De vrucht van de Geest, die bestaat in goedheid.
De vierde en laatste twee van 8 teksten uit het Oude testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'goedheid'.
Eerst die teksten:
Jesaja 63 v 7. Ik zal de liefde van de HEER gedenken en zijn roemrijke daden bezingen: alles wat de HEER voor ons heeft gedaan, de G0EDHEID die hij het volk van Israel bewees in zijn ontferming en onbegrensde liefde.
Psalm 18 v 36. U was het schild dat mij redde, uw rechterhand ondersteunde mij, uw woord maakte mij sterk, ( NBG: uw nederbuigende GOEDHEID maakte mij groot)
Gedachten bij Jesaja 63 v 7. Oorspronkelijk is deze tekst het begin van een aanroepen in grote nood van de Heer. Maar in het Oude Testament is het gewoonte om ook een 'gebed uit de nood'te beginnen met dankzegging en lofverheffing, omdat het oók de 'smekeling uit de nood' betaamt, de deugden van de Heer te verheffen. En zo wordt hier dan ook geroemd over: - de liefde en de grote daden, - de GOEDHEID en de ontferming van God. De eerste gedachte, die naar voor komt, is deze: als het vroeger de gewoonte was om altijd je ontboezemingen jegens de Heer te beginnen met een aanbidding in termen van lof ván de Heer, waarom zouden wij dan deze gewoonte ons niet eigen maken. Psalm 50 v 23 zegt immers: "Wie een dankoffer brengt, geeft mij (God) alle eer, wie zo zijn weg gaat, zal zien dat God redt`. Toen mijn vrouw vorig jaar van de trap viel, kwam deze tekst als eerste in mijn gedachten, toen ik bij haar neerknielde. En....God redde. Jullie hoeven niet precies zó te doen, wanneer je zelfs een ´gebed uit de nood´ begint met een lofprijzing aan God. Let wel: het hoeft zelfs helemaal niet zó,maar het is het overwegen waard.
Maar voor het overige: Gods goedheid wordt hier als een van zijn wezenskarakteristieken gegeven. En het is de bedoeling, dat wij gelijkvormig worden aan Jezus, die zélf zegt: "Wie mij gezinen heeft, die heeft de Vader gezien", (Johannes 14 v 8) En wij zullen dus ook op God gaan lijken.... voor zover dat aan eindige wezens mogelijk is ....in goedheid, die hier ook in verband wordt gebracht met ontferming en liefde en elders met genade en gunst en barmhartigheid, medegevoel met de nood van anderen. Hier ligt voor jullie een mooie taak, mogelijk geworden door de doop met Gods Geest.
Gedachten bij Psalm 18 v 36. Direct in het oog valt, dat in de NBV vertaald is als ' woord', wat in de NBG vertaald is als ' Nederbuigende goedheid'. Allereerst: ' nederbuigend' heeft natuurlijk niets te maken met ' neerbuigend'. God is geen arrogante leraar, die ' neerbuigend' tegen een leerling zegt: "Wel....dat heb je aardig geprobeerd". God lijkt eigenlijk op een lieve, wijze man, die op zijn hurken gaat zitten bij een kleuter om op het niveau van die kleuter met zo'n kind te spreken. Zo is als het ware God ook van zijn hoge, verheven troon gestapt en zit 'zogezegd' op de grond náast ons om via duizenden vergelijkingen en voorbeelden althans íets over zichzelf duidelijk te maken aan ons.
Wat is hij goed om helemaal in onze wereld af te dalen met zijn bijbel om ons te vertroosten en te bemoedigen en te onderwijzen. Daarin is hij zo echt het schild, dat ons redt van de leugens van satan en die sterke hand op onze schouder, die ons overeind houdt.
En zo mag ook onze taak zijn tegenover een wereld, die niets van God begrijpt. In die wereld afdalen zonder hautain te zijn en de heerlijke dingen van God zo goed mogelijk naar die wereld toe vertalen. Zó 'goed zijn' , dat is toch verukkelijk.
Daag Ger
|