De vierde en laatste twee van 8 teksten uit het Oude testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'goedheid'.
Eerst die teksten:
Jesaja 63 v 7. Ik zal de liefde van de HEER gedenken en zijn roemrijke daden bezingen: alles wat de HEER voor ons heeft gedaan, de G0EDHEID die hij het volk van Israel bewees in zijn ontferming en onbegrensde liefde.
Psalm 18 v 36. U was het schild dat mij redde, uw rechterhand ondersteunde mij, uw woord maakte mij sterk, ( NBG: uw nederbuigende GOEDHEID maakte mij groot)
Gedachten bij Jesaja 63 v 7. Oorspronkelijk is deze tekst het begin van een aanroepen in grote nood van de Heer. Maar in het Oude Testament is het gewoonte om ook een 'gebed uit de nood'te beginnen met dankzegging en lofverheffing, omdat het oók de 'smekeling uit de nood' betaamt, de deugden van de Heer te verheffen. En zo wordt hier dan ook geroemd over: - de liefde en de grote daden, - de GOEDHEID en de ontferming van God. De eerste gedachte, die naar voor komt, is deze: als het vroeger de gewoonte was om altijd je ontboezemingen jegens de Heer te beginnen met een aanbidding in termen van lof ván de Heer, waarom zouden wij dan deze gewoonte ons niet eigen maken. Psalm 50 v 23 zegt immers: "Wie een dankoffer brengt, geeft mij (God) alle eer, wie zo zijn weg gaat, zal zien dat God redt`. Toen mijn vrouw vorig jaar van de trap viel, kwam deze tekst als eerste in mijn gedachten, toen ik bij haar neerknielde. En....God redde. Jullie hoeven niet precies zó te doen, wanneer je zelfs een ´gebed uit de nood´ begint met een lofprijzing aan God. Let wel: het hoeft zelfs helemaal niet zó,maar het is het overwegen waard.
Maar voor het overige: Gods goedheid wordt hier als een van zijn wezenskarakteristieken gegeven. En het is de bedoeling, dat wij gelijkvormig worden aan Jezus, die zélf zegt: "Wie mij gezinen heeft, die heeft de Vader gezien", (Johannes 14 v 8) En wij zullen dus ook op God gaan lijken.... voor zover dat aan eindige wezens mogelijk is ....in goedheid, die hier ook in verband wordt gebracht met ontferming en liefde en elders met genade en gunst en barmhartigheid, medegevoel met de nood van anderen. Hier ligt voor jullie een mooie taak, mogelijk geworden door de doop met Gods Geest.
Gedachten bij Psalm 18 v 36. Direct in het oog valt, dat in de NBV vertaald is als ' woord', wat in de NBG vertaald is als ' Nederbuigende goedheid'. Allereerst: ' nederbuigend' heeft natuurlijk niets te maken met ' neerbuigend'. God is geen arrogante leraar, die ' neerbuigend' tegen een leerling zegt: "Wel....dat heb je aardig geprobeerd". God lijkt eigenlijk op een lieve, wijze man, die op zijn hurken gaat zitten bij een kleuter om op het niveau van die kleuter met zo'n kind te spreken. Zo is als het ware God ook van zijn hoge, verheven troon gestapt en zit 'zogezegd' op de grond náast ons om via duizenden vergelijkingen en voorbeelden althans íets over zichzelf duidelijk te maken aan ons.
Wat is hij goed om helemaal in onze wereld af te dalen met zijn bijbel om ons te vertroosten en te bemoedigen en te onderwijzen. Daarin is hij zo echt het schild, dat ons redt van de leugens van satan en die sterke hand op onze schouder, die ons overeind houdt.
En zo mag ook onze taak zijn tegenover een wereld, die niets van God begrijpt. In die wereld afdalen zonder hautain te zijn en de heerlijke dingen van God zo goed mogelijk naar die wereld toe vertalen. Zó 'goed zijn' , dat is toch verukkelijk.
De derde twee van 8 teksten uit het Oude testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'goedheid'.
Eerst die teksten:
Psalm 68 v 10 en 11. U liet een milde regen neerdalen, God en schonk uw uitgeput land nieuwe kracht. Uw kleine kudde ging er wonen, in uw goedheid , God, gaf u het aan de zwakken.
Ps 145 v 7. Laat (geslacht na geslacht) de roem van uw goedheid verbreiden, uw gerechtigheid luid bezingen.
Gedachten bij Psalm 68 v 10 en 11.
God heeft in deze tijd.... en nu zie ik het ruim, te beginnen bij die opwekking in San Francisko, waar gelovigen voor het eerst ín tongen gingen spreken in 1900 ....een milde regen uitgestort over uitgeput land. Het geestelijke land was al zovele jaren zonder regen- van- boven gebleven. Toen ik in 1943 belijdenis deed, kreeg ik - zoals gebruikelijk- een belijdenisgeschenk: een doorwrocht boekje van een hoogleraar. Onlangs vond ik het, ongelezen gebleven. Het was onbegrijpelijk geworden. De hooggeleerde had dat dorre land, waar helemaal geen nieuwe impulsen binnenkwamen, nog maar weer eens omgeploegd om tóch iets nieuws te zeggen (Hand 17 v 21). Maar evenals Paulus toen in Athene opeens iets wérkelijk nieuws zei, zo sijpelde, opgehouden door de oorlog, in 1950 ook dat nieuwe in ons land door. En tegenwoordig is het geestelijke leven van ons, gelovigen zo heerlijk opgefrist door de milde regen van het ontdekken van Jezus' grote geschenk, God de Heilige Geest, met zijn gaven en vrucht. Dat uitgeputte, verdorde land heeft nu weer de kracht om frisse, gezonde ideeën voort te brengen. En als er nu staat ' uw kleine kudde' dan zeg ik daar ' amen' op. Temidden van die krioelende 7½ miljard aardbewoners is toch het aantal van degenen, die werkelijk het beloofde land binnentrekken, klein. Ach; laten we blij zijn, wanneer wij door Gods genade nu al mogen zien, wat ons werkelijk erfdeel is: de onzienlijke wereld, met satan daar uitgebonjourd. Wij weten in ieder geval dat in het duizendjarig rijk gejubeld kan worden met de woorden van Jeremia 31 v 34: "Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: 'Leer de HEER kennen', want iedereen, van groot tot klein, kent mij dan al- spreeekt de HEER".
Gods volk van voortrekkkers-door-genade is nu nog klein en zwak, maar in zijn goedheid geeft God zijn koninkrijk aan 'de zwakken'.
Over het begrip 'goedheid'kunnen we nu reeds zeggen: - dat het in verband staat met mildheid - en dat het vergezeld wordt van groeizame regen - en dat het kracht geeft om te doen ontwaken, aan alles, wat nog latente groeikracht heeft . - en dat het goed is om in 'het land van de toekomst' nu al te gaan wonen en dat 'goedheid' hiertoe aanspoort
Willen jullie anderen ook met mildheid en een regen van werkelijk verkwikkende en positiverende woorden en daden benaderen. En zouden jullie daar dan de bril van geestelijk gezond optimisme bij willen opzetten. Want uitgedroogde, door dorheid verscheurde grond kan dan opeens in heel korte tijd gaan groenen. En met honderden, al snel met duizenden trekken jullie op, zingende : "Wij zijn op reis nar huis.... Wij zijn op reis naar huis...!!! Zingend gaan wij, zingend gaan wij... NAAR ONS HUIS...."
Gedachten bij psalm 145 v 7.
Ach....ik heb mijn kruit al wel een beetje verschoten. Aan ons de taak om de roem van Gods goedheid te verbreiden en daarin zélf goed en zegenend bezig te zijn. Laten wij het overal doen weten, hoe positief God in ons allen is geïnteresseerd, hoe hij volkomen op ons betrokken is, zodat iedereen het weet: (Jeremia 31 v 20): "Is Efraïm niet mijn geliefde zoon, is hij niet mijn oogappel ? Telkens als ik over hem spreek rijst zijn beeld in mij op, dan raak ik diep bewogen. Ik móet mij over hem ontfermen - spreekt de HEER"
En laten wij onze gesprekpartners maar aanmoedigen om inplaats van 'Efraïm 'hun eigen naam in te vullen. Want dat mág !!!
De gemeente in haar achtste van elf functies, haar 'VOLHARDEN'.
Eerst de teksten:
Romeinen 15 v 4-6. 4: Alles wat vroeger is geschreven, is geschreven om ons te onderwijzen, opdat wij , door te volharden en door troost te blijven putten uit de Schriften, zouden blijven hopen. 5:Moge God, die ons doet volharden en ons troost geeft, u de eensgezindheid geven die Christus Jezus van ons vraagt. 6: Dan zult u eendrachtig en eenstemmig lof brengen aan de God en Vader van onze Heer Jezus Christus.
Galaten 5 v 22. De heer van de slaaf zei tegen hem: "Voortreffelijk....je bent een goede en betrouwbare, ( volhardende in trouw) dienaar. Omdat je betrouwbaar bent gebleken in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer".
Gedachten bij Romeinen 15 v 5: Volharding: bij de Grieken betekent het: sterk in de richting van iets geneigd zijn. Wij , gelovigen, hebben er een ruimere betekenis aan gegeven. Volharding is een zaak van het diepste innerlijk, zo je wilt: een hartenzaak. Het is een krachtig besluit om vast te houden ondanks alles . Dat is geen sterke karaktereigenschap van sommigen. Altijd is er weer de genade van God . Hij is de God van volharding, degene die volharding geeft.
Het is zo goed om de bijbel te lezen van kaft tot kaft. Laatst overkwam het mij nog eens bij de lezing van Jeremia 31 v 20. Wanneer je geen orde hebt in je bijbellezen, wanneer je die orde niet volhardend zoekt en volhoudt, kom je daar ( in Jerenmia) niet zo makkelijk en mis je zo'n juweeltje als: "Is niet Efraïm mijn geliefde zoon, is hij niet mijn oogappel ? Telkens als ik over hem spreek rijst zijn beeld in mij op, dan raak ik diep bewogen, ik móet mij over hem ontfermen - spreekt de HEER". Daar heb je nu weer zo iets: 'wat vroeger geschreven is, dat is geschreven om ons te onderwijzen'. Toen ik dit las, door de genade van God, die mij volhardend maakte om ook het Oude Testament integraal te doorvorsen, putte ik daar zó'n troost uit. Ik maakte de tekst voor mijn eigen naam geschikt en werd gesterkt om te blijven hopen op de toekomst in de nabijheid van zo'n liefhebbende Vader. Doen jullie dat ook maar eens. Maar....die God van tóen is ook de God van nu. Nog geeft hij aan de mensen in de gemeente ieder afzonderlijk de kracht om te volharden in het geloof aan en van Jezus en al die afzonderlijke volhardingen maken de gemeente heerlijk sterk. Dat wordt ook van ons gevraagd door Jezus, die wil, dat zijn gemeente gereed komt voor de grote bruiloft. 6:En het hoogste doel blijft toch eigenlijk eendrachtig en eenstemmig lof brengen aan God de Vader.
Volharding leidt tot ' onwankelbaar vasthouden van de belijdenis van wat wij hopen, (Hebr 10 v 23). Volhardende individuele gelovigen vormen tezamen een volhardende gemeente, die steeds meer eenswillend wordt en eensgezind. Zo maken wij het grote plan van God mogelijk, dat heerlijke plan van een gelouterde mensheid, die haar doel bereikt heeft en gezeten is naast God en Jezus in hun troon, die ook onze troon is.
Gedachten bij Matth 25 v 21. Wat zal het toch heerlijk zijn om uit de mond van de Heer te horen: "Voortreffelijk.....jij ben een goede en betrouwbare dienaar".
Er ligt een verbinding tussen trouw en volharding. Trouw kunnen wij wel vele jaren zijn. Maar om daarin te volharden onder alle omstandigheden door...... Neem nu eens het overbekende verhaal van Elia ná de Karmel. Dáar volop in de dienst van zijn God. Maar daarna, wanneer blijkt, dat het toch geen beslissende doorbraak geeft in de gezindheid van zijn volk die uitputting en het ' er de brui aan willen geven'. Laatst ontmoette ik een dappere voorganger , die tegen mij zei: "Ik ben opeens zo moe Ger. Ik kan er zó naar verlangen om in een achterste bank als een onopvallende gelovige zogezegd ' onder te duiken' ". Deze gelovige heeft weer troost ontvangen om te volharden en het is met hem:' still going strong'. Maar jullie kunnen later ook ergens zo'n doodmoede man langs de kant van de heilsweg ontwaren en dan mag je hem moed inspreken om te volharden op de weg, die naar de zaligheid voert. En ik wens jullie toe, dat jullie op al die momenten, dat het 'trouwe slaaf zijn' even heel moeilijk is, een vriend vindt, die je bemoedigt, zodat je weer volhardend , met knieën, die niet meer knikken, (Jesaja 35 v 3), verder gaat met het belopen van die heilsweg.... met aan het eind dat woord: "Voortreffelijk...!...omdat je betrouwbaar gebleken bent in het beheren van een klein bedrag , zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer".
En wat is dat 'kleine bedrag' van nú: het staan in je gemeente als een rots in de branding, die volhardt om de volharding van de gemeente te bevorderen.
De gemeente in haar zevende van elf functies, haar 'TOEGEVOEGD WORDEN'.
Eerst de teksten:
Matth 16 v 18: En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen
Handelingen 2 v 47. De volgelingen van Jezus loofden God en stonden in de gunst bij het volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.
1 Petrus 2 v 4 en 5. Voeg u bij hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd, maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, 5: en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen, die God, dankzij Jezus Christus , welgevaliig zijn.
Gedachten bij Matth 16 v 18: Het is goed om toegevoegd te worden aan de gemeente, doordat je toewijding in je hart hebt en verantwoordelijkheid opneemt. Er zit een duidelijk hemels element in de groei en totstandkoming van een gemeente. Je eigen houding behoort er een te zijn van beschikbaar zijn en zoeken en blijven zoeken hoe God je wil gebruiken. Met de anderen gemeente-zijn gebeurt op basis van vrijwilligheid en toewijding aan een hogere zaak Anderzijds is het 'toegevoegd worden'ook een duidelijke hartenzaak. Je weet je plekje en er is een gezond 'mijn'gevoel: dit is 'mijn'gemeente. Hier hoor ik bij. Heb je Jezus lief, dan heb je ook zeker lief, wat hij liefheeft.
Petrus was zo'n man, die Jezus lief had. En toen hij eindelijk als eerste zei, wat velen van de andere apostelen in hun hart voelden, maar nog niet onder woorden wisten te brengen: "Jezus...zoon van God....DE zoon van God", werd onze Heer daar helemaal lyrisch van. Eindelijk iemand, die UITSPRAK, dat hij het doorhad. Hij aanvaardde als eerste het 'ambt van alle gelovigen': erkennen van de absolute grondregel van het geloof van Jezus: "Jezus Christus....God en mens....verlosser", (ichtus). En op die belijdenis , op dat 'ambt' bouwt Jezus zijn gemeente. God schept ambten . geen ambtsdragers. Die ambtsdragers zijn sterfelijk, het ambt is blijvend. Petrus is gestorven. Nu wordt zijn ambt ingevuld door een steeds grotere en steeds 'zich verversende'schare, die geen duimbreed van deze grondwaarheid afdoet, die waarheid, die hartenzaak is geworden. En op die grondwaarheid, dat Christus maar niet een sympathieke vent is geweest, die diepe dingen zei, maar dat hij IS: 'God en mens', is de hele gemeente verrezen , zoals we die tegenwoordig kennen, die trouwe kern van met het hart betrokken 'palstaanders'. En wat het dodenrijk ook probeert om er het leven uit te halen, niets lukt. De meest subtiele praatjes van de duivel en de door hem misleiden zullen er nog niet in slagen, de ' vasthouders-in-liefde door die vreselijk poorten naar binnen te slepen.
Gedachten bij Handelingen 2 v 47. Volgelingen van Jezus zijn geen drammers, die ' rechthaberisch' hun stellingen aan anderen 'door de strot duwen'. - Zij hebben het veel te druk om God te loven door middel van hun onderlinge liefde, die zich verbreidt over de hele mensheid, nabij en ver - zij loven God ook met hun diepe, innerlijke vreugde, die van hun wezen afstraalt, terwijl anderen miezemauzen over hun verminderende koopkracht - ze loven God door hun innerlijke vrede, terwijl de hele mensheid wel lijkt te 'stikken' van onvrede - ze loven God door hun vriendelijkheid, die verrast door een gebrek aan gehaaide assertiviteit, laat staan agressie. - zij loven God door hun goedheid, trouw, geduld, mildheid en zelfbeheersing temidden van al die ontrouwe, ongeduldige, vlijmscherpe, kruidje-roer-me-niet's. - en wanneer de medemensen dan verrast opkijken en hun gezelschap zoeken....dan zijn er ook nog de woorden, die weer op een andere wijze heel die heerlijke schat van begrippen verbreiden. En dan is het weer de Heer.... die in zijn genade dat alles aan hen gegeven heeft, .....die- ook weer door genade- die anderen bewust maakt, dat hun toestand erom vráagt om daaruit gered te worden.
Gedachten bij 1 Petrus 2 v 4 en 5. O...onze dierbare Heer. Wat lijkt hij als de ene druppel water op de andere op zijn Hemelse Vader, die het in Jeremia 31 v 20 zo líef liet zeggen: "Ben jij, mensenkind, niet mijn geliefde zoon, ben jij niet mijn oogappel ? Telkens, als ik over jou spreek rijst jouw beeld in mij op, dan raak ik diep bewogen. Ik móet mij over jou ontfermen"
Bij zo'n Jezus móet je je toch wel wíllen voegen. Een fundament, die leven is en leven brengt en tot leven wekt. Om toch samen met hem in zijn heerlijke, geestelijke huis te wonen... om helemaal bij dat huis te horen als een bouwsteen, een levende bouwsteen. Laat de mensen maar zeggen, dat je - zoals ze dat soms zo grof kunnen uiten-: "best eens een keer keihard op je bek zal vallen...om dan hardhandig genezen te zijn van je 'gedweep' ". Ze keuren Jezus af...ze zullen jou afkeuren.... zojuist heb ik mensen geshetst, die bij je willen horen, omdat ze gered willen worden. maar helaas zien anderen dat niet of nog niet ...... maar God keurt jullie goed. Hij kiest jullie uit om jullie- ook weer door hem gewerkte- kostbaarheid. En in die tempel, deel uitmakende van Gods tempel, leer je steeds beter om God aanbidding en lof te offeren, die God herkent, doordat jouw geloof in Jezus eraan ten grondslag ligt.
Jongens en meisjes; wat een positieve levensvulling. Die vulling heeft mijn denken verjongd. Maar jullie zíjn zelfs nog jong. Hoe ' jong' en levenskrachtig en levenlustig gaan jullie wel niet worden! Toegevoegd worden, zó je nieuwe identiteit gaan beleven, niet meer vragen: "Wie ben ik nu eigenlijk", maar weten wie je bent in Christus.Wat een zaligheid.
De tweede twee van 8 teksten uit het Oude testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'goedheid'.
Eerst die teksten:
Psalm 27 v 13. NBV: Mag ik niet verwachten de goedheid van de HEER te zien in het land van de levenden ?!
NBG: O....als ik niet had geloofd des HEREN goedheid te zullen zien in het land der levenden!
Statenvertaling: Zo ik niet had geloofd dat ik het goede van de HEER zou zien in het land der levenden, (ik ware vergaan).
Psalm 65 v 15. U kroont het jaar met uw goede gaven,(NBG: van uw goedheid) waar uw voeten gaan, druipt het van overvloed.
Gedachten bij psalm 27 v 13: Eigenaardig is, dat de NBG en de Statenvertaling iets in deze tekst leggen van een hevige gemoedsbeweging, alsof de spreker de zin eigenlijk niet durft af te maken...hij kan zich het verschrikkelijke van dit manco niet indenken.
In de NBV is dit allemaal wat 'gladgestreken', net als in de N.I.V, een belangrijke Engelse bijbelvertaling. Ik wil me eerst bepalen bij de NBV. Inderdaad mogen we verwachten, de goedheid van de Heer te zien, nog in dit aardse leven. God heeft daar alles voor gereed. Door de nu helemaal voltooide bijbel, door al die in het Nieuwe Testament doorgebroken ontdekkingen van 'wedergeboorte' en 'doop in de Heilige Geest' staan wij nu zoveel sterker dan de mensen uit het Oude Verbond. Ik weet wel, dat ook tóen werd gejubeld: "Uw volk staat klaar op de dag dat u ten strijde trekt. Op de heilige bergen, uit de schoot van de dageraad, komt tot u de dauw van uw jeugd". Maar toen ik vanmorgen in de sam tien prachtige jongelui zag zegenen voor nieuwe taken, zag ik dit oude beeld toch heerlijker nog dan tóen vervuld,. Zovele van hen kende ik als 'geestelijke kanjers'.
Jullie ook...jullie...ik heb al zoveel met je meegemaakt; ik weet dat ook onder jullie er zijn,die 'in heilige feestdos van geestesgaven en geestesvrucht' oprijzen uit de schoot van een nieuwe, hoopvolle dageraad.
Maar toch een enkel woord over het afgrijzen, zoals dat in oudere vertalingen verwoord wordt. Inderdaad; wanneer wij de feestdos, als bovengenoemd, niet aandoen, dan wordt het zien van 'de goedheid van de Heer' bemoeilijkt door de rookgordijnen van alle verwarringen, die door talloze nieuwe technieken en problematieken tot ons komen. Laat je niet afleiden.
Gedachten bij psalm 65 v 12. God komt de lof toe voor alle goedheid, die er is, ondanks alle narigheid, die de duivel over de mensheid uitstort. - God is het, die de de zonden wegneemt, 4 - God is het, die ons roept om in zijn heiligdom te wonen, 5 - God is het, die de bron is van onze hoop, 6 - God is het, die het geweld van die 7 miljard mensen leidt naar een grote oplossing, 8 - God is het, die gejuich doet losbarsten over de hele wereld, wanneer de ongerechtigheid verdwijnt, 9 - God is het, die de planeet gaat zegenen met nieuwe verwachtingen 10 - God is het, die zijn tijd van voorspoed doet aanlichten, nu onze Heer Jezus Christus zich gereed maakt om tot ons terug te keren en dan voorgoed. - God is het, die in zijn goedheid zegen gaat verspreiden, in tijden, die komen gaan.
Om die tijden te beleven, roep ik jullie op om je te oefenen in zijn goedheid, die ook door jullie kan worden uitgestraald.
De eerste twee van 8 teksten uit het Oude testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'goedheid'.
Eerst die teksten:
Nehemia 9 v 25. ( De Israelieten, na de woestijn-tocht van veertig jaar, eindelijk gesettled in het beloofde land) aten, raakten verzadigd en werden vet , ze baden in weelde door uw grote goedheid.
Psalm 25 v 7. Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd, HEER, maar denk met liefde aan mij en laat uw goedheid spreken HEER.
Gedachten bij Nehemia 9 v 25.
In het Oude testament is eigenlijk alleen maar sprake van goedheid vanwege de Heer. Over goedheid van mensen wordt wel gespróken, maar bij het door mij geselecteerde woord 'goedheid' tref ik daarvan niets aan....wel bij goed doen en zo. Maar ik moet mij beperken en dat doe ik dan op deze manier.
Hoe ging dat met de Israelieten. Nog lang nadat zij in het beloofde land, (Israel) waren binnengekomen en daar ruimte hadden gekregen, leefde de herinnering aan alles, wat gebeurd was, door. Het manna in de woestijn, de gerichten, waarbij een hele generatie te niet ging, de doortocht door de Jordaan, de wonderen tijdens de strijd, het duurde lang voordat die herinnering verflauwde. (Rechters 2 v 7): "Zolang Jozua leefde, had het volk de HEER gediend. Ook na zijn dood waren ze de HEER blijven dienen, zolang de stammen werden aangevoerd door Jozua's leeftijdgenoten, die getuige waren geweest van de grootse daden, die de HEER voor Israel had verricht".
Maar zoals we lezen in Nehemia 8 v 26 werd het daarna al gauw ellende, terwijl daarvoor , toen ze nog trouw waren, zij Gods GOEDHEID ervaarden.
En hier komt dan toch uit het Oude testament een les voor ons.
Velen van jullie zeggen nog vol dankbaarheid: "Dat waren mooie tijden, toen ik onder die predkingen van vurige voorgangers bij Gods goedheid werd bepaald. En dat feest gaat nog maar steeds door. Telkens kan ik weer terug naar die voortrekkers, die overal nog dezelfde vurige prediking hebben". Maar toch is er een gevaar. Niet, dat ik nu de spelbederver wil zijn, die altijd met dat handje staat te zwaaien. Maar.....de slijtage van het leven maakt je vergeetachtig. En als je niet voortdurend in de weer bent om met de Heer Jezus vooruit te komen.... ook al gaat dat dan vaak met'twee stappen vooruit en éen stap achteruit', .....dan komt de tijd van het stilstaan en in feite achteruitgaan, met opstand en rebellie, wetverachting en lastering,(v 26) met uiteindelijk : de slavernij onder satan teruggekeerd, (27)
Maar ik heb goed vertrouwen, dat velen van jullie vooruit zullen blijven snellen. Wij weten tegenwoordig zoveel meer dan de Israelieten van toen, vatzittende in de veel wredere tijden van destijds. Zij konden niet anders dan nog een beperkte blik hebben. Wij hebben , na het grote woord van Jezus: "VOLBRACHT' en zijn grote geschenk van de Heilige geest, zoveel meer ontvangen dan zij.
Gods goedheid blijft voor eeuwig. Wij streven er naar om die goedheid ook tot ontwikkeling te brengen in eigen leven Gods genade stuwt ons altijd maar door naar grotere hoogten.
Gedachten bij Psalm 25 v 7. ´Zonden van de jeugd´....ik heb jongens en meisjes gekend, die in de onbezonnenheid van hun tiener- en -'early twen´jaren enorm slecht bezig waren. Sommigen verwensten hun ouders op manieren en met woorden, die ik nog nooit had horen gebruiken, die wel héel ver afweken van het vroeger al erg gedurfde `mijn ouders begrijpen mij niet`. Toen jullie je ' met je ziel' bekeerden en later met je 'menselijke geest', wat jullie wedergeboorte was. en jullie ook de vreugde van de doop in de Heilige Geest ervaarden, toen raakten voor jullie de ' zonden van de jeugd', welke die dan ook geweest mogen zijn, geleidelijk aan gedaan en werden jullie omkoesterd door Gods liefde en goedheid. En ook jullie kan het gebeuren, dat die liefde en die goedheid blijven spreken, wat ik van harte hoop. Ook hier geldt: " (Jezus zegt)Niemand kan ( mijn gelovigen) uit mijn hand roven", (Johannes 10 v 10). Maar je kunt wel zélf uit die hand weglopen door onachtzaamheid bijvoorbeeld. Laat niet gelden, waartegen Openbaring zo waarschuwt in 3 v 7: " ( Jezus zegt): ' Houd vast aan wat gij hebt, dan zal niemand u de lauwerkrans kunnen afnemen' ". Vasthouden kinderen.Je hebt goud in handen
De gemeente in haar zesde van elf functies, haar GETUIGE ZIJN
Eerst de teksten:
Handelingen 1 v 8: Wanneer de Heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.
Handelingen 6 v 7. Het woord van God vond steeds meer gehoor, zodat het aantal leerlingen in Jeruzalem sterk groeide; ook een grote groep priesters aanvaardde het geloof.
Handelingen 5 v 13. Ofschoon niemand zich daar, ( in de zuilengang van Salomo) bij hen durfde voegen, sprak het volk vol lof over hen.
Handelingen 19 v 28: Bij het horen van deze woorden....( die lui bedreigen onze broodwinning)ontstaken zijn (Demetrius, de zilversmid) toehoorders in hevige woede en barstten los in geschreeuw: "Groot is de Artemis van Efeze".
Algemeen: Getuigen is een opdracht, waarbij het wél vooral gaat om wat je BENT, niet om wat je ZEGT of DOET. Getuigenis is soms in gezamenlijkheid: - samen in gebed - samen de Heilige geest ontvangend - gezamenlijk getuigenis; in Handelingen 2 uitgesproken door Petrus.
Gedachten bij Handelingen 1 v 8. Jezus stelde allereerst een voorwaarde: "De Heilige Geest moet allereerst over jullie komen". Dan pas zouden zij kracht krijgen. Dit betekent niet, dat zonder vervulling met de Heilige Geest er alleen maar een dadenloos afwachten is, hoewel Jezus dat wel in dit speciale geval zei: " Afwachten. Hij komt spoedig"(5). Want dan zou er in de afgelopen eeuwen niets hebben kunnen gebeuren. En we danken God voor wat er allemaal ís gebeurd. Maar écht sterk en efficient word je toch pas, wanneer de Heilige Geest in je hart woont. Maar je kunt ook niet zeggen: "De Heilige Geest ís toch úitgestort. En ieder gelovige heeft hem toch automatisch". Handelingen 8, 10 en 19 leren, dat het een bewuste aparte keus is; 8,(Samaritanen), 10, (Cornelius) en 19, ( de twaalf in Efeze) en geen automatisme . De kracht van de Heilige Geest is wél nodig, (4 v 33) En met kracht spraken de apostelen en later ook de door hen toegebrachten namens Jezus over al wat ze gezien en gehoord hadden en waarvan ze zélf overtuigd waren. En ze zijn uitgezwermd over Jeruzalenm in een poging om alsnog , zoals ook de opdracht van Jezus was, de Joden te overtuigen. En verder ging het ....en verder.
Ook júllie taak: - in de best mogelijke conditie komen: vervuld met Gods Geest. - met zijn kracht bekleed, elke hoon en spot aankunnen. Daarbij niet wachten, tot de Heilige geest je helemaal vervult. Zodra je bespeurt, dat je innerlijke bekering gegroeid is: - tot liefde voor allen , - tot blijdschap als stille ondergrond onder alle omstandigheden - tot innerlijke vrede, die zich telkens weer herstelt van felle beroering - tot vriendelijkheid, die zich zonder neerbuigendheid richt ook tot de meest onbegrijpende hoorders - tot geduld met harde, ogenschijnlijke 'neezeggers', altijd de hoop koesterende, dat een 'jazegger'verborgen is in hun wezen - enz...enz... En dan: erop uit. En ik zie ze op alle mogelijke manieren uitzwermen. En zelf zwerm ik ook digitaal uit: naar Vlaanderen, Duitsland en Amerika. En ze getuigen maar van Jezus, die in hun hart woont met zijn Heilige geest.
Gedachten bij Handelingen 6 v 7. Je zult verbaasd staan over allen, die God hun oor lenen en de velen, die zich bekeren. Ja zelfs harde tegenstanders...ik sprak er al over....versteend in een traditioneel denken, worden soms helemaal omgeturnd. Ikzelf heb deze ervaring al meermalen op éen van mijn sites gehad. En die verrukkingen wachten ook jullie.
Gedachten bij Handelingen 5 v 13. Zolang de apostelen alleen spraken in de zuilengang van Salomo, durfde niemand te bekennen, dat hij innerlijk bij hen wilde horen. Die drempel was te hoog.Maar ze voelden zich heel erg aangetrokken. En uit een volgend vers blijkt wel, hoe zeer de apostelen al bezig waren, de maatschappij te hervormen. Jullie zijn door de genade van God ook een zoutend zout in een maatschappij, die op zoek is naar ferme, duidelijke, troostende, opbouwende taal temidden van alle ' zich kapot amuseren' Soms zul je, net als de apostelen, bespeuren, dat in jullie jeugdrallys niemand naar voren komt, omdat de drempel toch nog te hoog is. Maar dan zal dagen later blijken, dat 'Gods woord niet leeg teugkeert'..
Gedachen bij Handelingen 19 v 28. En wanneer de mensen dan te hoop lopen en je opeens in de grootste moeite komt onder allerlei valse beschuldigingen , waarbij iedereen maar meegilt in allerlei zotte yells, die je kunnen verwarren...dan helpt de Heer toch weer op een ongedachte manier.
De gemeente in haar vijfde van elf functies, haar DISCIPELSCHAP
Eerst de teksten:
Matth 28 v 19; geen zaak, die je kunt doen of niet kunt doen...nee: een opdracht. Jezus zei: "Ga dus ( ondat aan mij alle macht is gegeven in de hemel en op de aarde) op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen door hen te dopen in de naam vn de Vader en de Zoon en de heilige Geest"
Hand 19 v 9. Discipel zijn en discipelen maken in groepsverband. "Voortaan sprak hij (Paulus) dagelijks in de school van Tyrannus"
Coloss 1 v 28. Op persoonlijk niveau: ieder mens onderrichten Wij verkondigen Christus wanneer wij iedereen waarschuwen en in alle wijsheid onderrichten om iedereen tot volmaaktheid in Christus te brengen".
1 Tim 5 v 1 en 2.tegen allerlei afzonderlijke gelovigen. " Ga niet te keer tegen een oude man. Als je hem vermaant, beschouw hem dan als een vader, zoals je jonge mannen als broers moet bezien, oude vrouwen als moeders en jonge vrouwen als zusters en dit in alle zuiverheid".
Gedachten bij Matth 28 v 19. Elk woord heeft hier betekenis. Neem alleen al dat woord ´dus´. Wij staan als gelovigen in dienst van de Heer van hemel en aarde. Dan hebben wij een taak voor ieder, die tot zijn rechtsgebied behoort, ook al behoort zo'n persoon nog tot het wederrechtelijk machtsgebied van satan. Wat een opdracht: - alle mensen van de hele wereld bekend maken met het feit, dat Christus de machten van de duisternis HEEFT overwonnen - al die mensen helemaal voor Christus opeisen - die mensen door je liefhebbend en gezaghebbend getuigenis ertoe bewegen om je woord aan te nemen en zo andere mensen te worden - en die mensen dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest, de drieënige God, althans voor zover zij met zuivere bedoelingen daarom verzoeken, niet zoals Simon de tovenaar dus, uit winstbejag of zo, ( Hand 8 v 36 en 37). - door die doop de bekeerden tot de gemeenschap met en onder het zeggenschap brengen van hem, in wiens naam die bekeerde gedoopt wordt.
Dat is een taak voor julie. Je kunt hier en nu al beginnen. Een zee- of een luchtreis maakt geen zendeling. Verdien je sporen maar thuis, in ieder geval om te beginnen. Maar: laat me iets heel triviaals zeggen. U belt de buurman op: "Buurman...u hebt de verkeerde kliko buiten gezet" "O...dank u...werkelijk heel attent van u".
Zó ontstaat misschien al een opening.
Gedachten bij Hand 19 v 9. Paulus werd uit de synagoge geweerd, althans sommige bezoekers verziekten de sfeer, maar Paulus raakte daardoor niet ontmoedigd. Hij had al mensen positief opmerkzaam gemaakt en ging met hen naar een gehoorzaal die in gebruik was bij een leraar in de welsprekendheid, die daar zijn leerlingen onderwees. Er werd een rooster opgemaakt: "Ja...dan kan het....dan zijn wij er niet" en Paulus ging onverdroten voort, twee jaar lang..,, Ook jullie zullen dikwijls merken, dat er struikelblokken zijn. Maar flink zullen jullie zeggen: " Als het niet rechts om kan dan moet het maar links om, maar ik wíl deze heerlijke boodschap kwijt aan zoveel mogelijk mensen". Paulus bleef niet in de synagoge hangen, waar allerlei mensen hem belachelijk maakten, hij bleef ook niet 'koppen' ( mopperen of zich beklagen), nee: dóor..... en als gevolg van deze positieve aanpak wist heel 'Asia'na twee jaar van de nieuwe leer. Zo gaan ook jullie handelen, met een onverstoord en onverschrokken zoeken en vinden van wegen.
Gedachten bij Col 1 v 8. Paulus en zijn medewerkers waren altijd doende in de gemeente om iedereen, jong en oud, ervaren en pas- beginnend, te waarschuwen voor deukjes in het harnas bijvoorbeeld. Want iedereen heeft het nodig om voortdurend aangevuurd te worden tot het grote doel: volmaaktheid in Christus, gelijk worden aan het beeld van Gods Zoon.
Ook jullie zullen naar die mogelijkheid om te waarschuwen en aan te vuren - en dan ook nog eens in alle wijsheid- toe moeten groeien. Een hele opgave, waarmee je hele leven gemoeid is. Want uitgeleerd kom je nooit bij God. Deze werkzaamheid hoort ook bij de gemeente , is een vorm van discipelschap en discipelen trainen.
Gedachten bij 1 Timotheüs 5 v 1 en 2. Als jullie later oudste of misschien zelfs voorganger zijn, dan zal het vermanen een van jullie zwaarste klussen zijn. Jullie goed gebruikt gezag en jullie dienstwilligheid aan de gemeente worden dan wel op de proef gesteld.Tact en zorgzaamheid moeten jullie werktuigen zijn. Opwekken van liefde uit een rein hart, (1 Tim 1 v 5) zal jullie einddoel mogen zijn. Geen wrevel, geen toorn of zich beledigd voelen mag bij deze vorm van discipelschap voorkomen. Alles wat aan geloof dreigt te sterven, mag je versterken, ( Openb 3 v 2).
Gaat het om oude mannen, die het spoor een beetje bijster zijn, dan zal een jonge voorganger toch niet op die oude man als een onbesuisde knaap losstormen, ( Jes 3 v 5). Men behoort toch Lev 19 v 32 in het achterhoofd te hebben: "Voor het grijze haar zult gij opstaan en aan de oude zult gij eer bewijzen".
Hetzelfde geldt voor oude vrouwen
En jongeren van je leeftijd ga je natuurlijk niet vanuit de hoogte aanspreken, zo van: "Weet je wel, wie ik ben....ik ben je voorganger".
En jonge vrouwen is een héel delicaat punt. Ik weet van mijzelf, dat ik vooral in tropische landen heel voorzichtig was.De dames droegen daar veelal winter en zomer over de schouders niet anders dan flinterdunne schouderbandjes. Ik plaatste dan altijd mijn handen in de bediening zodanig, dat ik met de zijkanten van mijn handen niets meer dan die schouderbandjes aanraakte. Noem het voor mijn part: "Een zelfbescherming van een oude snoeper", maar ik had er veel baat bij. Vele ogen sloegen mij onder de bediening gade. Nu ja; doe er mee, wat je wil, met deze laatste aanwijzing. Ik wil jullie zo helemaal van dienst zijn voor alle situaties.
De vrucht van de Geest, die bestaat in lankmoedigheid (geduld)
De laatste vier van dertien teksten uit het Nieuwe testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'lankmoedigheid', (geduld).
Eerst die teksten:
2 Timoteüs 3 v 10: Jij - Timoteüs- daarentegen bent mij trouw gevolgd in mijn leer, mijn levenswijze, streven, geloof, geduld, (lankmoedigheid), liefde, volharding
2 Timoteüs 4 v 2. Verkondig de boodschap, blijf aandringen, of het nu uitkomt of niet, wijs terecht, straf en vermaan met alle geduld, (lankmoedigheid), , dat het onderricht vereist.
1 Petrus 3 v 20. God wachtte geduldig, toen de ark gebouwd werd...of er mensen zouden gehoorzamen
2 Petrus 3 v 15. Bedenk geliefde broeders en zusters, dat het geduld van onze Heer uw redding is.
Gedachten bij 2 Timoteüs 3 v 10. Paulus verkondigde tóen aan Timoteüs de volle waarheid en hij doet dat nu nog aan ons. Timoteüs luisterde aandachtig, dronk die woorden in en richtte zich er naar. Wij doen goed Timoteüs´voorbeeld te volgen.Hij had gezien, hoe Paulus naar zijn eigen leer leefde, hoe zijn wijze van doen was. Hij nam waar welke doelstellingen Paulus najaagde , wanneer hij bezig was met zijn kerntaak: mensen tot de Heer leiden. Vol bewondering had hij waargenomen, hoe Paulus in al zijn tegenheden niets losliet van datgene wat Jezus hem door zijn Heilige Geest had geleerd.Altijd was Paulus vol lankmoedigheid en verdraagzaamheid ten opzichte van alle gemeenteleden in alle gemeenten die hij had gesticht, vol liefde ook. En telkens weer waren er verdrukkingen om Christus´wil. En telkens ook stond Paulus paraat om in zijn lichaam aan te vullen wat nog ontbrak aan de verdrukkingen van Christus ten behoeve van zijn gemeente, ( Col 1 v 24).
Zo moeten ook wij, gelovigen van deze tijd, door onze leer en levenswandel tot voorbeeld zijn voor geestelijk jongere gelovigen.Evenals Paulus een navolger was van Christus, zo moeten wij dat worden, ( 1 Cor 11 v 1). Dus, jongens en meisjes, zie hier een deel van jullie taak: - leef blij en fonkelend naar de 'edelsteenleer', die jullie verkondigen - breng zielen tot Jezus, niet tot eigen eer of tot glorie van jullie kerkje, maar tot eer van Jezus - houd de toezeggingen en beloften van jullie Heer vast, ook al zegt de 'outcrowd': "Telkens fietst deze nachtschuitvent met zijn oude ideeën door onze eigentijdse gedachten heen" en ook al zegt de 'incrowd': "Wij hebben onze twijfels over Paulus en dat is ook de algemene richting in het moderne Christelijke denken, maar deze 'onaangepaste'....." - wees lankmoedig en verdraagzaam, vol liefde en positivisme jegen jullie mede-gemeenteleden, ook al lijkt het soms of ze lijm aan hun schoenzolen hebben - ...en als vervolging en strijd jullie deel worden, moeilijke omstandigheden en zware tegenwind, blijf volharden, Paulussen van deze tijd.
Gedachten bij 2 Timoteüs 4 v 2. Dít is onze taak: het woord verkondigen. Ik kom ook wel op neutrale forums, waar de vrije loop wordt gegeven aan allerlei menselijk denken of ook aan allerlei andere religies dan het Christendom. En in mijn oren klinkt dat allemaal als ' het gras dat verdort en de bloem , die afvalt.( 1 Petrus 1 v 24) En wanneer je daar ook eens komt met het woord van Christus, dat in eeuwigheid blijft, word je vaak doodgezwegen. Nu zou dat kunnen zijn omdat je de regel: "dringt er op aan, gelegen of ongelegen", verkeerd uitlegt en redeneert: "Al komt het hun slecht uit...ze MOETEN het horen". Maar zo is het met mij niet op die 'algemen sites', want ik weet terdege, dat 'liefde voor alle mensen' ook vereist, dat je ze niet ongewenst met allerlei gepreek aan boord komt. Nee...ik stel me echt bescheiden op en de Heer bemoedigde mij laatst met een e-mail uit die kringen: "Heb ik niet te veel gezondigd. Is er ook voor mij nog redding". Maar dat ' ongelegen' heeft betrekking op jezelf. Mijn vrouw ging in de tijd, dat ze zoveel bloed verloor uit een ontstoken baarmoeder, eens met haar laatste krachten naar het orgel om een dienst te begeleiden. En juist toen sprak een dame haar aan: "Zuster...ik heb een nóod". En mijn vrouw luisterde en bemoedigde.
Weer een taak, ook voor jullie. Zeg niet, zoals laatst een correspondente tegen mij: "Ik ben zwak...ik kan dit allemaal niet". Dus: wijs terecht, hoe moeilijk dat ook kan zijn van een jongere jegens een oudere. Het overkwam mij laatst dat een kittig jong ding naar mij toekwam en zei: "Broer...u laat uw profetieën altijd voorafgaan door enkele woorden in klanktaal. Maar die behoort u ook te vertalen...(1 Korinthe 14 v 27)". Ik aanvaardde deze lichte terechtwijzing gaarne.
Maar ook hier weer: lankmoedigheid, geduld. Het tere, heerlijke onderwerp, dat jullie met mensen behandelen, vereist een zorgvuldige aanpak.
Gedachten bij 1 Petrus 3 v 20. Wij weten het allen: de prediking van Noach, na verloop van tijd samengaande met de bouw van de ark, duurde 120 jaar. En al die tijd wachtte God geduldig of er mensen aandacht aan die zaak zouden schenken. God nam zo écht de tijd. Maar dit geweldige teken; een voortdurende vermaning en een schp, dat steeds meer vaste vorm ging aannemen, bracht de mensen van Noachs dagen niet tot inkeer. Die mensen doen zo denken aan de mensen van de eindtijd, waarvan ik op mijn neutrale sites nu al voorproefjes meemaak. Ik zie, hoe trouwe dienaren van God voortdurend hun stem laten horen temidden van alle 'vuilnis'waarmee die mensen zich 'voeden'. Er wordt gewezen naar 'de ark vn Jezus Christus', die allen, die in nood zijn, wil opnemen. Maar de mensen van nú honen: "Niks nood....jullie zijn in nood", net zoals Noachs tijdgenoten hebben geroepen: "Weet je, wat jíj nodig hebt Noach?: een psychiater".
Maar komaan; de Heer was lankmoedig, 120 jaar lang. Wees ook jullie lankmoedig vanuit de kracht van de waarheid. Openbaring 11 v 13 lijkt er op te wijzen, dat er toch velen naar de 'ark van behoud' toe zullen rennen, wanneer de deur nog nét open is. Zou ook u niet , met de hand boven de ogen, turen op de toegangsweg of daar ook nu nog strompelaars en hompelaars aankomen. O gezegende tijden van nú. Gebruik ze.
De vrucht van de Geest, die bestaat in lankmoedigheid (geduld)
De derde drie van dertien teksten uit het Nieuwe testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'lankmoedigheid', (geduld).
Eerst die teksten:
Galaten 5 v 22.De vrucht van de Geest is: - liefde, vreugde en vrede - geduld, vriendelijkheid en goedheid - geloof en zachtmoedigheid - zelfbeheersing.
Efeze 4 v 2. Wees steeds bescheiden, zachtmoedig en geduldig, en verdraagt elkander uit liefde.
1 Timotheus 1 v 16. ( Ik was -de eerste onder de zondaren) en juist over mij heeft Christus zich ontfermd; ik was de eerste aan wie hij zijn grote geduld toonde.
(De NBV heeft 'geduld', waar vroeger 'lankmoedigheid'stond.
Gedachten bij Galaten 5 v 22. Over bijna geen tekst heb ik zoveel geschreven als over deze , in de vele stukken, die ik overal heb gepost in allerlei forums. Ik kom ze allemaal weer tegen in deze bijbelstudiereeks. Liefde, blijdschap en vrede heb ik al gehad. Dit is de vierde, vijf wachten er nog. En daarná komt er D.V. nog zoveel. Ach...ik kom nooit gereed. Maar de dingen grijpen bij de Heer zo in elkaar. Ik zit net in Vlaanderen iets te posten en daarin gaat het onder andere over mijn zoon, die ooit eens een moeilijke periode had. En ik dacht door een ingeving van de Heilige Geest opeens aan een kleinzoon, die nu in net zo´n periode zit. Ik belde direct, trof hem thuis en had in alle lankmoedigheid een gesprek met hem, dat met een hartelijk "dank u wel opa" van hem eindigde. En er víel zo veel te gispen. Maar met dit ' geduldig tot de kern van zijn wezen rakende', bereikte ik meer. Ook hiervoor bedank ik weer de Heer.
Gedachten bij Efeze 4 v 2. In de NBV wordt ( soms) bescheidenheid genoemd, wat voorheen nederigheid heette.In Math 11 v 29 zegt Jezus al van zichzelf, dat hij zachtmoedig en nederig van hart is. En wanneer u en ik het hart soms wat hoog dragen, dan geldt voor ons: (1 Petrus 5 v 6). "Önderwerp u dus nederig aan Gods hoge gezag, dan zal hij u op de bestemde tijd een eervolle plaats geven". In de wereld van die dagen, bij onze voorouders de Germanen, en ook bij de Grieken, waar Paulus veel mee te maken had, was nederigheid een weinig voorkomende eigenschap. Men zei er over, dat het een vorm was van slapheid en onderworpenheid. Ik heb het idee, dat nederigheid in de moderne wereld nog geen hoge ogen gooit. De koning uit Zach 9 v 9 , die als een rechtvaardige, zegevierend en nederig Jeruzalem binnenrijdt, was toen en nu een onbekende verschijning. Lankmoedige, geduldige mensen verdragen beledigingen zonder naar wraak te zoeken. Ze zijn ook niet kort aangebonden. Nu zullen jullie niet zoveel met beledigingen te maken hebben, maar van die spitse gezegden vragen om een ad rem en assertief antwoord in de tijden van heden. Toch is ook hier nederigheid en zachtmoedigheid vaak de beste vorm van assertiviteit. Probeer te starten, vrienden en vriendinnen, met nederigheid. Dat leidt tot zachtmoedigheid en dan wordt geduld gemakkelijker te bereiken. Verdraag anderen in liefde. Want we hebben toch zo´n prachtig voorbeeld in God zélf. 2 Petrus 3 v 9 vertelt iets over zijn houding tegenover ons: ´Hij heeft geduld met ons . Hij wil dat iedereen tot inkeer komt. Hij wil niet dat íemand verloren gaat.` Nu hij zo zuinig op ons is, zal het goed zijn, wanneer wij ook zuinig op elkaar zijn.
Gedachten bij 1 Timotheüs 1 v 16. Een diep gevallen zondaar als Paulus ervaarde de volle lankmoedigheid, het uiterste geduld van de Heer Jezus. En wat was het gevolg van deze goddelijke lankmoedigheid. De voormalige vervolger van Jezus (Hand 9 v 5) werd zijn grootste propagandist. Tot Illyrië,(Kroatië) toe, heeft hij de blijde boodschap van de opgestane Jezus mogen brengen. Paulus had leugen en dwaling verkondigd, twee oerzonden. Maar nu werd hij het type van ' door Gods Zoon bewezen lankmoedigheid' , een voorbeeld voor de miljoenen, die in de toekomst door Christus´lankmoedigheid en geduld zouden worden gered. Doen jullie door genade jullie geduld daar maar bij.
De gemeente in haar vierde van elf functies en daarvan het tweede gedeelte, de laatste twee van vier teksten, betrekking hebbende op: GEVEND DELEN, dat is delen, waarbij wij de gevende partij zijn
Eerst de teksten:
Filipp. 1 v 3 - 5. Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk, telkens wanneer ik voor u allen bid. Dat doe ik vol vreugde, omdat u vanaf de eerste dag tot nu toe hebt bijgedragen aan de verspreiding vaan het evangelie.
2 Corinthe 9 v 13. ( De verarmde Christenen in Jeruzalem) prijzen God omdat u er blijk van geeft gehoorzaam te zijn aan het evangelie van Christus, wat u bewijst door de ruimhartigheid waarmee u met hen en alle anderen wilt delen.
Gedachten bij Filippenzen 1 v 3- 5. Eerst even wat algemene indrukken, gewekt door deze tekst. - Paulus bidt temidden van al zijn overige beslommeringen met vele gemeenten toch heel duidelijk voor de Filippenzen, ( 2 Cor 11 v 28). - Dat doet hij maar niet van een papiertje, waarop hij alle gemeenten heeft opgeschreven: o, nu zijn de Filippenzen aan de beurt. - Nee, hij denkt heel bewust aan elke gemeente, die hij voor zijn geestesoog ziet verschijnen, dus ook de gemeente in Filippi. - En dan dankt hij weer gelijk, omdat er daar blijde dingen zijn.
U kunt Paulus daarin navolgen. Velen van u zullen een lijstje in hun hoofd hebben van gebeden voor geliefden.Maar laat zo'n lijstje nooit iets werktuigelijks worden. Denk er bij na. En als er wat te prijzen is, wees dan verblijd . Dank God.
Maar nu de eigenlijke gedachte, waar het hier om gáat, deze: "Jullie hebben vanaf de eerste dag tot nu toe bijgedragen aan de verspreiding van het evangelie". Daarvoor dankt Paulus vol vreugde. Ik herinner mij nog goed die vrijdag in september 1959, toen we voor het eerst de boodschap van het Volle Evangelie hoorden. Mijn vrouw en ik waren zo wild-enthousiast over de enkele begrippen, die wij die eerste avond vernamen. Wij fietsten de volgende dag over de dijk en ontmoetten een oude, eenzame man, die wij wel kenden, maar nooit hadden aangesproken. En nu deden we dat wel en we droegen het evangelie al weer uit met een nieuw élan, zoals we dat niet eerder hadden gekend. Bij hem thuisgekomen, kníelden wij zelfs met hem. En dat uitdragen doe ik nog. Mijn vrouw is nu te ver weggegleden in de ouderdoms-moeilijkheden, anders zou ze nu ook nog bezig geweest zijn. Doen jullie dat ook ?: meewerken aan de verbreiding van het evangelie Het is toch iets om mateloos je in te verheugen.
Gedachten bij 2 Corinthe 9 v 12 en 13.
In 'de kanttekeningen' vind ik hierover het volgende: "De collecte is meer dan het lenigen van een stoffelijke nood. Het is een heilige dienst aan God. Een collecte is in wezen een religieuze handeling tot eer van God. De arme geloofsgenoten in Jeruzalem zullen God verheerlijken om de milde gemeenschapszin, die door Corinthe's offervaardigheid is geopenbaard.
Vandaag hadden wij een zendeling uit Gabon in onze sam. Hij vertelde heerlijk van het grote werk, daar gedaan. Onze gemeente ondersteunt hem. In dat land is nu een sterke, goed in Jezus Christus gefundeerde gemeente ontstaan. De zendelingen beginnen zich terug te trekken.Die gemeente begint zelf al weer zendelingen uit te sturen.
Zulke heerlijke dingen kunnen jullie ook meemaken. Offer blijmoedig in jullie gemeente, die ongetwijfeld ook weer zendelingen onderhoudt. Al die geredden zullen een kroon op jullie hoofd gaan vormen, zoals jullie weer een kroon vormen voor hen, die- missschien lang geleden- júllie tot bekering en verder hebben geleid of daaraan hebben meegewerkt. En samen vormen wij die vele kronen op het hoofd van onze overwinnende Heiland.(Op 19 v 12). Offer daarom niet routinematig, maar bedenk zo nu en dan bij jullie periodieke overschrijvingen, dat je bezig bent met een dienst aan God.
De gemeente in haar vierde van elf functies en daarvan het tweede gedeelte, de eerste twee van vier teksten, betrekking hebbende op:GEVEND DELEN, dat is delen, waarbij wij de gevende partij zijn
Eerst de teksten:
Romeinen 12 v 13. Bekommer u om de noden van de heiligen en wees gastvrij.
Hebreeën 13 v 16: Houd de liefdadigheid en de onderlinge solidariteit in ere, want dat zijn offers waarin God behagen schept.
Gedachten bij Romeinen 12 v 13.
Wel; wij gelovigen hebben deel gekregen aan en hemelse roeping, delen met Christus in een erfenis, delen in zo iets heerlijks als Gods genade. Deze rijke verworvenheden zijn reeds behandeld. maar eerder ( in vers 12) staat: "Wees verheugd door de hoop die u hebt". En wat houdt die hoop, die toekomstzekerheid zoal in: - overwinning en heil - een erfenis in de hemel - vernieuwing van de totale mens - eeuwig leven, zoonschap - volkomenheid, een plaats op Gods troon - ingeschakeld worden bij herstel van Gods schepping.
Dat is me even wat. En die hoop, die zalige toekomstzekerheid voor 'ons, door genade volhouders', maakt ons eens temeer bereid, om onze medegelovigen in de gemeente..... en ook wel daarbuiten- en in iets mindere mate- al onze medemensen, (Galaten 6 v 10), want ergens moet men toch enige beperking aanbrengen ...... te ondersteunen in de meest uiteenlopende aangelegenheden - gebed en het uitdrijven van demonen - opleggen van handen in de gevallen, beschreven in Gods woord - ondersteuning in geld en natura - verzorgen van kinderen, bij calamiteiten in het gezin - helpen in de huishouding, wanneer het de eerst aangewezenen even 'over de schoenen loopt' - deskundige adviezen. En het is goed om alleengaanden eens op de koffie te nodigen en ook te denken aan zieken, ouderen en vereenzamenden onder ons en om afgepeigerde ouders eens in staat te stellen om samen er even uit te gaan, doordat wij kinderen uit zo'n gezin opnemen. Dat is ook gemeenteleven. Nu wij delen in zo'n grote toekomstverwachting, is het goed om de daardoor verwekte vreugde ook op deze wijze uit te stralen.
En het is goed om daarin constant te zijn. Vers 12 zegt namelijk ook nog: "Wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt". Dat zal zeker gaan voorkomen, ook in jullie Christenlevens. Blíjf je dan bekommeren om 'de noden van alle heiligen' Hoe kan je zo constant blijven. Door de raad te volgen van v 12: "Bid onophoudelijk", ( wees altijd in staat om in gebed te gaan).
Gedachten bij Hebr 13 v 16. Zo dikwijls hebben wij het over ons werkzaam zijn ' in de hemelse gewesten'. Dat is een goede zaak, die in vers 15 is beklemtoond. Maar naast de geestelijke offers, die wij aan God brengen, staan ook opofferingen, die wij ons in de natuurlijke wereld moeten getroosten.Tijd, geld, bezit en krachten, het kan allemaal worden aangewend ten behoeve van onze mede-gemeenteleden in het bijzonder. Wij hebben meestal geen gebrek aan mooie woorden voor onze mede-samenkomstbezoeker. Maar Jacobus 2 v 15 en 16 zeggen dat het daar niet bij mag blijven. Daar staat: " Als een broeder of een zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekort komt, en éen van u zegt dan: ' Het ga je goed. Kleed je warm en eet smakelijk', zonder de andere te voorzien van de eerste levensbehoeften- wat heeft dat voor zin ?"
Denk dan tenslotte eens aan die grote behoeftige: de gemeente zelf met haar vele kostbare behoeften aan electronica en p.c. apparatuur en duizend noden meer. Vergeet vooral niet de offers ten behoeve van het kunnen functioneren van de gemeente
De vrucht van de Geest, die bestaat in lankmoedigheid (geduld)
De tweede drie van dertien teksten uit het Nieuwe testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'lankmoedigheid', (geduld).
Eerst die teksten:
Romeinen 2 v 4. Veracht u Gods onbegrensde goedheid, geduld (lankmoedigheid) en verdraagzaamheid en weet u niet, dat zijn goedheid u tot inkeer wil brengen ?
Romeinen 9 v 22. God heeft degenen die het voorwerp van zijn toorn zijn en die hij heeft bestemd voor de ondergang, met veel geduld verdragen omdat: - hij zijn toorn ook wil tónen - en zijn macht kenbaar wil maken
2 Corinthe 6 v 6. (Wij zijn dienaren van God) en willen dit laten zien ook ' door geduld , (lankmoedigheid ) en vriendelijkheid.
Gedachten bij Romeinen 2 v 4. Ik heb de idee, dat ik deze tekst al ergens behandeld heb. Maar ik ga dat nu maar niet meer na. Misschien zeg ik wel weer iets net een beetje anders of is het goed, dat de behandeling nog eens herhaald wordt.
Gaat-ie. Gods goedheid wordt door niets begrensd. Zijn hele wezen staat in het teken van goedheid. God verdraagt ook de zonde zonder direct in te grijpen. Onverdraagzaamheid is een lelijke zaak. Men gaat zixh negatief opstellen tegen anderen. God echter blijft positief staan ten aanzien van mensen. Bij inkeer denken wij terug aan het ons bekende woord bekering , en ook wel aan het wat ouderwetse 'boetvaardigheid.' Maar God roept ons tot die voortreffelijke zaken door zijn heerlijkheid en macht, ( 2 Petrus 1 v 3). Hij biedt ons zoveel heil aan. Maar wie dit aanbod veracht, moet niet bij zichzelf denken: "O.... God blíjft vergeven...het is zijn vak". Nee....er komt een eind aan die verdraagzaamheid, dat kunnen verdragen, aan die lankmoedigheid, het geduld. Eén keer staat er een heel duidelijke punt: bij het sterven.
Dit alles, nu toegepast op ons, betekent ook voor ons, dat wij goed mogen zijn voor andere mensen, dat wij heel wat kunnen verdragen en dat wij een 'éngelengeduld' hebben.
Een voorbeeld: ik sprak onlangs met een aantal knapen van 15 tot 20 jaar. Zij stelden wat vragen, maar terwijl ik antwoordde, zag ik, dat zij onderling glimlachjes van verstandhouding uitwisselden. In mijn hart voelde ik een gedachte: "Denk nu niet direct dat je in de maling wordt genomen. Zij zijn heus wel geïnteresseerd, maar dekken zich met die 'tekens' in tegen hun vrienden, zodat die later niet kunnen zeggen: 'Je liet je wel helemaal door die vent inpakken hè' ".
En ik luisterde naar die innerlijke stem, die in mijn idee een raad van de Heilige Geest bevatte. Met engelengeduld zette ik mij over alle wrevel heen, ik kon die afleidende houding verdragen en trachtte goed te zijn voor deze jongeren, die het later misschien ergens voor het zeggen zullen hebben en die hoe dan ook kostbaar zijn. Ik gun aan jullie ook dergelijke ervaringen.
Gedachten bij Romeinen 9 v 22. Weer dat idee, dat ik hierover al heb geschreven. Maar ik ga maar gewoon door. God had met ieder mens, die hij vroeger, of nu, of in de toekomst op deze wereld plaatst(e), een positief plan,. Hij is de hemelse pottenbakker, die alleen goede dingen kan scheppen.
Maar zoals een aardse pottenbakker wel eens een stuk klei tegenkomt, waarmee niets te beginnen is , omdat er harde, onvriendelijke stukken inzitten, zo moet God ook wel eens mensen loslaten, omdat die mensen zich opengesteld hebben voor demonische invloeden en daardoor zijn verhard, harde klonten in hun klei hebben gekregen. Een aardse pottenbakker kent het verschijnsel, dat hij een pot al klaar heeft en dat tijdens het bakproces toch nog gebreken aan de dag treden, doordat de pot gaat scheuren. Zo heeft ook de hemelse pottenbakker te maken met mensen, die hij al tot elementen heeft gevormd, die hij gebruiken kan en wanneer er dan druk ontstaat, ontstaan er in hen scheuren. Dan blijkt dat de boze met zijn verleidingen en overweldiging hen toebereid heeft tot het verderf. Hun eigen verantwoordelijkheid, jammer maar helaas.
En als satan lacht: "Weer een overwinning voor mij", dan is toch God de laatst lachende. Hij wil al die in allerlei stadia mislukte mensen toch alle tijd geven. Hij wil niet, dat sommigen verloren gaan, (2 Petrus 3 v 9). Dit ontmaskert als onwaar en verderfelijk de redenering, die veel Christenen nog steeds hebben: "God heeft van eenwigheid sommige mensen voorbereid voor het verderf, de hel". Dat is Gods weg met de mens niet. Hij doet zijn zon opgaan over bozen en goeden en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Hij blijft oproepen tot bekering. Maar deze 'mislukte kruiken' (voor eigen verantwoordelijkheid) blijven soms zeggen, zoal Jeremia al vaststelde in 18 v 12: "Laat ons begaan...wij willen onze eigen plannen volgen". Zulke mensen willen zich alleen laten leiden door hun koppig en boosaardig hart, ( zelfde vers). En tenslotte toont God zijn toorn en zijn macht bij het eindoordeel door zijn Zoon Jezus, (Matth 25) en komt er een eind aan de lankmoedigheid. Maar de glorie van de geredden komt uit de nederlaag van de ongeredden op de meest heerlijke wijze openbaar. Zoals eens de Israelieten zongen aan de Schelfzee, toen de Farao met zijn legermacht verdronk, zo zullen wij ook juichen, wanneer de meest verharde zondaar, de Antichrist, te niet gaat
Voor ons zit hierin deze les: Wij zullen in geduld met al dat mislukt of mislukkende aardewerk omgaan. Zoals God een mislukkende 'pot'met eindeloos geduld, (eens een andere vorm), nóg eens een kans geeft.... en hoe vaak gelukken zulke geduldige pogingen nog; velen kunnen daarvazn getuigen .....zo zullen wij kansen geven. Soms moeten wij loslaten... Ik zelf werk ook ergens op een 'neutrale'site en ontmoet daar mensen, die oost-indisch doof zijn voor al mijn liefdevolle pogingen om hun het eeuwige heil voor te stellen. Maar zelf als wij heus nog wel geduld en verdraagzaamheid hebben, maar het is voor ons: een onneembare muur.... "Ger...van nu af aan scroll ik door, zodra ik jouw naam maar zie" .... dan zijn daar aan het eind van onze mogelijkheden toch altijd nog Gods mogelijkheden. Onze lankmoedigheid, ons geduld , is er nog wel, maar die muur.....dat is werk voor God en.... onze lankmoedigheid, ons 'kruit', droog houdende, zeggen wij tegen God: "God, als u deze 'doorscroller'aan ons terug wilt geven, graag...Maar voorlopig.."
Gedachten bij 2 Corinthe 6 v 6.
Wij willen Gods dienaren zijn. En hoe tonen wij die begeerte van ons hart:
...door altijd te volharden: - in tegenspoed, in nood en ellende - onder lijfstraffen, in gevangenschap - onder volkswoede, slaapgebrek en honger.
Nu ja; je moet een en ander maar in je herinnering opslaan; het kan toch wezen, dat iets hiervan je overkomt in de dienst van de Heer.
Maar geduld en vriendelijkheid zullen altijd beschikbaar moeten zijn, zullen ook altijd beschikbaar kúnnen zijn door Gods genade, die ons tot steeds hoger toppen wil voeren.
De vrucht van de Geest, die bestaat in lankmoedigheid (geduld)
De eerste drie van dertien teksten uit het Nieuwe testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'lankmoedigheid', (geduld).
Eerst die teksten:
Jakobus 1 v 19. Geliefde broeders en zusters, onthoud dit goed: :ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden.
1 Corinthe 13 v 4. De liefde is geduldig, (lankmoedig) en vol goedheid.
2 Petrus 3 v 9. De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat.
Gedachten bij Jakobus 1 v 19. Je eerste indruk zal zijn: "Maar hier komt het woord 'lankmoedigheid'en evenmin het woord 'geduld'voor. (' geduld' gebruiken wij tegenwoordig, nu het woord ´lankmoedig' in onbruik is geraakt.).
Maar bij even nadenken zien wij het verband wél. Al de impulsen van werkelijk belang, die wij in het leven ontvangen, komen uit de geestelijke sfeer. Ze komen uit de hemel of uit de hel. Petrus was onvoorzichtig, toen hij Jezus wilde beïnvloeden om Gods weg níet te gaan,. Hij had zich niet beijverd, ( gehaast) om te luisteren naar Gods stem en sprak in de verbolgenheid, door haast ontstaan.
Jona vergaloppeerde zich in zijn wrevel, toen hij zo boos was op die wonderboom. Hij sprak woorden, die de boze hem influisterde. En denk eens aan Mozes, toen hij zijn eigen intocht in het beloofde land verspeelde. Goed...het volk had hem gesard en het was 'begrijpelijk', dat zijn 'geest in hem ontstoken was', ( hij was 'witheet'van getergdheid. Maar hij sprak onbedachtzame woorden, toen de duivel hem te pakken nam in die 'toorn'.
Maar júllie, die deze voorbeelden hebben, ik verwacht van jullie, zoals ik dat van mijzelf verwacht............. en ik val mezelf wel eens tegen - dat jullie handelen naar het woord in Spreuken 15 v 1: "Een vriendelijk antwoord doet woede bedaren". - dat jullie niet traag zijn van begrip, zoals Hebr 5 v 11 daarover klaagt. Zo'n traagheid in het beluisteren van Gods stem leidt tot haastig 'luisteren', (eigenlijk: niet-luisteren) , ongeduldig om maar gauw wat te rebbelen en geneigd om gauw een bits woord te zeggen - dat jullie, naar het woord van Spreuken 17 v 27 : `....verstandige mensen zijn, karig met jullie woorden, bezonnen van inzicht - "dat Gods woorden doorklinken in wat jullie zeggen, in het geval u het woord moet voeren", (1 Petrus 4 v 11) - dat voor jullie geldt: "... als jullie mond ( de goede waarheden van God en Jezus ) belijdt, dan zult u worden gered. " En dat kan alleen maar, wanneer- ondanks incidenteel falen- u zichzelf door de genade van God leert om te luisteren naar hen en naar hun Heilige Geest en uw oor niet in gehaastheid aan de duivel leent, die u eerst 'uw mond voorbij wil laten praten' en daarna tot onheilige toorn wil prikkelen.
Gedachten bij 1 Corinthe 13 v 4. Een goede omschrijving van ' lankmoedig' is geduldig en verdraagzaam'. De liefde, van God afkomstig, tracht mensen vast te houden. Er is echt geestelijk inzicht nodig om steeds verdraagzaam en geduldig te zijn. Natuurlijke liefde zet zo gauw een punt. Die spreekt soms: "En nu is het welletjes". Ouders zeggen dan wel eens: " En nu moet die knul het huis uit". Natuurlijke liefde is begrensd. Gods liefde kent geen beperkingen, althans het ogenblik , dat God zijn toorn gaat openbaren, kan heel ver weg liggen in de meeste gevallen. Zijn volle toorn openbaart Jezus pas in het beschrevene van Matth 25. Gods liefde wordt niet vervuld met wrok over geleden onrecht, dan ook onze van hem ontvangen liefde niet. Die liefde in onze harten barst niet uit in verwijten. Goddelijke liefde in onze harten wacht geduldig af om te zien, wat haar uitwerking is . Ze strijdt alleen tegen boze, opruiende demonen. Die goddelijke liefde in onze harten schenkt de zondaar ruimte om zich te bekeren en te herstellen.
Gedachten bij 2 Petrus 3 v 9. De Heer houdt zo van de mensen, hij heeft met ieder mens, die ooit geleefd heeft, leeft of zal leven, een heerlijk plan.Dat er veel mensen "Nee"zeggen tegen dat heerlijke plan en daarvoor zelf aansprakelijk zijn, is een verborgenheid, waarmee wij ons niet kunnen bemoeien, krachten het woord, door Mozes gesproken in Deuteronomium 29 v 29: "De verborgen dingen zijn voor de Heer onze God".
Laten wij ons maar houden bij: "de geopenbvaarde dingen...want die zijn er voor ons om die te doen". En éen van die geopenbaarde dingen is, dat : "God is als de landman, die geduld heeft , totdat de vroege en de late regen op de akker is gevallen, (Jac 5 v 7). Laten wij blij zijn met deze geopenbaardheid, dat God iedereen, die wil, ook binnen wil hebben en laten wij van die heerlijke mogelijkheid gebruik maken zonder dralen, want éen keer gaat de poort toch dicht. Zach 10 v 1 wekt ons op om: "aan de Heer om regen te vragen, wanneer het voorjaar wordt. `" Met Christus is het voorjaar begonnen. En de Heilige Geest, die van hem uitgaat, is de regen, waarom wij mogen vragen.
Zoals God, zo ook wij.God is zuinig op de mens, zijn hoogste schepping. Hij wil alle oogst binnenhalen, die er maar binnen te halen is. Altijd wil hij voor de mensen: "het goede, het welgevallige en het volkomene".(Romeinen 12 v 2) Als mensen verloren gaan, is dat tegen Gods liefde-willen in. Als mensen de duisternis liever hebben dan het licht dan respecteert God altijd de eigen keus van de mens en geeft hij hen wenend over aan hun(eigen) verwerpelijk denkem (Rom 1 v 28).
Laten ook wij zuinig zijn op onze medemensen in alle lankmoedigheid en geduld .
De gemeente in haar vierde van elf functies en daarvan het eerste gedeelte, de laatste drie van zeven teksten, betrekking hebbende op:ONTVANGEND DELEN, dat is delen, waarbij wij de ontvangende partij zijn
Eerst de teksten:
1 Corinthe 10 v 21. U kunt niet drinken uit de beker van de Heer en ook uit die van de demonen, u kunt niet deelnemen aan de maaltijd van de Heer en ook aan die van de demonen.
Hier is dus sprake van 'het deel hebben aan de tafel van de Heer, daarvan je maaltijd ontvangen.
2 Corinthe 8 v 4. Uit eigen beweging hebben ( de gemeenten in Macedonië) ons dringend verzocht mee te mogen doen aan de collecte, waarmee de heiligen in Jeruzalem zullen worden ondersteund.
De gemeente in Jeruzalem was dus de ontvangende partij bij dit geven.
2 Corinthe 13 v 13. De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de Heilige Geest zij met u allen.
Hier zijn dus de gelovigen allen de ontvangende partij bij het geven door de Heilige Geest.
Gedachten bij 1 Corinthe 10 v 21. Jullie weten, dat ik een bijbelstudie van Coos de Vink als leidraad gebruik om wat structuur aan te brengen. Maar ik wijd wel wat verder uit. Coos´ bedoeling was de delende functie van de gemeente te belichten, en toen hij een en ander in een 'ontvangend delen' en een 'gevend delen' had gesplitst , was aan de eisen van zijn verhandeling voldaan.
Maar ik maak aan de hand van dit frame menig uitstapje, dat zul je wel gemerkt hebben.
Wanneer wij aan het avondmaal deel hebben, wordt ons daar een geestelijke versterking toegediend. Elke keer, dat je de beker drinkt en het brood nuttigt, kan je dankbaar denken: "Dank u Heer; dit brood,dat ik eet, brengt mij weer in blijde gedachtenis, dat uw lichaam is gegeven voor mij en dat ik deel uit mag maken van deze gemeente.. En deze wijn doet mij insgelijks met lofprijzing denken aan uw bloed , dat op Golgotha gevloeid heeft".
En nu wordt hier gezegd, dat een deel hebben aan de maaltijd van de Heer niet kan samengaan met altijd maar door blijven denken aan alles, wat je in deze wereld belangrijk acht. Je bent er maar niet, wanneer je althans onder de uitreiking van het avondmaal je gedachten bij God en Jezus weet te houden..... en zelfs dat valt al niet mee ...maar je hele leven moet - op de duur- vrij komen van allerlei gedenk over zaken, die de plaats in je innerlijk innemen, die ingenomen dient te worden door God en zijn dienst. 'Offeren aan boze geesten'doe je al, wanneer je helemaal geen rekening met die boze geesten en hun opperhoofd houdt. Je bent driftig, maar je zegt: "Zo ben ik nu eenmaal. Mijn vader was ook zo'n driftkop", maar je wilt practisch niet in de gaten hebben, dat een demon je tracht af te houden van de Geestesvrucht van de zelfbeheersing. En zo zijn er duizenden voorbeelden meer. Het is goed, wanneer je bidt, dat God je ogen opent voor alle schadelijke wegen, die je zelf nog niet in de gaten hebt, zoals David dat deed aan het eind van psalm 139. God wil je goede dingen toedelen. Ontvang die met blijdschap. Wees waakzaam voor de duivel, die je slechte dingen wil toedelen en vraag aan God de Heilige Geest om zijn bijstand.
Gedachten bij 2 Corinthe 8 v 4. We zien hier, hoe de heiligen in Macedonië als het ware stonden te dringen om de heiligen in Jeruzalem te ondersteunen. Wat zullen de Jeruzalemse gelovigen blij geweest zijn, toen ze bemerkten, dat de gelovigen in andere streken hen niet vergeten hadden, maar ook in hun stoffelijke noden wilden voorzien. Echter: in geestelijk opzicht zijn wij allen wel eens 'Jeruzalemmers'. Zo was ik laatst om geestelijke raad verlegen. Ik was door het een of ander geestelijk erg in een hoek gedrukt. Op zeker ogenblik kruiste een jonge gelovige mijn pad en ik voelde mij gedrongen hem te vertellen over mijn verdriet en nood. Hij deed het uitstekend bij zijn toedelen van hulp en ik vertélde hem dat ook. Hij was opgetogen: "Dat ik als 'jong broekie' aan u, een oude rot, nog van dienst kon zijn", was zijn hartige commentaar.
Tegen jullie zou ik willen zeggen: "Laat je ook eens zo verwennen. Het zal zeker wel eens gaan voorkomen, dat je geen kracht hebt om anderen te troosten, omdat je zelf hulp nodig hebt. Maak dan eens gebruik van de rijke hulpbronnen, die er zijn bij je medegelovigen".
Gedachten bij 2 Cor 13 v 13: Wat is het goed om deel te hebben , ontvangend deel te hebben aan God de Heilige Geest. Een week geleden maakte ik in een gesprek met een medegelovige een domme fout doordat ik een opmerking harerzijds niet goed begreep. Een paar dagen later kwam er een dringende gedachte in mijn hart: "Je hebt niet goed gedaan. Ze zou wel eens beschadigd kunnen zijn". Ik aanvaardde die gedachte als een ingeving van God de Heilige Geest en vroeg om een gelegenheid om haar te ontmoeten en de zaak recht te zetten. Wel vroeg ik mij af, waarom de Heilige Geest dit pas na verloop van enkele dagen zei. Maar diezelfde middag kwam ik ergens, waar ik onverwachts naast die medegelovige kwam te zitten. En toen kon ik alles in orde maken.
Zo hebben jullie als 'ontvangende partij'altijd weer zulke kostelijk gaven van de Heilige Geest te verwachten. Ga ze niet stilzwijgend voorbij, maar benut ze.
De gemeente In haar vierde van elf functies en daarvan het eerste gedeelte, de eerste vier van zeven teksten, betrekking hebbende op:: ONTVANGEND DELEN, dat is delen, waarbij wij de onvangende partij zijn
Eerst de teksten:
Hebr 3 v 1. U allen, heilige broeders en zusters, die DEEL HEBT aan de hemelse roeping , richt uw aandacht op Jezus , de apostel en hogepriester van het geloof dat wij belijden. (We hebben deel aan een hemelse roeping)
1 Corinthe 1 v 9. God, door wie u geroepen bent om éen te zijn met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer...God is trouw.(We zijn deelgenoten van Christus)
Filippenze 1 v 7. U hebt immers allen deel aan de genade.(We zijn deelgenoot aan de genade van God)
1 Petrus 4 v 13. Hoe meer u deel hebt aan Christus' lijden, des te meer moet u zich verheugen en des te uitbundiger zal uw vreugde zijn, wanneer zijn luister geopenbaard wordt.(We hebben deel aan het lijden van Christus)
Waarom ik nu maar vier teksten behandel van de ?: omdat ik niet wil, dat mijn bijbelstudies zó lang worden, dat ze zouden afschrikken. De stof, die Coos verzameld heeft, is zo uitgebreid, dat ik er telkens door overweldigd word.
U zegt misschien: "Ger...zo komen we nooit klaar". Nou ja; dan maar níet.
Gedachten bij Hebr 3 v 1. De 'heilige broeders'van Paulus..... en daarmee bedoelt hij iedereen, die bij zichzelf er blij van overtuigd is: - dat zijn zondeschuld weggenomen is - dat hij verlost is van de machten der duisternis - dat hij de kracht van de Heilige Geest- geschonken door Jezus- heeft ervaren, - dat hij de stralende hoop heeft op een heerlijke toekomst ....deze broeders hebben een roeping in de onzienlijke wereld - om daar met God om te gaan - om de boze te bestrijden - om mede-arbeiders van God te zijn. Zo zijn ze - alles ontvangende- deelgenoten geworden van een hemelse roeping. Maar voorwaarde om die roeping te behouden, is toch wel, dat wij Jezus Christus, onze apostel en hogepriester, niet uit het oog verliezen.
Bij dit 'ontvangend delen' geldt toch wel, dat wij door God principieel in deze hoge roeping zijn geplaatst, daar deel aan hebben. Aan ons de taak om dit waar te maken.
Gedachten bij 1 Corinthe 1 v 9: God doet ons 'ontvangend deel krijgen' aan de gemeenschap met Christus. (Ik gebruik deze eigenaardige woordkeus 'ontvangend deel krijgen', omdat ik in een van de volgende bijbelstudies ga spreken over 'gevend deel krijgen'). God staat er achter met zijn gezag. Wanneer wij ons aan hem toevertrouwen, wanneer wij God vertrouwen, evenals Abram dat ooit deed, Gen 15 v 6, dan kunnen wij er zeker van zijn dat hij ons vooruit helpt. Wanneer je opziet tegen die hele berg zware dingen, die ik bij de eerste tekst allemaal tegen jullie heb gezegd, dan kun je tegen God zeggen: "Heer...ik kan dat allemaal niet WAAR MAKEN, zoals Ger dat zegt. Wilt u mij maar helpen. U kunt niet alleen het werken in mij bewerken Heer, maar ook het willen, ( Fipp 2 v 13), want Heer.... ik zeg het maar heel eerlijk ....soms wíl ik zelfs niet.
Gedachten bij Filipp 1 v 7.
Paulus achtte het een genade om zó te mogen werken voor Jezus als hij metterdaad deed. Hij zegt echter tegen de Filipppenzen, dat die genade om voor de Heer te werken , er niet alleen voor hem is, mar ook voor hen.
Ons 'ontvangen deelhebben' vanwege de Heer is groot. - uit genade mogen wij het heil van Christus verder uitdragen en daarbij al die dingen doen, zoals die bij de behandeling van de eerste tekst zijn opgesomd. Wij weten, krachtens de tweede tekst, dat wij de kracht om voor Jezus te werken, uiteindelijk van God hebben ontvangen.
En nu zien wij als opwekking Paulus doende om tegen ons te zeggen: "Volg mijn voorbeeld, ook al zou je daardoor soms lelijk in de nesten kunnen gaan komen"( 1 COR 11 V 1) Gaan wij dat dóen ?!
Gedachten bij 1 Petrus 4 v 13. Ja; het zit er in; wie een diploma wil bereiken, zal zich eerst door allerlei examens heen moeten werken. Onze vroegere minister president, Wim Kok, hoorde elke avond de stemmen van de buurjongens: "Wim...kom nou buiten speule". Maar Wim 'speelde wel eens buiten', maar soms echt níet; hij wilde meer.
En zo zullen jullie je ook wel eens wat moeten ontzeggen; jullie leggen ook proeven af en jullie hebben de boze machten als bittere tegenstanders. Wim Kok verwierf zich een naam in deze wereld; zijn speelmakkers zijn nérgens meer. Jullie verwerven je, door Gods genade een onvergelijkelijk veel grotere naam in de geestelijke wereld. Leg je proeven af! Wanneer je daarbij deel hebt aan Christus' lijden, doordat je gehoond wordt, dan is dat 'all in the game', het hoort er allemaal bij. Je mag je zelfs gelukkig prijzen, omdat je diploma verre alle aardse vreugd overstijgt.
De laatste weken bemerk ik een verrassende toename van nieuwe lezers bij 'bijbelstudie'
'Bij mijn andere vijf blogs zie ik die nog niet zozeer, alleen bij 'Jan en Joke éen, ( dat is tegenwoordig die Duits-Engelse vragenbehandeling) zie ik iets dergelijks.
Ik geef hieronder nog eens de vindplaatsen van alle zes blogs, zodat u ook de andere met een bezoek kunt vereren. .
Komen ze:
....... Daag
Wat een rijkdom en diversiteit aan gedachten in al die blogs van jullie.
Mijn complimenten !!!
Mag ik jullie aandacht eens vestigen op mijn zes blogs.
Op actualiteiten vind je er twee: ( 'actualiteiten' op www.seniorennet.be, clicken naar blogs, daar kijken onder het woord 'inloggen' naar de verdeling van de blogs over groepen)
-Jan en Joke, lotgevallen van een groep personen
-Jan en Joke, vervolg.
Jan en Joke loopt een beetje rommelig. Het begint bij twee jonge mensen, Jan en Joke. Maar later worden het dan opeens: Bijbelstudies in het Duits en Frans. Maar alles zeer lezenswaard, vind ik.
Maar het vervolg; daar is niets mis mee
Op andere vind je er vier:
- Bijbelstudies,
(Onderschrift: Wegwijzer naar het land van de jubelende vreugd en de eeuwige blijdschap).
- Geloofsaangelegenheden
( Onderschrift: Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid)
- Mijn boeken
(Onderschrift: Gedachten over bekering, wedergeboorte en doop in de Heilige Geest enz.)
-Mijn leven.
( Onderschrift: Verhalen vanaf mijn prilste jeugd, steeds zoekend naar de Goddelijke leiding daarin)
Velen gingen u al voor en zijn vaste lezers geworden.
Voeg u bij hen.
Nog even een nieuwigheid: je kunt mij ook bereikenop www.gerritse88.hyves.nlBij profiel verder clicken naar blogs en geloofsaangelegenheden,
Ook aan te bevelen om eens iets goeds , ( nou ja, vind ik dan), te horen.
Tot ziens
Ger
Wel, u kunt aan de slag. Vergeet ook dat buitenbeentje op 'Hyves' niet.
De vrucht van de Geest, die bestaat in lankmoedigheid (geduld)
De vierde drie, ditmaal 2, van 11 teksten uit het Oude testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'lankmoedigheid', (geduld).
Eerst die teksten:
Prediker 7 v 8. NBV Beter de voltooiing van de dingen dan dat ze beginnen, beter geduld dan ongeduld NBG Het einde ener zaak is beter dan haar begin; beter een lankmoedige dan een hoogmoedige.
Spreuken 25 v 15. NBV Een heerser laat zich overtuigen door geduld, kalme woorden breken krachtige tegenstand. NBG Door lankmoedigheid wordt de machtige vermurwd een zachte tong verbreekt beenderen.
Gedachten bij Prediker 7 v 8. Kijk nu eens naar je eigen leven. Mij gaat het zo: ik kijk mijn uitgebreide dagboek na en probeer met een verkort dagboek daaruit de gouden draad naar voren te brengen. Ik sta nu toch min of meer aan het eind van mijn leven, met mijn 85-ste. Wat ben ik dikwijls ongeduldig geweest over de vele zinloze tegenslagen in dat leven. Wat heb ik vaak hoogmoedig geoordeeld, terwijl dat leven toch nog maar helemaal in opbouw was. Wat heb ik niet dikwijls waanwijs gezegd: "Ach...het is eigenlijk niets waard. Wat ís dit nu allemaal toch". Maar nu het overgrote deel voorbij is en ik de ´gouden draad´ga zien, begin ik milder erover te oordelen. O....wat hebben er veel dingen zó moeten lopen, zoals ze gelopen zijn, opdat ik later, bij weer andere situaties kon handelen, zoals ik metterdaad handelde, of ..helaas: had kunnen handelen, maar het nóg niet deed, zodat er nog meer levenslessen nodig waren. Heer...grote Roerganger....wat bent u goed.
Jullie staan aan het begin van een heerlijk, opwindend leven, zoals ik aan het eind sta. Wees geduldig en niet ongeduldig, wanneer het onbegrijpelijk loopt. Wees ook nu geduldig , nu het kluwen nog zo onontwarbaar voor je ligt. Vertrouw aan de Heer de ontwarring van elke Gordiaanse knoop toe. Het einde kan zo goed zijn, wanneer je alles beter kunt overzien. Wees lankmoedig en geduldig , reeds aan het begin van je leven als Christen. Weet dat bij volhouden de gouden draad in elk Christenleven steeds duidelijker zichtbaar wordt.
Gedachten bij Spreuken 25 v 15.
Lankmoedigheid, geduld, die goede gave van de Heilige Geest , kan je zo helpen in de dagelijkse practijk van het leven. In de zaken van alle dag bereik je al zoveel meer met wat geduld en rust en een vriendelijke benadering. Maar....wees ook jegens God lankmoedig en geduldig, hoewel dat wat onwennig klinkt; heb een kalme en zachte tong ook jegens hém. Sta niet direct klaar met hoogmoedig ongeduld, wanneer God even niet zó reageert, als van hem verwacht mocht worden. De gouden draad, warover ik zoëven sprak, wil wel eens wat verborgen liggen in het heden, en pas openbaar worden in de toekomst, nabij of soms heel ver. Er zijn zoveel 'blessings in disguise', verborgen zegeningen, zoals je later met enige beschaamdheid vast moet stellen. Zo werd ik in 1952 eens uit een betrekking ontslagen en het was even heel moeilijk voor mij om een andere baan te vinden. Ik was behoorlijk knorrig en onzeker bij tijden. maar later bleek, dat ik bijna 'een burn out' had. Ik kreeg vijf maanden om die 'lichte burn out' te verwerken en een diploma te behalen, dat een nieuwe toekomst voor mij opende. Dus ...ook geduld hebben met God. Laat hem zijn plan met jou maar rustig afwikkelen. Het kan de relatie tussen jou en Hem, tussen de Heer Jezus en jou alleen maar ten goede komen. Die relatie gaat minder soepel verlopen bij geschreeuw en geklaag en ongeduld jouwerzijds. De Heer mag niet veranderen in een onvermurwbare tegenstander door jouw ongeloof, blijkende uit ongeduld en verlies aan kalmte. "Wandel maar stillekens achter hem aan, achter de Heiland, hij wijst u de wegen. Zijn die niet altijd zo lieflijk gelegen, Als gij zoudt wensen, wil ze toch gaan Achter hem aan.....achter hem aan"
De vrucht van de Geest, die bestaat in lankmoedigheid (geduld)
De derde drie van 12 teksten uit het Oude testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'lankmoedigheid', (geduld).
Eerst die teksten:
Nahum 1 v 3.De Heer is geduldig,(lankmoedig) maar zeer sterk. hij laat nooit iets ongestraft.
Spreuken 14 v 29. Wie geduldig (lankmoedig) is geeft blijk van groot inzicht, wie onbesuisd is, stapelt dwaasheid op dwaasheid.
Spreuken 15 v 18. Een driftkop wakkert ruzie aan, wie kalm (lankmoedig) is, sust een twistgeesprek.
Overdenking bij Nahum 1 v 3 : Nahum profeteerde tegen Assyrië, dat het volk bestreed, dat in de 7 de eeuw voor Christus Gods belofte van een komende Bevrijder mogelijk moest houden. De strijd van Assyrië tegen Juda was een strijd tegen Gods plannen. En nu zegt Nahum, ( troostrijk), dat Assyrië zal vallen. Maar na deze globale omschrijving toch gelijk maar naar de kern. De HEER is lankmoedig; hij kan zijn toorn lange tijd bedwingen en de wraak lang uitstellen. De mensen mogen eigenschappen van God in menselijke maat bij zichzelf gaan ontdekken. Anderzijds vertoont God vele nobele menselijk eigenschappen tot in het Goddelijke verheven.
Als God zijn toorn lange tijd kan bedwingen en zijn toorn lang uitstellen, dan is alleen het eerste gedeelte voor ons goed te realiseren. Want wraak,rechtmatige wraak is de afdeling van God. maar het is goed om te weten, dat uiterlijk bij het grote oordeel van Jezus, (Matth 25) alle kwaad wordt gestraft en alle dissonanten wegsterven, tot alleen de volstrekte harmonie van Gods vrederijk overblijft. Maar ook wij mogen lankmoedig, geduldig zijn jegens anderen. Dat houdt echter niet in, dat wij 'softies'zijn, die alles maar over hun kant laten gaan.Voor zover mogelijk en toegestaan , zullen wij bij alle geduld ook iets van Gods kracht mogen tonen om echt kwaad te straffen. Zo kan het voorkomen, dat een dwarse puber lang het geduld van de ouders op de proef kan stellen. Wanneer hij echter begint te vloeken, dan zullen de ouders zeggen: "De kamer uit..".
Gedachten bij Spreuken 14 v 29.
Wat ben je toch gelukkig, wanneer je door de genade van God de vrucht van lankmoedigheid, (geduld) zich ziet ontwikkelen. Je toont er je groeiende inzicht, verstand mee aan, ook weer een genade van God. De tijd van je onbesuisdheid, toen je dwaasheid op dwaasheid stapelde in je kortaangebondenheid, je 'korte lontje', is voorbij aan het gaan. Oefen verder in dat geduld. Net maakten wij hier in Nederland het geval mee, dat een bekend entertainer iemand op een fout meende te betrappen. Geen ogenblik geduld, geen enkele lankmoedigheid, maar een dwaas optreden, dat zijn naam geen goed deed. Ook ik zelf heb vroeger in mijn onbesuisdheid dingen gedaan, die niet gedaan moesten worden, waarover ik me nog wel eens schaam, Rom. 6 v 21. Gelukkig ben ik de les van geduld al een beetje aan het leren.
Gedachten bij Spreuken 15 v 18. Ik heb een neef, die in zijn jonge jaren een driftkop was , zo opvliegend. Eens fietsten wij op een zomeravond zonder licht, terwijl het eigenlijk al aan moest. Een politieagent zei er wat van. Mijn neef direct op de opvliegende driftkoptoer. Het liep in de kortste keren helemaal uit de hand, dreigde dat althans. Maar toen zei ik wat sussende woorden tegen de politieagent en de zaak liep met een sisser af. Neef en gezagsdrager waren beiden ongelukkig met de escalatie en grepen gretig deze desescalatie aan.
Ik zeg zo dikwijls tegen jullie dat ik dingen vroeger erg verkeerd deed, dat jullie best eens een keer mogen horen, dat het toch niet allemaal kommer en kwel, rouwklacht en bitter noodgeschrei was met mij in vervlogen dagen.
In ieder geval: de Geestesvrucht van lankmoedigheid zal jullie in de komende jaren van dienst kunen zijn bij het kalmeren van grote en kleine stormen. Wanneer mensen zich verstrikt hebben in een ruzie, die zij eigenlijk niet eens wilden wat wordt er dan uitgekeken naar iemand die binnenkomt en met zo'n echt rustgevende stem zegt: "Waar is de brand". Dan wordt er al herademd.
Nee; dat hoeven jullie nu niet precies zó te zeggen...hè, wees eens een beetje elastisch van denken...iets dérgelijks. Maar laat het zo zijn, dat heil en goedertierenheid met jullie mee binnenkomen, (Psalm 23 v 6)
De gemeente In haar derde van elf functies: GEMEENSCHAPSVORMING.
Waar mensen samenkomen, ontstaat een gemeenschap, hoort die althans te ontstaan. Een groep mensen, die geregeld samen gaan biljarten, vormen ook wel een gemeenschap. Maar ze hebben alleen hun liefde tot dit schone spel gemeenschappelijk. Zo ontstaat wel kameraadschap. Maar die bloeit niet op tot de alomvattende gemeenschap, die 'de gemeente van Jezus Christus' kan worden.
Maar een geloofsgemeenschap is nog niet automatisch en echte gemeenschap. Ik heb vroeger een tijdlang gekerkt in een gebouw met vele deuren. De koster wist met trots te vertellen: "Na een paar minuten is alles weg". Maar in deze gemeente zat geen dynamiek en leven. Ze waren wel gelijkgestemd op de diepere gebieden van het leven. Maar ze deden niet in betekenende mate gezellige dingen met elkaar, zoals samen koffiedrinken, gemeente-speldagen, bijbelstudie, kringen, tochtjes, bezoeken over en weer. Ze hingen als los zand aan elkaar. Eigenlijk had men daar niets gemeenschappelijks.
Eigenlijk kan ieder, die een kerk of een samenkomst bezoekt deze beleving nóg hebben door éigen handelen. Ook al wordt er tegenwoordig meer werk gemaakt van allerlei samenbindende elementen, elke bezoeker staat het vrij om te denken: "Hoor eens, ik kom elke zondagmorgen, maar verder wil ik me nergens op vast leggen". Dan blijft elke samenkomst voor jou een steriele 'groep gelijkgestemden'en blijven de mensen in wezen vreemd voor je.
Hoe anders was dat met Paulus: - Dagelijks was er de zorg voor al de gemeenten, die hij her en der gesticht had.2 Cor. 11 v 28 - Hij kon zo écht in zorg zijn over gemeenten, waar het geestelijk minder goed ging, (Galaten 4 v 20) - ook in zijn vermanigen bleek zijn liefde en betrokkenheid; - altijd bezig om iedereen op te wekken , bij het geloof te blijven, ( Hand 14 v 22) - ...en ook altijd doende om de eensgezindheid te bevorderen, scheuringen te voorkomen, de eenheid van denken en doen te bevorderen, (1 Cor 1 v 10), alles uit te laten monden in liefde, ( 1 Tim 1 v 5).
Och,ik zou zo nóg vele teksten kunnen noemen.
Maar uit deze kleine opsomming wil ik al wat gedachten putten.
Wat kunnen jullie voor de gemeente doen, waarin jullie geregeld zijn. - neem enthousiast deel aan alle activiteiten, die jou natuurlijk 'niet over de kop mogen jagen', zodat je overwerkt zou worden. Kinderwerk, cantinehulp, assistentie technische dienst, noem maar op, wat er in een enigszins uitgebouwde gemeente alzo komt kijken.
Maar een rijke mogelijkheid ligt er ook in de grotere en kleinere samenkomsten: zondagmorgen, bijbelstudie, kring. - Oefen je gave van 'het onderscheiden van geesten'.Wanneer je zo nu en dan achterin de sam gaat zitten, zie je soms van die kleinen tekenen, waaruit je kunt opmaken: deze mensen hebben zorg. Speel daar bij het weggaan tactisch op in met de Heilige Geest als grote raadgever. - Bij het uiteengaan van de sam niet ijlings wegstormen. Laat je door de Heilige Geest raden, voor wie het nu de tijd is om met jou in contact te komen. Stel je eigen plannen opzij , wanneer de Geest een andere richting wijst. - spreek die jongen, op krukken hinkende, eens aan...vorige week was er immeers nog niets aan de hand...'t zal hem zo opknappen. - bewonder eens een babytje en spreek prijzende woorden tegen de moeder.
En dan is er nog iets: in het gemeenteblaadje staat er soms, dat deze of die ziek is en een briefje o.i.d. op prijs stelt. Schríjf zo'n briefje. Dat leidt soms tot heerlijke gesprekken.
En zo nog vele mogelijkheden meer. Zo maak jij van de groep gelijkgestemden een hecht verbonden band van broers en zussen.
Dan zorgt en vertroost en bemoedigt u op uw bescheiden gebied, zoals Paulus dat heel groots deed, gelijk blijkt uit 1 Thessalonicenzen 2 v 11 en 12: "U weet dat we voor ieder van u waren als een vader voor zijn kinderen. We hebben u aangespoord en bemoedigd en u op het hart gedrukt, zo te leven dat u Gods eer bewijst".