Talen aan anderstaligen avsg,a.a.ac.zc.,kwaliteitsembleem
17-10-2006
68 Nieuwe spreekrecht Het centrum voor basiseducatie pakt uit met een nieuwe methode voor Nederlands aan anderstaligen, van de hand van auteurs Anja Geerdens en Els Schoemaker.. Zij zijn op de goede weg in het spoor van de SGAV. Het eerste principe is taakgericht werken. In de avsg-methode heette dat : onmiddellijk oefenen, zoveel als mogelijk in de praktijk brengen. Een belangrijker evolutie in de goede richting is het werken met scenarios. Dat is evident. Te veel werd een andere taal aangeleerd via de geschreven taal. Dat ze daarvoor een resonansgroep nodig hadden om dat te ontdekken is onbegrijpelijk. Het taalaanbod is een weerspiegeling van de taal zoals ze in de alledaagse situaties voorkomt, schrijven ze. De Auteurs van de SGAV gingen destijds (jaren 60) op pad met bandrecorders om de dagdagelijkse gesprekken te registreren. Fotos staan op begeleidende CD-rom. In de SGAV werkte men met getekende dias. Daar werd de achterliggende grammatica geïntegreerd, wat met fotos onmogelijk bleek. Het vastleggen op band van de klank en het beeld op dias maakte van de avsg methode een geprogrammeerde curus. Het basismaterieel kon niet veranderen. Dat was nefast en moest verholpen worden via inzet en creativiteit van de leerkracht. Die ontbraken vaak. Cursisten moeten in Nieuwe spreekrecht zelf aangeven of ze een doel wel, niet of slechts gedeeltelijk bereikt hebben. Dit wordt verpakt in de mooie term zelfevaluatie. Dat lijkt mij op elementair niveau onmogelijk. Na het eerste, niveau kan men daar mijns inziens wel mee beginnen. NEcl I werd zo geëvalueerd door de studenten zelf na 240 u. oefenen waarvan 160u. in de klas en 80 u.in het talenpracticum In de handleiding staat een opsomming van doelen, taken, contexten, ondersteunende elementen en sleutelcompetenties per hoofdstuk. Dit geeft voedsel voor de honger naar gesneden brood die de leerkrachten blijven vertonen. Ik kijk met belangstelling uit naar een presentexemplaar, om deze analyse grondiger te kunnen doen.
67 Medi TECH Electronic De SGAV (avsg- methode) voor talenonderwijs aan anderstaligen vloeide voort uitonderzoek van Guberina in Zagreb bij doofstommen. Hij bracht reeds hardwaree uit om het gehoorspectrum uit te breiden : de suvalingua. In EOS verscheen een artikel : Dyslexie wijst weg naar nieuw taalverwervingssysteem. Amper 49 % van de Europeanen zou een tweede taal machtig zijn. Ralph Warnke van Medi TECH Electronic herhaalt dat het probleem voortkomt uit het feit dat een taal veel te intellectueel aangepakt wordt. Wat de auteurs van de SGAV reeds in de zestiger jaren en vroeger, internationaal poneerden, wordt in het project Lanuage Acquisition with the instinct of a child (FLIC) vanuit een andere invalshoek herontdekt. Nu heet het : een nieuwe, door technologie ondersteunde methode ontwikkelen om met toepassing van innovatieve taalkundige concepten (motherese = taalgebruik van ouders tegen hun kinderen, medeklinkerversterking, lateraaltraining, stemfuzie) talen leren. Bij de SGAV klonk het : heropvoeding van het gehoor, dialogen, beeld en klank, basiswoordenschat De hedendaagse technologie biedt nieuwe mogelijkheden om nog meer te halen uit interactieve verbale leerprocessen door spraakherkenning, toepassing van recente bevindingen van neurowetenschappen, informatica In de praktijk komt het er echter op aan, leerkrachten te vinden die er willen in geloven en voluit voor gaan. Bovendien zou de ontwikkeling van een nieuwe methode multidisciplinair moeten aangepakt worden. Naast de neurowetenschappers, ingenieurs en filologen mogen de didactici (pedagogen) niet ontbreken.
66 Huis van het Nederlands In de Randkrant van augustus stond een advertentie : Nederlands leren ? Apprendre le néerlandais ? Do you want to learn Dutch ? De ondertitel luidt : Waar kunt u terecht ? Huis van het Nederlands. Is het nu de bedoeling dat de kandidaten de omweg maken via deze nieuwe initiatieven? Dit is een verkeerd signaal! Want in het lijstje staan Antennes en Loketten, maar niet de traditionele aanbieders van volwassenenonderwijs. Via informatie van onze schepen van onderwijs verneem ik, dat die nieuwe initiatieven of ontvangsthuizen zelfs niet in de CVOs gevestigd mogen worden. In NW Brabant kennen anderstaligen al van in de jaren zestig de weg naar de lessen Nederlands voor anderstaligen. Gaat de wildgroei verder? Het is al erg genoeg dat de aanbieders opnieuw wild programmeren tegen elkaar op, niettegenstaande consortia (vrijblijvende afspraken regionaal in het decreet). Nog erger is dat er verder gesold wordt met de benamingen. Voor mij is er maar één Nederlands en dat moet dringend gestandaardiseerd worden : benaming, uitspraak en schrijfwijze. Werk a.u.b. aan kwaliteitsverbetering! Nieuwe aanbieders klagen al lang steen en been dat er onvoldoende mogelijkheden zijn om Nederlands te leren. Ik houd al van bij de eerste initiatieven van de provincie Vlaams Brabant vol dat het aanbod bij ons voldoende was, als ze de aanbieders,die hun degelijkheid al bijna 50 jaar bewijzen,niet zouden afremmen ten bate van wie dan ook! Er is eindelijk wat meer flexibiliteit voor de CVOs, maar ik herinner mij de tijd dat wij als het ware in een dwangbuis moesten werken! De inspanningen van de werkgroep Nederlands aan anderstaligen in de Vlaamse onderwijsraad in zake uniformisering van benamingen blijken ook al een maat voor niets geweest te zijn. Ik denk overigens dat de circulaire die voor Vlaams Brabant tweetalig (N F) is met op de ommezijde Engels, ook een verkeerd signaal inhoudt. De voorzijde zou ééntalig Nederlands moeten zijn en op de ommezijde Zeker Engels, want daarmee bereik je de meerderheid van de anderstaligen. Voor mij mogen er ook alle Europese talen op! Er zou mijns inziens ook een volledig aanbod van alle Europese talen moeten gepromoot worden door een gespecialiseerd instituut in Brussel : een opdracht voor de VGC. Van daaruit zou de promotie van het Nederlands aan anderstaligen veel efficiënter kunnen.
Alle aanbieders van volwassenenonderwijs komen deze dagen in het nieuws, want het nieuwe werkjaar is gestart. "De springplank" deelde in het kader van de geletterheid soep uit met letters. Er zouden in Vlaanderen 800.000 ongeletterden zijn. Dat zijn Vlamingen die niet kunnen lezen, schrijven en ev. rekenen. Dat is reden genoeg voor de Centra voor Basiseducatie om bij hun oorspronkelijke decretale taak te blijven : onze mensen leren lezen, leren schrijven en rekenen. Dat ze er de migranten bijnemen is maar normaal. Maar een taal leren spreken moet voorbehouden worden aan gespecialiseerde centra, zeker op het o-niveau. Er is ooit in de Vlaamse onderwijsraad een plan geweest om talenonderwijs aan anderstaligen op lager secundair niveau over te hevelen naar basiseducatie. Dat was nog geen slecht idee, ware het niet dat het gekoppeld werd aan de wetgeving rond traditioneel onderwijs (lager, hoger secundair). Het 0 - niveau werd hierbij genegeerd en er werd zelfs een toelatingsproef vereist om van 0 te beginnen. Dat is toch idioot! Inhoudelijk is er ook een wildgroei van methodes om te leren lezen. Bij een eigen onderzoek, in de jaren zestig, stelde ik de vreemdste dingen vast. Ik heb toen alle bestaande leesmethodes vergeleken en een eigen leidraad ontworpen om zelf een leesmethode te maken. De resultaten waren overdweldigend. Al mijn leerlingen van 6 jaar konden lezen op Allerheiligen (na twee maand). Mijn bevindingen staan in een eigen bundel die ik ooit wilde publiceren. Men heeft mij toen naar Nederland verwezen, want Vlaanderen zou toen niet rijp geweest zijn voor een dergelijk werk (dixit de uitgever). Ik hoop dat de toestand ondertussen verbeterd is.
64 Kwaliteitslabel Het gekende logo van het AVC werd afgevoerd uit de publiciteit. Het algemeen logo van de CVOs komt in de plaats. Het valt echter op dat dit, doordat het voor alle CVOs in Vlaanderen geldt, zeer abstract is. Het is als het ware een lege doos. Het logo van deze rubriek staat voor een pedagogisch systeem, anders en beter dan alle andere. Het is op de eerste plaats gebaseerd op het A.A.AC.ZC.- talenpracticum (Sanako) waarvan het Zelf Correctieve door ons uitgetekend werd. Het onderzoek hierover wordt uitvoerig beschreven in het Nederlands en het Engels. De tekst is te verkrijgen op aanvraag en wordt via bijlage bij e-mail bezorgd. De tweede peiler waarop het bewuste logo rust is de sgav methodiek (internationale methode voor audiovisueel structureel-globaal talenonderwijs aan anderstaligen). Deze methodiek werd aangevuld en aangepast aan de huidige noden. Het is jammer dat niettegenstaande jaren bijscholing en praktijk er niemand toe gekomen is, zelf de hand aan de ploeg te slaan en zelf een update in een praktische methode uit te werken. De multimediale mogelijkheden zijn nochtans dank zij de P.C. tegenwoordig zo onbegrensd, dat een creatieveling die geschoold is in deze methodiek dat zelf kan. Helaas kiezen leerkrachten nog te vaak voor het in hun ogen veilige gesneden brood. De derde peiler is het resultaat van de werkgroep Nederlands destijds, binnen het gemeentelijke net. Dit leerplan bevatte een duidelijke en resultaatgerichte didactiek voor Nederlands aan anderstaligen. Door allerlei omstandigheden werd het in de lade geschoven. Ik heb het gelukkig laten goedkeuren door de toenmalige inspectie en later omgewerkt voor alle talen. Ik blijf bij mijn stelling dat het talenonderwijs aan anderstaligen moet toevertrouwd worden aan gespecialiseerde instellingen. Er is echter nog veel werk vooraf te verrichten. Dat bleek eens te meer uit de persinterviews die ik aanhoorde over het colloquium in de universiteit van Gent voor docenten Nederlands internationaal. O.a. het vastleggen van een eenvormige uitspraak van standaard Nederlands voor alle opleidingen is er nog steeds niet. Ons logo (Sabam PF/7223) is voortaan een kwaliteitslabel voor instellingen die beantwoorden aan de drie peilers of beter! Want kwaliteitsverbetering eindigt nooit (dixit Tom Peters).
63 Samenwerking : samen werken de student centraal Onder deze titel hielden wij op 5.2.1983 een personeelsvergadering in het AVC CL. Er werd gestart met een bespreking van de observeringsfiches die ingevuld werden door de leerkrachten in het kader van ons onderzoek over de resultaten van het inoefenen van taal in ons A.A.AC.ZC.-talenpracticum. Als voorlopers, sedert 1967, voelden wij ons verplicht te bewijzen dat we op de goede weg zaten. De resultaten zijn gepubliceerd in het Nederlands en het Engels en te vinden via http://www.userspandora.be/jef.de.cuyper en volg het logo van avCVO cl. De jaarplannen en de jaarlijkse enquête werden vergeleken, verbeterd en aangevuld. Een afvaardiging van onze school nam toen reeds deel aan de jaarvergadering van de SGAV (auteursgroep van de audio visuele structureel globale methode voor talenonderwijs aan anderstaligen. Prof. Devriedt kwam in onze school de nieuwe methode Nederlands Steek van wal I en II toelichten. Toen werd ook de werkgroep, die door minister de kaboutertjes genoemd werd, opgericht in samenwerking van C.L.T. Leuven, GLTT St.-Genesius Rode, AVC Meise, K.v.K. Brussel en Vilvoorde, de voornaamste aanbieders van cursussen voor sociale promotie in Vlaams Brabant. Hier konden wij onze ideeën in een ruimer kader promoten. Maar de werkgroep hield zich vooral bezig met onze belangen en een opwaardering van onze sector, die toen nog als bijkomstig aanhangsel van de middelbare scholen (avondscholen) aanzien werd, met personeel in bijambt.
We leren minder goed als we afgeleid zijn door andere zaken. Verschillende taken tegelijk willen doen, brengt leersystemen van onze hersenen in de war. Wanneer we iets proberen te leren terwijl we ook andere dingen doen, dan is de kennis ervan 'minder flexibel' en meer gespecialiseerd. Met andere woorden, we kunnen de informatie niet zo gemakkelijk terugvinden. Dat schrijven onderzoekers van de University of California in de online editie van Proceedings of the National Academy of Sciences. (Bron EOS) Ze bestudeerden de hersenactiviteit van proefpersonen terwijl die een eenvoudige classificatietaak leerden, met of zonder afleiding. De studie toont aan dat als we leren terwijl we tegelijk ook andere dingen doen, we andere hersensystemen gebruiken. Wie iets nieuws wil leren, concentreert zich dus maar beter op die taak alleen.
Bij een interdisciplinair onderzoek in de V.U.B. door linguisten en neurologen werd bevestigd dat tweetalige kinderen minder hersenactiviteit nodig hebben om te leren. Het komt hier op neer dat kleine kinderen die via de "onderdompelingsmethode" twee of meerdere talen leren, ontvankelijker zijn voor nieuwe zaken. Bij deze zogezegde methode wordt alles echter te dikwijls aan het toeval overgelaten. De kinderen worden als het ware in een talenbad gestopt. Dit werkt echter enkel individueel, als het kind de kans niet krijgt om in zijn moedertaal te communiceren. Op taalvakanties met groepen spreken de kinderen te vaak onder elkaar, wat anders dan het beoogde doel : de aan te leren taal. Het onderdompelen beantwoordt aan ons didactisch profiel : alles in de aangeleerde taal.
Op de Talenbeurs op 5.3.1983 waren wij er weer bij en deze keer reeds met een P.C. De 50 leerkrachten (toen alleen talen) konden er "The control data language instruction system" en "B.B.c." komen oefenen op een computerterminal. Wij waren het uiteraard aan onze reputatie verplicht, de allernieuwste en vooral betere didactische systemen in te liijven. Dat zou later leiden tot een advies om de computer enkel te gebruiken voor geschreven taal. Ondertussen is er veel geëvolueerd en de multimediale mogelijkheden van de apparatuur zijn voldoende eenvoudig mogelijk. Maar wat komt hiervan terecht en hoe ? Worden de principes die we vastlegden op basis van ons eigen experimenteel onderzoek terdege toegepast ? Ze staan in het Nederlands en in het Engels in ons werk : "Interactieve verbale leerprocessen in het Audio-Actief-ActiefComparatief-ZelfCorrectief talenpracticum". In het hoofdstuk "Oefeningen" staat een indeling van oefeningen op basis van efficiënte didactische situaties. Die zijn nog altijd van toepassing, ook voor de audiovisuele - structureel globale methode en ze zijn actueler dan ooit. Op vraag bezorg ik de tekqst gfratis als 'Word-bijlage'. De practische toepassing is mogelijk op P.C. via het systeem van Sanako (www.sanako.com), maar het scherm vertoont zware didactische fouten i.v.m. de zelfcorrectie. Nazegoefeningen zijn in ons systeem even goed zelfcorrectief, als de stimulus-response en gekruiste oefeningen. Ik wacht ook nog steeds op de witte raaf die een nieuwe avsg-methode ontwikkelt. In het multimediaal talenpracticum, zoals men dat nu noemt, hoop ik dat de grondige didactisch verantwoorde toepassingen voorrang krijgen op dure woorden en ev. geëxperimenteer.
59 Samen werken In L/83/4 werd een oproep gedaan voor een extra inspanning tot samenwerking : samen werken aan kwaliteitsverbetering ron een jaarprogramma, toelatingsvoorwaarden, evalueren, toelatingstesten en foutenanalyse. Samenwerking tussen onze school en de lagere school werd toen op bevel van schepen Catry zaliger gereduceerd tot een eenzijdige verdeling van polyvalent gebruik van de lokalen. Alle lokalen, op drie na, waren reeds jaren volgestouwd met kleutermeubilair. Als oplossing zetten wij stoelen met een schrijfplank achteraan in de klassen. Onze studenten werden bij bevel van de schepen verplicht de stoelen na de les achteraan in een bergplaats van 2 m op 2m te gaan zetten en wie comfortabel (?) wou zitten moest dan maar zelf een meubel gaan ophalen. Studenten met rugklachten werden door de schepen aangemaand van dan maar te stoppen!??? Dit stond uiteraard in schil contrast met de inspanningen die wij leverden voor kwalitatief en hoogstaand onderwijs. Ik ben er nog altijd heel fier over dat onze studenten volhielden en dat wij 1679 studenten, niettegenstaande al de ons opgedrongen ongemakken, konden tevreden stellen. Tot 1985 steeg dit aantal ondanks tegenkanting van alle kanten tot 2153. In 1986 kregen wij door het invoeren van het inschrijfgeld een knik tot 1908. Maar in 1987, op onze twintigste verjaardag, overschreden wij definitief de kaap van de 2000 : 2031 inschrijvingen.
Ik hoorde eergisteren een gek idee op de radio over integratie en onderwijs aan anderstaligen. Om allochtonen beter te integreren zouden ze volgens de 'verlichte geest' de lessen overal in het Latijn moeten geven. Dan hebben ze, volgens de beller, gelijke kansen. Dat zou betekenen dat we de kansen van onze eigen kinderen zouden moeten gaan terugschroeven en onze eigenheid opgeven om zogezegde gelijke kansen te creëren. Een dode taal gaan activeren is werk voor archeologen en antropologen. Als je zo verder redeneert zou men evengoed een dialect of een kustmatige taal kunnen gebruiken. Onderwijs, behalve talenonderwijs aan anderstaligen, gebeurt vanuit de moedertaal. Je kunt beter gelijke kansen creëren door alles in de aan te leren taal te doen in talenonderwijs aan anderstaligen. Dat is een objectieve didactische meerwaarde. Ik heb deze idee destijds vruchteloos proberen te laten opnemen in de resoluties van het Congres van de Brusselse Vlamingen. Het strandde op de nefaste invloed van de aanwezigheid van kinderen met taalachterstand in het Nederlandstalig basisonderwijs in Brussel. Dat omkeren brengt geen aarde aan de dijk. Al wie algemeen basisonderwijs wil volgen in een andere taal moet inspanningen doen. Die inspanningen zijn uiteraard groter voor kinderen die uit een andere taal of cultuur komen. Aan die inspanningen moet iedereen zijn of haar energie spenderen. Dat men bovendien eindelijk eens begint met standaard Nederlands te definiëren : naam, uitspraak en schrijfwijze op een zo eenvoudig mogelijke wijze d.w.z. dat wat men hoort zo dicht mogelijk ligt bij wat men schrijft. Dat zal aarde aan de dijk brengen!