Ja mannekes, ze zeggen soms dat mooie liedjes niet lang duren, en ze hebben nog gelijk ook. Allé, ge gaat 's morgens weg en tegen dat ge op uwe bestemming zijn aangekomen, moet ge al terugkeren.
Neem nu ne keer die bijeenkomst in Gent, tegen dat ge iedereen ne goeie dag hebt gezegd, was het tijd om naar huis te gaan.
Als ne mens azo ne hele dag thuis zit, dan komt er daar geen einde aan hé.
De mensen die op reis gaan, die kijken daar al dagen, weken of maanden naar uit voor te vertrekken en tegen dat ze op hun bestemming zijn, is het tijd om terug te keren.
Al dagen op voorhand maken ze de 17 valiezen klaar, die ze ondertussen gekregen hebben van iemand die al op reis is geweest. Awel mannekes, ik ga ook graag op reis, maar ik kom wel tegen mijn goesting terug hoor.
Er zijn ook mensen die niet graag op reis gaan, omdat ze weten dat ze moeten terugkeren.
Allé, verleden week ben ik naar een groot receptie geweest en voor dat ze afkwamen met het eten, die was het ver tijd om te vertrekken. Maar ja, de tijd staat niet stil hé.
In feite is het nog best ook, want dat diene tijd moest blijven stille staan, dan ging de rest ook blijven stille staan hé. Ne mens staat daar niet bij stil hé, hoe rap dat ons leven vooruit gaat.
Mijne pa zei altijd tegen mij: De tijd vliegt snel, gebruikt hem wel.
Ik heb ondertussen al veel zien dingen voor mijne kop zien vliegen, maar nog nooit de tijd hoor. We kunnen er wel ne keer over zeveren, maar 't is in feite waar ook hé.
Als we daar over babbelen of zeveren, de tijd kunnen we niet terug draaien hé, maar wel het uurwerk.
't Is maar om u te zeggen: Waar ge ook naartoe gaat, terugkomen moet ge toch hoor.
Ja mannekes,'t is hier de laatsten tijd ne echte dierentuin geworden hoor.
Ne mens weet niet meer waar hij zijn voeten moet zetten en waar hij moet neerzitten, om te rusten als hij moe is. Af en toe gaan er ook beesten weg, en andere nemen dan weer hun lege plaats in.
Allé, verleden week heb ik nog mijne donkerbruine zeehond zijn pensioen bevierd, en terzelvertijd mijne gele kanarie zijn afscheid.
Ja mannekes, mijne gele kanarie was al twee maanden niet goed, volgens de dierenarts leed hij aan lukemie en had hij reuma tot in de derde graad.
Volgende maand doe mijne grijze gekleurde zeerob zijn eerste communie, en mijne blinde geverde vink die vertrek volgende week voor vijf weken op oefenkamp naar de atlantische zuidwoestijn, om zich voor te bereiden voor zijne eerste vlucht naar de noordpooleilanden in Turkye.
Mijn klein zorroke, dat is een klein geel geverfd varken die ik gekocht heb op de rommelmarkt, de diene was over een paar dagen bezig met turnles te volgen voor de komende olympische winterspelen in het natte waterland.
Awel, de diene heeft nu zijne nek gebroken tot aan zijne zijrug, die op zijn linker zij staat, met ne driedubbele salto te maken op zijn twee achterpoten.
Mijne flappie heeft van colére zijn rechter poot afgebeten tot aan zijne korte nek, waarschijnlijk van de honger. Hier in huis vliegen nog twee verdwaalde vliegen rond, die geen paspoort bij hebben.
Op het dak van mijn huis staat daar ne eenzame haan, alle dagen te tetteren achter zijn gevluchte famillie die gevlucht zijn.
In mijn straat lopen er ook nog een paar verdwaalde hanen rond, die waarschijnlijk op zoek zijn kun verloren gelopen kiekens.
Die zoemende vliegende mugge, die mij af en toe ne goeie nacht kwam wensen, die heeft verleden week een wreed luchtaccident gehad en is aan hare verwondingen overleden, na vier dagen in coma te hebben gelegen met een gebroken linker vleugel.
En die grijze oude wintermier, die komt hier alla hare winterslaap doen, om in de zomer hare vlucht te kunnen nemen naar verre warme zomeroorden.
Die bruine mus die hier in hare jaarlijkse gehuurde treurwilg komt zitten, die kijk af en toe ne keer naar binnen, om te zien hoeveel serieuze personen er hier wonen.
Awel mannekes, 't is maar om u te zeggen dat het leven tussen mens en dier maar heel kort is. Ne vogel vliegt uit zijne warme nest, als hij er klaar voor is.
Ne mens verlaat zijn ouderlijke woning, als hij of zij er klaar voor is. Maar wij hebben wat dieren niet hebben, en dat is dat we zelf bepalen hoe we leven en dat noemen we onze levensloop.
Dus beste mailers en niet mailers, geniet van het leven naar je eigen normen hoor.
Ik wens ieder van u nog veel leesplezier met dit humoristisch verhaal.
Ja mannekes, dat de modernisme alles veranderd heeft, dat weten we allang hé.
Ik weet het nog heel goed, toen ik nog ne kleine snotter was, waren de winters zodanig streng dat we liepen te bibberen van de kou, en de zomers weer te veel te warm, zodat het zweet met liters van onze voorhoofd naar beneden liep.
De winters begonnen dan ook wat vroeger dan nu, en het was zoeken achter ne warme wollen trui en een warme broek ,om aan te trekken.
Men begon er tijdig aan om de kleerkast leeg te maken, om toch maar de gepaste wintertrui en de gepaste winterbroek klaar te leggen, voor de strenge wintermaanden die voor onze deur stond te wachten.
Ja mannekes, want iedereen wist al dagen op voorhand dat het ne barre koude winter ging worden, met vriestemperaturen van min 17 en zelfs nog meer.
Amai, azo koude winterdagen zeg. Dus was ne warme wollen trui, een warme flanellen onderbroek, een warme wollen flanellen sjaal, een warme flanellen wintermuts waar de oren het warm hadden onder moeders paraplu en een paar warme wollen witerhandschoenen ook geen overbodige luxe hoor.
Om nog maar te zwijgen over onze warme wollen winterkousen, waar onze tenen ervan begonnen te koken. Nen trui waar onze moeder er drie weken aangewerkt had, om deze toch maar op tijdig klaar te krijgen.
Een warme broek die van binnen met wollen stof gevoerd was, om onze flinke gespierde benen toch maar warm te houden en al de rest die erin zat.
Ne sjaal die gebreid werd met den overschot van de spagetti die we niet opgefret kregen,omdat onze maag opgepropt zat met die ouderwetse smoutebollen.
Ja mannekes, in onze hof stond ne spagettiboom die mijne pa gekregen had, omdat hij al 25 jaar lid was van de boerenbond.
Een beremuts van ne beer, die waarschijnlijk te oud was geworden of zich eenzaam voelde en waar onze beide oren een winterslaap konden in doen. Een paar handschoenen die gemaakt werden van ne gepensioneerde fret, die van verdriet was overleden was.
Af en toe breide mijn moeder daar nog een speciale mouw aan, met langs beide kanten vijf vingers aan. Als die speciale mouw af was, werd die in twee gelijke stukken gesneden, om dienst te doen als handschoenen.
Onze voeten staken we in houten klompen, waar we een beetje stro of hooi in staken, voor de warmte van onze voeten.
Af en toe liep daar éne te bibberen van de kou, of werd er éne doodgevroren, omdat hij waarschijnlijk niet tegen die strenge winters kon zeker.
Die doodgevroren mannen werden dan in de grond gestoken en gebruikt als ne waspaal. Sommige werden ook gebruikt als fietsrekken, maar daad werd er wel ne punt aangescherpt hoor.
Dat waren vroeger strenge winters zeg,maar we hadden wel ieder jaar ne witte Kerstmis,omdat er sneeuw in overvloed was.
't was precies of we zaten in Siberië en het water vriesde toe, terwijl we erop stond te kijken.
Maar stilaan kwamen die lange verwachte hete zomers eraan, en al onze winterkleren werden vervangen naar zomerkleren.
Dan werden de kleerkasten weer overhoop gehaald en terug volgepropt met onze wollen of flanellen winterkleren, voor de volgende strenge en koude wintermaanden.
De zomers waren zo heet dat ge een ei kon bakken en een tas tomatensoep op de snikhete ondergrond, want diene snikhete ondergrond lag juist onder onze verbrande voeten.
En op diene appelboom zat ieder jaar ne vogel met ne bril op zijne neus, omdat de zon teveel in zijn ogen scheen. De mensen zaten dan ook meer buiten dan binnen, en voor de boeren was het wreed afzien en zweten hoor.
Ook de kolenhandelaars mochten in de zomer een winterslaap doen, want de leuvense stoof werd in de zomer wat minder aangestoken. Met Pasen smolten de paaseieren als sneeuw voor de zon, toen ze uit de hete lucht naar beneden vielen. Toen we op het veld de rogge of de tarwe hadden afgemaaid, werden de uitstekende stroppels direct afgebrand, door de brandende zon die erop scheen.
Maar ja, de dag van vandaag hebben zowel de zomers en de winters teveel van hun temperaturen verloren hé. En of we daar echt kwaad moeten om zijn, in feite niet hoor.
De dag van vandaag kunt ge in feite geen vergelijking meer maken met vroeger, omdat vroeger verleden tijd is hé.
Maar toch blijven die herinneringen in onze kop hangen, en toch zijn we verplicht van hem los te laten. Herinneringen om te bewaren of om ze af en toe weer tot leven te brengen, door een verhaal op papier neer te schrijven voor degeene die ze graag lezen en willen herbeleven.
Toen ik gisteravond van verre in mijne nest dook, omdat mijn slaperig ogen begonnen toe te vallen van vermoeidheid zeker, ben ik nog ne keer gaan koekeloeren naar mijne rode gele gevlechte papagaai.
Ja mannekes, mijne rode gele gevlechte papegaai had al enkele dagen last van reuma en blauwe waterpokken, en ik maakte mij een beetje ongerust over zijne gezondheid.
Verleden jaar, juist voor de winter was hij nog maar net hersteld van een zware depressie en een blinde darmoperatie aan de rechter kant van zijn linker zij.
Zijn twee linkse darmen van twee meter waren aan het vechten en ze waren dan ook in ne knoop terechtgekomen, omdat ze niet overeenkwamen met hun Chinees eten zeker.
Zijn rechter verwrongen darm had van de doktoor ne speciale eetmenu gekregen, en de linker blinde darm stond voor drie maand op dieet, waarschijnlijk omdat hij te dik was zeker.
Dat was dan ook alle dagen wreed ambras ten huize van flipper de flip, alhoewel diene rode gele gevlekte papegaai de laatsten tijd toch wat verbeterd was.
Hij dronk alle dagen twee liter zwarte cola uit, en zijn beide darmen waren door de oplopende ruzie weer goeie vrienden geworden.
Op ne morgen was ik azo ne keer van verschieten zeker uit mijne nest gevallen, omdat ik de avond daarvoor vergeten was van mijne veiligheidsgordel aan te doen.
Ik ben dan direct ne keer gaan kijken naar diene rode gele gevlekte papegaai, om te zien hoe het was met zijne gezondheidstoestand.
Maar flipper de flip kreeg geen antwoord, en ook zijn hart klopte niet meer.
Ik dacht eerst dat hij flauwgevallen was van ne vreselijke droom, die hij twee dagen daarvoor had meegemaakt.
Ik ben dan direct beginnen mond op mond beademing toe te passen en zijne pyjama aangetrokken, maar hij zakte steeds dieper weg naar het dromenland.
Diene rode gele gevlekte papegaai had zelfs geene polsslag niet meer, en zijn zwakke hart klopte ook niet meer en hij sloeg nog wit uit ook. 't Was precies ne sneeuwwitte papegaai geworden, die daar lag.
Ik had mijne papegaai nog maar juist ingeschreven voor de duivenvlucht van Montreu, en nu sta ik hier met al zijn Chinees eten en zijn Japans speelgoed.
Hij was altijd wreed kontent dat hij mocht meegaan naar het grote open lucht bal, want hij ging hem ook laten inschreven als piloot van de Belgische landmacht.
Maar nu hij er niet meer is, is het ten huize van flipper de flip wreed stil geworden, en zal ik vanaf nu alleen naar feesten moeten gaan hé.
Ja mannekes, zo is er altijd iets in het leven hé, net zoals bij de mensen.
't Is daarom dat flipper de flip dikwijls zeg tegen zijn eigen:
Flipper de flip, ge leef maar éne keer hoor.
Dus: Geniet van het leven en leef op een verstandig manier, want 't leven is een geschenk die we hebben gekregen en waar we zorg moeten mee omgaan.
Dit gezegde geld voor ieder van u hoor, want voor je het weet kan het met ons gedaan zijn.
Een paar dagen geleden ben ik ne keer met de fiets bij mijn moeder geweest die in Rieme woond, een deel dorpe van Ertvelde. Ja mannekes, ik ga wel regelmatig ne keer naar ginder, omdat ik daar heel wat herinneringen heb en nog heb. Ik moet u zeggen dat het weer ginder toch wat beter was, dan deze 's morgens toen ik vanuit Gent vertrok.
Waarschijnlijk hebben ze ginder een ander klimaat of ne andere Arman Pien uitgevonden zeker.
Toen ik deze morgen met mijne fiets vertrok, hing er wat mistdampen boven mijne kop, zodat mijn haarstroppels water genoeg kregen om te groeien.
Potverdikke zeg, ik was nog geen 500 meter gereden als er enkele van die haarsprietjes door mijne soepkom (helm) begonnen door te komen, zodat diene soepkom veel te klein werd.
En hoe meer kilometers ik reed, hoe beter het weer werd.
Ondertussen had ik diene lederen soeplom weggesmeten, zodat die natte haarsprietjes stillekes aan konden drogen. Onderweg kwam de zon op mijne inmiddels behaarde kop schijnen, en beetje bij beetje begonnen die te drogen.
En bij het binnen rijden van Rieme waren die lange haarsprieten zodanig gekrompen, dat ik terug mijn normaal kapsel gekregen had. 't Was precies ne plechtige communikant die zijn eerste communie had gedaan, juist mijn kledij paste niet bij deze plechtigheden.
Na een paar tassen warme koffie te hebben gedronken met een rijstraartje of twee drie en een babbelke te hebben gemaakt tussen twee volwassen mensen die aan een gevulde driehoekstafel zaten, was het tijd om ne keer naar de hof van Eden te gaan kijken.
Maar ik had dat al direct gezien hoor, dat er nog heel veel werk te doen was in den hof van Eden. Dus, ben ik dan maar in de garage ne keer gaan kijken of daar geenen versleten overall vond, die juist mijn maat was en een platte scherpe spade om de dorre grond om te spitten.
Ja mannekes, da was nog een piksplinternieuwe spade, die mijne pa ne keer had gewonnen bij ne tombola voor jonge gezinnen en die ik af en toe ne keer mocht gebruiken, om puttekes te delven in den hof van Eden. Mijne pa zijnen versleten overall hing daar aan ne vishaak die ik ne keer in de muur gemetst heb, en zijne genaaide bolhoed hing daar juist boven.
't Was precies ne dooie eenzame vogelschrikker die daar als een dooie mus hing, waar ik echt medelijden mee had.
Awel mannekes, ik moet u zeggen dat ik daar wreed schoon mee stond, 't was precies boer Charel in boer zoek boerin. Eerst ne keer wreed goed in mijn handen gespuwd met speeksel die ik teveel had, om zeker te zijn dat diene steel in die spade ging blijven zitten.
Mijn eerste putteke dat ik maakte, had ik al direct prijs. Ik had niet gezien dat daar onder de grond ne blinde mol zat te wachten om naar boven te komen, en ik had toch wel zijn lange staart mee zeker.
Het dak van diene molshoop was ingestort, en hij zat opgesloten onder de poldergrond.
Twee weken heeft hij daar gezeten, zonder eten en drinken.
't Was precies of diene blinde mol was in hongerstaking gegaan tegen zijn blindheid. Toen diene blinde mol weer naar boven kwam was gekropen, had ik bina gedaan met spitten.
En voor diene blinde mol een plezierke te doen, had ik daar nog een paar hoopkes bij gelegd. Aan ieder hoopke had ik een bordje gezet met de namen erop, om zeker te zijn dat hij niet verloren zou lopen.
Awel mannekes, ik zal u ne keer die namen geven zeg.
- De mollenberg, omdat daar af en toe ne blinde mol zat. - De regenberg, omdat het hier in ons klein Belgenlandje graag regent. - De polderberg, omdat diene blinde mol opgesloten zat in de poldergrond. - De grasberg, omdat ik geregeld het groene gras moet afmaaien met de fondeuze. - De kapellekesberg, omdat achter onzen hof nog een ouderwets kapelleke staat. - De wormberg, omdat in onzen hof wreed veel wormen zitten en die meestal als voedsel dienen voor onze kiekens. - De bunkerberg, omdat achter onzen hof ook nog nen ouderwetse bunker staat waar Keizer Karel af en toe kwam wonen als hij eenzaam en alleen was. - De mierenberg, omdat er af en toe ne verdwaalde mier in onze hof rond wandeld.
Voila mannekes, nu maar hopen dat diene blinde mol zijne weg vind hé.
PS: Als ge ne blinde mol tegenkomt, stuur hem aub terug naar Rieme.
Als ne kleine snotter kreeg ik van mijne af en toe schuppen (schoppen) onder mijn gat, maar dat was wel om te groeien hoor.
Regelmatig moest ik dan ook bij den doktoor gaan, om te zien hoeveel ik gegroeid was.
Maar mijne pa mocht mij ook niet teveel schuppen geven, want anders ging ik veel te rap groeien en alles ging dan meegroeien hé.
Op ne zekere dag had ik waarschijnlijk iets uitgestoken dat ik niet mocht, en alles begon zo rap te groeien dat ik nimeer wist waar het ging eindigen.
Toen werd ik bij diene doktoor geroepen, om ne keer te kijken of alles niet te rap ging.
Na een medich onderzoek te hebben ondergaan, kreeg ik mijne uitslag mee naar huis.
- Mijne kop werd zo groot, of de bollen van het atomium. - Mijn flaporen werden zo groot als ne parasol, waar ge kon onderschuilen als het begon te regenen. - Mijn platvoeten sprongen uit mijn sandalen, en mijn gekromde tenen staken door mijn voetzolen. - Mijn zwarte eksteroog op mijne rug was zo groot als ne zak patatten, zodat mijn moeder niet teveel naar den kelder die op onze zolder was, moest gaan. - Mijn vingers waren zolang geworden, gelijk de takken van onze bananenboom en die kropen overal rond mij heen. - Mijn blinde darm was zolang geworden, dat hij om de twee maanden moest bijgeknipt worden. - Mijn tanden kropen langs mijn neusgaten naar buiten, zodat ik geen zakdoeken nodig had om mijne neus te snuiten. - Mijn navelstring werd zolang, dat hij geregeld moest op een bolleke opgerold worden, om in de winter ne trui te breien. - Mijn haar begon zo danig te groeien, zodat in de zomer de vogels er hunnu nest kwamen in maken. - En mijn geelblauwe wenkbrauwen waren zolang geworden, 't waren precies twee eenzame treurwilgen die boven mijn versleten ogen hingen te bengelen.
Amai zeg, azo een lawaai dat die vogels konden maken, boven op mijne volgegroeide kop. Om de drie maanden sprongen mijn trommelvliezen, zodat ik nu met twee holle oren rondloop. Maar diene doktoor had mij wel een papierke meegegeven voor mijne pa, om mij zeker geen schuppen meer te geven.
Awel mannekes, vanaf dienen moment ben ik beetje bij beetje beginnen krimpen, vandaar mijn klein gestalte.
Maar de grootste oorzaak van mijn krimping is, dat ik vroeger bij het koersen geene soepkom op mijne kop gezet had en teveel ben gevallen, want ik kwam altijd thuis met builen of blutsen in mijn kop.
Maar dat krimpen heeft ook zijn voordelen en nadelen.
Het voordeel van klein zijn is, dat ge u veel beter kunt wegsteken als ze u zoeken. Het nadeel is dan weer, dat ge rapper herkend wordt.
Awel mannekes, 't is maar om u te zeggen dat flipper de flip nu wreed gekrompen is.
Ik wens jullie veel leesplezier toe, met dit humoristisch verhaal.
Awel mannekes, ik ga nog ne keer terugkeren naar mijne kindertijd, dus terug naar de boerenbuiten waar flipper de flip geboren is en dat in Sleidinge.
Ge moet weten dat we verschillende beesten hadden, vooral koeien, paarden, varkens enz..... Die beesten hadden ook elk ne naam gekregen, zodat ik af en toe ne keer miste van naam. Maar na lang zoeken had ik daar iets op gevonden, ik liet die beesten allemaalinschrijven in de bevolkingsregister. Na een veertien tal dagen kregen we voor elk beest een paspoort die ze moesten dragen rond hunn nek, en ieder jaar werd er dan ook hun verjaardag gevierd. Af en toe werden ze ook in een ander kleurke gestoken, om een beetje meer afwisseling te hebben in onze beestenskwekerij. Ook het gras in de weide kreeg af en toe een ander tintje verf, om de natuur wat schoner te maken. En de varkens liepen daar als zebra's te pronken met ne schonen witte band aan, en daar tussen liepen ook varkens rond met ne zwarte band.
Ja mannekes, de mensen dachten direct dat onze zebravarkens aan karate deden, om hun te verdedigen wanneer ze aangevallen werden.
Onze Blesse, dat was de oudste koe van den hoop, die werd om de twee dagen gewassen met bio tex en ingevreven met champoo, tegen de kanarievliegen die van Zuid Amerihoela kwamen. Onze steenezel die moest in het veld staan als vogelschrikker, omdat diene wreed schoon kon roepen.
Onzen haan moest moest dan op de schouw gaan staan, om de windrichting aan te duiden en om te koekeloeren als het ging regenen. Als die beesten op het veld rond liepen en 't begon te regenen liep die blinkende verf daaraf, en kon ik opnieuw beginnen schilderen. Af en toe ging ik ne keer gaan wandelen met die varkens, die hunne piksplinternieuwe zebrakostuummeke aan hadden om naar de schoon mademasellkes te kijken. Maar daar had flipper de flip ook iets op gevonden hoor: Ik legde al die gestreepte zebravarkens plat op de grond naast mekaar, zodat de mensen en de kinderen die van 't school kwamen,rustig op hun gemakske de straat konden oversteken. We hadden thuis ook nog ne hond en die heette: Wief Waf Woef, maar met zijne ouderdom vergat dat beest af en toe ne keer woef te roepen. Als onze blakkie gestorven is aan reuma en aan ouderdomsverschijnselen, nam onze kat zijn plaats in.
Onze kat die kon wel niet bassen (blaffen) gelijk onze blakkie, maar ze kon wreed schoon miauwen op de muziek van Beethoven of Chopin van Grunnerbacher. Op ne zekere dag is onzen bok ne keer over zijnen kop gevallen, en zijne nek was gebroken en zijn twee voorste snijtanden waren verdwenen. Want mijn moeder die gebruikte altijd onze bok voor te schilderen, want ze kon zo hoop niet springen met hare korte beentjes.
't Is maar om u te zeggen dat het bij ons af en toe ook ne keer karnaval was, maar als er gewerkt moest worden dan werd er ook wreed hard gewerkt.
Dit verhaaltje is samengesteld met een beetje humor, want ik vind dat er veel te weinig gelachen wordt.
Als ne kleine jonge snotter moest ik altijd van die leuke karweitjes oplnappen die ik met veel plezier deed, want bij ons thuis was er altijd wreed veel werk te doen.
Zo moest ik geregeld met paard en kar naar het veld rijden achter bieten en rapen, om ze 's avonds aan de beesten te geven.
Maar als het zo wreed warm weer was buiten, moest ik ons Brabants trekpaard (Bella), hare winterse frak uitdoen.
In de winter had onze Bella twee pull-overs aan en ne warme wollen frak, maar in de zomer begon ze wreed te zweten, waarschijnlijk van de warmte zeker.
Eerst dacht ik dat onze Bella ziek aan het worden was, maar mijne pa die zei mij dat da normaal was.
Mijne pa zei mij dat het een warmbloedig trekpaard was, en dat hij niet goed tegen de warmte kon. Ik had dat al willen zien, want de dag ervoor moest ik met onze Bella naar de weide gaan, om hem te laten uitrusten.
Toen onze Bella nog geene vijf minuten in de wei liep, is ze drie keer flauw gevallen, omdat ze zich niet goed voefde zeker.
Achteraf bleek dat ze te weinig zuurstof had, bij gebrek aan te weinig rust.
De veearts is er direct bij geweest en ze kreeg direct vier weken ziekteverlof voorgeschreven, en ne ganse boel medekamenten die ze om de twee minuten moest inslikken zonder warm water.
Toen moest ik onze landloper uit de stal halen, om het werk over te nemen van onze vermoeide Bella.
Ja mannekes, onze landloper kon wreed rap lopen, want als een muis achter haar aan zat, die begon ze wreed rap te spurten hoor.
Awel mannekes, op ne zekere dag was ik met paard en kar op het veld aangekomen, om rode bieten en donkerblauwe zeerapen op de stilstaande kar te smijten met ne riek.
Ineens begin diene landloper daar te spurten met de kar op zijne rug, zodat de rode bieten en de donkerblauwe rapen langs alle kanten gesmeten werden.
Ik ben na twee dagen thuis gekomen zonder rode bieten en zonder donkerblauwe rapen, maar wel met paard en kar.
Ja mannekes, onze landloper heeft daar twee dagen voor het rood licht staan wachten op ne trein die nog moest vertrekken.
Onze beesten hebben dan moeten vasten voor een paar weken, tot wanneer onze Bella terug uit ziekteverlof kwam en terug mocht werken van de controledoktoor.
Na een paar weken liepen die beesten daar rond gelijk ne vis zonder graten in zijne rug,'t was precies of ze waren in hongerstaking.
Allé,ze zijn er toch allemaal weer bovenop gekomen,want ze gingen 's nachts op smokkeltocht bij de buren. 't Is maar om u te zeggen hoe nuttig een paard en kar wel was,want de lucht werd niet vervuilt.
Och ja, we kunnen er zoveel over vertellen en schrijven als we willen, maar daarmee komt onze Bella en onze landrover niet meer weer hoor.
Dat is een boerenverhaal uit flipperke's leven die ik echt heb meegemaakt en beleefd heb, maar enkele teksten moet ge wel met een korreltje zout nemen hoor.
Ik heb gisteren ne tekst op papier gezet dat ging over vroeger en nu,en ik zei zo tegen mijn eigen: Flipper de flip,waarom ga je er vervolg aan breien?.
Awel mannekes, dat heb ik gedaan. Omdat er nog vele herinneringen de moeite waard zijn, om ze terug even naar boven te halen.
Als ne jonge snotter liep ik daar rond in korte broek en aan mijn jonge malse voetjes had ik klompen aan, om de mensen die nog lagen te slapen in hunne nest wakker te maken.
De mensen hoorden mij van verre alkomen, want in diene tijd waren dat allemaal kasseien die werden aangelegd hé.
Er werd dan ook niveel ingebroken gelijk nu het dagelijkse kost is geworden, en de mensen zaten om 10 uur 's avonds nog aan hun deur gezellig te babbelen met de buren en overburen. De mensen waren veel meer op hun gemak, en ze waren niet zo rap jaloers gelijk nu in diene moderne tijd.
Vroeger was er ook meer disipline, omdat de mensen meer kontenter waren met wat ze hadden. Ook ik kreeg in diene tijd een strenge opvoeding, waar ik nu de vruchten van plukk. Ik zeg altijd:
't lig aan de opvoeding maar ook aan het karakter. Maar toch vergis ik me soms nog, of dit de juiste beoordeling is. Er zijn verschillende factoren die daarbij een grote rol in spelen, en toch zijn er mensen die daar hun plezier in hebben.
Ik weet het nog heel goed, enkele jaren geleden toen ik bij de stad Gent mij ging aanmelden voor een job bij de plantsoendienst.
Toen moest ik een bewijs van goed gedrach en zeden kunnen voorleggen, die ik ook in mijn bezit heb.
Maar na enige tijd was ik te weten gekomen, dat de meesten al 't één en 't ander hadden uitgespookt waar ze nog fier op waren ook.
Awel mannekes, ik zeg altijd wanneer ge niks mispeuterd of uitgespookt hebt, dan mag je echt fier zijn dat ge ne goede burger zijt.
Als ne jonge snotter heb ik ook wel eens kattekwaad uitgehaald hoor, gelijk de meesten onder ons toch. Maar dat waren kattekwaad waar ge kon mee lachen, en den dag nadien vergeten was.
De meeste kattekwaad haalde ik uit met onze beesten. 's Avonds wanneer ik de varkens hun eten moest geven in hun voederbak, dan deed ik daar af en toe een scheutje whisky bij hun eten, tot wanneer dat al de varkens zat waren. Als ze zat waren ,deed ik hun kot open en ik liet ze naar buiten lopen om frisse lucht te nemen.
Amai zeg, die varkens deden raar, precies of ze waren echt zat. Ofwel liet ik de koeien uit de weide los, door den ingang open te zetten. Maar daarvoor ben ik nooit wettelijk gestraft geweest, wel van mijne pa hoor. Vroeger kon men daar ook mee lachen, maar nu steken ze u in den bak als ge iets mispeuterd hebt. Ne mens moet zijn grenzen kennen, en niet de grenzen overschrijden.
Maar ja, iedereen leeft op zijn eigen manier en volgens zijn of haar normen. Ik stel mij soms de vraag of de mensen dan ook veel gelukkiger zijn dan vroeger?.
In feite kunnen we daarover babbelen en zever zoveel we maar willen, het verleden komt toch niet meer terug hoor. Maar wat we wel kunnen doen, is leven met de normen die we hebben en respect tonen voor onze medemens.
Ik wens aan ieder van u een hele mooie en een zonnige avond.
Awel mannekes, ik ga ne keer terug naar den goeie ouwe tijd, toen het nog allemaal zwoegen en zweten was om onze boterham te verdienen.
Ja mannekes, flipper de flip is nen echte boerenzoon en daar ik dan ook fier op.
Alles werd dan ook met de hand gedaan, en het eten was ook veel kloekker dan het eten van nu. Als ge nu een gans brood opfret (opeet), dan hebt ge een uur of drie weer honger.
Allé, ne mens denk af en toe nog ne keer aan diene goeie ouwe tijd, die ons allen sterk en kloek heeft gemaakt.
Zwoegen en zweten moesten we doen op het veld met paard en kar, of met onze blote handen aardappelen rooien.
Ik moest van mijne pa als ne jonge snotter meehelpen op het veld, om te oosten en 's avonds wanneer het werk op het veld gedaan was,de beesten eten geven wat ik ook graag deed.
Ik weet het nog heel goed, het was in de hete zomers van toen, toen we op het veld aan het afzien waren, dat onze moeder de boerin 's middags met een rieten mandje en een kanneke karnemelk naar het veld kwam.
Want we hadden geenen tijd hadden om naar huis te gaan eten, want het werk op het veld moest ze vlug mogelijk gedaan zijn omdat de beesten op de boerderij ook al stonden te wachte achter hun eten. In dat rieten mandje zaten onze kloekke boerenboterhammen in, die gesmeerd waren met smout en spek of echte boerenhesp ertussen van een varken die geslacht werd.
Ook 's avonds moest er nog zwaar gewerkt worden, tot laat in de avond, soms tot heeeeeeel laat. Ik weet het nog heel goed, toen ik als ne kleine snotter van 't school kwam en per toeval huiswerk bij had, omdat ik tijdens de les aan het spelen was,dat mijne pa mij zei:
Flipper de flip, ga gij de varkens eten geven en de koeien en de vier Brabantse trekpaarden die we hadden, en daarna mocht ik mee een rapke mijn vervelende huiswerk nog maken.
Ne mens zegt nu de dag van vandaag, die dagen vliegen voorbij.
't Is in feite ni moeilijk hé, er zijn nu meer verlofdagen dan vroeger. Er werd ook meer naar school geweest dan nu, en de opvoeding was veel strenger ook. Maar toch was het de beste tijd, en de mensen verstonden elkaar beter dan nu.
Ik weet nog heel goed, in de zomer als de maïs en de rogge of de tarwe moest gemaaid worden,dan kwamen de buren en de boeren uit de omgeving meehelpen om te binden en te stuiken. Ons Brabants trekpaard (Bella) die moest het zwaarste werk opknappen, het veld omploegen en de omgekapte of omgewaaide bomen versleuren.
Elke zondag moesten we dan ook nog naar de kerk gaan om onze wekelijkse plicht te vervullen, daar waar er in de kerk een soort campetter (peike) rondliep, dus kon ge daar niet babbelen over de duiven die gingen landen of over het weer hoor.
Nee nee, ge moest gij schone stille zijn, of anders kwam hij ne keer aan uw oor trekken.
En als ge uwe eerste of plechtige communie moest doen, dan moest ge de zondag ook nog ne keer naar de leerringe gaan, om zeker te zijn dat ge uwe communie mocht doen.
Vele mensen gaan dan ook akkoord zijn met mij als ik zeg,dat den goeie ouwe tijd helaas al ver verre achter ons ligt, en dat hij nooit niet meer zal terugkomen.
De modernisme heeft allang zijn intrede gedaan, maar of het beter is dan vroeger is een andere vraag. De luxe is bij de sommige mensen boven hun hoofd gestegen, zodat ze niet meer weten van welk hout pijlen maken. De meeste mensen zijn dank zij die luxe, steeds meer en meer onafhankelijk geworden.
Ma ja, ge kunt erover babbelen en zeveren zoveel ge maar wilt, veranderen kunnen we toch niet hé.
Daarom vind ik het een zeer goed idee, dat de senioren en de seniorettes af en toe ne keer bijeenkomen voor een babbelke of een etentje met een drankske, want daar vind ge nog echte vriendschap.
Ik ga nu stoppen, want mijn vingers vallen al in slaap van de moeite.