Slaapendoscopie middel in onderzoek tegen snurken
Snurken en slaapapneu kunnen gerichter behandeld worden na het
uitvoeren van een slaapendoscopie. Uit het onderzoek, waarbij de
keelholte van de patiënt onderzocht wordt tijdens het slapen, blijkt dat
de tong naar achteren valt en de keelholte tijdelijk afsluit. Dat
ontdekte dr. Evert Hamans, verbonden aan het Universitair Ziekenhuis
Antwerpen (UZA), tijdens zijn doctoraatstonderzoek.
Twee tot vier procent van de Belgen kampt met slaapapneu waardoor hun
slaappatroon verstoord wordt. De belangrijkste klachten zijn luid
snurken, overmatige slaperigheid overdag en concentratiestoornissen.
Daarnaast hebben deze patiënten op lange termijn een verhoogde kans op
het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. TongSlaapendoscopie
wijst uit dat de tong vaak verantwoordelijk is voor slaapapneu. De
huidige behandeling van slaapapneu bestaat uit een beademingsmasker of
een mondprothese waarmee de patiënt elke nacht dient te slapen. Hoewel
deze behandelopties hun werk doen, verdraagt een belangrijke groep
patiënten deze behandeling niet. Bij hen wordt een operatie overwogen. Nieuwe
behandelingstechniekDe bestaande ingrepen zijn ingrijpend
en hebben bijwerkingen. In het doctoraatsonderzoek van dr. Hamans wordt
een nieuwe behandelingstechniek beschreven. Met dierexperimenteel
onderzoek werd een prototype van een tongimplant onderzocht en
vervolgens klinisch toegepast. Het implant bestaat uit een tonganker dat
minimaal invasief wordt ingebracht en vervolgens op individueel
aanpasbare wijze de tong kan opspannen om slaapapneu te voorkomen. De
patiënten die met het implant behandeld werden, hadden beduidend minder
slaapapneu, snurkten minder en voelden zich overdag veel fitter.
(belga/vsv)
|