Voorbij de toekomst
Tegen dat de zon bijna geen schaduw schonk, behalve zwarte vlekken rond mijn voeten, zag ik in het natte versgespoelde zand een kronkelwulk die gulzig golven dronk alsof ze voor de plotse hitte wou gaan boeten door te sterven op het blinde witte land
Tegen dat de schaduw smachtte naar de nacht die grijzend dreigde in de donder van de oost zocht ik op de vloedlijn drogend in de wind ontgoocheld dat de wulk niet had gewacht. Ik had die nog zo gaarne, zeg maar, lief gekoosd, maar was misschien gevonden door een kind.
Tegen dat de zee opnieuw het strand bespoelde en de branding steeds het schuim verschoof dacht ik dromend aan voorbije jonge jaren Toen ik met mijn handjes aan de schelpen voelde vol vertrouwen in een eigen nieuw geloof dat zou verdwijnen in de bruine barse baren
20/5/2010
|