Dit blog wordt regelmatig bijgewerkt - this blog will be updated regulary
Beste lezer, mocht u onverwachts grammatica foutjes tegenkomen in de reportages/verhalen op dit blog, bij deze mijn verontschuldiging, Wayn, Storyteller
Dear reader, if you encounter, unexpectedly grammar mistakes in the reports / stories on this blog, my apology, Wayn, Storyteller
NIEUW BOEK VAN WAYN PIETERS ''SURUCUCU' BESTELLEN ramblinwayn@home.nl
PLOT: Tonho gaat op zoek naar de moordenaar van zijn vader Lirio, omgebracht voor ruwe diamanten. Hij raakt verzeild in een wereld van intriges, moord en komt in bezit van een schatkaart. Het avontuur begint in Rio de Janeiro. Via de Mato Grosso en junglestad Manaus komt hij tenslotte terecht in Novo Mundo, Pará, waar 258 jaar geleden een goudschat begraven werd. Dit is ook het gebied van de Mundurucu-stam, met hun mysterieuze wereld en het woud van de Surucucu slangen, het metafysische van Amazonas. Het verhaal geeft een visie op de Braziliaanse samenleving en vraagt begrip voor het Indianen-vraagstuk.
BIOGRAFIE: Wayn Pieters (1948) werd geboren in Maastricht. Naast auteur is hij kunstschilder en singer-songwriter. Sinds 1990 bezoekt hij Brazilië, waar hij vele reizen ondernam en in 1995 een bezoek bracht aan de Xavante Indianen in de staat Mato Grosso. Zijn oom, pater Thomas, die 40 jaar in Brazilië werkte, omschreef hem ooit: ‘Op zijn reizen door Brazilië wordt hij geleid door een mystiek gevoel van broederlijke verbondenheid met ras, bloed en bodem.’
BOEK WAYN PIETERS: XINGU, DE INDIANEN, HUN MYTHEN mythologische verhalen der Xingu Indianen- midden-Brazilië vert. van uit Portugees/uitg. Free Musketeers - Het boek is verkrijgbaar bij boekhandel 'DE TRIBUNE' aan de Kapoenstraat te Maastricht
Roman over Brazilië: over het volk, Xavante Indianen, aanwezigheid van de Vikingen, Umbanda-cultus, erotiek, geschiedenis, politiek en intriges. plot: In het Xavante reservaat in de Mato Grosso worden stenenplaten met Viking schrift ontdekt door archeologen. Bij de opgravingen worden Indianen en houtkappers gedood. Er volgt de moord op een Amerikaanse Indianen beschermer. Couto, een naïve inspecteur van Japanse komaf moet de zaak onderzoeken. Het wordt een tijding van intriges en moorden, haat en liefde. Het leven van de Xavante-stam loopt centraal door het verhaal, net als de stelling dat Noormannen al in Brazilië waren vóór Cabral, terwijl de Macumba/Umbanda cultus belangrijk is in het geheel. De roman schreef ik, geinspireerd door mijn reizen, en indrukken. UItgegeven in eigen beheer; BRAWABOOKS 2005 281blz. in a-4 druk stuur een e-mail met adres en het boek wordt toegestuurd, euro 17,00,- inc. verzendkosten, u betaald met giro op bijgevoegd reken.nr opbrengst voor kleinschalig project Wayn
Op zoek naar de Ware Ziel van Brazilië - Het alternatief
14-05-2017
... naar RIO BRANCO, ACRE deel 6
Op mijn terugweg van de rivier ontmoet ik een vijftal jongentjes waarvan er twee getekend zijn door een huidziekte. Ze gaan naar een waadbare plek om te zwemmen en kijken me nieuwsgierig aan, de kleine caboclos van de Mato Grosso. Ze zijn vriendelijk en druk pratend met elkaar draaien ze zich nu en dan om naar de verdwaalde 'gringo' langs de Paraquay rivier. Ik breng een kort bezoek aan het kleine lepra-hospitaal 'Bom Samaritano', waar ik weer Beatriz ontmoet. Het kleine jonge meisje met Boliviaanse trekken kent me nog van de eerdere bezoeken en leidt me door het gebouw. Er blijken niet zoveel patiënten te zijn als 2 jaar voordien. Doch ze zegt me dat de problemen nog steeds urgent zijn en de controle is nu frequenter en noodzakelijk. Het is de taak de ziekte in het begin stadium op te sporen. Er is ook een gebrek aan artsen uit de regio en soms moeten artsen uit het verre Sâo Paulo komen om te helpen. (Het hospitaal ziet er, in vergelijking met het beschrevene van Tavares de Macedo, welke ik bezocht in Itaborai, keurig uit. Het is goed georganiseerd en schoon. Men krijgt tevens veel steun uit Duitsland en Nederland en dat is een gunst.) Als de wolken openbarsten, wat hier dagelijks gebeurd, zit ik samen met Beatriz te slurpen aan een cafezinho, omgeven door de geur van zelf gebrande koffie.
De dag erop aan de lange tafel gezeten bij het middageten, bekijk ik de broeders: broeder Jan, maakt vele reizen in de omtrek om bijeenkomsten te bezoeken, Vitorio is een Amsterdammer, een behouden man die af en toe de gevangenis op zoekt om daar de 'inmates' steun te geven, Mauricio een echte Brabander runt de creche, Jamaru is meer de organisator en secretaris, Martinho heeft een timmerwerkplaats waar hij jongeren opleidt, Mattheus is de jongste, en moet ik zeggen 'rebelste', met hem had ik vele goede gesprekken over de streek en Indianen. Hij geeft les op de school en draagt zorg voor de tuin en aanplant en natuurlijk zijn hond Rambo, die aan zijn voeten ligt en stiekem af en toe wat krijgt toegeworpen onder de tafel. Ooit zei hij met dat toen hij hier arriveerde Cáceres niets was, alleen een weg, en het liefst zou hij rechtsomkeer gemaakt hebben, maar hij bleef, heeft hier nu zijn tehuis, en denk er niet aan ooit nog terug te keren naar Nederland. Op de hoek rechts van mij zit een broeder wiens naam mij ontschoten is. Het is de eerste maal dat ik hem ontmoet, want bij mijn vorig bezoek was hij nog niet aanwezig. De magere man heeft lang gewerkt in het Amazone gebied en is hier op ruste, doet wat huishoudelijk werk en zorgt voor de het ophalen van de post. Dan is er Bertrant, de bouwman van Cáceres. Hij kwam in 1957 naar hier: 'Er was hier niets... niets... alleen stof en neerdalende 'urubus', aasgieren, die zich op de dooie koeien en runderen stortte,' zegt de kleine pezige man. '... daar bij die boom is het allemaal begonnen... daar werd toen haastig een hutje neergezet om de eerste zieken te verzorgen,' en hij verteld erover met een soort heimwee. Hij bouwde veel in Cáceres, hoewel géén bouwvakker, maakte hij zich het vak eigen, bouwde het woonhuis, hospitaal en vele andere gebouwen. Met hem bezocht ik het tehuis waar meer als 100 verstandelijk gehandicapten kinderen werden verzorgd en waar alles eveneens ordelijk verliep. Ja, de broeders hebben alles goed georganiseerd, een degelijke inkijk vanuit een Hollands gezichtspunt. Want na al die jaren zijn ze toch Nederlander gebleven. Dan is er nog de pater Grigrion, een magere man, ingetogen en behulpzaam. Ik zie hem nog die dag dat het flink regende en hij op een Hollandse fiets, gekleed in een soort geel regenpak door de stad fietste. Ja, het prototype van een echte pater in de tropen van midden-Brazil. Een goeie man, die mij bij het vertrek zei: '...Twajn...(zo noemden zij me) neem nog wat boterhammen mee voor 'onderweg'. Dat zijn de kleine dingen die een reiziger waardeerd.
Cáceres is een plaats in progressie en wil zich manifesteren. In september zijn hier grote hengelwedstrijden en worden enorme vissen gevangen en kan men van hieruit de Pantanal intrekken. Ja, de stad heeft grootse plannen, maar rondom ligt de armoe op de loer, de vraag naar genegenheid, en die wordt hoofdzakelijk gegeven door de broeders van Huybergen. Het is 27 januari en ik zit op het kleine busstation te wachten op de bus naar Porto Velho. Tot ziens broeders!
wordt vervolgd...
Huis waar verstandelijke gehandicapten en andere kinderen worden opgevangen foto storyteller
Ik Cuiabá verlaat vanaf het betonnen 'rodoviaria'. Naast mij zit een soort Pantanal-cowboy. De man zijn hoofd hangt naar beneden en hij heeft doorlopend de hik daar tussendoor maakt hij geluiden als een kermende hond. Hij geneerd zich voor mij en stopt hij zijn hoofd steeds tussen zijn benen. Hij heeft teveel 'cachaça' genuttigd, de suikerrietjenever die het hoofd soms doet tollen. Hij heeft in Cuiabá inkopen gedaan, en na een miljoen hikken verlaat hij de bus drie kwartier later en verdwijnt ergens in een niemandsland tussen palmbomen en halfwoud, waar af en toe een hutje te zien is. De bus gaat verder richting Cáceres, nog dik 2 uur zwevend over de asfaltweg met in de verte de geweldige bergketen van de 'Chapada dos 'Paracis.' De bus is bevolkt met veelal oudere mannen met cowboyhoeden, die hun dagelijks leven argumenteren. Verder met vrouwen en kleine kinderen waarvan de voorouders ooit vrije Indianen waren of samengingen met de inlanders. Hier is het gebied waar ooit de Paracis stam vreedzaam leefden, maar zij leken nu verdwenen uit het zicht. (Ik vernam dat er onder de Paracis heden ten dage op de hoogvlaktes zendelingen bezig zijn met de stam te leren schrijven en lezen in eigen taal. Laat ik zeggen positief, maar de bijbel heeft weer een te grote betekenis en is de hoofdzaak. Het is een feit dat deze 'kruisgezanten' de Indiaanse bevolking willen helpen, maar... hún God is natuurlijk de leidraad).
Het is rond het middaguur als ik het kleine busstation bereik van Cáceres waar hele families met hun weinig bezit wachten op een verdere bestemming, of aankomen vanuit naburige plekken. Toen ik ooit hier eerder aankwam in de avond leek het me een westernachtige sfeer toe, ook door de felle lichtreclames en de zuipende mannen met cowboyhoeden in de bars, waar ze speelden op snookertafels. Nu overdag is de stad benedenwinds en leek meer de basiliek het hoogste punt in de 75.000 zielen tellende plaats. Van hieruit is het een halfuur lopen naar het mooie huis van de broeders aan de 'rua dos caçadors', oftewel, de straat der jagers.
Als ik aanklop doet frei Jamuru me open. Ik had geen bericht gestuurd dat ik op weg was en zou langskomen, dus was het een verrassing. Ze waren er er allemaal, de acht broeders en één pater, Grignion. Verder bleek er een kleine delegatie vanuit Indonesië aanwezig te zijn, dit om de ontwikkelingen van de orde te overdenken. Ja, in Indonesiá schijnt de orde nog te bloeien, maar in Nederland verbleekt ze: '... we zijn van de oudere generatie, jonge opvolgers van uit Nederland zijn er helaas weinig...' zei ooit een broeder tegen me. En dat geldt voor de meeste ordes, daarom probeert men in Brazilië zelf broeders en paters te werven voor deze doelen. Het is een drukte in het grote huis, dat in degelijke Hollandse stijl is gebouwd is en lijkt op een soort villa, met geweldige trappen en geboende gangen. Aansluitend is er een geweldige tuin, met de schitterende manga-boom, met zijn lederachtige blaren. Broeder Jan staat zijn kamer aan mij af wat ik waardeer, en mijn stelling dat ik op welke plek dan ook mijn hoofd te ruste leg wordt radicaal van de hand gewezen. Hoe het met mij ging? Ik kan optimistisch zijn, want ik was weer aan het reizen, met einddoel Rio Branco in de staat Acre waar ik op zoek ga naar de rubbertapper-cultuur.
Om 5 uur in de morgen is de eerste broeder al aan de ontbijttafel en vóór halfzeven is iedereen vertrokken naar zijn werkplek. Ik noem het werkplek, maar het is meer een 'opdrachtsplek'; het lepra-hospitaal, de bouwplaats, het gymnasium, de diocesane groepen, de timmerwekplaats of het college. Padre Grignion is dan al op zijn fiets op weg om de mis te doen en mensen te bezoeken, zij, die hem nodig hebben. Als iedereen vertrokken is ligt de grote de grote hond, een 'braziliaanse fila' met de e bizarre naam Rambo te waken naast zijn baas broeder Matheus, die maar al te trots op hem is. Hij heeft hem goed afgericht, want er waren wel eens problemen in het huis met overvallers.
Cacéres ligt aan de Paraquay rivier en ik loop langs haar oevers bij een plek waar het mogelijk is het 'Pantanal' te bezoeken per boot. Ik loop langs een weggetje vergeven van termietenheuvels of mooier gezegd 'burchten' want dat zijn het, zo hard als steen en soms twee meter hoog. Het leven van deze witte-mieren is zo interessant dat ik er wel een boek aan kan wijden. Het gebied staat verder vol met palmen, wilde struiken en vruchtenbomen. Het is 4 uur in de middag en de warmte valt als het ware omlaag en ik zoek schaduw, daar waar de 'pernilongos' muskieten hun aanvallen inzetten. In deze tijd tussen oktober en februari is veel regen en het paradijs voor de muskieten. De beste periode is tussen mei en september als het water laag staat en voor diegene, op zoek naar de flora en fauna van het Pantanal, een betere tijd. (Ik herinner me het eerste bezoek in 1990 hier in Cáceres toen we per boot en jeep het gebied ingingen en ik bij terugkeer vol zat met steekbulten toegebracht door de duivels en er was geen middel tegen buiten het nuttigen van veel knoflook of alle lichaamsdelen goed beschermen.)
wordt vervolgd....
De broeders van Huybergen, met broeder-gasten uit Indonesië in hun tuin te Cáceres met links boven frei Martinus ernaast frei Jamaru, op de achtergrond frei Matheus, dan frei Vitorio, ernaast frei? lang werkend in Amazonas, dan frei Mauricio, ernaast padre Grignion, links onder zittend frei Jan en rechts onder gehurkt broeder Bertrant, de bouwmeester... foto Wayn 1995
Er waren nog Indianen die geen weet hadden van de vreemden, die hun land binnendrongen, zoals moordenaars, slavenhalers, missionarissen, die géén liefdeslyrieken konden uitten daar ze de taal van de stammen niet machtig waren en alleen het kruis als climax hadden. Het geloof was als een strakke halsband geworden voor de Indianen. De waarde van de ziel viel te bezien en gelukkig waren er ook geestelijken die meer begrip hadden en zich een sociaal werker voelden in het oerwoud. Zij die de Indianen liever in hun naaktheid hadden gelaten, doch anderen vonden dat deze mysterieuze 'barbaren', bekeerd moesten worden. Zij die dachten dat deze natuurmensen allen 'kannibalen' waren. Maar waarom had hún God deze mensen hier, in de schittering van het woeste kreupelhout, of de genadeloze bossen langs woeste rivieren en vallen, geschapen? Als men deze uitdrukking mag gebruiken. De blanken met hun benauwende zwarte rokken wisten niet waar deze mensen vandaan kwamen. Men noemde ze heidenen en hadden een zekere binding met buitenaardse duivels, het kon niet anders. Maar hoe ongelukkig gingen zij te werk met permissie van hún God? Een hoger vraagstuk dat in de ogen van de Indianen iets heel anders was. Voor hun was er Mavutsinim, hij die de macht had over wind, warmte en zon, de ochtendnevels, regen, bliksem, donder en de wil der wouden. Doch de geschiedenis deed deze mensen elkaar ontmoeten.
Cuiabá noemt men ook wel de springplank naar Amazonas, een stad waar een beschroomde rust vanuit gaat en waar misschien de criminaliteit niet zo zichtbaar is. Maar ook hier is er armoe, het straatkinderen probleem en overleven. De omgeving geeft een karakter van het eens sterke Indianen gebied, hetgeen zich uit in de mensen met een Indiaanse invloeden, de mooie vrouwen met hun gitzwarte hangende haren, die glanzen als blauwe vlinders in de zon. We hebben geleerd van het verleden, ten minste in dogmatische zin, we 'zouden' geleerd moeten hebben! Maar de hedendaagse wereld leert ons dat er mensen zijn die nooit leren, zij die andere belangen hebben dan menselijke. Zo ook kerk instellingen. Het systeem, het onschappelijk instituut, waarvan velen kak in hun ogen hadden.
In het oude hotel voel ik me een actuele geschiedschrijver, een bos-boekanier, die even stilstaat bij de historie. Die van het kudde land, de gras weides, de uitbuiters die zich land toeëigenen, de Indianen verdrijven door corruptie. Ook het land van de ontembare avonturiers en verhalen die nog steeds opzien baren. Want waar zag men ooit otters van wel 3.5 meter in lengte? Anacondas van 10 meter, tekens op rotsen die doen vermoeden dat er blanken hier waren láng voor men het land opeisten in naam van de Portugezen? Het land van de Capivara, het geweldige waterzwijn, het land waar ooit zee was, lang geleden toen alles nog incompleet was, toen er nog geen mensen bestonden zoals wij ze kennen, die schijnbaar geroepen waren om de wereld naar de verdoemenis te helpen, inclusief het denken. Doch het was dé mens ingegeven, de neiging naar vernietiging. Morgen ga ik op weg naar de stadCáceres op zo'n 230 kilometer westelijk van Cuiabá, om een bezoek te brengen aan de Nederlandse Broeders van Huijbergen.
Het was begin 18de eeuw dat de Bandeirantes vanuit Cuiabá verder opdrongen naar het noorden. Daardoor kwamen ze in het bron gebied van de Tapajos rivier en voeren als ware ze de onschuld zelve stroomafwaarts tot aan de Amazone. Daar werden de onheilszoekers waarachtig teleurgesteld want ze vonden géén goud en niet de beloofde mijnen, die overtreffelijker zouden zijn dan die van Peru. In de 19de eeuw brachten de expedities van Karl von der Steinen de eerste uitvoerige berichten over midden-Brazilië. Die Von der Steinen had vanuit Cuiabá het brongebied van de Xingu rivier ondekt en voer deze eveneens af tot waar hij uitmondde in de Amazone.
Doch een belangrijk gegeven was het jaar 1890, toen Cándido Rondon, een luitenant met Bororo-bloed, een telegraaflijn aanlegde van de staat Goias naar Cuiabá. Deze ging door het woeste gebied van de Bororo Indianen en werd later vanuit Cuiabá doorgetrokken naar de plaats Corumba in het zuiden van het Pantanal. Het was Rondon die contact wist te leggen met de Nambikwara Indianen. Hij was een curieuse man en vriend van de Indianen. Toch het was óók de periode van de onherroepelijke vernieting van de stammen in centraal-Brazilië en de openlegging van hun land. Het was ook de tijd van de vrienschap en begrip die de broers Claudio en Orlando Vilas Boas toonde tegenover de stammen.
(Zij waren met drie gebroers.) De oudste, Orlando, was pionier wat betrof de openlegging van centraal Brazil en de Xingu rivier. Hij was de leider van de Roncador expeditie in 1948 en verdediger van de aanleg van het Xingu reservaat. Claudio wist contact te leggen met de Xavante Indianen en pacificeerde verschillende stammen waaronder de Txucarramaes. Leonardo, de derde broer nam ook deel aan de Roncador expeditie en aan alfabetiserings-projecten in centraal Brasil. De broers hadden de hardheid van de idealist en het besef van wat hun hart zei. Ze waren de amigos van de Indianen, in een tijd dat de antropologie-Indiaan die de godheid aanbad, de blanke zijn wil, hun ziektes, drank en sommigen zelfs hun hebzucht aanvaarde. De Vilas-Boas waren in dit opzicht tussenpersonen, redders van een cultuur, die langzaam zou verbleken.
Orlando stierf in 2002 op 88 jarige leeftijd, Claudio in 1998 en werd 82, Leonardo stierf in 1961 op 43 jarige leeftijd.
wordt vervolgd....
De volgende foto's zijn geleend van het Wikipedia archief, obrigado!
De broers Vilas Boas, Orlando, Claudio en Leonardo
Als ik goud zou bezitten dan zou ik het hier tegen een goeie prijs kwijt kunnen, maar ik bezit geen goud, nog geen gram, ik bezat alleen scherpzinnigheid en pariteit. Het goud van de reiziger. De sfeer van vroeger zweeft hier nog rond en als in een flashback zie ik de arme sloebers met het zweet op het aangezicht om het weinige goud kwijt te raken, als ze al niet werden vermoord door hebzuchtigen, of geveld door ziektes, slangen, jaguars, spinnen beten of Indianen. De buurt is vol met kleurige pandjes in contrast met de hoge kantoorgebouwen en hotels. Lang ervoor stond de kerk van 'Nossa Senhora do bom Despacho' er al. Het is een bizar geval boven op een heuvel, dominant en gebouwd in Franse stijl.
Nu ik toch hier ben, wil ik ingaan op een eerder bezoek aan de stad en de rit naar 'Chapada dos Guimarães', een plaatsje met 15.000 inwoners op 70 km noord van Cuiabá, een plek die interessanter is dan Cuiabá. De 'chapada' is een plateau dat een hoogte van 800 meter heeft. Hier liggen de geweldige rotsformaties met mysterieuze uitstraling, de grotten, ravijnen en rivieren. Het deed mijn ontdekkings en avontuurlijk hart sneller kloppen. Ik bezocht toen de grote stenen en de waterval van de 'Véu de Noiva' (bruidsluier) waar het het water van 80 meter hoogte mij beneden verkoelde in de vochtige ruimte, als was het een vrouwen omhelzing. Hier in dit geweldig gebied kan men tevens een tour met gids krijgen, doch de 'lone drifter' gaat zijn eigen weg. De wereld van de slangen, de vogels, de overtreffende sfeer van een externe wereld, ten minste als je alleen bent. Maar de avonturier moet oppassen voor de rode-mieren aanvallen en het tarten van onweders, want de natuur is hier alles heerser.
Geschiedenis info.
Het is nu bijna 60 jaar geleden dat men begon met het het exploiteren van het braziliaanse binnenland, dit om velen doelen te dienen. Doch men moest eerst het woeste gebied betreden waar de wet van de sterkste gold en waar Indianen de indringers met pijlen bestookten. En hoe gevuld zijn de boeken over de vele avonturiers? Zij die op zoek gingen naar verdwenen steden, zoals de Engelsman Percy Fawcett, samen met zijn zoon en een derde persoon. De aandacht omtrent de Engelsman begint embêterend te worden, nou ja, het was een soort geweldendaad van een stuurse ontdekkingsreiziger op zoek naar een verdwenen blanke beschaving. Dat was in 1925 en ze werden 'zo goed als zeker' gedood door Kalapalo Indianen. Maar het verhaal blijft mensen intrigeren, de 'verdwenen' stad in de Mato Grosso, die fawcett 'Z' noemde, zou deze werkelijk bestaan? Maar er waren al eerder avonturiers, die stoutmoedig en gedreven door het onbekende de wildernis introkken. Reeds in 1515, niet lang na de vermeende ontdekking van Brazilië, ik zeg vermeende daar er denkelijk voor hen reeds anderen waren, blanken? Vikingen? Afrikaners? Arabieren? trokken de eerder genoemde 'bandeirantes' door de zuidelijk Mato Grosso.
Ze hadden de duivel in hun voetspoor en God in het kielzog, en zo bereikten ze de Boliviaanse Andes. Dit was niet lang voordat de Hessen Duitser Hans Staden zijn relaas neerschreef: 'Wahrhaftige historia und Beschreibung einer landschaft der wilden, nacketen, grimmigen Menschenfresse Leuten, in de neuen Welt Amerika gelegen'. Hans Staden was een soldaat die op een Portugees schip zat dat in 1552 voor de kust schipbreuk leed en door de Tupinamba stam werd gevangen genomen. Hans wist aan kannibalisme te ontsnappen door te zeggen dat hij een bondgenoot was van de Portugezen en voorspellingen deed over de stam. (zal later terugkomen op dit bizar verhaal).
In de 2de helf van de 17de eeuw werd de bovenloop van de Rio das Mortos met regelmaat bezocht daar het gerucht van goud vondsten de ronde deed en tevens werd de jacht geopend op de Araés stam, die als slaven dienden voor de heerboeren met hun verwerpelijk duivelshart.
VIA CUIABÃ, CÃCERES, PORTO VELHO NAAR RIO BRANCO, ACRE
Januari 1996,
Vanuit Rio de Janeiro ben ik aangekomen in Cuiabá, de hoofdstad van de deelstaat Mato Grosso, met tussenstops, 37 bus uren. De groene papegaai Joca kruipt als een trage oude vogel langs het ijzeren traliehek van de hotelvoordeur op en neer. Af en toe stoot hij klanken uit thuishorend in het bos en hoewel de hoteldeur wijdt openstaat haalt hij het niet in zijn hoofd weg te vliegen. Hij is al oud, misschien wel 70 jaar en te lang opgesloten, waardoor zijn contact met de mensen hem heeft geleerd gehoorzaam te zijn. Hij heeft de intelligentie, om net als de mens zich aan te passen aan een vaak onnatuurlijke omgeving. Ik neem de kleine kamer met gescheurde gordijnen en de grote propeller als luchtverplaatser en het lijkt, wanneer ik wakker wordt alsof een helikopter boven mijn hoofd zweeft en ik me bevindt in een rebellenoorlog. Maar voor mij is hotel met de ironische naam 'O Presidente' voldoende, ten minste na de lange busreis. Terwijl ander steden hun naam danken aan een heilige, een natuuraspect of Indianenstam, heeft de stad Cuiabá een andere verklaring en blijkt het in de naam van de Guarani-taal 'rivier der glanzende otter' te betekenen. Dit wil ik nader verklaren: het moet een voortvloeisel zijn der volgende geschiedenis. Die verteld dat de eerste blanke die het gebied betrad een zekere Manuel Bicuda was, een Paulista. Dit was in de periode 1637-1680. In 1719 komt Pascoal Cabral aan, een bandeirante met zijn brute medegenloze bende. De 'bandeirantes' hadden géén ander doel dan Indianen tot slaaf te maken, en in dit geval de Coxipones. Het lot bepaalde dat de bende goud vond en daardoor de interesse voor het menselijk goud, Indianen verloor. Het schijnt dat die Cabral de plek Cuiabá noemde. Maar wat betekende de naam eigenlijk. Zo werden er door de tijden verschillende namen aan gegeven: Gente caidá - vallende mensen Cuiabasen Indios, mensen die farinha maken Pantanal Indiaan plaats om met harpoen te vissen sterk volk Indiaan van het water en zelfs, alhoewel zéér opmerkelijk: dappere vrouw.
Nu werd er een brief ontdekt die was geschreven door een Jezuïeten pater genaamd Castanares, aan de provincie van Paraquay. In deze brief komt het Guarani woord 'Kuyaverá' voor. Na een danig onderzoek door een zekere Brasilides Farincé, een professor gespecialiseerd in de grammatica der Guarani bleek het volgende: Kuya, betekende otter, in het Portugees en Verá, glanzende huid. De glanzende huid kwam voort uit het feit dat wanneer de otter, nadat hij had gedoken, met een natte glanzende huid door de fonkelende zon uit de rivier kwam. Door etnologische omstandigheden werd het woord Cuyaverá, dus met een 'C' geschreven, en later door de bandeirantes vervormd tot Cuiavá, en weer later tot Cuiabá. Dus 'rivier van de glanzende otter'. Zover het ontstaan van de naam van de stad in het gebied waar men in de 18de eeuw het eerste goud vond. Naar het zuiden ligt het 'Pantanal', een open moerasland dat groter is dan Frankrijk. (kom ik later op terug)
--Ik bleef maar een dag in Cuiabá (waar ik al enkele malen eerder vertoefde), en zou de volgende dag verder reizen naar Cáceres, zo'n 230 kilometer westelijker, niet ver van de Boliviaanse grens.--- In de middag slenter ik door het centrum waar zich alles hoofdzakelijk afspeelt op het 'Praça Republica', waar verkopers actief zijn, hippies, als trage 'luiaards' hun spullen aan de man proberen te brengen en waar het leven banaal is en net zoals de Xavante Indianen houd ik van waterijsjes en net zoals de zigeuner wil ik verder trekken, naar een andere plek. wordt vervolgd...
zicht op Cuiabá f. archief Wikipe
Op de hotelkamer bij een later bezoek aan de Cuiabá in 2002
... politie militair neergeschoten door bandieten, 2 jongeren in bezit drugs en wapens neergeschoten door pm, in vierengedeeld en gecarbiniseerd lichaam gevonden in reiskoffer langs de autoweg, politie op jacht naar drugdealers tweeling, in beslag genomen motoren, rotzooi in Itaborai, stroom afgesloten in Sâo Gonçalo..... armoe en corruptie gaat niet samen...
Brazilië is in een danige crisis, armen worden armer, sociale projecten verworpen, Indianen projecten opgedoekt, corruptie bij de belanghebbende, criminaliteit neemt toe...
Deze regering brengt het land naar de afgrond, militairen op de loer...
militair-fascistische coup NU 53 JAAR GELEDEN: gevangenis voor de folteraars!
Ano XV, nº 186 - 1ª quinzena de Abril de 2017
krant ' A NOVA DEMOCRACIA'
Op 1 april 2017 is het 53 jaar dat een coup van 21 jaar militair bewind in Brazilië. Gepland, gefinancierd en uitgevoerd door de grote bourgeoisie en grootgrondbezitters, uitgevoerd met orkestratie en ondersteunen van het VS-imperialisme, de 1964 coup opende een tijdperk van in het wild staatsterrorisme, er werd gemarteld, ontvoerd, vermoord en de politieke rechten van duizenden progressieven, Democraten en Braziliaanse revolutionairen werden vermoord. De hoge machten van de reactionaire strijdkrachten heeft nu de bevoegdheid om politieke mandaten in te trekken en afschaffing van meningsuiting rechten en massademonstraties, alle vergezeld van censuur. Elk jaar, op 31 maart en 1 april, talrijke onderscheidingen worden gehouden voor Brazilianen die de militairen tegenstand boden in het bijzonder van wapens in d ehand, en degenen die zich eervol verzetten tegen de folteringen in de kelders van het militaire regime. De laatste tijd zijn volksorganisaties een brede campagne gestard die de straf eist voor de militaire en civiele criminelen, aanstichters en uitvoerders van martelingen, moorden en verdwijningen onder het militair bewind. Veel families van politieke doden en vermisten blijven zoeken naar de lichamen van hun familieleden gedood door barbaarse misbruik; folteraars moordenaars, wat algemeen bekend, ongestraft blijven en zelfs veel van hen hebben een hoge positie in de staat; en het repressieve apparaat van de oude actieve Braziliaanse staat tijdens het militaire regime blijft onaangeroerd. Om deze redenen, gaat de strijd door, ook al is het al meer dan 50 jaar geleden, en is nog steeds actueler dan ooit.
In de afgelopen jaren werden verschillende acties ondernomen die eisen dat de folteraars de gevangenis in gaan. Zoals toen een demonstratie maart 2012 in het centrum van Rio de Janeiro. De actie eindigde voor de Militaire Club, in Cinelandia, die haar hele gevel gemarkeerd zag met rode verf door revolutionaire militanten veroorzaakt. Ook wijzen we op de diverse activiteiten die door verschillende organisaties en entiteiten in heel Brazilië in 2014 werden uitgevoerd, geleden was dat de coup plaatstvond. Ook dit jaar vond weer een demonstratie plaats in het centrum van Rio, de Militaire Club werd beklad met flessen rode verf.
Als onderdeel van de campagne, elk jaar met militaire parades september 7 (als de 'oude staat' haar militaire parafernalia aan de farce van de "onafhankelijkheid" van Brazilië vieren), zijn democratische organisaties aanwezig in het publiek met met slogans om berechting van de folteraars van het militaire regime!, noch vergiffenis noch vergetelheid, geen verzoening! en straf voor aanstichters en uitvoerders van martelingen en moorden en verdenen personen door het militaire regime!
De krant 'Nieuwe Democratie' herinnerd met gevoelens, alle strijders die in de strijd tegen het fascisme vielen, degenen die het militaire regime trotseerden heldhaftig verzet pleegden en onherroepelijk aan de meest perverse martelingen onderdanig waren, en de dappere families die vandaag om gerechtigheid te eisen. In 2017 zullen we doorgaan met steun aan aan de demonstraties.
GEZONDHEIDS EXPEDITIE VOERT OPERATIES UIT IN AMAZONAS
De verpleegkundige reinigt de huid van de patiënt, terwijl de chirurg de schaar en scalpels onderzoekt op dienblad ernaast. Ze dragen allemaal lichtblauwe jassen en er is een ontspannen sfeer, geleid door Leonard Cohen afkomstig van de iPod. De scène lijkt op een gemeenschappelijke chirurgische centrum, maar niets is minder waar.
De patiënt op het punt om een hernia operatie ondergaan, is een Baniwa sjamaan, die de volgende dag de ingreep zal zegenen. Slechts twee tentdoeken scheiden het interieur, steriel, met airconditioning, want buiten is het 40ºC in Amazonas.
De mobiele chirurgische centrum werd opgericht in het dorp Assunção do Içana, een vijf uur durende boottocht van de dichtstbijzijnde stad, São Gabriel da Cachoeira (AM). totdat het daar door de medewerkers van deVolksgezondheid -ONG werd gebracht tussen 18 en 26 november, er werden 312 operaties verricht, 1881 medische en tandheelkundige afspraken en 3450 onderzoeken.
De actie vond plaats in het gebied dat bekend staat als 'Cabeça de Cachorro' (Hondenkop), waarbij een enkele chirurg verantwoordelijk is voor een gebied groter dan de staat São Paulo en alleen aan noodhulp.
Volgens de minister van Volksgezondheid van São Gabriel da Cachoeira, Yessica Guerrero had in april een voorstel gedaan om tien medische experts in te huren, maar er waren te weinig kandidaten, zodat het allen mogelijk was om een vacature te vervullen.
TOMÁS CHIAVERINI COLABORAÇÃO PARA A FOLHA, EM SÃO GABRIEL DA CACHOEIRA (AM)
Een ander groot project bedreigt de regio Volta Grande Xingu dit reeds door de Belo Monte hydro-elektrische dam in Pará wordt getroffen. Het Canadese bedrijf Belo Sun wil in 17 jaar ongeveer 108 ton goud uit de grond halen, het grootste bovengronds goudmijn project in het land. De verwachting is om te profiteren van meer dan 1 miljard euro. Voor de natuur en de mensen die er wonen, zal de enige erfenis zijn: vernietiging.
De getroffen mensen zijn traditionele bewoners, Indianen, oeverbewoners, evenals boeren en ambachtelijke mijnwerkers die voor meer dan 70 jaar leven in de regio en op dit moment verboden wordt hun beroep uit te oefenen door het bedrijf. De gevolgen zullen ook alle gemeenten van de Xingu rivier bassin raken, met name Altamira, Souzel, Anapu, Brazil Novo, Vitória do Xingu, Porto de Moz en Gurupá.
'....Mens en natuur wort opnieuw geweld aangedaan. De Indianen van de Xingu lijden onder het groot project van de belo Monte dam. De geldinvesteerders hebben geen enkel begrip voor de situatie en er vond geen overleg plaats met de lokale bevolking. Er wordt zelfs al gepraat over families te verplaatsen, of op welke manier dan ook, om plaats te maken voor opslagplaatsen van de firma.
Corruptie is het populairste woord in Brazil momenteel. '
WaynStoryteller
wordt vervolgd
In gedeeltes van de rio Xingu, demarkeren borden aan bomen het Belo Sun gebied
Doden door politiestaking in Braziliaanse grootstad Vitória
In bijna vijf dagen van staking door de politie in de Braziliaanse deelstaat Espírito Santo zijn 87 mensen door geweld om het leven gebracht. De meeste slachtoffers vielen in de hoofdstad Vitória, melden de autoriteiten vandaag. Espíritu Santo aan de zuidoostkust is iets groter dan ons land en telt circa vier miljoen inwoners.
Door de golf van misdaad die de politiestaking heeft ontketend, houden scholen hun deuren dicht en is het openbaar vervoer stilgelegd. Ook blijven een aantal banken en winkels gesloten. De politiemensen eisen hogere lonen. Overleg over de beëindiging van de staking heeft gisterenavond niets opgeleverd, melden Braziliaanse media. Net als de aangrenzende deelstaat Rio de Janeiro kampt Espírito Santo met enorme financiële problemen door de aanhoudende recessie. De staat wordt gedwongen tot ingrijpende bezuinigingen. De deelstaat is de grootste olie-exporteur van alle Braziliaanse staten, maar lijdt onder de daling van olieprijzen.
De regering heeft in het afgelopen weekend toen de golf overvallen, plunderingen en moorden op gang kwam, tweehonderd militairen naar Vitória gestuurd om de orde te herstellen.
Bijna 3.000 kinderen verstoken van school door vuurgevecht in favela
Intense vuurgevechten in favela Complexo do Alemão, die bewoners doodsbang maakte en twee bewoners en twee militaire politie op de ochtend van donderdag (2)verwonden. Hierdoor kregen 2800 kinderen geen lessen in de regio, in de Noord-Zone van Rio. de Militaire Politie en de UPP hielden operaties tegen drugsdealers sinds de vroege uren van donderdagochtend.
Volgens de gemeentelijke ministerie van Onderwijs, zijn 6 scholen, een kleuterschool en 3 Child Development Areas (EDIS) zonder service rond het Complexo do Alemão.
Het aantal volwassenen die op straat leven in Porto Alegre, Rio Grande do Sul groeide 75% over de afgelopen acht jaar. Deze gegevens zijn afkomstig van een onderzoek uitgevoerd sinds 2007 door het Instituut voor Wijsbegeerte en Humane Wetenschappen - IFCH en de Federale Universiteit van Rio Grande do Sul - UFRGS in samenwerking met de sociale bijstand Foundation en burgerschap - FASC van de stad Porto Alegre. Het laatste onderzoek van de volwassennen die op straat leven, vorig jaar gehouden in september, telde 2.115 mensen in deze toestand.
Men stelt dat tussen 0,1% en 0,15% van de bevolking van de middelgrote en grote steden in Brazilië op straat leven.
Dit getal is krom, de werkelijke cijfers zijn hoger
De gruwelijke misdaden van genocidale staat beginnen aan de wortel waarom de overbevolking van de gevangenissen en vooral, tot welke klasse de Braziliaanse gevangene behoort, ze zijn overwegend jong, zwart en arm.
Guarani Kaiowá Indianen - Zonder traditionele land en kinderen sterven door honger
Minsens 40 gemeenschappen en Guarani Kaiowá van Mato Grosso do Sul leven in geïmproviseerde kampen aan de oevers van snelwegen, onverharde wegen of tussen suikerriet en soja-gewassen in niet geregulariseerde gebieden en onder conflict. De Indianen ontvangen sinds november geen voedselvooraad meer.
"De kinderen huilen, ze lijden echt honger. Ze zijn zo zwak dat ze bijna overgaan tot het eten van aarde. We hebben ondersteuning nodig. Ik ga om te zien wat ik kan doen, want ze ze zullen hier sterven. Het is wanhoop, ik kan er niet meer tegen", verzucht Gilmar, een Guarani en Kaiowá, inwoner van een gebied gelegen op Fazenda Madama in Kurusu Amba. Hier wonen ongeveer 80 kinderen.
Het rapport werd gepubliceerd door de Inheemse Missionaire Raad - CIMI, 18/01/2017.
Vijftien dagen na het bloedbad in het gevangenis Complex Anisio Jobim (Compaj) te Manaus, waar 56 gevangen werden vermoord, is een deel van de lichamen van de omgekomen gevangenen begraven in een blok achter de gevangenis.
Er is bekend dat de gevangenis directeur verzoeken kreeg van de gevangen om wapens en drugs te laten binnensmokkelen. De situatie binnen de muren is een soort dictatuur en de bendes hebben het regime. De bewakers zullen alleen toekijken of er geen ontsnappingen plaatsvinden, de rest is hun een zorg. De regering heeft geen antwoordt op deze kwesties die al sind lang lopend zijn. Het is wachten op de volgende opstand.
Bij de inhoud zijn alleen de laatste 200 items weergegeven, mocht u zoeken naar onderwerp doe dit via 'zoeken in blog' op de linkerbalk. Het 14-delig verslag van mijn bezoek aan de Xavante stam kunt u opzoeken IN DE LINKER zoek BALK
Berichten die niet getoond worden zijn bereikbaar via het archiefvia de pijltjes onder aan het blog