het zakmes van mijn peter
Het zat altijd ergens in zijn broekzak, zowel thuis, op wandel als op stap. Soms lag het gewoon naast de asbak, maar indien nodig, vond hij het rap
en toverde ermee zoals geen ander. Heel vaardig hield hij het in de hand, en zei: Kijk hier, Roland, ik verander de resten van die oude autoband
in spullen die je meeneemt naar de zee! En toen we wandelden, ver van de dijk had mijn peter ook zijn zakmes mee. Ik voelde me dan weer de koning te rijk
als hij mosselen plukte van de stenen en de schelpen handig opensneed. Nooit mocht ik eens het zakmes lenen, maar bewonderde wat hij ermee deed.
Peren en aardappelen kon hij schillen met dat mes met het heft uit ivoor. Zo een mes zou ik altijd wel willen: die idee drong langzaam tot mij door.
Toen mijn peter jaren later was gestorven, kwam dat zakmes toch in mijn bezit. En ik was blij dat ik het had verworven, want mijn ultieme wens was immers dit
Daarom koesterde ik het in een lade tot het op een nacht gestolen was . En al was er ook veel andere schade, een massa rommel en gebroken glas,
Mijn klaslokaal was vuil en vies: Het werk van de onbekende dader. Ik treurde vooral om het verlies van dat mes van mijn grootvader
Er resten mij drie kleine dobbelstenen en de ring van toen hij trouwde, Maar dat zijn zakmes is verdwenen Blijft wat mij t meest berouwde.
|