Paulus terdege bekend, ( 2 Corinthe 2 v 11), zijn onbekend aan hen. Het is zelfs zo, dat deze in gevaar zijnde gelovigen beweren: "Zeg; dat van de duivel en zo is een verouderde wijze van zeggen, in de dagen van Christus nog in zwang, maar nu behorende tot de 'overwonnen denkbeelden' ". En o wee, wanneer die kast vol met 'relikwieí«n van vroeger' dan opeens openspringt. Dan steekt men als een struisvogel de kop in het zand ten aanzien van wat werkelijk reí«el en dreigend is.
Maar deze mensen uit Korinthe wisten heel precies waar het om ging. Zij wisten dat zij deze gave ten zeerste nodig hadden. Als gewezen heidenen hadden zij volop 'genoten' van de afgoderij en wisten dat het einde daarvan was: gemeenschap met de demonen, (10 v 20). Zij hadden zich laten bevrijden, laten afwassen, zij waren geheiligd, bevrijd van de onreine machten, (6 v 11). Paulus vond hier oren bij 'ervaringsdeskundigen'. Wanneer hij tegen hen zei: "Weten jullie niet, dat wij over engelen zullen oordelen", vond hij bij hen begrip. Zíj wisten, dat voor het oordeel over engelen bij uitstek deze kostelijke gave is vereist. In het verleden hadden zij naar orakels geluisterd, zonder te onderscheiden, dat deze stamelende kreten hen naar de afgoden toetrokken, (12 v 2). Dit wilden zij zich niet opnieuw laten overkomen.
In de tegenwoordige tijd is het in onze westelijke wereld zo, dat allerlei directe afgoderij steeds meer bekend raakt. De tegenstellingen tussen 'hier' en 'daar', onze wereld en de wereld van wicca, gothic en wat dies meer zij , vervaagt. In 'Vraag het Ger' kom ik om de haverklap 'pentagramgedoe' en dergelijke tegen. Op 'Vraag het Ger' beantwoord ik juist dezer dagen een argeloze vraag dienaangaande.
Maar weet je, dat emotionaliteit ook een gevaarlijke zaak kan zijn. Mensen kunnen zo religieus overgevoelig en geí«xalteerd zijn, dat zij het eigenlijk wel mooi vinden.... "Er gebéurt althans iets", .....wannneer mensen bij de doop in de Heilige Geest beginnen te kronkelen op de grond. Mensen, die de 'gave van het onderscheiden van geesten' hebben zeggen dan rustig: "De duistere machten stellen zich te weer. Wij zullen deze persoon daarvan bevrijden in de wonderbare naam van Jezus". En wanneer anderen dan roepen: "Hier gebeurt misschien juist iets heel fijns", zeggen deze 'mensen van het doorzicht': "God wil alleen het goede, het harmonische en het volkomene" en gaan rustig door met het herstellen van zo'n gebonden gelovige.
Wanneerr Jezus zegt: "Drijf boze geesten uit", dan dient men eerst wel in het bestaan daarvan te geloven en ook in de macht om 'maar niet als een vuistvechter zomaar wat in de lucht te slaan', (9 v 26), maar door de 'gave van het onderscheiden van geesten' exacte slagen uit te delen en zo de demon knock out te slaan.
Jullie, toekomstige frontsoldaten in het leger van onze Heer Jezus, dienen goed en degelijk getraind te worden. Jullie behoren niet naar het front gestuurd te worden met een ondeugdelijke uitrusting. Het is mij een voorrecht om aan jullie, kostelijken, terwijl je naar het front onderweg bent, deze oefening nog mede te geven.
