Talen aan anderstaligen avsg,a.a.ac.zc.,kwaliteitsembleem
08-03-2011
288 II De piano
288 II De piano
1 L Bent u Miguel? 2 M Goede dag 3 L Hallo, ga maar 4 L Ga zitten 5 L Er wordt op de deur geklopt 6 O Woont Luis Mata hier ? 7 L Ja, dat ben ik 8 O Hoe maakt u het ? 9 O Wij zijn van het Nationaal teater 10 L O ja, ga door 11 O Hoe zwaar ? 12 O Man, jullie zijn jongeren 13 L Als t u belieft 14 O Bent u muzikant 15 L Wij zijn beiden muzikant 16 L Hoeveel is het ? 17 O Duizend Euro 18 L Als t u belieft 19 L En dit voor u 20 O Veel dank 21 L Dat is niets. Tot ziens.
22 M Er wordt aan de deur geklopt 23 O Wij zijn van het Nationaal Teater 24 M Wie is dat ? 25 L Dat is een werknemer 26 O Man, jullie zijn jongeren 27 O Bent u muzikant ? 28 L Ja, wij zijn beiden muzikanten 29 O Wij zijn werknemers 30 O Dat is duizend Euro 31 L Als t u belieft 32 L Met hoeveel zijn jullie 33 O Wij zijn met drie
34 M Wie is dat ? 35 L Ik ben werknemer 36 M Van waar ben je 37 L Ik ben van het Nationaal theater 38 M Met hoeveel zijn jullie ? 39 L Wij zijn met drie 40 O Zijn jullie muzikanten? 41 L Ja, wij zijn pianisten
42 O Wij zijn werknemers 43 O Jullie zijn jongeren 44 O Wij zijn jongeren 45 O Dat is duizend Euro
Beleefdheidsvormen : Goede dag Ga zitten Hoe maakt u het ? Hoeveel is het ? Als t u belieft Dank u
1 M Dat is Paco 2 P Ja, ik ben Paco 3 A En dit is Alfonso 4 M Paco is student 5 A Alfonso ook 6 A Ja, ik ben ook student 7 A Goede dag, Paco 8 P Hallo Alfonso, goede dag 9 P Wat is dat ? 10 P Dat is een boek 11 P Hoe laat is het ? 12 A Het is 2 uur 13 P Waar woont Manuel 14 A Hier, in dat huis 15 M Kijk. Dat is Alfonso 16 M En dit is Paco 17 A Aangenaam 18 M Van waar zijn jullie ? 19 P Ik ben van Panama 20 A Ik ben Madrileense 21 A Ik ben ook Madrileense
22 A Wie is dat ? 23 M Dat is Alfonso 24 A Ja, ik ben Alfonso 25 M Alfonso is student 26 A Waar woont Manuel ? 27 M Kijk, dat is Paco 28 A Van waar ben jij ? 29 P Ik ben van Panama 30 P En jij, van waar ben jij ? 31 A Ik ben van Madrid 32 A Ik ben ook van Madrid
33 A Wie is dat ? 34 De meid Dat is een meneer 35 P Ik ben Paco
36 A Ik ben student 37 A Jij ben ook student 38 P U bent mekanieker 39 P Hij is boer
40 Een meisje : Ik ben Spaanse 41 Een jongen : Ik ben van Madrid 42 Beambte : Bent u Noord Amerikaan 43 Toerist 1 : Ja, ik ben van New York 44 Beambte : Bent u jager 45 Toerist 2 : Neen mijnheer, ik ben temmer
Feitelijk kan deze les zonder hulpmiddelen gegeven worden, in een levende conversatie. Maar de éénvormige klank wordt dan vervangen door de stem van de leerkracht. Bij toon- en klemtoonveranderingen kan dat een negatieve invloed hebben op het luisteren. De voorgeprogrammeerde dialoog is ook niet onbelangrijk. Men kan volgende elementen verwerken : Dat is Ik ben Ik heet Hij is Zij is Goede dag Wat is dat ? Wie is dat ? Hoe heet jij ? Waar woon je ? Van waar ben je ? Wat doe je ? Hoe laat is het ?
In het audiovisueel onderwijs werk je met de reële dingen als ze voorhanden zijn. Het valt op dat de eerste lessen alle in of in de omgeving van de klas kunnen.
Zo hebben we in de tweede les een situatie in een huiskamer, die gemakkelijk kan gesimuleerd worden in de klas. Het komt er dus op aan, van met enige creativiteit toneeltjes te bedenken rond themas, die de studenten in hun dagdagelijks leven zullen gebruiken. Om op een enigszins veilige manier dialogen te maken, vertalen wij de dialogen van Diálogos de España. We halen er de bruikbare dialogen uit en proberen die samen te brengen, tot een doordachte lijst, waarmee het einddoel : zo snel als mogelijk de taal spreken, mogelijk is.
In het audiovisueel leren is het belangrijk, wat men bij de hand heeft live te gebruiken. Daarom is de eerste les ontmoeting of kennis maken.
Goede dag. Ik heet Ik ben je leerkracht. Jullie zijn de studenten. Hoe heet jij ?
Ik heet Wat is je nationaliteit ? Van waar ben je ? Ik ben Iraanse. Ik kom uit Iran. (hulpmiddel : wereldkaart) Waar woon je ? Ik woon in Meise (hulpmiddel : kaart van Meise). Wat doe je ? Waar werk je ? Ik ben verpleegster. Ik ben leerkracht. Ik ben student. Hoe laat is het ?
Laat de studenten onmiddellijk de vragen in de praktijk brengen en laat ze zich voorstellen aan mekaar. Daarmee voldoe je aan het tweede principe : onmiddellijk toepassen. Herhaal dat voldoende tot het volledig geïntegreerd is. De volgende les wordt het kort hernomen, voor we verder gaan. Regelmatig wordt het in de nieuwe conversaties hernomen.
In het A.A.AC.ZC.- talenpracticum hadden we de mogelijkheid om de conversaties grondig in te oefenen op een interactieve wijze. Dit ging gepaard aan het principe van mastery-learning,op de schaal van de student. De soft ware wordt verdeeld door Sanako (of Divace).
De lezers van deze rubriek zullen zich terecht afvragen wat de bedoeling is van de opsomming van lesonderwerpen van de AVSG-methode.
Toen ik 50 jaar geleden mijn carrière begon in het lager onderwijs, eerste leerjaar, stond ik voor een zware opgave. Ik moest met een methode werken die didactisch niet doordacht was en waarbij we het leren lezen van kinderen nog in geen schooljaar konden klaar spelen. Tijdens de vakantie ja, er werd toen ook doorgewerkt vergeleek ik de gangbare methodes. Ik kwam tot verrassende vaststellingen. Ik gooide alles buiten en vertrok van een individueel geval : een leerling die op zichzelf leerde lezen ondanks zijn omgeving. Daaruit vloeide een handleiding voort, om een methode die wel doordacht was te maken. Toen ik die wou uitgeven kreeg ik als antwoord dat Vlaanderen daarvoor niet rijp was en dat ik best in Nederland kon publiceren!? Mijn leerlingen konden allen lezen na twee maanden intensief werk, zonder overbodig ballast. Deze les heb ik nooit vergeten en toen ik in 1967 van Jos Chabert de kans kreeg om met het gloednieuwe talenpracticum en 6 leerkrachten 206 Meisenaars 6 talen aan te leren heb ik mijn opgedane didactische ervaring en drie jaar bijscholing doorgetrokken. Het jaar daarop hebben Rik Degraef en ik onze vakantie opgeofferd aan een stage in Mons over de Audiovisueel structureel globale methode van St.-Cloud Zagreb. Het afvoeren van deze methode na 35 jaar, waarbij we internationale faam opbouwden in een kleine gemeente, betreur ik nog . Ik hoopte op de creatieve toepassing van de didactische principes in ons didactisch profiel, maar bij gebrek aan opvolging en evaluatie kwam daar nog weinig van terecht. De gemakkelijkheidsoplossingen deden hun intrede. Oog voor leereffect verdween in de mist. Onze slogan beter dan alle anderen vervaagde! Mijn aanbevelingen in het cl kenden geen vervolg. Maar laat ons vooruit kijken. Ik hoop in stilte een forum te creëren, waarin we een handleiding schrijven om leerkrachten op het 0 niveau (met absolute beginners) de kans te geven een eigen methode te maken met gegarandeerd succes. Na het vergelijken van de onderwerpen zouden we de pogingen uit het veld moeten kunnen samen brengen, om tot een lijst van ongeveer 25 onderwerpen te komen, die alvast moeten aan bod komen in diverse situaties, waar anderstaligen van verschillende herkomst de beste kansen krijgen.
Het moet toch mogelijk zijn, om voor een universeel leerplan talen aan anderstaligen een lijst vast te leggen van onderwerpen die op het 0 niveau aan bod moeten komen. Op basis van die lijst worden dan dialogen gemaakt en visueel materieel, rekening houden met de basiswoordenschat van gesproken taal. In ons leerplan op mijn website cmFTAcl weerhielden wij volgende lijst. 1. Personalia 2. Wonen 3. Leefmilieu 4. Reizen en verkeer 5. Eten en drinken 6. Boodschappen, winkels, waren 7. Diensten 8. Gezondheid en hygiëne 9. Werk en beroep 10.Onderwijs, opleiding 11.Vrijetijdsbesteding en ontspanning 12.Persoonlijke betrekkingen, contact met anderen Alles kan echter beter, want deze lijst werd opgesteld voor het gemeentelijk onderwijs voor sociale promotie, goedgekeurd door de inspectie, maar niet weerhouden. Ze was bedoeld voor alle gemeentelijke scholen, waaronder slechts 1 die de avsg-principes consequent toepaste tot 2008. De twaalf onderwerpen kunnen uitgebreid en geconcretiseerd worden.
Voor Nederlands werd zeer laat de Méthode audio-visuelle de Néerlandais uitgebracht van de hand van het echtpaar Devriendt-De Man. Zij waren ook de auteurs van de RTBF-cursus Nederlands. We zoeken de lijst van de onderwerpen of lessen.
Voor Duits kozen wij Deutsch durch audio-visuelle methode. Later schakelden wij over naar In Bonn. De onderwerpen waren :
1. Wiedersehen in Berlin 2. Besuch 3. Zu Hause 4. Gespräch 5. Die Wohnung van Familie Köhler 6. Das Arbeitszimmer 7. Die Küche 8. Die Strassenbahn 9. Eine Verabredung 10. Beim Kaufmann 11. Im Café 12. Abreise 13. In der Eisenbahn 14. Eine Besprechung 15. Geburtstag 16. Kostümkauf 17. Im Hotel 18. Erkältung 19. Vor demOlympiastadion 20. Vor dem Ausgang 21. Vor dem Schlafen 22. Einladungen für eine Abendgesellschaft 23. Das Fernsehprogramm 24. Im Restaurant 25. Auf der Post.
English by audio-visuel method hebben wij nooit gebruikt, omdat er voor Engels een methode bestond gebaseerd op het gebruik van het talenpracticum. Bij het invoeren in 1967 zagen wij nog niet in dat dit niet de juiste keuze was. We volgden de stage in Mons slechts een jaar later. Achteraf hebben wij ook ondervonden dat zelfs de oefeningen voor het talenpracticum niet voldeden aan de principes van ons A.A.AC.ZC.-systeem. De oefeningen waren gemaakt voor een beperkt talenpracticum en werden beter verwezen naar gebruik op een cassetterecorder in de wagen.
Toen we uiteindelijk overschakelden kozen wij voor de nieuwe AVSG-methode Alls well. In de oorspronkelijke AVSG-methode waren de onderwerpen :
Voor Spaans gebruikten wij de avsg-methode "Vida y dialogos de Espana" van mijn goede vriend Paul Rivenc en zijn ploeg. De titels waren ook beperkter :
1. Entre amigos 2. El piano 3. Calle de Alcalá 4. Saludos, cervezas y helados 5. En el museo 6. De compras 7. La abuela y los nietos 8. De viaje 9. El piso nuevo 10. Se vende un píso 11. Preguntando se va a Roma 12. PensiÓn La Pepa 13. Qué gracioso 14. Por al carretera 15. I Viva la boda ! 16. Al aire libre 17. Una nube de verano 18. La vida en el campo 19. El trbajo es salud 20. La visita del medico 21. Tarde de domingo 22. I Vaya lío ! 23. La llegada del novío 24. La fabrica nueva 25. Don Bajito en Correos 26. Cando vengas a Madrid
LItaliano metodo audio-visivo I voorzag slecht 25 titels :
1. Alla stazione 2. Arrivo alla frontiera 3. Conoscenza in treno 4. Arrivo a Milano 5. Verso l albergo 6. All l albergo 7. Una telefonata 8. Una visita 9. La famiglia 10. Lappartamento dei Rossi (parte prima) 11. Lappartamento dei Rossi (parte seconda) 12. Sveglia e toletta 13. Colazione in casa Rossi 14. Disegni di bambini 15. Traffico stradale 16. Al ristorante (parte prima) 17. Al ristorante (parte seconda) 18. Alla posta 19. Banca e cambio 20. Stampa e giornali 21. Dal barbiere 22. Dalla parrucchiera 23. Progetti di fidanzati 24. Sulla via 25. Bar, Tabacchi
Laten we eens de behandelde titels van de basisdialogen van de verschillende avsg-methodes onder de loep nemen. Voix et images de France had 32 dialogen :
1. Présentation 2. La maison 3. La maison (suite) 4. Lappartement 5. Lappartement (suite) 6. La famille 7. Cathérine et Paul dessinent 8. L anniversaire de Cathérine 9. A la fenêtre 10. Dans l ascenceur 11. Dans la rue 12. Au grenier 13. Cathérine s habille 14. En rangeant larrmoire 15. Le matin 16. Le petit déjeuner 17. La journée de madame Thibaut 18. La journée de madame Thibaut (suite) 19. Le facteur 20. A la poste 21. Mme Thibaut fait ses courses 22. M. Robin achète son jounal 23. En lisant le journal 24. Promenade au jardin 25. Au café 26. A l hotel 27. Au restaurant 28. Au restaurant (suite) 29. Le téléphone 30. A la campagne 31. Au cinéma 32. A la chasse
De lesdelen waren 1. Présentation met 22 tot 53 items 2. Mécanismes met 28 tot 43 items
Dat was uiteraard te veel van het goede. Bij vergelijking van deze lijst met ons leerplan http://www.everyoneweb.com/cmftaclhttp://www.YouFreeWeb.com/cmfalcl kunnen wij dat aantal al reduceren. De dialogen moeten ook afgewogen worden tegen de gesproken basiswoordenlijst van talen aan anderstaligen. Met de computer kan dat gemakkelijk getoetst worden. Maar de bedoeling was de onderwerpen van de door ons gekende avsg methodes naast mekaar te plaatsen om tot een betere en didactisch aanvaardbare lijst te komen.
Na de stage in Mons in 1968 boden wij ons aan bij de uitgever van de avsg-methode, met name de firma Didier in Brussel. Wij maakten er kennis met het hele gamma audio-visuele structureel globale methodes voor vreemde talen. Het vlaggenschip was toen Voix et Images de France, waarin de beginselen van de didactiek voor talen aan anderstaligen in de praktijk gebracht werden. Bij mijn ploeg waren ook de leerkrachten van de hogere jaren aanwezig. Ik had mij toen beter beperkt tot zij die het 0 niveau voor hun rekening zouden nemen. Want de gebrekkige didactische instelling van de leerkrachten op dat niveau, leidde tot de uitspraak : dat zijn Suske en Wiskes. De man die deze stelling vertolkte gaf toen les aan tolken en vertalers in zijn dagtaak. Toen ontwaakte bij mij het begrip onzicht versus inzicht. De rekening die we maakten voor aanschaf steeg echter ver boven ons budget. Er was een diaprojector en een bandrecorder nodig in alle klassen, omdat het didactisch materieel bestond uit klankbanden en microfilmpjes. Wij dachten in eerste instantie slechts VIF I aan te kopen en het visueel materieel te gebruiken in de 6 talen. Daar rezen uiteraard bezwaren op van de andere leerkrachten voor andere talen dan het Frans. Het idee was nog niet zo gek, want ik vond later op CD-rom een methode voor 14 verschillende talen, waarbij het visuele hetzelfde was in alle talen. Deze methode werd in het privé onderwijs gebruikt bij Berlitz. Bij gebrek aan speciaal opgeleide leerkrachten in de avsg-principes, waren wij toen genoodzaakt zelf bijscholing te geven en onze eigen leerkrachten. Zo werd toen de keim gelegd van het C.L. dat staat voor Collegium Linguarum.
Kind en gezin pakte uit met de zogenaamde achteruitgang van het Nederlands bij jonge gezinnen in de rand. Dit is onmiddellijk het sein voor minister Bourgeois om nog een initiatief aan de wildgroei toe te voegen : pictogrammen met eenvoudige woorden, die anderstaligen dan zouden kunnen gebruiken in de omgang. De minister sprak ook over het standaard Nederlands. Wat hij daarmee bedoelde is maar de vraag? Standaard gesproken Nederlands bestaat nog niet. Dat zou werkelijk een reuzenstap voorwaarts zijn, indien ze het daar zouden over eens worden. De volgende stap is een degelijke methode om op het 0-niveau op de snelste wijze te leren spreken. Dat gaat via eenvoudige dialogen, ondersteund door doordacht visueel materieel, met leerkrachten die daarvoor een specifieke training krijgen. Als dat dan grondig aangeleerd en ingeoefend wordt moet het mogelijk zijn om op een trimester de anderstaligen tot vlotte conversatie te brengen in het Nederlands.
De website http://dwvdnt.org/frontpage van de Nederlandse taalunie is ronduit prachtig opgebouwd. De overgangen tussen de verschillende delen suggereren een voorbijrazende trein. Dat hindert na een tijdje wel een beetje. Bij DWVDNT (d.i. home) staat een zoekfunctie die zeer handig kan zijn. De geschiedenis van het Nederlands geeft de mogelijkheid om op basis van een jaartal een feit uit die geschiedenis te halen. De pedagogische feiten lijken mij op het eerste zicht meer te belichten. Bij Woorden zou in verband met de gesproken taal het begrip fonemen aan bod moeten komen. Onbegrensd Nederlands geeft dan de geografische situatie van het Nederlands in de wereld weer. In Ieder zijn Nederlands spreekt men van standaardnederlands is overal niet hetzelfde. Dat is nu echter een probleem. Standaard gesproken Nederlands zou uniek moeten zijn en zou voor eens en voor altijd moeten vastgelegd worden, zoals dat voor het Frans gebeurde. Voor het leren van Nederlands door anderstaligen zou dat al een grote stap voorwaarts zijn! Het éénvormig geschreven Nederlands daarentegen zou eenvoudiger en functioneler kunnen. Taalkunstenaars richt zich vooral op literatuur en in het Kennisstation vinden we achtergrondinformatie en links voor wie de taal beheerst en verder wil bestuderen. De Boekenzoeker lijkt mij een nuttig idee.
De Nederlandse taalunie vierde haar 30ste verjaardag. Prinses Mathilde mocht als Franstalige de Nederlandse taal verdedigen als eregast. De viering stond dan ook in het teken van anderstaligen die Nederlands leren. Zij mocht de nieuwe website De wereld van de Nederlandse taal openen. Is het niet hoog tijd dat het standaard gesproken Nederlands vastgelegd wordt. Dat zou een reuzenstap voorwaarts zijn in de functionaliteit van het leren van Nederlands aan anderstaligen. En als zij het dan onder elkaar niet eens geraken, kan men het doen zoals met het Engels : 3 officiële versies. Voor Vlaanderen opteerden wij reeds voor het taalgebruik van Martine Tanghe.
De lessen worden aangeboden op de natuurlijke wijze d.i. in levende en vooraf bestudeerde dialogen.
1. Luisteren : klank : niet lezen 2. Spreken en nazeggen = conversatie door studenten uitsluitend in de aan te leren taal 3. Begrijpen gaat via beeld, eenvoudig maar 100 % wat men nodig heeft en zal gebruiken : echte en levende basiswoordenschat zonder ballast 4. De geschreven taal komt later op een tijdstip dat verschilt van taal tot taal. De fonemen moeten volledig geïntegreerd zijn via de dialogen en dat bepaalt het tijdstip van de overgang naar geschreven taal. Resultaten : 5. Vlug integreren van de basiswoordenschat van gesproken taal 6. Vlot spreken in perfecte uitspraak (mede met A.A.AC.ZC. inoefenen) 7. Belangstelling blijft en groeit voortdurend
Grammatica is de studie van een taal die men beheerst. Het is in feite een studie van de geschreven taal. Nochtans speelt de grammatica op een andere wijze, dan theoretisch onderricht, een essentiële en permanente rol in de avsg principes. De doelstelling van de grammatica is dan ook : de communicatiemogelijkheden van de les vergroten door hem te leren hoe in contact te treden met anderen, hoe hem te overtuigen, aan te spreken, in te lichten Het gaat in de eerste plaats om een functionele spraakkunst die steunt en terug wijst naar wat is en leeft in de taal, naar wat werkelijk functioneert. Zij schakelt daarbij uitzonderingen en weinig voorkomende wendingen uit. In de algemene didactiek leerden wij dat theorie via inductie geleerd wordt. ER moet dus een voedingsbodem zijn voor wat volgt. 1. De spraakkunst is geïntegreerd in de dialogen. 2. In de situatie verwerkt : zij wordt naar voor gebracht in situaties. 3. Structureel : hij werkt niet via geïsoleerde items maar met constructies, met structuren waar er wisselwerking is tussen 2 of meer morfemen. 4. Als het ware latent aanwezig, maar maakt nochtans actief deel uit van het taalproces.
270 AVSG = functioneel AVSG functioneel talen leren aan anderstaligen. Bij het gebruik van de avsg principes is het van essentieel belang dat de studenten in hun rol van acteurs de regels van het spel kennen en aanvaarden. Daarom moet men hen op de gepaste wijze inlichten over het gebruikte didactisch profiel. Het essentiële van deze informatie moet gegeven worden voor het begin van de lessen. Enkele richtlijnen die uitgezet kunnen worden : 1. Wij werken, zeker in het begin uitsluitend oraal. Het gehoor moet aangepast worden aan de nieuwe klanken. De geschreven taal komt later aan bod. Alle intellectuele gewoonten worden aan de kant gezet. 2. De methode is globaal : woordenschat, spraakkunst en fonetica worden geleidelijk geïntegreerd. 3. De lessen zijn bestemd voor studenten pop het 0 niveau in homogene groepen : men moet het spel spelen. Men moet goed kijken, nauwgezet luisteren en trachten te begrijpen. Het is uit den boze vertalingen te maken (bijvoorbeeld voor hen die het niet begrijpen), te helpen of achteraf proberen nota te nemen. 4. De methode eist geduld en vertrouwen d.w.z. 4.1. zo getrouw mogelijk het model herhalen 4.2. niet alles tot in de details willen begrijpen 4.3. zich niet verwonderen over het strenge optreden van de leerkracht voor intonatie en ritme 4.4.niet denken dat de herhaling door anderen nutteloos is : ze helpt bij de onbewuste overname van de structuren 4.5. zich niet belachelijk voelen omdat men alleen een moeilijkheid heeft 4.6. zich niet laten blokkeren uit schrik zich slecht uit te drukken, want het is beter te praten met fouten dante zwijgen 5. De methode eist regelmatige aanwezigheid.
Besparingen zijn aan de orde. Daarvoor neemt men subsidies af of moeten de studenten meer betalen. De overdreven wildgroei is daar o.a. de oorzaak van. Destijds nam ik deel aan de rationalisering van het volwassenenonderwijs. Men slaagde er toen niet in om de versnippering tegen te gaan. De studenten hebben geen boodschap aan de opsplitsing in netten. I.p.v. die af te schaffen kwam er een samenwerkingsverband binnen de consortia in het onderwijs. Maar de andere aanbieders van andere Vlaamse ministeries konden toen ongebreideld inrichten. Nu doen de noodzakelijke besparingen dan ook pijn. Deze week kwam Arch'educ, net als de 12 andere Vormingplus-centra, in de media omdat de minister bespaart. De argumentatie die ze aanvoeren luidt : Het recht op leren staat centraal bij de Vormingpluscentra. Daarvoor doen we heel uiteenlopende dingen. Een kwart minder kost ons kwaliteit en personeel. Een kwart minder kost de samenleving kennis. De minister haalt hiermee het recht op leren onderuit. Met een kwart minder wordt de huidige werking van Arch'educ onmogelijk. Om de oorzaak van dit pijnpunt te achterhalen moeten we teruggaan tot de oprichting van de Vlaamse regering. Lees hierover een eerdere bijdrage, die ik voor het O-ZON congres in Gent indiende.