Inhoud blog
  • Inpakdag
  • een laatste keer de bergen in
  • torre del mar
  • dry rafting
  • apentoerentocht
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek
  • Goedemiddag
  • OOk nog de Beste wensen voor 2024
  • Hallo
  • Een goede midweek middag en avond
  • Goedemorgen

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    de hort op

    08-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 8 september 2019, glorie halleluja, Ansignan !

    De laatste dag is aangebroken. Het vervult me met trots, maar ook wat weemoed. Aan alles komt een eind. De 800 kilometers zijn afgemalen. Zonder ongelukken, zonder ziektes of andere calamiteiten. Twee platte banden, dat is het bilan.

    Morgen is het maandag, dan komen de vragen van Proust  op de proppen. Ik ben reuze nieuwsgierig!!

    08-09-2019 om 21:42 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 7 september 2019 brand brand!

    Geert rijdt vandaag, er staan 95 km op het programma voor ons drieën.  We blijven in de Herault, die mijn hart gestolen heeft. Het kan ook de Haute Lanquedoc zijn, zo juist weet ik het niet, maar het is een golvende, groene, lieflijke streek. Voor we vertrokken hebben we van de man met de droesemogen nog wat eigen kweek gekocht : ail de l'ours, caviar de champignons, confit de pastèque, ingelegde tomaten met eekhoorntjesbrood en een grote pot augurken. Allemaal lekkerrr!

    Onze boodschapper heeft de markt gedaan en schotelt ons verse geitenkaas voor op de place Charles de Gaulle in Murviel-les-Béziers. Een man die zich vermomd heeft als burgemeester komt vragen waar we vandaan komen. Waar hij vandaan komt vertelt hij niet. Mijn twee kompanen leggen zich plat op de grote markt om de kaart te bestuderen, dorpjes worden nauwkeurig opgeschreven. We mogen niet te veel afwijken van onze route, de tegenwind maakt het al lastig genoeg.

    De wijngaarden van de Lanquedoc palmen het landschap in. Hoeveel kilo's druiven worden hier niet gekweekt!

    In Bize Minervois, staat de garrigue er zwartgeblakerd bij. Hier heeft het lelijk gebrand. Toevallig kijkt Johan even later in de krant bij een tussenstop. De brand was de vorige dag, zo blijkt. Johan blust nog wat na. Helaas niet voldoende, de brandweer komt alweer aangerukt. Wat een hete tijden! 

    Michel wil een fotoreeks maken van de wijngaarden. Vooraanzicht, zijaanzicht, bovenaanzicht, het is geen gezicht. En Geert roept ons op om vlug te komen want de chambre d'hôtes heeft een zwembad en een pingpongtafel en wordt gerund door 2 Engelse mannen, die speciaal voor onze boys een boysroom hebben geprepareerd. We duiken nog even in de jacuzzi en het zwembad en zijn helemaal klaar om iets te gaan eten. Het wordt pizza in een zieltogend restaurantje, waarvan het mevrouwtje ons alles vertelt over de transhumance en de bijzondere man die haar grootvader was. Ze kijkt nauwlettend toe of we nog wel luisteren, wegdromen hoeven we niet te proberen, want ze wil zekerheid of we wel begrijpen wat ze zegt. Zo niet, zal ze het eens opnieuw vertellen.

    We moeten toch écht wel vertrekken en schuifelen zachtjes naar de uitgang en richting ons bed. Voor ons ruim genoeg, the boys moeten stil opgebaard op hun rug liggen, hun bedje is slechts 80 cm breed. Lits séparés!

    08-09-2019 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrijdag 6 september 2019 onherbergzame Cevennen

    Vandaag ben ik chauffeur van dienst. Ik spoed me op weg en stop bij de eerste bakker die ik tegenkom. Brood te pakken krijgen lijkt eenvoudig, maar hier is dat niet zo simpel, want de streek is heel dun bevolkt.  Met twee baguettes onder mijn arm ben ik al zeker dat we niet van honger gaan omkomen.  Het is zonnig en de natuur is prachtig.  Groen en groen en nog groener dan groen. Uitgestrekte bossen (ik denk loofbossen, maar Geert corrigeert me en zegt dat het naaldbossen zijn), waar ik met mijn auto doorsnijd. Het kost niet veel moeite om in die bossen hele scharen trollen en snotgurken te zien, die met hun mansgrote handen forellen uit de beken scheppen en hazen bij hun oren uit hun holen trekken.  Als kind zou ik vast geloofd hebben dat ze ook wel kindjes aten en vreselijk konden rollen met hun bolle ogen.  Hoe meer je zou smeken om terug naar huis te mogen, hoe afstotelijker ze zouden lachen en bekketrekken.

    Maar nu zit ik veilig in de auto en lach de trollen vierkant uit. De wind is fel en ondanks de volle zon is het koud buiten, amper 14°C.  Ik rijd kilometers en kilometers en kom geen levende ziel tegen.  Een paar uitgestorven dorpen en verder altijd maar die bomen.  Verderop wordt het vlakker en nog meer woeiende waai met echte rukwinden. Achteraf vertellen de mannen dat ze Johan bijna kwijt waren in de rukwindendans. We hebben afgesproken in het dorpje Le Caylar en ik zie dat het vlak tegen de autosnelweg ligt.  Vreemd is dat, zo dikwijls hebben we die autobaan al genomen (Clermont Ferrand naar Béziers, Montpellier) en nooit geweten dat er zo een bar land achter lag.

    Het dorpje is niet veel soeps maar heeft wel een mooie 'arbre sculpté" op de markt staan.  We eten aan de voet van die boom en proberen een graatmager katje wat te voeren, maar het hapt niet echt toe.  Arm beestje, het zit vast boordevol wormen.

    Vol energie vertrekken de mannen terug voor de verdere tocht, ik zie ze pas 's avonds terug aan de chambres d'hôtes van Joncels.  Een heel merkwaardige villa met heel merkwaardige mensen.  Ze noemen het een villa, maar eigenlijk is het een soort mas van heel lang geleden, even zo lang beheerd door dezelfde familie van kunstenaars. Het is er groot, oud en stoffig.  We krijgen een heel appartement tot onze beschikking met twee slaapkamers en dan nog eens 2 mezzanines. In de mas  wonen ook twee honden (chow chow), die knorren als varkens en een of meer poezen.  De heer des huizes is een verzopen man met zijn haar in een staartje, maar hij is erg guitig en charmeert graag 'madame' (dat ben ik). Zijn vrouw schildert (en kookt voor ons) en zijn schoonvader (van 94 jaar) maakt al heel zijn leven, dag na dag, houten sculpturen. Ik kan geen plaatsje in de grote mas bedenken waar geen kunstwerk van de man hangt, staat of ligt.  Ze zijn bevreemdend mooi, we geraken er niet op uit gekeken.  Ze doen wat denken aan de spookachtige figuren van Dali.  Maar, ze zijn niet te koop.  Hoe jammer, al die prachtige dingen. Later op de avond zien we de oude man met zijn stok en.....hij heeft ook een staartje in zijn haar.  Aandoenlijk grappig.

    We krijgen een lekker avondmaal met de nodige animatie van Alain, die ons vol alcohol giet.  Daar worden we ontzettend vrolijk van en Alain ook (want die drinkt mee vanuit de keuken).  Gelukkig is het niet zo erg dat de houten sculpturen tot leven komen en mee beginnen feesten. Dat zou pas hallucinant zijn.

    Aangeschoten kruipen we in onze nestjes, de spinnen in alle hoeken van de kamers zijn ook al gaan slapen en buiten wachten nog honderden takken, boomstronken, knoesten om bewerkt te worden door de kunstzinnige handen van de 94-jarige kunstenaar.  Wat een prachtige kerel !!

    07-09-2019 om 22:55 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.donderdag 6 augustus 2019 de mens die geen ezel is

    Uzès, je was prachtig verlicht, maar we komen vandaag niet terug. Neen, We fietsen onder het stadje door langs kleine pittoreske baantjes. Rustig, zonnig, wind actief aanwezig.

    Michel is chauffeur en boodschappenjongen en ontdekt -te laat- dat hij zonder portemonnee in de winkel staat. Dan maar in natura betalen.  Of toch niet, hij heeft een paar centen op zak, de winkeldame geeft hem waar voor zijn geld.

    Het is leuk rijden ondertussen, maar pssssjjt pssssjjjt pssssjt, daar ontsnapt lucht uit het achterwiel van Johan.  Band plat, niet getreurd, nieuw bandje steken.  Geert heeft een NIEUW bandje zitten, getuige het elastiekje dat errond zit.  Bandje heeft een gat.  Je houdt het niet voor mogelijk, twee jaar geleden hadden we exact hetzelfde scenario.  Mannen rijden plat en steken het foute bandje terug in de verpakking en denken dan dat het een nieuw bandje is.  De enige die MISSCHIEN nog écht nieuwe bandjes heeft is Michel, maar die staat zonder portemonnee bij de winkeljuffrouw.  Gelukkig is Johan een erg handige Harry en kan hij ook bandjes plakken, zelfs met verduurde lijm en vergane plakkertjes. Bandje opgepompt en samen terug de fiets op.  Michel wacht ons op aan de rand van het dorpje Sauve en heeft een picknickplaatsje gevonden aan het riviertje.  Alles bij elkaar valt de voedselvoorraad best mee, we sterken goed aan. 

    Johan, de rusteloze snuffelaar, heeft een grote hond gevonden.  Hij stapt trots met het beest aan de leiband de parking op, op zoek naar zijn baas.  Baasje gevonden, wij tevreden, nog een hond erbij in mijn fietszak, c'est trop ça. Het is al genoeg dat al dat gerief van die mannen er in moet.

    We vertrekken welgemutst verder, maar het valt wat tegen, het is toch wel een erg drukke baan, waar we langs rijden.  Geert zoekt een alternatief en dat mag er wezen.  Langs de Herault, waar zonnekloppers half in, half uit het water dobberen en hangen, volop in het groen, the middle of nowhere....het lijkt schitterend.  Maar : aan elk voordeel hangt een nadeel.  Er moet geklommen worden. Het wordt een pittige klim en ik zie mijn batterij zienderogen achteruit gaan. Tot boven gaat nog net. Het stuk daarna daalt aanvankelijk en doet mijn brommertje met verve.  Daarna wordt het moeilijker.  Nog 3 km te gaan, Geert neemt over en ik stamp voort op zijn koersfiets.  Gelukkig heeft Michel een duidelijke foto doorgestuurd van de zijslag die we moeten nemen voor de chambres d'hôtes, even voorbij Le Vigan.  We hebben meer dan 100 km gefietst, moe, verhit, hongerig. 

    De frisse lady of the house serveert ons nog een table d'hôtes die er best mag wezen, nog een digestiefke van het huis en we duiken alweer tevreden ons bedje in.

    Voor u, beste lezer heb ik nog een raadsel : misschien kent u een metsersdecolleté ? Maar weet u ook wat bedoeld wordt met een zinklaag op een metsersdecolleté ? Het heeft te maken met de pijn en smart die een wielerman leiden kan. Graag uw antwoord via de reacties.  Wie juist antwoordt ontvangt een pot soep van 'Soep van de fiets'. Asap.  Raden maar !!

    06-09-2019 om 21:41 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.donderdag 5 september 2019 heerlijke wortelverwarring

    Mijn batterij is volledig opgeladen na een nacht die slechts vijf minuten lijkt te duren, maar toch 9 uurtjes telt.  We ontbijten op de binnenplaats, de gekke eigenaar is terug sereen en hulpvaardig en ik koop nog vlug een doos nougat.  We zitten tenslotte op een boogscheut van Montélimar, het mekka van de nougat.

    Johan is chauffeur en doet een paar kleine boodschappen want onze mand met proviand zit nog goed gevuld.  We hebben al de hele reis een doos aspergesoep van Unox bij, maar die wordt goed bewaard want hoort bij een visgerecht dat Johan ooit eens zal maken. Verder nog flink wat fruit en toespijs, chocola en drank, meer moet dat niet zijn.

    Per toeval hebben we ontdekt dat we een fietsroute langs de Rhône kunnen volgen, de via Rhôna en dat komt ons zeer goed uit, want aan de Rhône is het moeilijk om een mooie fietsweg te vinden. De route is niet zo moeilijk te vinden, we korten onze wegen met rasse schreden. De Rhône ligt links van ons breedheupig te wiegen als wuivende zeeën.  Weinig volk op de route, we zien wel een prauw met inboorlingen druk doende met stokken en giftige pijlen om ons naar de verdommenis te schieten, maar haha, we zijn al lang de piste in.  Even verderop zit een toeristische dame zich aan de oever te vermaken met het breien van een ellenlang ding, ik zou niet weten wat het is.  Wij trekken ons er niks van aan en doen terloops een plaatselijke markt aan.  Ik heb zin in wortels en dat kopen we en ook wat druiven en nectarines.

    Afgesproken met Johan in Pont Saint Esprit, aan de Ardèche.  Hij wacht ons op boven op de citadel.  De wortels verdwijnen stiekem in de zak met proviand en wat wij met ons drieën verwachten, nl. grote verwondering over wortels in de tas, dat komt niet. Integendeel, Johan begint een verhaal af te steken over hoe die wortels in de tas terecht zijn gekomen.  De kassierster van het warenhuis heeft die per ongeluk in zijn tas gestoken, maar eigenlijk zijn ze van een oude vrouw die haar beurt niet kon afwachten en stiekem wilde voorsteken aan de kassa en in de verwarring van dat voorsteken zijn de wortels in de tas van Johan beland.  Wij suggereren met klem dat hij die wortels moet gaan terugdragen, want gestolen goed gedijt niet, toch ? Ja, zo zot gaat hij niet zijn, die wortels zijn bij hem beland en dus zullen wij ze ook moeten opeten.  Hij blijft in zijn eigen verhaal zitten, ook al proberen we het wortelverhaal aan te passen en de ware toedracht beetje bij beetje te vertellen.  Neen, die wortels  en de caissière en de oude vrouw en pimpampet, wortels in de tas.  Het duurt tot 's avonds eer hij door begint te krijgen dat we wel erg lang wortelen over zijn wortelverhaal. Hoho, wat een zware euro die eindelijk valt.

    Ik heb de voormiddag gefietst, Johan fietst in de namiddag en ik rijd verder met de auto.  Veel te vroeg sta ik te blinken aan de chambres d'hôtes, de mensen zijn boodschappen gaan doen, maar duiken al gauw op. Nog even een misverstand over de kamers, maar dat wordt verholpen en ik kan het zwembad in (het is 32°C!) en met mijn boek aan de rand ontspannen opdrogen.  Een uur later komen de drie musketiers aan, ze hebben 110 km gefietst en zijn afgepeigerd en verhit. Nog een vlugge duik in het zwembad, iets gaan eten in het mooie stadje Uzès en vroeg ons bed in, want morgen moet er weer behoorlijk wat gefietst worden.  Michel en Johan slapen in een bijbouwtje, het lijkt wel een kabouterhuisje.  Ze zitten daar goed, droog en knus.  En wij logeren in een kamer met zicht op het zwembad, ook niet slecht.

    05-09-2019 om 22:15 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dinsdag 3 september 2019 een droom van een Drôme

    We slapen lekker in ons bolletjesbed en krijgen een ontbijt 'eigen kweek' voorgeschoteld. Alles is handgemaakt door de twee koppels : de confituur, de yoghurt, de briochen, de kippen legden de eitjes en de bomen gaven het fruit.  Enkel het brood komt van buitenshuis.  Een prima adres.

    Aan onze tafel nog twee andere wielergoden en een ouder echtpaar. Vrolijk gebrabbel door mekaar, vooral de wielrenner uit Luxemburg voert de boventoon.  Heroïsche verhalen komen uit zijn mond, maar als hij opstaat van tafel blijft zijn lichaam in een hoek staan en grijpt hij naar zijn rug. Rug kapot, het heldendom is al gepasseerd, vandaar wellicht de aangedikte vertelsels.

    Geert is chauffeur en zorgt voor brood en spijs. En wij laten Die al gauw achter ons.  Het is mooi weer, zij het met veel wind, maar alles beter dan die ijzige kou van gisteren.  Met de col de Rousset zijn we de poort naar het Zuiden doorgereden. Het gaat snel, langs de Drôme, zuidwestwaarts, maar straks wacht er alweer een col en rijden we pal zuidwaarts. Als eindbestemming mikken we op een klein dorpje niet ver van Montélimar : Rochefort en Valdaine.

    We zijn zo goed bezig dat we Saillans voorbij rijden en op onze stappen (nou ja) moeten terugkeren.  Onderweg stellen we nog even een goede daad : 2 Nederlanders met een platte band stappen langs de drukke weg. Dat is balen, joh ! Willen ze geholpen worden?  Neen hoor, ze stappen wel effe verder. Ook goed dan. 

    De col de la Chaudière is 1000 m hoog ( zal wel gecorrigeerd worden door één van de mannen) en heeft een paar nijdige stukken van 9%.  Geen katje om zonder dijspieren aan te pakken. Michel wil nog even op de foto bij de pancarte en wijlle weg. Boven wacht Geert met de auto, geen gekwetsten, geen ontmoedigden ? Neen hoor, maar de volledige rit zal mijn batterij het niet uithouden en dus gaan we wisselen na de lunch in Bourdeaux : Geert verder met de fiets en ik in de auto. We palmen een bank in onder de platanen op een parking in Bourdeaux vlakbij een watertje dat vol forellen zit, hele dikke en ook kleintjes.  Johan laat zijn boterham met confituur in het stof vallen, vanzelfsprekend met de confituur naar beneden (Murphy!) en zegt dat hij een forel gaat vangen met zijn gevallen boterham. Boterham gaat het water in.  Forellen tonen geen enkele belangstelling.  Amandelen moet je hen geven, zegt Michel, dat eten ze graag.  Hadden we dat nu maar meegebracht ! Wat is er lekkerder dan een verse forel, gebakken op het campingvuurtje van Johan, in de snikhete bossen van de Drôme met een krachtige wind erbij.  Een uitslaande vlam en heel de streek in het zwart. En wij mee opgefikt.  Neen, laten we gewoon verder rijden en plaats geven aan de twee oude mannen die hun bank aan ons verloren zagen gaan en zich op een muurtje zijn gaan zetten.  

    Goed op tijd komen we aan de chambres d'hôtes, een mooi Provencaals huis, met een binnenkoer waar we 's avonds samen met de gastheer en -vrouw en nog enkele gasten een avondmaal krijgen.  De gastheer is een prima kok, het smaakt, we smakken en proberen het Nederlands tot tweede taal van de eigenaars te maken, maar ze komen niet verder dan dankuwel en goeiedag en smakelijk en 'erwtensoep'.  Heel vreemd vinden ze dat, erwtensoep met spek en broodkorstjes.  Ze hebben het al gegeten, hun buik heeft het achteraf geweten.  Soep van de Middeleeuwen, zegt de man.  Lekker, dat wel, maar niet te verteren.  De glazen wijn die hij ondertussen gedronken heeft maken het tafereel groter en breder en de soep wordt nog slechter en de man nog gekker.  Tijd om te gaan slapen, genoeg kolder voor vanavond.  Het was een mooie dag.  De Drôme wordt nu verder gedroomd in duizend klaterende beken en golvende valleien.

    04-09-2019 om 22:12 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    03-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maandag 2 september 2019 de grote sprong voorwaarts

    We krijgen een lekker ontbijt bij de man van de Groene Poort, die vooral zijn vrouw laat werken.  Michel grijpt gretig in het bord van zijn buur omdat daar lekkere abrikozen op liggen.  Gelukkig is zijn buur Geert en niet de stugge duitser die een stoel verder zit.  Weeral een wereldoorlog vermeden.

    De poes des huizes houdt ons argwanend in de gaten als we in haar domein (de garage) de was opvouwen en de fietsen van stal halen. En Johan heeft een platte band én, je houdt het niet voor mogelijk, het reservebandje heeft ook een gat. (zie pagina 13 van vorige fietsreis, idem dito verhaal).  Gelukkig is er nog de back up Michel, die alles in het dubbel bij heeft. (vandaar dat onze auto zo vol zit)

    We vertrekken vandaag met de auto naar Villard de Lans, voorwaar een hele sprong voorwaarts, maar het brengt ons zonder geknoei naar de Vercors en daar willen we fietsen.  We starten al onmiddellijk prachtig door de gorges de la Bourne, dalend en dalend tussen de hoogopstaande rotsen.  Rotsaert zal er ook door moeten rotsen met de auto, we gniffelen bij de gedachte dat hij niet op zijn gemak gaat zijn op die smalle weg, vol bochten en weinig uitwijkmogelijkheden.  Blijkt later onnodig te zijn geweest, hij vond het lekker rijden. Niets is wat het lijkt, blijkt nog maar eens.

    Het is killig, de zon is met vakantie, maar niet in de Vercors. De weg hobbelt op en neer, door een brede, groene vallei.  Leuk en makkelijk rijden, de kilometers zoeven weg onder onze goed opgepompte banden.  Michel heeft boodschappen gedaan en wacht ons op in St. Martin en Vercors om te lunchen. Er is bitter weinig beweging op straat, het sombere weer zal er wel voor iets tussen zitten.  Maar niet getreurd, we moeten verder, er wacht ons nog de col de Rousset als kers op ons toetje.  Op de top wordt er weer gewacht, dat is zo ongeveer afgesproken, maar de juiste locatie van de top is voor interpretatie vatbaar en tussen die twee interpretaties ligt een lange tunnel en zo gebeurt het dat ik door de tunnel rijd en daar wacht op iets dat niet komt en dat de twee mannen vóór de tunnel gaan zoeken waar ik nu weer zit.  Bij hen is het kouwig, maar bij mij is het ijzig en waait de woeste wind dwars door mijn lijf.  Michel komt -vroemvroem- aangereden, zijn pet en zijn broek waaien bijna af en uit  en hij vlucht terug naar de andere kant van de tunnel, de mannenkant.  En ik maar wachten en bevriezen en wachten en grommen en schudden en beven. Gelukkig is er de mooie aanblik van de afdaling, vol haarspeldbochten, en heel in de verte het stadje Die, waar Claire haar bubbelette fabriceert.  We storten ons naar beneden, wat een sensatie als de snelheidsmeter meer dan 50 km/uur aangeeft.  De wind spartelt nog wel tegen en doet wat gas terugnemen (met dank aan Geert die galant op me wacht), maar we voelen de warmte van het dal ons omarmen met inhalig lange zwoele flarden. Wat doet dat deugd !

    We logeren in een licht, comfortabel huis, dat gerund wordt door 2 zussen en hun echtgenoten, aan de rand van het stadje Die, dat wat tegenvalt door de leegstand en verpaupering. We vinden het enige restaurant dat open is vandaag, proeven een glaasje Clairette en verdelen broederlijk onze frietjes en groenten.  De pichet witte wijn neemt Michel (bijna helemaal) voor zijn rekening. Dessert en koffie laten we aan ons voorbijgaan.  We zijn voldaan, zowel ons buikje als ons kopje. De tocht door de Drôme kan beginnen.  Morgen.

    03-09-2019 om 22:48 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 september 2019 col du glandon en het ijzeren kruiske

    Alhoewel de beklimming van de col du Glandon niet van de minste is en dus nu een uitgebreid verslag zou moeten volgen, gaat het geschrevene over deze supermooie berg eerder beperkt zijn.

    Afgesproken is : Johan is chauffeur tot aan de top, daarna neem ik het stuur over. Geen probleem, dat lukt.

    Nog afgesproken is : na 10 kilometers fietsen, in het dorpje halverwege stoppen we om nog iets te drinken. Maar bibi is ribbedebie.  Mannen op zoek naar vermiste vrouw.  Vrouw zit boven te wachten op de top. Ik geef toe : het is mijn fout, halverwege de klim lijkt me zo fiederalala flets om te stoppen dat ik onmiddellijk en zonder versagen doorrijd naar de top. Strafpunt verdiend.

    Het is zondag, er zijn nogal wat fietsers en moto's en auto's die vandaag de ingeving hebben gehad om de col du Glandon te beklimmen.  Dat betekent dat veel strak uitgedoste klimmers, man en vrouw, zich moeten laten voorbijsteken door 'vrouw met brommertje'.  Ik zeg vriendelijk 'bonjour' en meestal schrikken ze even en prevelen dan iets terug dat ook op bonjour lijkt.  Een enkele olijkerd roept iets over 'tricher'.  Wat ? Tricher ? Rijden we koers dan ? En roepen ze dat tegen de moto's ook ? Denken ze dat hun favoriete col gaat wegsmelten als ik met mijn brommertje erover rijd ?

    Het valt nog meer op als ik boven kom : geen moegeploegde fietser zegt nog een woord tegen mij. Ik lach al eens vriendelijk, probeer een klein mompelingetje.  Ze zeggen niks terug. Haha, daar moet ik stilletjes mee lachen, hoe groter het ego, hoe strakker ze voor zich uit kijken. Alleen de man met de twee knielappen die we helemaal in het begin zagen vertrekken met zijn pistolets in zijn truitje, kijkt me vriendelijk aan. 

    Johan is ondertussen ook boven gekomen en samen bewonderen we de lange uitgestrekte vallei en het rotsgebergte dat ons helemaal omringt. Hij heeft, net als ik, zich een weg moeten banen tussen de schapen die op de hoogste weiden aan het grazen zijn en het verschil niet kennen tussen een mensenpad en een schapenpad.

    Het ijzeren kruisje kan ik ook nog oprijden, het is maar een boogscheut verder, maar ik laat het voor wat het is. Wat mooi was, mag mooi en genoeg blijven.

    De twee mannen komen boven, in de verte lijkt het alsof ze aan elkaar vasthangen : wit en blauw.  De ene keer wit van voor, blauw eraan vast, de andere keer ook zo. Blauw probeert er nog een sprintje uit te persen, maar het is maar een mager beestje. Ze melden nog dat er een schakelprobleem geweest is op 2 km van de top, maar nu is alles opgelost. Ook hun energie is volledig opgelost, dus moet er dringend gegeten worden.  Johan heeft al een buffet klaargezet en we schuiven gretig aan, terwijl de schaapjes op de achtergrond ons, jawel, schaapachtig aankijken.

    Veel wind boven op de Glandon, de afdaling gaat daardoor minder woest en Michel kan goed volgen deze keer. Er moet nog een laatste keer geklommen worden en dan stuiven we de b&b binnen, even van de grote, drukke weg af die naar Bourg d'Oisans leidt.  De gastheer is een Belg, een Vlaming zelfs, en hij studeerde kokschool in de Groene Poort in Brugge.  Veel kookt hij niet meer, uitgekookt.  Zijn vrouw is een oneindig vriendelijke vrouw met een wijsneuzig dochtertje en we voelen ons al vlug thuis in onze 'chambre quadripule'. 

    We gaan uit eten, de nacht valt, Johan en Michel kruipen achter hun gordijn om te slapen.  Maar eerst moeten ze nog tellen hoeveel stappen ze moeten zetten om zonder stommelen en rommelen naar toilet te kunnen.  Want 's nachts lopen die mannen graag rond en nu moeten ze telkens voorbij ons bed. We bereiden ons voor op het ergste, maar het valt wel mee. Enkel de stofhoest van Johan zorgt voor enig klankspel, niet in het minst voor Michel die, in zijn bed op amper 50 cm, een schrik pakt van dat geblaf. Morgenavond geven we ze allebei een pilletje of een karaf witte wijn.  Alles voor de rust, er slapen nog mensen in huis hoor.

    En nog een laatste noot : dat beperkt schrijven is toch nog een dikke boulette geworden. Ondanks de lome vermoeidheid.

    02-09-2019 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.31 augustus 2019 de koningin hult zich in een sappige regen

    De koningin heet Galibier en ligt op 2.600 m hoogte.  Ik denk dat het nog een paar meters hoger is, dus er zal hier wel commentaar volgen, maar zo heeft u al een idee over wat een kanjer ons te wachten staat.  Bovendien gaat aan de Galibier een andere col vooraf, dat is de Télégraphe, op 1.500m, met nadien nog een afdaling naar Valloire en dan begint de echte klim naar madame la reine.

    De gastheer heeft ons afgeraden om met de fiets te vertrekken vanuit La Chambre, beter is het om naar St Michel en Maurienne te rijden, weg van de route nationale die razend druk is. Ik besluit om niet mee te fietsen, maar ondersteunende chauffeur te zijn.  Op die manier hoeven we niet te wringen met de 4 fietsen, gewoon 3 lichte koersfietsjes voor 3 lichte mannekes.  Bovendien, mijn batterij laat zo een klim niet toe en halve werken liggen me niet.  Woehaa, allemaal uitvluchten!!!

    De mannen vertrekken aan de voet van de berg.  Ik zie Johan nog een vertwijfelde arm omhoogsteken : het lijkt alsof hij een ingebouwde gradenboog heeft om de hoek en het stijgingspercentage te meten van de helling. Inschatten, noodzaak voor een onderneming als deze.

    Ik doe boodschappen : een brood, ham, fruit.  Genoeg voor 3 hongerige coureurs.  Het weer is stralend, ik ben vrolijk, wuif naar de stokoude slager die met open mond achter zijn toog staat.  Zelfstandigen werken hier tot ze er bij neervallen.  Ondertussen rijden er grote hordes wielerhelden door het dorp, er is een plaatselijke koers en die gaat ook richting Galibier. 

    Maar wat doen de mannen ondertussen ? Ik weet het niet, dus moet ik een interview doen zo gauw ik daartoe de kans krijg.

    Eerste vraag : hoe hebben jullie deze klimpartij ervaren ?  Antwoord : lastig.

    Ja, dat had ik ook kunnen bedenken. Dus voel ik me geroepen mijn kennis van het mannenverstand boven te halen en me grondig in te leven in hun denken.  Dat gaat alzo : 'nondedju, nondedjie, waar zijn we nu weer aan begonnen?'

    Tweede vraag : wat is jullie het meest bijgebleven ? Antwoord : dat het lastig was. Enne, oh ja, dat we met 3 samen bovenkwamen op de Télégraphe.

    Mijn versie : 'er rijdt hier nogal wat schoon volk naar boven, we gaan samenblijven, niet te rap rijden, dan hebben we een goed zicht op al die schone, ronde poepkes'.

    Derde vraag : wat vinden jullie van jullie gemiddelde snelheid ? Antwoord : die was prima hoor, we hebben één andere mens in volle vaart voorbijgestoken.

    Mijn versie : 'dienen andere mens heeft juist snelheid genoeg om niet om te vallen, dus moeten we die wel voorbij steken of we vallen zelf om'.

    Maar niet getreurd en niet gelachen, Geert en Michel halen warempel de eindmeet.  En dan begint het te regenen. Gezapig en later wat minder gezapig.  Johan, de harkende Viking komt ook boven en met geen stokken is hij tegen te houden om ook de afdaling te beginnen. Michel en Geert kijken eerder bedenkelijk bij deze overmoedige akt en zij zijn met geen stokken meer op die fietsen te krijgen. Johan alleen naar beneden dus, in de gietende regen bij een temperatuur van 10 °C. 

    Vierde vraag : hoe was de afdaling ? Antwoord : nat.

    Mijn versie : 'was ik nu maar niet zo stoem geweest om hier te willen rrrrillen en trrrrillllen, klapperdeklapperdeklapperdeklap (dat zijn mijn tanden), ooohooo was ik maar bij moeder thuis gebleven'

    Het is maar na een warme chocomelk dat onze Viking terug bekomt. Wij hebben er ook ons bekomst van en zoals dat in alle verhaaltjes eindigt : moe maar tevreden trekken we hutwaarts.

     

    01-09-2019 om 21:22 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    31-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.30 augustus 2019 Madeleine met haar roze gaine

    Ik ben nog vergeten melden dat de afdaling gisteren zalig was en prachtig ook. Vooraan de zwarte valk, zich met ruim voldoende durf (help als die valt!) naar beneden smijten, daarachter de blauwe specht die zich vastbijt in de rug van de valk en dan het meer bezadigde roodborstje, zijn leven nog lang niet beu. En ik daar ergens tussen. Maar, kan de valk goed duiken, moeilijker is het voor hem om te stoppen, laat staan afdraaien. En dus zien we Geert verdwijnen naar een verdieping lager, waar we absoluut niet moeten zijn. Goed voor hem, het is alweer een extra training.

    Ook vergeten melden dat er een klein zwembadje hoort bij ons verblijf en dat we daar gretig gebruik van maken, ieder in onze stijl. Johan duikt met een karpersprong in het water, proestend en briesend. Ikzelf, kouwelijk, zak langzaam streepje per streepje naar beneden en doe daar toch een kwartiertje over. Michel, nog kouwelijker (die man heeft geen gram vet), doet er nog iets langer over om het water tot aan zijn kin te laten komen en beoefent dan de verticale stilstand(slag). Gelukkig niet met de kop naar beneden!  En Geert, die als kleine jongen al rap wegliep als zijn moeder hem wilde wassen, houdt helemaal niet van water en blijft in het droogdok. Dat is zijn bed en daar is het goed.

    Maar, vergeten we niet, er staat vandaag een echte col op het programma, de Madeleine, op 2000m hoogte. Toevallig logeren we op het traject naar de top en ben ik al blij dat ik 2 km minder ver moet klimmen, maar dat is buiten de 'die hards' gerekend, een col moet in zijn volle lengte bedwongen worden. Gedeeltelijk afhaspelen is geen optie. Goed voor hen, maar Johan en ik blijven ter hoogte van ons verblijf en wachten tot de twee anderen 2km afdalen en diezelfde 2km daarna terug oprijden. Enkel en alleen zij kunnen col de la Madeleine afvinken (denken ze). Bij ons kan daar geen sprake van zijn. Je loopt een marathon toch ook niet vanaf km drie!!!

    Goed, We laten dat stilletjes van ons afglijden en pikken ons welgemutst vast aan de kar van het serieuze volk.

    Wat kan ik over de klim nog zeggen? Il vlieg met mijn 'brommertje' vooruit en wacht een uurtje in Longchamps, het laatste station voor de top. We drinken ons wat moed in op een terras en beginnen aan het laatste stuk door de hoge alpenweiden. Het is zonnig en warm, prachtige vergezichten. Volgt de noodzakelijke foto boven aan het monument van de top en dan vleien we ons neer om te bekomen. 

    Het zwembad lokt alweer. We laten de hometrainer van de eigenaar in het water zinken en rijden de spieren nog wat los. Aquagym met zicht op de bergen.  Dan nog even de jacuzzi in, hemelse warme rust.

    Morgen staat de koninginnenrit op het programma. Dat hoort u dan wel.

    31-08-2019 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    30-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.29 augustus col du Chaussy: de grote verwarring

    Deze mooie donderdag is bedoeld om te acclimatiseren en een klein opwarmertje met de fiets te doorspartelen.

    We starten de dag met een mand vol proviand, die voor onze hut neergezet is door de vrouw des huizes. Lekker!

    Thomas heeft ons een tip gegeven voor een lekker los rijden, iets met veel haarspeldbochten en mooi! De mannen bestuderen het uitje aandachtig op de kaart en weg zijn we.

    Twee andere fietsers geven nog een tip om via een landelijk rustig weggetje te rijden, hetgeen al onmiddellijk jammerlijk mislukt. Het blijkt een rondje door het industriepark te zijn en we komen terug uit waar we vertrokken zijn.

    De grotere, drukke weg dan maar. Ik moet bekennen, ik weet langs geen kanten waar we naar toe gaan en rijd er maar wat op los. Michel, die weet ongeveer (!) waar we naartoe gaan en laat zich lossen. Een echte diesel. 

    Gevolg : ik ben heel alleen op weg, zonder één enkele man, richting Montvernier. Geert en Johan, mooi samengebleven, zijn gezamenlijk op weg langs de geplande haarspeldbochten (lacets de Montvernier) en denken(!) dat ik daar ook ergens ben. En Michel, die is op weg naar Turijn, want die heeft ons niet zien afslaan. Bellen, berichten sturen, het helpt niet. Ofwel is de gsm vergeten in de hut, ofwel vergeet men te kijken op zijn smartphone. Ik besluit om terug naar huis te rijden en wie kom ik daar tegen? De man van Turijn! Beetje misnoegd, maar toch voldoende op de hoogte -ondertussen- waar de haarspeldbochten zijn. Allez hop, er op. Het is steil en smal en we zitten onmiddellijk op ongekende hoogtes. Mooi panorama, maar beter is het de blik op de weg te houden, want de haarspeldbochten zijn niet te tellen. Daar is waarachtig Montvernier. Het kerkje torent hoog boven mij en klepelt vrolijk 12u. 'Kom toch terug, kleine Johahan', zing ik bij mezelf. En ho ho, 'pieppiep' klinkt het van achter een hoekje. Daar zitten Johan en Geert vredig naast mekaar op een bankje. Na te denken over 'wie waar zit. Michel komt boven en vindt dat er een aantal afspraken moeten gemaakt worden. 

    Dat vraagt een vergadering die we moeten inkantelen in ons programma en eventueel meenemen naar een volgende meeting die we gaan inplannen. Allemaal niet zo simpel dus. Maar een eerste richtlijn, om u een proevertje te geven van het soort vergaderingen, luidt alvast : ALTIJD wachten bij de twééde splitsing!! Efficiëntie, we dragen dat hoog in ons vaandel.

    Maar nu moeten we eerst die col nog op, die blijkt op 1530m te liggen. Michel, die vastberaden was om zich niet te forceren, herziet zijn mening :'het zijn enkel zotten en steenezels die niet van mening kunnen veranderen'.  En Geert staat al te trappelen van ongeduld om dat colleke in zijn broekzak te steken. Dat colleke is niet min hoor. Er wordt nogal gezucht bij het bovenkomen en tongen worden ver uitgestoken. Hartslagen worden vergeleken, de ene kan niet hoger dan 155slagen per minuut , de andere heeft een piek van 177 slagen per minuut bereikt, de derde weet van geen hartslag. En ik, ik sta er wat bij te glimlachen. Wat is een 'brommertje toch een feest voor het hart.

    30-08-2019 om 18:17 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 augustus 2019 vreserig

    De rit naar La Chambre verloopt uitermate voorspoedig. Een enkel euvel : we hebben de sleutel van ons huisje in Ansignan vergeten. Wat gedonder en gevloek, maar we rijden toch niet terug. Hopelijk zijn de buren thuis als we rond 9 september in Ansignan aankomen. Zij hebben een reserve sleutel. En anders moeten we een andere oplossing bedenken. Johan stelt voor om langs de kapotte pannen van het dak binnen te kruipen. Of, We kunnen ook in een b&b gaan en het huis onaangeroerd laten, maar dat zou wel heel jammer zijn van het verspilde geld. Ik probeer te telefoneren naar onze buren. Er neemt iemand op, het stemmetje lijkt in de verste verte niet op de flinke stem van onze buurvrouw. Een sms sturen dan maar. En afwachten.

    In de auto wordt er al flink gespeculeerd over de beklimming van de col de la Madeleine. Moeilijkst langs de zuidkant, maar langer langs de noordkant. Hoor ik daar enige vrees in de mannelijke bergontledingen?  Feit is dat we langs de zuidkant gelogeerd liggen en dus de enige mogelijkheid om de berg langs de noordkant te beklimmen is hem eerst langs de zuidkant op te rijden, langs de noordkant er af en dan terug omhoog langs de favoriete noordkant. Tja, dat lijkt me niet zo handig.  

    Als het mijn moment is om het stuur over te nemen, haasten ze zich om te benadrukken dat ik niet echt hoef te rijden, nee nee, als ik het liever niet doe zullen zij wel extra rijden. Hoor ik daar weer vrees in de mannelijk benevelde beoordeling? Ik stuur toch. Natuurlijk stuur ik. Michel zit naast mij, zijn ogen zijn toe. 'Ha, zeg ik, dat is een goed teken dat je ogen toe zijn, slapen naast de chauffeur is een teken van vertrouwen in de chauffeur'. 'Het kan ook iets anders zijn, zegt hij droogjes, dat ik mijn ogen toe doe omdat ik niet meer durf kijken'. Ik laat het niet aan mijn hart komen, ogen open of niet, ze rijden braafjes mee met een vrouw aan het stuur. Die bovendien in een ware stortbui terecht komt en zich een weg moet banen door schuimende en pruttelende waterplassen, drijvend wrakhout en op hol geslagen wild.

    We logeren in Entre 2 cols, campinggewijs, dat wil zeggen dat we wel binnen kunnen slapen en douchen, maar buiten moeten eten. Geen erg, het is prachtig weer, de 2 cols staan majestueus te blinken tussen alle andere cols, het is heerlijk rustig en de avond valt als een zacht fleece dekentje over ons heen. We kruipen in onze hut (de enen) en onze grot (de anderen) en proberen de slaap te vatten. Dat lukt bij de ene al beter dan bij de andere.

    29-08-2019 om 21:51 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dinsdag 27 augustus 2019 de mannelijke drang

    Het is alweer een tijdje geleden dat er een reisverslag verscheen in deze blog.  Het kan tenslotte niet altijd zondag zijn.  Maar morgen is het woensdag en vertrekken we -alweer, oh wij gelukzaligen- met 4 fietsen, 3 mannen en 1 vrouw naar de Franse Alpen en niet van de minste. We logeren in La Chambre en volgens wat ik zie op de website van de b&b hebben we twee huisjes of hutjes, eentje voor Michel en Johan en eentje voor Geert en Hilde. Ik heb twee hypotheses over de bouwer van de hutjes : dat is een heel frivole mens òf een heel loensende mens.  U moet maar eens kijken op de website van 'Entre 2 cols' in St Martin sur la Chambre en weten te zeggen wat U er van vindt.  De vensters staan scheef, het dak is steil als een zwarte piste, de tweede hut is een grote bierton.  Maar, en dat is uitermate goed voor ons, het verblijf ligt entre 2 cols en het zijn natuurlijk die cols die 'de mannen' (wie anders ??) op willen.  Vlak bij de Col de la Madeleine, niet ver van de Galibier en de Croix de Fer. En dan is er ook nog de Glandon en nog ene waar ik de naam al van ben vergeten, maar het zijn namen die klinken als galmende testosteronklepels. Bim bam beieren, dat wordt een paar uur hard steieren!!

    In onze hutjes blijven we 4 nachten slapen, dat is voldoende om al dat bergengeweld te bevechten.  De eerste dag wordt voornamelijk een rustdag, acclimatiseren heet dat, en daarna gaan we (voornamelijk 'ze') er tegenaan.  De energiedrankjes zitten hoog bovenaan in de bagage, evenals de helmen en de drinkbussen. Gelukkig maken de mannen er geen 'om het eerst boven' van, zo slim zijn ze wel, al verdenk ik er toch een paar dat ze een geheime agenda hebben en dat ze stilzwijgend toch uittesten of de 'tegenstander' niet zoetekesaan uit de wielen kan gereden worden.  Het meest verstandige is om dat in de laatste kilometer te doen, want te vroeg beginnen demarreren, dat kan dodelijk zijn in het hooggebergte. En degene die dan eerst boven is gaat niet op zijn blazoen blazen en zijn borstharen tonen en zich op de ribben slaan, maar die zal toch een klein, warm, dubbel overwinningsgevoel hebben : de top is bereikt en dan nog de eerste zijn ook.  Dan lijkt de stokoude dag weer even wat verder weg en kan met verrukking naar de gespierde dijen en kuiten gekeken worden.

    Het is wel wat jammer dat er geen internet zal zijn in het eerste verblijf. De blog zal dus redelijk leeg blijven de eerste dagen. Maar geen nood, er is nog de smartphone en een vel papier.  Alles wordt netjes bijgehouden en uitgetypt de volgende dagen.

    En de mannen gaan ook uit hun kot gelokt worden, ook al schudden ze om het hardst van nee en bromden ze daarbij dat er geen sprake van kon zijn, toen ik voorstelde om ieder om beurt een stukje te schrijven.  Doen alsof ze niet kunnen schrijven, dat kunnen ze wel, die mannen !

    27-08-2019 om 21:40 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    30-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.30 april Perpignan et le bricoleur

    Geert heeft een nieuwe hobby die mij met ontroerende verbazing vervult.  Hij kruipt op het dak en begint te bricoleren.  Want, we hebben een lek ontdekt in de kamer boven.  Ik stel een dakwerker voor, maar Geert zal dat zelf wel eens opknappen.  Binnen de kortste keren zie ik hem met een pan jongleren en cement in een pot roeren.  Er zijn pannen gebarsten, hij gaat ze tapen en met cement toeplakken. Is dat wel de juiste werkwijze, vraag ik me wat zorgelijk af ?  Zijn er ooit dakwerkers geweest die met tape op een dak kruipen om pannen aan elkaar te lijmen ? Ik denk dat hij ook zijn twijfels heeft want hij anticipeert al door te zeggen : 'het zal wel niets uithalen, maar ik heb het toch geprobeerd'. Dat is een veilige uitspraak.



    Deze namiddag plannen we een busrit naar Perpignan.  Nog steeds kost zo een rit slechts 1 euro en daarvoor kunnen we onze auto niet van stal halen. En zo zitten we een uurtje te suffen op de autobus van het zuiden. In Perpignan scheiden onze wegen, ik stuif het grootwarenhuis Lafayette binnen, Geert slentert wat in het rond. We spreken af om 16 uur aan de stadspoort, om samen nog iets te drinken. En zo geschiedt. Aan ons tafeltje zit een (in mijn ogen) oudere man, die vraagt waar we vandaan komen. Hij vindt het Vlaams erg melodieus klinken, zegt hij. Daar hebben wij nog niet over nagedacht, maar we vinden wel dat de Zuidfransen een raar taaltje spreken. Ja, dat kan hij bevestigen, ze zijn moeilijk te verstaan, maar waar hij vandaan komt, het centrum van Frankrijk, daar spreken ze perfect frans. Horen wij dat dan niet? Ja hoor, we geven hem rap gelijk, het is héél schoon frans.

    Tijdens het winkelen heb ik gemerkt dat ik meer en meer gelijkenissen begin te vertonen met een Afghaanse windhond en dan nog een heel onverzorgde. Dringend tijd voor een kappersbezoek. Maar dat zal in België moeten gebeuren, want morgen is het ook hier de dag van de arbeid en donderdag vertrekken we terug huiswaarts. Tot zolang, wafwoef.

    30-04-2019 om 20:32 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 april de wind zet ons een hak (met de H van hevig)

    We krijgen een superlekker ontbijtbuffet in l’auberge du Roua, waar ik alleen vrouwen zie rondlopen (girlpower!!), die doen dat hier prima. Wat mij betreft is dit een adres om te onthouden, Geert is terughoudend wegens autosnelweg dichtbij. Het dubbel glas doet goed werk in zo’n geval.
    Ansignan ligt ten noordwesten en het wil toch wel lukken : de wind komt uit het noordwesten. Krachtig en robuust doet hij onze oren en haren wapperen, het komt de gemiddelde snelheid niet ten goede. Onze eerste focus is Thuir en daar is de cirkel rond, toen we vertrokken deden we Thuir aan en aten daar de dikke bonenbrij. Die brij gaan we nu vermijden, we vinden een pizzeria, waarvan de chef ook konijn met Riesling bereid heeft als dagschotel. Vanwaar die plotse Moezelgekte ? We weten het niet. Geert ziet zo’n konijntje wel zitten, ik kies een halve pizza met een slaatje. Het smaakt ons buitengewoon goed en we laten dat ook blijken. Er zit verder geen mens in de doening en de kok verdient een steuntje in zijn Rieslingkonijnerug.
    Al een tijdje zien we in de verte de pic de Canigou met zijn 2.784 m boven al zijn broeders en zusters oprijzen. Hij heeft nog zijn sneeuwkleed aan en geen vurige zon, geen hartstochtelijke wind heeft hem zo ver gekregen dat hij dat winterdek van zich laat afglijden. Het is een prachtig, imposant gezicht, met deze trotse keizer valt niet te lachen. Ik weet trouwens van wie deze reus is, het stond in een dorpje waar we zonet voorbijfietsten : ‘le Canigou est à nous’. Tof om te weten, hebben ze hem gekocht ? En gaan ze hem nu in schijfjes snijden en hem verder verkopen ? Hoe gaat dat eigenlijk met bergen ? Kan je daar een lapje grond kopen, in de hoop dat het geen vertikaal stuk is ? Iets om mijn kop op te breken.
    We naderen Millas, een stadje dat er in eerste instantie hoopvol gezellig uitziet, maar bij een tweede, grondiger blik hopeloos verwaarloosd en vuil is. Vlug, vlug, hiervandaan, de Têt over naar de Col de la Bataille. We zeggen Col, maar hij is maar 265 m hoog. Zo arrogant word je als je recent 1.700 m overwonnen hebt, 265 m, een prutscolletje van niemendal. Mijn batterij denkt daar anders over, ze slinkt, ze kan niet tegen de wind. We dachten makkelijk genoeg energie te hebben met de inhoud van één battterij. Het is niet zo. De streek die we zo goed kennen, ze neemt ons in de maling, we hebben onszelf overschat. Ondertussen rijden we al richting Bélesta, met windhozen van tegen de 100 km/h, ik stap verschillende keren af omdat ik niet verder durf. Het is vermannen, vermannen, vermannen. En af en toe een schreeuw laten, een zucht, een klagelijk gezang. Bélesta, het laatste stukje ga ik te voet, Geert rijdt op mijn fiets en heeft een gewillige dikke man gevonden die onze batterij wil opladen. Want : geen enkele bar meer in Bélesta, sinds geruime tijd. De dorpjes ontvolken, wie achterblijft kijkt nostalgisch achterom en probeert er het beste van te maken. De vriendelijke man heeft al vier à vijf leegstaande huizen gekocht, knutselt in het ene, woont in het andere. Als zijn huwelijk wringt gaat hij even elders wonen en na een tijd van rust en bezinning is alles weer als nieuw en het echtpaar gelukkig herenigd.
    Nu rest ons nog het dorpje Caramany, gelegen aan de afdamming van de Agly, hetgeen een prachtig, lang uitgestrekt meer heeft veroorzaakt. We zien het schitteren heel diep beneden ons, daar, dat meer, c’est à nous !! De vele wijngaarden staan in hun eerste groene blad, nog pril en scherp afstekend tegen het zwarte hout van de wijnstok. Mooi is dat.
    De batterij geraakt algauw terug in ademnood, deze beukende wind is als een omstuimig kind dat met zichzelf geen blijf weet, blij als het is dat we teruggekomen zijn, hier ben ik, de wind, ken je me nog, ik dans en spring en rol en roep ‘woeiiiha, woeiiha’. Deins terug, gij nietige mens, gij temt mij niet, gij vloert mij niet, gij krijgt me niet ! Jaja, het is al goed, maar laat ons nu even passeren.
    Batterij valt plat. Geert moet met fiets en kar de berg op. Ik ga te voet, het is de laatste kilometer. Een glorieuze aankomst kunnen we dit niet noemen, maar wie maalt er om ? Ik ben gewoon doodmoe en ongewoon blij dat we behouden aankomen. We hebben 64 kilometers gereden. Voor nu is dit even voldoende. Morgen zien we wel weer.

    30-04-2019 om 10:52 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.26-27 april treinen en treinen en trainen

    De eerste grote ruk naar het Noorden op 26 april : van Sagunt naar Barcelona met de regionale trein, die we op een haar na mislopen omdat twee minuten vóór de onze op hetzelfde spoor een trein stopt die naar Castillò gaat.  Weten wij veel waar Castillò ligt.  Kan best een station in Barcelona zijn.  Gelukkig vraagt Geert in ultimo tempo of die trein toch naar Barcelona gaat. Neeneen, deze trein gaat maar een boogscheut ver. Net op tijd gestopt in onze omstuimige opstapdrang. Al heeft de loketmadame ook wel een aandeel.  Half in slaap zit ze in haar loket in haar neus te peuteren in plaats van ons wat duidelijke uitleg te geven.  Geen toegangsticketjes, geen uitleg wat we juist met onze fietsen moeten doen, geen waarschuwing dat er een trein gaat stoppen enkele minuten voor de onze, terwijl er drie kwartier lang geen enkele stopt.  Dat moet beter kunnen, die spoorwegleer. 


    Op de trein naar Barcelona staat mijn nek stijf van de stress.  Onze fietsen en de kar staan een compartiment verder en dat heeft zich gevuld met schlemielen en idioten die zich te pletter zuipen en lijntjes snuiven (mijn gedacht).  En dus rek ik mijn nek in een voortdurende poging om enigszins controle te houden op onze eigendommen in de linkse verte, terwijl Geert er gerust in is en Stefan Brys leest.


    Wat ben ik blij dat we in het station Sants nog compleet met zijn vijven zijn en geen heroïnespuit in huid en haren terugvinden. Op naar Montjuïc door het bruisende avondlijke Barcelona, warm, vurig, dansend, drinkend, lachend, levendig Barcelona.  Straks mogen jullie naar de stembus, Barcelonieten, wat gaan jullie daar mee doen ? Het appartementje is niet goedkoop, maar wel knus en comfortabel, met een klein balkonnetje.  We loodsen onze fietsen binnen, kar ook mee naar boven. Licht uit, de klok wijst half twaalf.  Morgen kopen we tickets voor Portbou.  Heimelijk hoop ik dat er geen treinen rijden en we een dag extra in Barcelona kunnen blijven.  Rondbaggeren, koopjes doen, bankje zitten, mensen kijken, terrasje bezetten...ik zou het wel weten.  Maar de planning zit anders in het hoofd van Geert en het is raadzaam daar niet veel aan te sleutelen, want dan gaat de sirene om de haverklap af. Dus, dus, dus, koop ik in de vroege ochtend van zaterdag 27 april 2 tickets voor het laatste station van Spanje en zullen we eens op het gemakje opkrassen en treinwaarts fietsen.


    Het opstappen is toch weer spannend. Er is één deur in de trein die een lage opstap heeft voor fietsers en rolstoelen, maar je moet al heel veel geluk hebben dat die deur juist voor jouw fiets halt houdt.  Dan komt het er op aan zo vlug mogelijk die speciale deur te vinden zodat je met fiets of ander wielergewaal in de trein kunt.  In ons geval is dat erg moeilijk omdat we 3 stuks op wielen hebben.  Maar Geert heeft zich heel vlug de handigheid eigen gemaakt om zich zowel met kar als fiets (in elke hand één stuk rollend materieel) sprintend te kunnen verplaatsen.  Willen is kunnen !  En zo duiken wij de trein binnen.  Geen conducteur, die kijkt of iedereen er op zit, geen fluitje om te vertrekken.  Tuut zeggen alle deuren en ze gaan toe.  Wie er tussen zit, moet een schietgebedje doen en zijn testament maken.


    Er zit deze keer beschaafd volk op de trein, al is er toch een oudere dame die het bloed van Geert op kooktemperatuur brengt.  Zij stapt op en vindt dat onze fietsen weg moeten want de buggy van haar kleinkind moet daar staan. Daar dient die plaats voor. In haar ogen. Misschien ook in de ogen van Renfe.  We weten het niet en plooien, maar de 'heks' heeft het gedaan en ze moet in de stoof. Een duwke in haar kruis en we zijn er van af. Met kop en staart het vuur binnen. Vreselijke rook, geknetter, vonken springen in het rond : heks is opgebrand.


    Portbou is op het eerste gezicht troosteloos.  Verouderd, verwaarloosd, een godvergeten dorpje aan het einde van Spanjeland. Maar als we het dorpje verder in rijden en op de Middellandse Zee stuiten, kan het ons toch bekoren.  Het is ook wel speciaal : het laatste dorpje van een land, geheel omsloten door bergen en zee, een eiland in het land. Blijft dit levendig of glijdt het af in ontvolking en leegstand ? Ik vraag het me af.  We zullen binnen tien jaar eens terugkomen en checken. 


    Maar, we moeten nog fietsen vandaag. Er staan maar een ruwe 30 kilometer op het programma (tot Argelès sur Mer), maar ze kunnen wel tellen.  Niet verwonderlijk dat hier de grens tussen twee landen ligt, boven op de eerste klim is de effectieve scheidingslijn.  Ik stel me de twee landen voor, verwikkeld in een bloedige oorlog.  Langs beide flanken kruipen soldaten omhoog, 'schieten op al wat beweegt', nou ja, er beweegt heel veel, maar het is niet te zien, want het is net over de top. Ze komen boven, loeren over het topje heen en kijken recht in de ogen van de vijandelijke soldaat die ook net over het topje kwam gluren.  Wat nu gedaan ?  Schieten kan niet meer, de loop is te lang, de vijand te dicht,  de schok is te groot. In het beste geval vallen ze omver van het lachen, drinken samen een pint en gaan naar huis. Prikklok  krikkrak,  de werktijd zit er op.


    De kuststreek is hier prachtig, net zoals de Costa Brava in al haar ongetemde ruwheid prachtig is.  Rechts de zee, links de bergen. En wij, bergop bergaf. Het doet deugd om nog eens te fietsen en het doet deugd om terug in bekend gebied te zijn.  We herkennen Port Vendres, Collioure. En Argelès sur Mer, waar ons hotel op ons wacht.  Voor één keer een viersterrenhotel, met een viersterrenrestaurant waar we heel lekker eten om onze laatste uithuizige avond te vieren. Bon appétit !


    's Avonds in bed bedenk ik nog dat ik zal moeten afleren om 'ola' te roepen tegen de tegenvoetse medemens die ons pad kruist. In Spanje roept iedereen 'ola' tegen elkaar. Alsof heel Spanje een levende ijsjesventerij is. En ook het woordje 'si' moet ik nu wel uit mijn woordenboek schrappen, want als ik in Frankrijk 'si' zeg, tja, dan beginnen die in de voorwaardelijke wijs te denken. Die fransen toch.




    27-04-2019 om 22:31 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    26-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.25 april we zoeken en vinden ....Valencia!

    We overslapen ons grondig : het is kwart voor tien als er ergens een vermoeden code oranje in ons opborrelt dat de zon al een poosje aan het spinnen is en de vissers weergekeerd van hun jacht op de emperadores.   Tijd om op te staan.  Het ontbijt kan tot half elf, dus roef roef en oef.

    Geert heeft op google maps zitten snuisteren en is overtuigd dat er een fietspad loopt langs de kust tot in Valencia. De haven van Sagunt ligt wel wat in de weg, maar daar kunnen we met een grote boog rond. We checken dat even aan de balie.  Priscilla schrikt zich rot.  Naar Valencia met de fiets, impossible. Overleg met de andere Priscilla. Tja, misschien toch, misschien niet, te proberen, groot avontuur....  Laat ons weten of het gelukt is, vanavond, besluiten ze unaniem.  Dat willen we best doen, dienst voor toerisme spelen voor het hotel. Maar moet het niet eerder andersom zijn ?

    Het begint goed, asfalt langs de duinenrij, richting het zuiden.  Het miezert ondertussen wel, maar eigenlijk deert dat niet omdat het lekker warm is. Daar doemen de eerste kranen en fabrieksgebouwen op. Algauw zitten we op een autovía, druk en vol vrachtverkeer.  We weten zelfs niet of we hier met de fiets mogen rijden.  Maar er is weinig protest van de automobilisten en er is een brede pechstrook, dus fietsen we dapper verder. Geert wil kost wat kost terug naar de kust om het fietspad te zoeken, ik wil rechttoe rechtaan naar Valencia. Ik zwicht, we slaan linksaf, richting Parc de Sagunt. Dat park heeft een imposante oprit, maar meer dan dat zien we niet, want de oprit loopt dood op een zandweggetje.  Misschien, heel misschien ja, zou dit wel eens naar HET fietspad kunnen lopen.  We nemen het risico niet en keren om en vinden een wegwijzer naar Puçol. Dat is goed, een stuk in de goede richting.

    Niet ver van ons loopt de autovía nog steeds in dezelfde richting, en tussen onze kleinere baan en die autovía zien we plots : een rusthuis. U vraagt zich af wat dat nou met onze tocht naar Valencia te maken heeft.  Niets eigenlijk, maar het geeft me wel de mogelijkheid om me even op te winden.  Welke petoeter haalt het in zijn hoofd om een rusthuis in te planten ergens nergens, vlak bij drukke wegen, ver van elke andere menselijke activiteit ? Afspanning rond het domein, de oudjes zitten goed weggestopt, nemen geen deel meer aan het maatschappelijk leven, kunnen zelf geen uitstapjes maken naar een winkel of een parkje of een oude vriend. Gevangen en gekooid en met een extra kuchje door de uitlaatgassen. Neen, de Vandeurzen van Spanje heeft dit niet goed bedacht, mijn gedacht.  Maar tot zover deze oprisping.

    Puçol is bereikt en per toeval zie ik in het boekje van onze vriend Benjaminse dat er een Via Verde loopt van dit stadje tot in Valencia. Hoera voor de Minister van Verkeer.  Dat moet een fervente fietser zijn. Vanaf nu wordt het een ieziepiezie.  Het fietspad is mooi geasfalteerd, rood gekleurd, en spotgemakkelijk te vinden. Langs de kant van de weg : velden met ajuinen, kolen, aardappelen én een soort reusachtige distels. Kweken de Spanjaarden distels ?  Het blijken artisjokken te zijn. Het is de eerste keer in mijn leven dat ik een artisjokkenplant zie.  Het is ook de eerste keer dat ik iemand in april aardappelen zie oogsten. Zo vroeg ? Toch zijn het gezonde grote (friet)patatten. Het doet me mijmeren en in een Spaanse klas belanden.  De juf vraagt : hoe bereid je een aardappel ? Kindjes zeggen : in de frituurpan. Ik steek mijn vinger op en zeg : mijn mama maakt er puree van, samen met broccoli. Alle kindjes lachen, de juf lacht het hardst.  Wat een idee, wat een raar kind.  Maar, daar komt Jeroen Meus het klaslokaal binnen.  Hij steekt zijn wijsvinger bezwerend op : Jullie moeten allemaal leren om out of the patattenbox te denken, want anders ! Anders wordt het nooit anders. Juist, Jeroen, en bedankt.

    Ik moet eerst duidelijk maken wat onze plannen zijn.  We willen, liefst morgen, de trein nemen naar Perpignan, daar overnachten en zaterdag verder fietsen tot in Ansignan.  Vandaag proberen we dat te regelen.

    Geert, de navigator van de dag, weet waar het station van Valencia ligt.  Dus fietsen we daar naartoe. Hm, klein station, maar de loketten zijn allemaal toe.  Cerrado en dat voor de rest van de dag. Een hulpvaardig geel hesje komt ons ter hulp. We moeten naar Valencia Nort, in het oude stadsgedeelte. We passeren het voetbalstadion van Valencia (groot !) en zien opvallend veel elektrische steps in de stad. Het blijkt hier het vervoermiddel bij uitstek. Het oude stadsgedeelte is rustig.  We doen een terrasje, genieten van de zon en eten een lekkere paëlla.  Valencia heeft merkwaardig veel markante gebouwen, we komen ogen te kort als we onze weg verder zetten. Mooie stad !  Ook het Noordstation is opvallend mooi en vooral, dat merken we als we binnen zijn, afgestemd op het bewonderen van het gebouw en niet op het verschaffen van treintickets. Toch niet als je tickets wilt voor de volgende dag. Voor vandaag, dat kan nog net, aan de loketten die er als nostalgische kermisattracties uitzien. Ik vind in een zijkantoortje een man die me in het Engels wil uitleggen wat ik kan doen. We moeten naar een ander station, vijf minuten verderop. Valencia Joaquin Sorolle.  Daar kunnen ze ons verder helpen. Fietsen kunnen mee, maar enkel op regionale treinen. Dat klinkt al beter dan het inpakken van de fietsen, wat we eerder hoorden. Op naar het derde station van de dag. Lange wachtrijen aan de loketten, Geert stuift in en uit (nog niet aan de beurt ?), de tickets vallen wat anders uit dan verwacht.  Morgen kunnen we tot in Barcelona Sants met de trein van 17u10.  Een  boemeltrein die er vijf uur over doet. Dat wordt overnachten in Barcelona. De dag daarop kunnen we tot in Portbou, dat is het laatste station op Spaans grondgebied. Verder wil die trein niet.  Train says no. Goed voor ons, dan zijn we al zo ver. Ik koop de tickets en we poetsen de plaat.

    De terugkeer naar ons hotel loopt stukken vlotter.  We hebben wind in de rug en staan in ruim twee uur terug van waar we deze voormiddag vertrokken.  Een tocht van 81 kilometer. Voldoende voor vandaag.  Rest enkel nog een slaapplaats te vinden voor de volgende nacht.  Barcelona is schabouwelijk duur. We vinden toch een appartementje in Montjuic, een grote kilometer van het station Sants, en hopen, vragen of we onze fietsen kunnen bergen. Montjuic, ik hou wel van die buurt, we logeerden er zeven jaar geleden met Pieter en Margo, toen we Barcelona bezochten en hebben er toen avonden lang gekaart in ons knus appartementje, hoog en droog en in een straatje, zo smal dat we bijna het overstaande huis konden aanraken.

    26-04-2019 om 12:10 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    25-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 april lange duik naar de zee

    De andere fietsers hebben mountainbikes, maar zijn nog later aangekomen dan wij en als ik ze begluur/bekijk vanop ons terrasje dan zie ik ze stretchen dat het een lieve lust is.  Hebben wat meegemaakt. We roepen hen toe en vragen of het vervolg van de Via Verde ook zulke rode modder in petto heeft.  Heel goed weten ze het niet, maar ze denken (hopen?) van niet.  Het daalt altijd verder (zo'n 950 hoogtemeters moeten we zakken) en de bergen zullen stilaan verdwijnen.

    De volgende morgen zijn ze al ribbedebie en we zien ze niet meer terug. De tocht is lang : 77 kilometer in het boekje van Benjaminse. (het zullen er uiteindelijk 89 worden).  Maar voor het eerst sinds dagen schijnt de zon weer, al laat ze zich domineren door een al te gure wind. We hebben onze gele windhesjes aan, vooruit met de geit. Het is niet verwonderlijk dat er hier tientallen windmolens staan, we rijden er middenin, die draaiende en maaiende kolossen, de ene na de andere.  Het veroorzaakt zwaai- en dwaallichten in mijn hoofd, ben ik nog wel op aarde of is dit een buitenaards desolaat godvergeten maanlandschap ? En wie is die gele ster die de ganse tijd achter mij aan flikkert ? En wat springt er daar uit het struikgewas en steekt het fietspad over, verdwijnt huppeldehup, het wit puntje van zijn staart op en neer en wegwegweg.  'Dat is een vos', zegt de gele ster.

    Die via verde mag dan gisteren al een lastig stuk vreten geweest zijn, vandaag is hij prachtig en gewillig.  We kijken met argusogen naar alle rode sporen op de weg, want die leiden naar lijmige klei en dat is : ONHEIL. Maar het valt best mee. Brokken rood, dat wel, stukken die losgekomen zijn van de rotswanden, maar die zich nog in een vast samenwerkingsverband met elkaar bevinden en in dikke klompen op het fietspad liggen.  Een enkele zware brok hangt nog -ik schat- met een draadje vast aan zijn moederkoek, een duw met mijn pink en hij valt op mijn kop.  Rap voorbij fietsen, adem inhouden, niet omkijken. Soms hebben die rotsen ook diepe gaten, het lijken berenholen en een enkele keer zie ik een deurlijst in zo een gat. En daarnaast een piepklein raampje. En achter dat raampje een piepklein vrouwtje dat met een krom vingertje naar ons wenkt : 'kom kindertjes, kom maar binnen'.

    De eerste twintig kilometers komen we geen mens en ook geen dorpje tegen. Maar het landschap is uniek mooi. Ik stel me voor dat om dit te creëren, er honderd ontwerpers waren die geenszins hetzelfde ontwerp wilden neerzetten, zeker geen uitwisseling met de anderen wilden en straal hun eigen zin deden. Ze waren creatief en maakten er samen een echt mannekesblad van.  Soms zitten we tussen de rotsen, weerom in de snede van het broodmes, maar even goed kunnen we hoog op een berm fietsen en ligt al de rest lager, er zijn veel pijnbomen, maar er is ook sappig gras en groen, bloemen in alle formaten (we zien trossen aronskelk aan een watertje), er zijn weer tunnels (de lichten springen gelukkig altijd aan, ze werken op zonne-energie en bewegingssensoren, maar dat heb ik misschien al verteld) en er zijn hoge bruggen met diep daaronder een kloof of een watertje, soms zijn de rotsen terracotta rood, maar even verder zijn ze dan weer okergeel, er is heide, er is brem, er zijn vogels en er is een stem.  Die zegt : 'hou je stuur vast en kijk niet zo rond, want voor je het weet lig je op de grond'.  U moet weten, dit is geen fietsautostrade, dit is een deels onverharde fietsweg, vol putten en stenen, grind en kiezel, soms een stukje asfalt. Dus, als U echt alles wilt weten, dan moet U hem beslist zelf eens doen.

    Ondertussen zijn we al een flink stuk gezakt en stilaan voelen we de warmte van de costa, die zich als een deken rond ons legt. Dat doet deugd ! Het landschap verandert, meer dorpjes, meer mensen, fietsers, wandelaars, bewerkte velden, amandelboomgaarden, de eerste sinaasappelbomen verschijnen. En de Spanjaarden hebben hun best gedaan.  Sinds het boekje van Benjaminse verscheen hebben ze de Via Verde verlengd tot in Sagunt, een heel nieuw stuk en mooi geasfalteerd. Dankjewel Spanje !

    Nog even en we zijn in Sagunt, waar we ons hotel zoeken, maar dat blijkt nog 8 kilometer verder te liggen, pal aan de zee. Leuk vinden we dat voorlopig niet, maar we trappen flink door, langs kilometers en kilometers (acht in totaal, ha ja) sinaasappelgaarden.  Niet te geloven dat er zoveel appelsienen bestaan. Al die oranje dikke bollen aan de bomen, maar vooral onder de bomen, verrot, verspijsd, gesmoesd en geplet. En aan diezelfde bomen bloesems. ???? Verstaat iemand dat ?  Een boom die bloeit en vruchten draagt tegelijkertijd ? Of hangen die vruchten er nog aan van het jaar voordien en zijn ze nooit geplukt ? Wat een immense verspilling, lijkt me dat. Ik kan het niet uitleggen.  Geert ook niet, maar die staat al gauw appelsienen te pikkedieven.  Blijken ze rot. Mooi oranje maar toch rot.

    En dan is daar het hotel, Els Arenals, een echt costahotel. Comfortabel, modern, maar niet met de ziel van de berghotels die we al die tijd bewoonden.  Het deert ons niet, we hebben een goed bed op het gelijkvloers en de fietsen staan dicht bij ons in een patio, we hebben een bad en een toilet, wifi die niet altijd werkt, eten en drinken en veel tijd om te slapen. Morgen gaan we naar Valencia, maar dat is alsnog een ander verhaal.

    25-04-2019 om 23:35 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    23-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.23 april gevecht tegen de rode klei
    Het miezert als we vertrekken. De man van het hotel zegt dat het niet wou regenen in de winter en nu, tijdens het Paasweekend...hij trekt zijn schouders op en spreidt zijn armen, het is niet zijn schuld, dat moeten we toch geloven.


    Er wacht ons een korte klim (ik moet tweemaal stoppen om naar adem te happen, wat een buikgriep toch doet met een mens) en dan schieten we als twee valken vanuit de gesloten dennenbossen naar beneden. De ene valk durfal en de ander valk hey pas oep (ik ben de valkuilen van het vallen nog niet vergeten). Boven onze hoofden vliegen de tsjieftsjiefjes ons in tegenovergestelde richting voorbij (ze zijn op weg naar België om te broeden, Dirk Draulans) evenals een enkele vogel bisbisbis, waar iedereen zo bang voor is (Annie M.G.Schmidt). We letten niet op hen, neen, we letten op de baan, dat hebben we met de hand op het hart beloofd aan onze kinderen.


    Het gaat ongelooflijk goed vooruit, voor de klok twaalve slaat, staan we aan de autosnelweg die Teruel met Valencia verbindt. Nu komt het er op aan om aansluiting te vinden met de via verde die ons tot in Sagunto gaat voeren, waar we morgenavond zullen slapen.

    We schatten dat het nog ongeveer 15 kilometer is tot Barracas, ons verblijf voor vanavond. Een klein uurtje rijden dus. Maar dat draait even anders uit. Het begin is prachtig, zowel op als naast de fietsweg. We rijden over een oude spoorwegbrug, tientallen meters boven de grond en zien beneden een riviertje klateren en schateren. Wellicht is het een gemeen riviertje en lacht het ons vierkant uit. Maar dat weten we nu nog niet.

    Daar komt weer een tunnel aan. Ik ben er niet gek zot van, die donkere onvoorspelbare gaten, maar deze is kort en heeft verlichting. Oef dus. Het landschap lijkt met een broodmes in twee gesneden en in die snee fietsen wij. Mooie rode terracotta rotsen aan weerszijden. Het heeft hier ontzettend veel geregend de laatste dagen en we ondervinden dat : de rode klei is weggespoeld en ligt als een dikke modder op het fietspad. Leuk om mee te boetseren maar niet om op te fietsen. Binnen de kortste keren plakt een dikke laag rode smurrie aan onze banden. Fietsen blokkeren. Stop en poetsen. We behelpen ons met stenen en takken om de klei van de banden te krabben. Voorwaarts alweer. Een accident de parcours, we happen ons erdoor. Tja, dat hadden we maar gedacht. Die terra cottapoelen blijven ons opwachten. We waden, we stoppen, we poetsen. En nog. En nog. En nog. We heffen de fietsen, we heffen de kar, ik voel me algauw deelnemer aan een programma van jaren terug dat Lieve Blanquaert maakte met mensen met een.beperking die zichzelf moesten voorthijsen over mulle stranden. Er lijkt geen einde aan te komen. Geert zegt 'no way dat ik morgen nog over deze via verde rijd'. Maar wat is het alternatief ? De ruta nacional met zijn druk verkeer? Ik ga er ook van uit dat de rode aarde niet tot in Valencia doorloopt maar plaats zal maken voor iets anders dat niet plakt en samenkoekt. Laten we dit overlaten aan het gezond verstand van morgen, vandaag plakken onze hersenen vol rode frustratie. We doen drie uur over vijftien kilometers. En zijn wat blij als we het bordje Barracas zien staan. En even later de madame van casa rural carlos, die alleen Spaans spreekt. Dat kan ons al lang niet meer schelen, we lachen en we knikken en we palmen het appartement in. We doen de wasmachine draaien. Ik kruip in bed. Geert stooft groenten. Geert gaat naar de winkel. Ik blog.

    Er worden nog twee keer 3 cyclistas verwacht naast en onder ons. Benieuwd wat zij te vertellen hebben.

    23-04-2019 om 19:27 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    22-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.20-22 april berggewoontes

    Sinds vrijdag zijn we ondergedoken in de Sierra de Gúda, een onherbergzame bergketen die ons pad kruiste.  We logeren in een schaapstal hoog op een bergflank en slapen samen met de schapen (zo'n 30-tal) en de geiten (2 miekes en een bok) in één groot bed, want meer is er niet.  Gelukkig zijn die beesten allemaal zindelijk, op een klein ongelukje na af en toe, en valt het dus allemaal wel mee. De herder is een oude doorwinterde bergman, die niet hoeft te slapen.  Hij heeft voortdurend één van zijn twee ogen open, aangeleerde waakzaamheid.  Als hij toch eens behoefte heeft om een tukje te doen, zet hij zich in de grote schommelstoel (alleen voor hem bestemd), een stuk van 2 euro in zijn rechterhand. Dan dommelt hij in en valt het geldstuk op de grond, rinkelderinkel, de schapen en de geiten beginnen te mekkeren en hij is terug wakker. Een héél alerte man.  We eten kaas en drinken melk en als de bakker zijn ronde doet en tot bij ons geraakt hebben we ook brood.

    Buiten loopt al eens een enkele donkerbruine beer (hoe donkerder hoe vriendelijker, zegt men hier), maar die heeft het niet op geiten en schapen voorzien, het enige wat die beer wil is de Sardane dansen.  Hij is dan ook overgewaaid uit de Pyrenneeën en kan zijn heimwee niet onder stoelen of banken steken, want die zijn hier helemaal niet. Ondanks de vriendelijkheid van de beer, worden toch de nodige voorzorgsmaatregelen genomen voor het geval dat en moeten we regelmatig evacuatie- en verstopoefeningen doen. Als je het mij vraagt, allemaal drukte om niets. Die schapen worden er alleen maar wild en melkloos van en de geiten denken dat ze voorrang hebben op de schapen en dan moet de herder met harde hand optreden. En wij zitten daartussen.

    Het is maar om te zeggen dat we ons hier wat afgesneden voelen van het verre bewoonde België en moeten wachten tot het weer een opgaande beweging maakt en mijn buikgriep een neerwaartse. Ondertussen proberen we de tijd te doden met rusten, slapen, mediteren, wc-geloop, eten (bah, smaakt me niet), bloggen schrijven.  Gelukkig is de hotelier een soort zwarte engel die een boontje heeft voor oude schildpadden zoals ik, zeker als ze ziek zijn.  Gisteren heeft hij mij een tasje thee willen brengen, maar bij het zien van het bordje aan onze kamer : 'niet storen' 'no molestar' teruggekeerd op zijn stappen, thee meegegeven met Geert 'met de beste groeten'.  En vandaag, toen ik het eten in de eetzaal niet meer kon ruiken en terug naar boven was gevlucht, heeft hij wederom een geschenk meegegeven : een appel en een yoghurtje. Een lieve, attente man.

    Moesten we hier voor eeuwig vastgeraken, hetgeen altijd kan als er een aardbeving zou plaatsvinden of een meteorietinslag, dan zou ik me aanbieden om in de keuken te werken, aan het fornuis, en de omgekeerde voedingsdriehoek uitleggen.  Want vlees wordt hier nog altijd als een hoofdhoofdhoofdbestanddeel beschouwd.  Waar wij al meer op een variëteit van groenten verlekkerd zijn, komt hier steeds op tafel : drie lappen vlees (of vis), petieterig schepje champignons, tien gefrituurde aardappelen.  Elke dag zijn die champignons daar weer. En waar zitten al de lekkere bloemkolen en broccoli's en courgettes en aubergines en erwtjes en worteltjes ? 

    Geert begint er al champignonachtig van te kijken, maar dat komt ook omdat hij een leesbril heeft die hij intuïtief verwerpt en zonder bril leest dus.  Daar beginnen zijn ogen zo op zijn champignons van te wateren en dan kan hij niet meer verder lezen en zit hij als een stuurse kapitein zonder schip voor zich uit te staren.

    En, nog iets anders, hij is er van overtuigd dat Virgen de la vega, het dorpje waar we zitten, het Davos van Spanje is.  'Ik zie dat aan de auto's', zegt hij, 'dat is gene krakkemik.'  Ik kan hem daarin niet bijtreden, want een auto komt bij mij overeen met de kleur die hij heeft. Vrouwen hé!!!

    Morgen springen we terug de fiets op, de schaafwonden staan gescherpt en gebruind, dan gaan we naar Barracas.  Helaas is daar geen internet, maar wel een wasmachine en een keuken.  En dus eten we morgenavond groenten met groenten. Ze zijn al gekocht en ze liggen op de vensterbank van onze kamer.  Een betere frigo kunnen we ons niet voorstellen.

    22-04-2019 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (1)


    Archief per week
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 08/05-14/05 2017

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!