Bijbelstudie 211.
De gemeente In haar vierde van elf functies en daarvan het eerste gedeelte, de eerste vier van zeven teksten, betrekking hebbende op:: ONTVANGEND DELEN, dat is delen, waarbij wij de onvangende partij zijn
Eerst de teksten:
Hebr 3 v 1. U allen, heilige broeders en zusters, die DEEL HEBT aan de hemelse roeping , richt uw aandacht op Jezus , de apostel en hogepriester van het geloof dat wij belijden. (We hebben deel aan een hemelse roeping)
1 Corinthe 1 v 9. God, door wie u geroepen bent om éen te zijn met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer...God is trouw.(We zijn deelgenoten van Christus)
Filippenze 1 v 7. U hebt immers allen deel aan de genade.(We zijn deelgenoot aan de genade van God)
1 Petrus 4 v 13. Hoe meer u deel hebt aan Christus' lijden, des te meer moet u zich verheugen en des te uitbundiger zal uw vreugde zijn, wanneer zijn luister geopenbaard wordt.(We hebben deel aan het lijden van Christus)
Waarom ik nu maar vier teksten behandel van de ?: omdat ik niet wil, dat mijn bijbelstudies zó lang worden, dat ze zouden afschrikken. De stof, die Coos verzameld heeft, is zo uitgebreid, dat ik er telkens door overweldigd word.
U zegt misschien: "Ger...zo komen we nooit klaar". Nou ja; dan maar níet.
Gedachten bij Hebr 3 v 1. De 'heilige broeders'van Paulus..... en daarmee bedoelt hij iedereen, die bij zichzelf er blij van overtuigd is: - dat zijn zondeschuld weggenomen is - dat hij verlost is van de machten der duisternis - dat hij de kracht van de Heilige Geest- geschonken door Jezus- heeft ervaren, - dat hij de stralende hoop heeft op een heerlijke toekomst ....deze broeders hebben een roeping in de onzienlijke wereld - om daar met God om te gaan - om de boze te bestrijden - om mede-arbeiders van God te zijn. Zo zijn ze - alles ontvangende- deelgenoten geworden van een hemelse roeping. Maar voorwaarde om die roeping te behouden, is toch wel, dat wij Jezus Christus, onze apostel en hogepriester, niet uit het oog verliezen.
Bij dit 'ontvangend delen' geldt toch wel, dat wij door God principieel in deze hoge roeping zijn geplaatst, daar deel aan hebben. Aan ons de taak om dit waar te maken.
Gedachten bij 1 Corinthe 1 v 9: God doet ons 'ontvangend deel krijgen' aan de gemeenschap met Christus. (Ik gebruik deze eigenaardige woordkeus 'ontvangend deel krijgen', omdat ik in een van de volgende bijbelstudies ga spreken over 'gevend deel krijgen'). God staat er achter met zijn gezag. Wanneer wij ons aan hem toevertrouwen, wanneer wij God vertrouwen, evenals Abram dat ooit deed, Gen 15 v 6, dan kunnen wij er zeker van zijn dat hij ons vooruit helpt. Wanneer je opziet tegen die hele berg zware dingen, die ik bij de eerste tekst allemaal tegen jullie heb gezegd, dan kun je tegen God zeggen: "Heer...ik kan dat allemaal niet WAAR MAKEN, zoals Ger dat zegt. Wilt u mij maar helpen. U kunt niet alleen het werken in mij bewerken Heer, maar ook het willen, ( Fipp 2 v 13), want Heer.... ik zeg het maar heel eerlijk ....soms wíl ik zelfs niet.
Gedachten bij Filipp 1 v 7.
Paulus achtte het een genade om zó te mogen werken voor Jezus als hij metterdaad deed. Hij zegt echter tegen de Filipppenzen, dat die genade om voor de Heer te werken , er niet alleen voor hem is, mar ook voor hen.
Ons 'ontvangen deelhebben' vanwege de Heer is groot. - uit genade mogen wij het heil van Christus verder uitdragen en daarbij al die dingen doen, zoals die bij de behandeling van de eerste tekst zijn opgesomd. Wij weten, krachtens de tweede tekst, dat wij de kracht om voor Jezus te werken, uiteindelijk van God hebben ontvangen.
En nu zien wij als opwekking Paulus doende om tegen ons te zeggen: "Volg mijn voorbeeld, ook al zou je daardoor soms lelijk in de nesten kunnen gaan komen"( 1 COR 11 V 1) Gaan wij dat dóen ?!
Gedachten bij 1 Petrus 4 v 13. Ja; het zit er in; wie een diploma wil bereiken, zal zich eerst door allerlei examens heen moeten werken. Onze vroegere minister president, Wim Kok, hoorde elke avond de stemmen van de buurjongens: "Wim...kom nou buiten speule". Maar Wim 'speelde wel eens buiten', maar soms echt níet; hij wilde meer.
En zo zullen jullie je ook wel eens wat moeten ontzeggen; jullie leggen ook proeven af en jullie hebben de boze machten als bittere tegenstanders. Wim Kok verwierf zich een naam in deze wereld; zijn speelmakkers zijn nérgens meer. Jullie verwerven je, door Gods genade een onvergelijkelijk veel grotere naam in de geestelijke wereld. Leg je proeven af! Wanneer je daarbij deel hebt aan Christus' lijden, doordat je gehoond wordt, dan is dat 'all in the game', het hoort er allemaal bij. Je mag je zelfs gelukkig prijzen, omdat je diploma verre alle aardse vreugd overstijgt.
Flink zijn en blijven, jongens en meisjes.
Daag Ger
|