Talen aan anderstaligen avsg,a.a.ac.zc.,kwaliteitsembleem
13-09-2011
309 Tweetalig
309 Tweetalig In EOS verscheen een artikel De kracht van het tweetalig brein. Ze maken een onderscheid tussen vroegtweetaligen,die beide talen thuis leerden en schooltweetaligen, die les kregen in twee talen. Tweetaligen zijn gewend om een onderscheid te maken tussen inhoud en vorm. Door het mentaal jongleren zijn tweetaligen beter in het negeren van irrelevante informatie en het wisselen tussen verschillende taken. Bialystok bewees dat in 1992 met de ingebedde figurentest. De Stroop-test leverde dezelfde resultaten. Dit alles heeft te maken met automatisering. Piet Van de Craen doet aan de VUB onderzoek naar meertaligheid en onderwijs. Er gaat blijkbaar eenstimulerend effect uit van het actief gebruik van twee talen. Dit prikkelend effect zorgt voor een versteviging van de neuronenbanen en een toename van de grijze materie, de twee basiselementen van het brein. Tweetaligheid centraliseert zich rond het gebied van Broca en Wernicke in de prefrontale kwab. Tweetalige taalverwerving verloopt even moeiteloos, efficiënt ensuccesvol als eentalige taalverwerving.
308 Nederlands Vier op de tien leerlingen in de Rand spreken thuis geen Nederlands, schreef De Standaard op 25 augustus. Men zou hier een onderscheid moeten maken tussen Franstalige Belgen en Franstalige vreemdelingen en anderstalige vreemdelingen. Want de invasie van vreemdelingen, illegaal en legaal, vertekent de cijfers grondig! Zo ook in Brussel, waar de Franstaligen de meerderheid hebben!? De CVOs gaan er wat aan doen. Maar met welk Nederlands ? En met welke methode om het aan te leren. Ik herhaal nog maar eens dat : - gesproken Nederlands nooit vastgelegd werd - dat Nederlands opnieuw aangeleerd wordt alsof het Moedertaal is - dat een eigentijdse en efficiënte cursus Nederlands op het 0-niveau nodig is - dat die moet gegeven worden door gespecialiseerde leerkrachten - dat de specialisering grondig moet gebeuren - dat hierin de didactiek van Nederlands aan anderstaligen nodig is - dat die audiovisueel en structureel globaal hoort te zijn
307 Niveau onderwijs Deze week was er heel wat te doen over de zogezegde daling van het niveau van ons onderwijs.
De enquête werd afgenomen bij 5000 leerkrachten en nog eens 20000 mensen die geen job hebben als leerkracht of docent. Qua representativiteit klopt dit, maar men had beter de leerlingen ondervraagd. Twee op de drie leerkrachten vindt dat het Vlaamse onderwijs steeds minder kwaliteit biedt. Ik ben het daar niet mee eens! Is dit geen opgezet spel, om subsidies binnen te rijven voor omkadering. Mijns inziens moet er dringend meer ingezet worden op de verdere specialisering en bijscholing van de leerkrachten. Want moest dat al zo zijn, ligt het niet aan het gebrek aan doelgerichte nascholing van de leerkrachten ? Het zogezegde verwaarlozen van de doelstelling kennis, als de oorzaak aanduiden, wijst op een gebrek aan vakkennis van de leerkracht. Want die zou moeten weten dat de hoogste doelstelling het integreren de lager liggende inhoudt. Dat is dus een voorbeeld van de ogen sluiten voor het probleem en de oorzaak elders zoeken! Laat de beoordeling maar aan objectieve experten over. Dat de oudere leerkrachten het subjectief gevoel van vroeger was het beter benadrukken is van alle tijden. Bovendien bieden de nieuwe media voor de leerlingen en de leerkrachten voldoende waarborgen voor een hoger niveau van onderwijs. Maar dan moeten ze efficiënt ingezet worden. En daar wringt het schoentje. Het is gekend dat het onderwijs hopeloos de modernisering na hinkt, zogezegd bij gebrek aan middelen.
305 Situatie In de St.-Annakapel in Meise had ik een aangenaam weerzien met een oud-student Duits. Hij herinnerde zich nog levendig wijlen pater Stans, van het St.-Theresiakollege in Kapelle op den Bos. Deze leerkracht Duits gaf toen het derde jaar en het specialisatiejaar. Hij had daar nog aangename, levendige en blijvende herinneringen aan. Ik kreeg ook een interview op You-Tube toegestuurd over de huidige politieke toestand. De spreker beweert dat alle Walen al 180 jaar pertinent weigeren Nederlands te leren. Hij mag niet veralgemenen, want de anderstalige oud studenten van het AVC, waaronder vele Franstaligen uit de rand, leerden bij ons uitstekend Nederlands. Dank zij de avsg-methode en het a.a.ac.zc.-talenpracticum, kon je nog amper horen dat zij anderstalig waren. Ik heb steeds enkel Nederlands gesproken bij mijn contacten, drie maal per jaar, in de klassen. Nooit heeft hier iemand problemen over gemaakt! Maar als er een ranzig politiek tintje bijkomt is de situatie misschien anders? Bovendien spreken onze Vlaamse handelaars in de rand, al te graag Frans. Mij n oud-studenten kwamen dan ook regelmatig klagen dat zij de gelegenheid niet kregen om Nederlands te praten in de winkel.Er blijft dan nog de vraag : welk gesproken Nederlands? En dan spreken we nog niet over de revival van de verkeerde didactiek in de lessen!
304 IDLO Het Interfacultair Departement Lerarenopleiding wil Samen werken aan de leerkracht van morgen in de VUB. Er zijn wel drie aanbieders en hier slaat de wildgroei ook weer toe. Het BEO (Brussels Expertisenetwerk Onderwijs bestaat uit de Erasmushogeschool Brussel, de Centra voor Volwassenenonderwijs en de VUB. De VUB doet het vakdidactisch onderzoek. Er zijn 60 studiepunten vertaald in 9 nieuwe aangepaste programmas. Er zijn even veel praktijk- als theorielessen. Een en ander vergt meer inspanning en men gaat ervan uit dat dit de motivering ten goede zal komen. Inderdaad, veel leerkrachten en niet de minste, vertoonden een gebrek en belangstelling voor de didactische technieken. Ze waren als mekaniekers in de tour, die over het beste materieel beschikken, maar geen fiets in mekaar kunnen zetten. Deze hervorming komt is ook op haar plaats, indien ze vruchten afwerpt. Want het is het resultaat dat telt. http://www.vub.ac.be/IDLO
303 Ontmoeting Bij een gezellige ontmoeting met enkele oud studenten van het Audiovisueel Centrum Meise en Jette, vielen twee woorden op : dialogen en inoefenen. Door het wegvallen van de audiovisuele methode wordt er vanaf het 0-niveau te weinig gesproken. De dialogen worden niet ingeoefend. Zo spreekt men na 12 jaar les volgen van gebrek aan dialogeren. Dit moet een andere situatie zijn, volgens ons didactisch schema. Als men de cyclus afgewerkt heeft moeten er onderhoudscursussen of bijspijkercursussen komen, om het geleerde te onderhouden. Individueel kan ik Skype aanbevelen. Zoek een native-speaker in het land van de door u aangeleerde taal en spreek er regelmatig mee via uw PC. Het tweede woord was : gebrek aan inoefenen. Door het oneigenlijk gebruik van het talenpracticum of het helemaal niet meer naar het talenpracticum gaan, ontbreekt inderdaad de gelegenheid om aangenaam en efficiënt het aangeleerde in te drillen. Want als men een taal wil beheersen ontkomt men daar niet aan. Ik vergeleek het destijds met the loneliness of the long distance runner.
302 Vakantie De vakantie is de ideale tijd, om op een ongedwongen manier andere talen te oefenen. Hiervoor gaat men in een milieu waar enkel de aangeleerde taal gesproken wordt. Dus hier geldt ook ons eerste didactisch principe : de aangeleerde taal is de voertaal. Voor kleuters van migranten is dat enorm belangrijk. Vakantiekampen en speelpleinen zijn ideaal om hun taalachterstand bij te werken. Ze gaan dan best alleen in een groep waar enkel Nederlands gesproken wordt. De taaluitwisselingen voor tieners zijn ook een uistekende gelegenheid. Maar weer met dezelfde voorwaarde : de voertaal is de aangeleerde taal. Als ze met enkele vriendinnen op taalkamp gaan, komt er van de doeltaal niet veel in huis. Discipline is hier op haar plaats.
In Schaarbeek opent een tweetalige kleuterschool. Dat is een goede zaak, want kleuters zijn ontvankelijk voor talen. Ik stond verbaasd, hoe snel en hoe goed mijn Chinees adoptie-kleinkind Nederlands leerde praten. Hieruit valt heel wat te leren. Het moet echter deskundig gebeuren. Ik pleit dan ook voor deskundige opleiding en begeleiding van de leerkrachten die dat op zich zullen nemen. Ik kijk vooral uit naar de resultaten. Ondertussen was er ook weer een klachtenlitanie van een leerkracht Latijn i.v.m. met het mogelijk afvoeren van uren van deze dode taal. Over het nut kan gediscussiëerd worden. Maar wat er te veel aan was, was het pleidooi voor theorie. Het argument was dat ze anders nooit literatuur zullen integreren. Of dat nodig is in een vreemde taal, valt te betwijfelen. Maar dan zitten we weer in de disccussie over het functionele en het artistieke. Wanneer zal men eindelijk begrijpen dat men een onderscheid moet maken in Moedertaal en talenonderwijs aan anderstaligen. De specifieke didactiek van talen aan anderstaligen vanaf het 0-niveau is hier essentieel. Maar helaas : het percentage leerkrachten met grondige didactische vakkennis is bijzonder laag!
Er werd weer een nieuw fenomeen beschreven : aangeleerde hulpeloosheid. Het werd bestudeerd door de Amerikaanse psycholoog Martin Seligman. Het ontstaat door het gevoel dat medewerkers aan een organisatie hebben, dat ze geen werkelijke invloed hebben en alles lijdzaam moeten ondergaan. Er is maar één remedie tegen : betrokkenheid. In het management van Tom Peters zit dat anders. Betrokken zijn en mee veranderen is de essentie van zijn beheer. De medewerk(st)er moet een gevoel hebben en een overtuiging van eigenaar te zijn van de zaak.
299 Dialogen In het eerste deel resten nog 3 dialogen : XII Pension La pepa , XIII Hoe grappig en XIV Op weg
Bij de vertaling, die moeizaam verliep, stel ik mij toch de vraag over de inhoud van deze dialogen. Zij wijken mijns inziens te ver af van de basiswoordenschat van gesproken Spaans. Ons uitganspunt moet zijn : dialogen die de studenten dagdagelijks zullen gebruiken. Ik vraag mij dan ook af of het niet beter is van 0 te beginnen. Rond de keuze van een 25 tal onderwerpen bouwen we dan dialogen op volgens de aloude principes van de avsg methode.
1 Waar wonen jullie ? 2 Wij wonen in een pension Pepa. 3 Geef mij je adres. 4 Neem mijn kaart 5 Mijn adres is gemakkelijker : 6 De Metrostraat 7 Steek de straat over
8 Neem het voetpad langs de winkels 9 Aan de hoek is er een apotheek 10 He, dat is moeilijk 11 Vraag het aan de bewaker
12 Wij steken over 13 Ik dacht het. De disco is gesloten. 14 Kunt u mij eens zeggen, a.u.b. 15 Waar is het pension La Pepa ? 16 Volg rechts 17 Zie je dat standbeeld 18 Zie je het park rond het standbeeld 19 Je hebt daar een plein met arcades 20 Het pension is aan het plein 21 Maar, we zijn opzoek naar La Pepa
1 We kopen een appartement in dit gebouw 2 We gaan kijken 3 Kunnen we het appartement bezoeken 4 Natuurlijk, ga maar, a.u.b. 5 Hier heb je de inkom 6 De keuken is heel mooi 7 Hier heb je de eetkamer 8 Alle meubels zijn nieuw 9 en die deur ? 10 Die gaat naar de gang 11 van de bewoners 12 De kamer van de ouders 13 Deze kamer is veel groter 14 Is ze bewoond ? 15 Ze is van de kinderen 16 Je hoort het; En deze deur ? 17 Dan houd ik er minder van 18 Dat is de deur van de badkamer 19 Hoeveel kost het ? 20 200000 Euro 21 Dan houd ik er minder van
22 Waar gaan we heen ? 23 Waar is de kat ? 24 Ik kijk onder de meubels 25 Kijk in deze woonkamer 26 Ik wil in deze kast kijken 27 En achter deze deur 28 Ik kijk 29 Dat is zo 30 Kijk, zij zit op het bed
31 Die meneer is aan het wandelen 32 Die meneer is aan het zonnebaden 33 Die is aan het lezen 34 Ik houd van deze kast 35 Ik verkies dit bed 36 Deze kasten zijn goedkoop 37 Deze kasten zijn duurder 38 Deze mijnheer is aan het wachten 39 Deze vrouw wacht ook 40 Deze jongens wandelen 41 Deze meisjes winkelen 42 Wij kopen dit appartement 43 Dit huis kopen wij ook 44 Deze flats worden verkocht 45 deze huizen worden ook verkocht
Deze week stootten wij op twee nieuwe initiatieven. Minister Van Deurzen kondigde een actie aan voor Nederlandse taalbeheersing bij kleuters. Hier viel één ding op : de noodzaak aan een éénvormige uitspraak van onze taal. Wanneer wordt er eindelijk werk gemaakt van standaard Nederlands ? ANWB pakt uit met taalgidsen en taalkits. Die zouden functioneel moeten zijn. Maar de gidsen beginnen met een korte grammatica en daarna pas volgen belangrijke uitdrukkingen op het gebied van eten, drinken, vervoer, medische hulp enz. Hopelijk wordt hierin rekening gehouden met de basiswoordenschat van gesproken Nederlands!
1 C. en A. staan te praten in de straat. 2 We hebben al een nieuw huis, weet je. 3 Het nieuw huis? Echt? 4 Goed, het nieuw appartement 5 Neen, ik wist het niet. 6 Hoe ziet het eruit ? 7 Kom kijken 8 Het is in de hoofdweg 9 daar, even terug, in het nummer 9 10 Kijk, het is op de 6de verdiepi ng 11 Wij hebben een lift, Echt 12 Ja, vrouw, duidelijk 13 Hou je van het huis ? 14 Ja, meisje, veel 15 Het appartement is heel klaar 16 en heel modern 17 Er is een klein vernster 18 en twee balkonnen 19 Aan de andere kant hebben we een terras 20 Heb je bloemen 21 Bloemen ? Het staat vol bloemen.
22 Mama.Mama. 23 Zij is niet thuis 24 Ik weet het niet 25 Ik denk van wel 26 Ik zal zien.Mama! 27 Neen, zij is niet thuis 28 Niemand 29 Ja, er is iemand : de kat 30 Zij is aan het zonnebaden 31 Ja, zij is aan het zonnebaden 32 Neen, ik houd niet van de zon 33 Ik verkies de schauw
34 Is er geen lift?Rechts? 35 Zeker vrouw 36 Houd je van het appartement ? 37 Ja, meisje erg38 Is uw moeder thuis ? 39 Ik weet het niet 40 Mama 41 Er is niemand 42 Neen, neen, er is niemand 43 Ja, de kat is er 44 Heb je bloemen ? 45 Ja, het terras staat er vol van
1 Taxi! 2 Waar gaan we naartoe ? 3 We gaan naar het station. 4 De trein vertrekt om half negen 5 Het is acht uur 6 Hier is het station 7 Hoeveel is het ? 8 Achttien Euro 9 Hebt u wisselgeld ? 10 Neen mijnheer. 11 O, ik heb twintig Euro. 12 Als t u belieft. 13 Achttien en zeven, vijfentwintig 14 Mijnheer 15 Ja, mijnheer 16 Hoeveel valiezen hebt u ? 17 Wij hebben er drie. 18 Een mandje 19 en drie pakjes 20 Wij hebben nog voldoende tijd 21 Kom kinderen. Naar boven.
22 Hier zijn onze zitplaatsen 23 Oef, wat is het warm! 24 Heb je een zakdoek, P. 25 Geef hem aan papa 26 Dank u, zoon 27 Hoeveel kinderen hebben jullie ? 28 Wij hebben twee zonen 29 en een dochter 30 Ik heb een zoon en zes kleinkinderen 31 kleinzoon
32 Hoe laat is het ? 33 Het is negen uur. 34 De mijnheer heeft drie valiezen 35 De mevrouw heeft drie zonen 36 Hier hebben we onze zitplaatsen. 37 Hebben jullie het warm, kinderen ? 38 Ik, neen. 39 Ik heb het niet warm. 40 Heb je een zakdoek, P. 41 Hoeveel kinderen hebt u ? 42 Wij hebben twee zonen en een dochter. 43 Ik heb een zoon en zes kleinkinderen 44 Wat grappig. De zonen hebben zwart haar. 45 Ja, en dochters zijn blond.
1 Dit zijn fotos van een uitstap. 2 Wij zijn in de bergen. 3 De bergen zijn hoog 4 En er is sneeuw 5 Waar ben jij ? 6 Ik sta in het midden 7 Ben jij dat ? 8 Ja, dat ben ik 9 Ja, oma, dat ben ik 10 Je bent goed met je hoed 11 De fotos zijn goed, eh, oma 12 Ben jij de fotograag 13 Ja 14 Je bent een goede fotograaf 15 Ja mijn hoed is blauw 16 Op deze plaats is er groen 17 Hoe? Wat zeg je ? 18 Welke kleur hebben de bomen, oma ? 19 De bomen zijn groen 20 Als ze groen zijn 21 Goed man, goed
22 Dat is Manuel 23 Wie is Manuel 24 Hij is mijn broer 25 Dat is hij 26 O ja, dat is hij 27 Juffrouw 28 zeg 29 Het bier is warm 30 Mijn horchata is goed fris 31 Pardon, wat is de horchata 32 Dat is een verfrissing 33 Is uw horchata fris ? 34 Ja, zij is goed fris 35 Is de koffie goed ? 36 Ja, hij is goed 37 omdat hij fris is 38 Dat is sympathieker vandaag 39 Neen, het is altijd sympathiek 40 Ik ben Ana 41 Ik ben nu in Malaga 42 Ik ben student 43 Maar ik ben met vakantie nu 44 Is de koffie van Colombia goed 45 Ja, hij is goed, want hij is koud