Gebroken heup kondigt de dood aan
.
Op oudere leeftijd een heup breken is doorgaans geen goed voorteken,
leert Belgisch onderzoek onder 750.000 bejaarden. Dat schrijven de
Coreliokranten. Elk jaar breken in België zo'n achttienduizend mensen
hun heup. Twintig procent van hen (dat zijn 3.600 mensen) overleeft dat
niet en overlijdt binnen het jaar aan de gevolgen van de breuk. Maar ook
de 14.400 Belgen die weer op de been geraken na een heupbreuk, houden
er een voorgoed naar beneden bijgestelde levensverwachting aan over.
Dit alles blijkt uit onderzoek aan de universitaire ziekenhuizen van
Leuven en Brussel. Tot dusver werd aangenomen dat een heupbreuk gepaard
ging met een kwetsbare periode van een half jaar tot hooguit een jaar.
In die periode overlijdt één op de vijf patiënten aan complicaties van
de breuk (of van de hersteloperatie), zoals trombose, longembolie of
doorligwonden. Maar eenmaal die kritieke periode voorbij, zouden
heupbreukpatiënten weer de normale vooruitzichten voor hun leeftijd
hebben, zo was het idee. Die veronderstelling werd evenwel nooit
degelijk getoetst in grootschalig bevolkingsonderzoek.
Vakblad Daarin
is verandering gekomen met een studie van Leuvense en Brusselse
onderzoekers die vandaag verschijnt in het vakblad Annals of Internal
Medicine. "Na tien of vijftien jaar ligt de levensverwachting na een
heupbreuk nog steeds gevoelig lager dan bij leeftijdsgenoten die niks
braken", zegt Steven Boonen, diensthoofd geriatrie in UZ Leuven en hoofd
van het osteoporosecentrum van Gasthuisberg.(belga/kh)
|