Dit blog wordt regelmatig bijgewerkt - this blog will be updated regulary
Beste lezer, mocht u onverwachts grammatica foutjes tegenkomen in de reportages/verhalen op dit blog, bij deze mijn verontschuldiging, Wayn, Storyteller
Dear reader, if you encounter, unexpectedly grammar mistakes in the reports / stories on this blog, my apology, Wayn, Storyteller
NIEUW BOEK VAN WAYN PIETERS ''SURUCUCU' BESTELLEN ramblinwayn@home.nl
PLOT: Tonho gaat op zoek naar de moordenaar van zijn vader Lirio, omgebracht voor ruwe diamanten. Hij raakt verzeild in een wereld van intriges, moord en komt in bezit van een schatkaart. Het avontuur begint in Rio de Janeiro. Via de Mato Grosso en junglestad Manaus komt hij tenslotte terecht in Novo Mundo, Pará, waar 258 jaar geleden een goudschat begraven werd. Dit is ook het gebied van de Mundurucu-stam, met hun mysterieuze wereld en het woud van de Surucucu slangen, het metafysische van Amazonas. Het verhaal geeft een visie op de Braziliaanse samenleving en vraagt begrip voor het Indianen-vraagstuk.
BIOGRAFIE: Wayn Pieters (1948) werd geboren in Maastricht. Naast auteur is hij kunstschilder en singer-songwriter. Sinds 1990 bezoekt hij Brazilië, waar hij vele reizen ondernam en in 1995 een bezoek bracht aan de Xavante Indianen in de staat Mato Grosso. Zijn oom, pater Thomas geboren 1921 Maastricht, Nl - overleden 1998 Tangua, Brazil, die 40 jaar in Brazilië werkte, omschreef hem ooit: ‘Op zijn reizen door Brazilië wordt Wayn geleid door een mystiek gevoel van broederlijke verbondenheid met ras, bloed en bodem.’
BOEK WAYN PIETERS: XINGU, DE INDIANEN, HUN MYTHEN mythologische verhalen der Xingu Indianen- midden-Brazilië vert. van uit Portugees/uitg. Free Musketeers - Het boek is verkrijgbaar bij boekhandel 'DE TRIBUNE' aan de Kapoenstraat te Maastricht
Op zoek naar de Ware Ziel van Brazilië - Het alternatief
08-05-2009
HET DOORDACHTE PLEIDOOI... DEEL 4
'Ja, mijn beste senhor Catunda... ik trok naar Juazeiro do Norte en werd verliefd op Celeste en huwde haar. Doch ze werd snel ziek en stierf aan pokken. Later ontmoette ik een oude man genaamd Monteiro. Hij leerde me schrijven en lezen. Ik ging studeren en boeken lezen en was intussen 20 jaar oud. Wat moest er van mij terechtkomen? Ik leerde en leerde en vertrok naar Recife. De stad met de vele bruggen en daar leefde ik 20 jaar van mijn leven senhor. O Plato! Waar zijn de draden der uwer gesponnen woorden... Ik verdiepte me in de leer van Kierkengaard, hij die stelde dat in de keuze de mens zijn eigen Ik vind...dat kiezen niet door de mens maar door God wordt opgedragen... in de keuze staat de mens voor God, dan pas komt naar voren hoe bekrompen wij zijn, hoe nietig, als de nietigste aardworm... Ja, het is God die onze ziel loods... Ja, beste chef, dit is wat Kierkengaard zei: 'Ik kan mij slechts als absoluut kiezen wanneer ik mij als schuldig kiest!" Nu lijkt mij dat u nooit gehoord zal hebben van Kierkegaard, maar hij was een grote wijsgeer... ik las zijn werk senhor... U gelooft in God mijn vrienden? Is Hij niet universeel, het goede, het slechte... God heeft alles geschapen, de mens, zee, de rio Chico (hier mee bedoeld hij de Sâo Francisco rivier die door de staat Minas Gerais stroomt en afbuigt in Bahia naar de Oceaan.)... De liefde, cactus, droogte? Heeft God de sertâo gemaakt om de mensheid te tonen dat alles betrekkelij is? Waarom moeten we lijden? Creeërde Hij ook niet de Satan? Heeft God deernis? De wildernis van noordoost Brazilië, mijn senhor Catunda, is de wereld, een alles omvattend geheel. Heeft Hij niet gekozen voor de situatie waar ik mij nu in bevind? Waar in in verkeert? Wat denkt u geachte chef? De draad van het leven is dun, heel dun, vrienden."
En valt weer een korte stilte, misschien twintig tellen...
'Ik ging weg uit Recife daar ik de drang kreeg iets te doen voor de veroordeelden in het binnennland en kwam in contact met Josno Tavares, een bandiet die een bank had beroofd in Recife, en hij zag mij als een voorbeeld, een krankzinnige filosoof. Ik ging met hem mee en kwam tercht in Concurso en werd advocaat. Letterlijk de duivel van Tavares. Hij deed in opkopen van goud uit de mijnen van Bahia. Daar werd ik beschuldigd van paardendiefstal zoals ik u al vertelde. De ware paardendief was Tavares geweest, de gadverdomde ploert. Hij had het ros verhandeld en mij erin geluisd en verrraden aan Chico de Ossenkop. Dus... in het bos stonden de paarden te stampen en proesten met schuim op hun muilen, klaar om me uit elkaar te trekken. Dan kwam ik bij bewustzijn. Ik hoorde schoten en dacht wederom in onmacht te vallen. Ja, het was de bende van Padua, die de bende van Ossenkop griefde en vernederde, ze overhoop schoot als waren het pispalen, waarna ze mij bevrijdden en mijn riemen losmaakten. Zo werd ik gered van vierendeling. Was het een God oordeel? Ik geloof in deze dingen mijn achtenwaardige senhor Catunda. Ik geloof in de heilige drie-eenheid en de stemmen van de Orixa's, de heiligen van het Candomblé. Ja, vaak sprak ik met hen en ze gaven mij kracht en wijsheid. Gelooft u mij senhor? Maar toch vroeg ik me steeds af: waarom werd mij het leven teruggegeven? Ja, het leven is een gift, en zo kwam ik terecht bij de bende van Padua en werd zijn raadsheer...' U vraagt mij of het een eer was voor Padua te rijden? 'Tuurlijk, in die tijd moest ik me neerleggen bij de wet van Padua, doch beste senhor Catunda, soms dacht ik, ben ik wel goed bezig? Of ik wilde overlopen? Ja, ik dacht er wel eens aan, om naar u bende over te lopen, want de standpunten van Padua waren niet altijd helder. Ten slotte wat is het belangrijkste? Nu, Padua en de zijnen waren voorstanders van de republiek Brazilië. U, senhor Catunda was tegenstander en is het nog steeds niet zo? Waarom? Wat is er veranderd? De nieuwe republiek is niet veel beter dan de oude monarchie, ziet u? De rijken van nu halen alles weg bij de armen en de armen van toen waren net zo arm als die van heden. Hier in het noordoosten van Brazilië, zeker in de caatinga (droogste gedeelte van de sertâo met doornige struiken en vlijmscherpe twijgen) kan je niet alleen leven van wat maniokmeel of quixaba (struik met grote doornen en eetbare blaren en vruchten). Begrijpt u senhor? Ze laten de arme mensen meer en meer belasting betalen, de opstanden zijn daarom het gevolg. De revoluties die waren er en Canudos was een voorbeeld. Vele cangaceiros rijden nu senhor Catunda. Het zou en voorbeeld geweest moeten zijn, doch de bendes die vechten tegen de armoede en onderdrukking zijn aan het regulariseren. Snapt u? Hoorde u ook dat de bende van Sebastiâo Pereira... Alagoas onveilig maakt? Aha, en dat er een jongen meerijdt die de duivel in eigen persoon lijkt te zijn? Hem die ze Lampiâo noemen? En een groot leider zal worden? Het is toch geen encyclopedie? Want waar vechten we voor? Gerechtigheid? Ja! Daar vechten we voor mijn beste senhor Efraim Catunda!'
Er viel weer een korte stilte, misschien tien tellen.
"...de mannen stonden geruisloos en de vrouwen durfden niet te kijken. Ik werd met handen en voeten met leren riemen vastgebonden aan het hoofdstel van de paarden. Alleen de klop op het achterflank van de paarden scheidde mij van de dood. Wat voel je als je, een geweldadige, laat ik zeggen afschuwelijke groteske dood tegemoet ziet? De dood kan zalig zijn voor sommigen, maar een overwachtse dood is als een vallend blad. Ja, de Jezuïeten leerden mij ooit dat sterven niet slecht is als het maar met een reine ziel gebeurde. Die paters waren te vroom en zochten hun uitwegen in het leven na de dood... Aha, sterven was goed als je maar goed geleefd had, met een moraal, menselijkheid, ja, dat zeiden de zwartrokken. Maar hadden 'zij' dit wel zo gedaan, was hun rol in de missiedorpen waar ze de indianen beschermden geen paradijzen voor hun lust tot de christenleer? Waarom ik dit allemaal aanhaal? Vergeef me waardige senhor Catunda. Aha, dit terzijde achtenswaardige chef. Neen, sterven is moeilijk, ten minste als je nog vele vragen in het leven hebt, als je hersencellen nog volop bezig zijn met het regelen van de deeltjes. Mag ik gaan zitten mijn geachte chef? Ik voel me duizelig... ik... dank u senhor Efraim Catunda... duizend maal!"
Er valt een korte stilte, misschien dertig tellen.
"... ik staarde naar de felle zon en opeens gebeurde er iets vreemds. Het was of ik wegzweefde, ik viel in onmacht, bewusteloos. Ver weg hoorde ik klanken van een zweverig iets, misschien vogels? Dacht ik. Ik ging een lange weg naar beneden langs manga bomen en gele struiken. Ik had een gevoel van zaligheid en kwam terecht in een kamertje dat ik me goed herinnerde. Het was stoffig en vol sfeer, het huisje van mijn grootvader. Ik zag hem roeren in een ijzeren koffieketel, en hij kookte eieren zo hard, dat ze paars werden, en zag hem kippen de nek omdraaien Ik zag de oude hond 'Jeremaya' die zich lag te krabben en vroeg de ouwe waar mijn ouders waren. Hij vertelde me dat ze vertrokken waren naar andere oorden. Ik was een wees en de oude man was mijn padre. Ik zag de koude gezichten van mannen die binnenvielen in het huisje en mijn grootvader met scherpe de kop insloegen... gerechtigheid noemden ze dit, want, zeiden ze, mijn grootvader was een dief die goud roofde van de andere zoekers. Ja, mijn grootvader was een boef. Nou ja, in die tijd was het noorden van Bahia geen paradijs en nog steeds niet en boeven waren soms gewoon goeie mensen chef.. begrijpt u? Ik was acht jaar... beste chef Catunda... ik wist te vluchten. De mannen lieten mij begaan, want de waarde van dit rotjong was miniem. Ik beklom een boom en bleef daar de hele nacht en de volgende morgen zag ik de 'rivier van de dood'. Ik was nog steeds in mijn visoen. Ik was nu ouder, achttien De indianen hadden mij niet gevonden tussen de dichte struiken... wel de mannen van een volk van zwarte slaven die in de bossen leefden en zich 'strijders van Zumbi' noemden. Een man met een rode band rond zijn hoofd sprak me aan en zei dat ik met hun meekon of mijn eigen weg gaan, ze zeiden dat ze rijke boerderijen gingen beroven en terughalen wat hun was ontstolen. De blanke zal moeten boeten! ja, dat zeiden ze senhor Catunda... Er was een neger genaamd Dodo, die zei dat ik hún amulet zou zijn, de blanke mens, want ik had iets goeds in de ogen. Doch ik besloot mijn eigen weg te gaan... en kwam terecht in een klooster van de Salesianer paters. Daar ontmoette ik een pater genaamd 'Fritz' bijnaamd 'de zwitser' en had met hem lange conversaties. De man was lang en mager en bleek zoals u nooit gezien hebt en droeg een kleine zwarte vilten pet op zijn kaal hoofd, die hij berét noemde. Hij zag dat alles in het leven een opgetogenheid was. Hij was het tegendeel van de andere paters, mede door zijn stelling dat de mens vrijheid moet hebben en een geest die beslist over het doen en laten. Wil je in armoede leven? Goed! Maar wordt dan geen geestelijke, ga en verbeter de wereld mijn zoon. Ja, dat zei de man en ik ging in een kano naar andere delen van de wildernis..."
Catunda luistert naar zijn verhaal: 'Ga je verder, of...?' En na een slok water vervolgd Francisco Gato zijn verhaal dit hem moest redden, volgens zijn zienswijze...
"... ik kwam terecht in Quixada, in Ceará. Daar werd ik in een kerker geworpen door de plaatselijke politie, beschuldigd van moord op een hoer waar ik een relatie mee had. Verbazingwekkend kreeg ik een advocaat toegewezen; Theodorus Rios, ja dat was zijn naam, een man met een lang gezicht en een dik boek. Hij vertelde dat de verdediging van het leven een harde zaak was. Hij had al velen gered van de dood, zelf parasieten, doch mijn zaak was hachelijk te noemen. Hij zei me ook dat gedroomd had mij te ontmoeten, ik, de zwerver die een hoer nam en om zeep bracht. Ik? Ik kan mij niets herinneren. Ik was de onschuld zelf, droomde ik? Neen, ik was gekomen met kano's van over de woeste rivieren en trotseerde de aanvallen van bendes en stammen. Ik zag mijn vader die zich als piraat had vermomd en hij zei: '... de zee is de veiligste plek, wordt piraat zoon, de weldoener van zijn ziel. Ga naar Forteleza, Sâo Luiz, Salvador, Ricife of Maceio en proef van het zilte water...!' Mijn vader, een gewezen boekhouder, nu piraat. Maar hij verdween weer snel, het was de lucht die stonk en '... je hebt nog de groeten van je moeder', schreeuwde hij nog grimmig. Nu, de advocaat die ik kreeg toegewezen was een goeie man, die als een schim naast de tafel stond. Hij zei me dat de mogelijkheid op redding nihil was en dat ontsnappen de enigste optie was. En daar ik zijn medeleven had hielp hij mij te ontkomen, door de bewakers de keel door te snijden. De reden voor zijn daad begrijp ik nog steeds niet en later kwam mij ten ore dat men hem, Theodorus Rios, had opgehangen. Ja, ik moest haast wel een soort charisma hebben senhor Efraim Catunda, grote leider, dat niet te verklaren was, maar dat mij wel beschutte tegen de dood. En zo wist ik te ontsnappen uit Quixada, senhor Catunda..."
Bij de inhoud zijn alleen de laatste 200 items weergegeven, mocht u zoeken naar onderwerp doe dit via 'zoeken in blog' op de linkerbalk. Het 14-delig verslag van mijn bezoek aan de Xavante stam kunt u opzoeken IN DE LINKER zoek BALK
Berichten die niet getoond worden zijn bereikbaar via het archiefvia de pijltjes onder aan het blog