34STE WINTERTOCHT / BLIJF JONG GENEBOS / KWAADMECHELEN 02/01/2011.
34STE WINTERTOCHT.
BLIJF JONG GENEBOS.
KWAADMECHELEN.
Het nieuwe jaar beginnen met een wandeling. We hebben niet veel keus en gaan dan ook wandelen met de club Blijf Jong Genebos. Wij wandelen zelden in Limburg en deze wandeling herinnerd er ons aan waarom.
Weinig te zien op deze wandeling, en het is min of meer wat toertjes draaien in en rond de startplaats. Gelukkig is er sneeuw en veel bos waardoor we toch nog wat hebben aan deze wandeling. Vind het toch ongelooflijk dat wandelaars een wandeling uitzetten die in rondje draait en waar je op elk moment weer ander wandelaars tegenkomt die je enkele meter ervoor ook weer zag passeren. Rondje draaien en elkaar kruizen de verschillende afstanden die elkaar tegenkomen heel verwarend en zeker niet fijn om te wandelen.
Maar ja wij hebben gekozen om hier te komen wandelen en we zullen er het beste van maken. De controlepost was dan ook de gezelligste plek op de wandeling en hij was goed verzorgd, wat dan weer een pluim verdient. Veel hebben we gewandeld door de bossen en langs het Kanaal. Hebben enkele mooie sneeuwfotos kunnen maken. Zo eindigt een winterwandeling met de Club Blijf Jong Genebos.
37E MARCHE DES FOURONS / LES MARCHEURS FOURONNAIS / REMERSDAEL-FOURONS 19/12/2010.
37E MARCHE DES FOURONS.
LES MARCHEURS FOURONNAIS.
REMERSDAEL- FOURONS.
Het meest oostelijk gelegen dorpje van Voeren vormt de grens met het vroegere Overmaasgebied. Overheersende weidelandschappen doen je meteen beseffen dat je hier in het Land van Herve zit. Dat geldt trouwens ook voor een groot deel van Voeren, maar in Remersdaal lijkt het landschap echt daarvoor uit de natuur gehouwen.
Als je door de dorpskom van Remersdaal passeert, ben je er voor je 't beseft al doorheen. Het dorp telt inderdaad maar ongeveer 400 inwoners, maar dan nog valt de kern erg klein uit. Wat je niet meteen ziet, is dat de meeste huizen verspreid liggen in de uitgestrekte weiden rondom de dorpskom. Typisch voor het Land van Herve, die verspreide bewoning. Je kunt er nog met recht en reden spreken van een vreedzaam, ongerept natuurlijk leefkader. De lucht is er zuiver en nergens wordt er de horizon geschonden door rokende fabrieksschoorstenen of flatgebouwen. Het is daarbij een waar paradijs voor de wandelaar vooral nu er een dikke laag sneeuw ligt maakt het allemaal nog idylles.
Alles is er in harmonie met de natuur en het landschap. Met zijn romantische dorpskom, waarin de kerk nog altijd in het midden staat, de Paternoster van kapelletjes en veldkruisen, oude hoeven, typische vakwerkhuisjes met silexmuren, kastelen met bijhorende domeinen, loofbossen, hoogstamboomgaarden, meidoornhagen en zijn onvergetelijke panorama's, oefent de streek een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op de ons. Ook Remersdaal kent zijn eigen geschiedenis.
Sint-Heribertus is de patroonheilige van dit dorp en eveneens de naam van de kerk die dateert uit 1897. Ze werd prachtig gerestaureerd met o.a. middelen die aangereikt werden door de Vlaamse Overheid. Even verder de helling op en tegenover het kerkhof liggen nog zichtbare restanten van het Hoes (inrit, muur, ). Veel blijft er niet meer over van dit adellijke deel van Remersdaal. Wij wandelen langs de kerk en klimmen zo al vlug uit het kleine dorpskern. En al vlug begint het hevig te sneeuwen centimeter na centimeter groeit de sneeuwlaag.
Als we aan de controlepost komen zijn we bedek met sneeuw en er is dan al 10cm sneeuw bijgevallen, weer verder door het magische landschap via een oude spoorwegzate en wandelen richting Merkhof, hier heb ik mijn laatset foto gemaakt het was onmogelijk om nog verder fotos te maken de lens was dadelijk ondergesneeuwd. We komen in Merkhof en we wandelen gewoon verder door het prachtige sneeuwlandschap. We wandelen terug naar Remersdaal waar de sneeuw nu meer dan 20cm hoog ligt.
Wij blijven niet lang en vetrekken huiswaards. Een rit die normaal 45 minuten duurt word nu meer dan 1u30. Gelukkig komen we thuis zonder teveel problemen. Een prachtige wandeldag in het wonderlijke Voeren.
Namur, Hoofdstad van Wallonië.... Namur, de poort naar de Ardennen, is een parel die ontstond rond de samenvloeiing van Samber en Maas. Vanwege de ligging aan het water en tegelijk aan de voet van een indrukwekkende rots, geniet de stad van een zeldzame en spectaculaire sfeer.
Hier heeft elk seizoen zijn charmes. De stad is altijd even gastvrij en de fraaie 18e-eeuwse woningen tonen zich even mooi onder de zon als onder de sneeuw. Tegen de luisterrijke achtergrond van één van de oudste vestingplaatsen van Europa strekt zich de Citadel uit over 8 ha groengebied nu wit gebied, vlakbij het stadscentrum. Hij biedt prachtige vergezichten op de stad en de Maasvallei. Wij vertrekken met onze wandeling in de ateliers van de Belgische Spoorwegen te Salzinnes. We wandelen langs de Samber en steken deze over en lopen dan richting Namen.
Wij wandelen het prachtige park binnen, en dan komen we aan het Arsenal. Het arsenaal is ideaal gelegen in het hart van namen in de buurt van de Place Saint-Abanuscathedral. Het grenst aan de ene kant van de Samber. Het Arsenaal werd gebouwd in 1692 door Vauban, beroemde militaire architect vanLouis XIV. Het was het wapenmagazijn,daarna stallen voor het leger en dan politie kazerne. In 1977 werd hij verworven door de faculteiten Notre-Dame de la Paix en volledig gerestaureerd en dient nu als de ontmoetingsplaats tussen de Universiteit en de buiten wereld.
Dan wandelen we verder en komen aan de kathedraal Saint Aubain. En dan maken we een wandeling door de straten van de stad met verschillende prachtige gebouwen. Wij kunnen wat rondkijken en zien wat er in de winkelramen te koop staat.
Nog wat verder langs de hoofdstraat met prachtige gebouwen, hier ook een deel van de kerstmarkt. Dan komen we aan het Theater. Een van de laatste en mooiste Italiaans geïnspireerde theaters van Europa.
Ten gevolge van een brand werd het in 1863 herbouwd in zandsteen, een materiaal dat slechts met mondjesmaat voorkomt in Namen. Het heeft een prachtige gevel met drie niveaus. Voor op het plein staat een prachtige paardenmolen, gewoon mooi. Wat verder en we zijn op de kerstmarkt.
Nu wandelen we langs de rivier en aan de overzijde ligt de citadel wel mooi met de sneeuw op de heuvels, een heel ander zicht op de citadel. Nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Een prachtige winterwandeling.
KERSTSFEER IN SINT TRUIDEN / WC. AVIAT SINT TRUIDEN / SINT TRUIDEN 12/12/2010.
KERSTSFEER IN SINT-TRUIDEN.
WC. AVIAT ST. TRUIDEN.
SINT TRUIDEN.
Wandelclub Aviat brengt ons vandaag door Sint Truiden. Sint Truiden, dat is Trudo ... de Frankische edelman die rond 650 een kerk en klooster bouwde. De kleine gemeenschap werd een welvarende abdij die tot het einde van de achttiende eeuw wel en wee van de stad zou meemaken. De abdijstad is het centrum van Haspengouw met zijn rijke geschiedenis, vele monumenten en fruitige landschappen.
De Zoutkist
Sint-Truiden is de grootste monumentenstad van Limburg. Vandaag zullen we zeker er een paar van zien, maar Sint Truiden bezit ook prachtige huizen in de stad. Onze wandeling begint en we wandelen naar de stadsvesten. We komen aan de Zoutkist is gelegen op de Tiensevest en is eigendom van de vzw Koninklijke Kunstkring Sint-Truiden. De naam ontleent het gebouw aan z'n ligging op de resten van de 'zouttoren'. Met 'zout' als bewaarmiddel en smaakmaker en 'kist' als verpakking. We wandelen een eindje over de vesten en keren dan naar het centrum van de stad.
St Truiden vroeger en nu
We komen op de Grote Markt. Voor mij het mooiste marktplein van Haspengouw. Met een oppervlakte van ruim 2 hectare is het marktplein van Sint-Truiden, na dat van Sint-Niklaas, het grootste van België. Dat op deze plaats een groot plein ontstond, komt omdat ten zuiden van de abdij enkele belangrijke wegen samenkwamen. Omstreeks 1060 verkreeg de nederzetting het handels- en marktrecht, zodat deze ruimte voor de abdij zich ontwikkelde tot handelsplein.
Rondom het marktplein staan vele mooie patriciërshuizen met een kern die soms uit de 17de eeuw dateert. De meeste zijn echter verbouwd in de 18de en vooral in de 19de eeuw. Vroeger droegen veel van deze huizen een naam. Aan de westzijde van de markt draagt het huis nummer 54 een gevelsteen met daarop 'In den bonten Osch - anno 1760'. Aan dezelfde kant van de markt staat een imposant classicistisch dubbelhuis (nr. 45), 'De vier Heemskinderen' uit de 18de eeuw, met een opvallend driehoekig fronton. Een ander mooi fronton met jachtattributen en rankwerk siert het huis nummer 20, 'De gulden lelie' aan de zuidzijde van de markt. Het stadhuis verenigt drie gebouwen: een hal die van buitenaf niet zichtbaar is, een hallentoren en een stadhuis. De eerste hal dateert van 1366. Niet toevallig lag zij op de scheidingslijn tussen de twee stadsdelen. Zo genoten abt én prins-bisschop van de inkomsten. De hal zoals ze bewaard bleef in de onderbouw van het stadhuis, kreeg haar huidig uitzicht in 1755. De Onze-Lieve-Vrouwekerk is de eerste parochiekerk die abt Adelardus II liet bouwen. Kort na de oprichting ging ze al in de vlammen op. Omstreeks 1130 werd een romaanse kerk opgetrokken, maar in de 14de eeuw bouwde men een grotere gotische kerk dwars doorheen de romaanse. Van dit romaanse bedehuis bleven nog enkele restanten over op de zolder van de sacristie. In de 15de eeuw werden middenbeuk en zijbeuken herbouwd in zgn. Demergotiek. Karakteristiek voor deze gotische variant zijn o.a. de kapiteelloze zuilen.
De Onze-Lieve-Vrouwekapel, tegen de noordzijde van de kerk, werd in 1542 gebouwd voor de broederschap van Onze-Lieve-Vrouw. De toren die in 1668 instortte werd pas in 1852 vervangen door een westbouw in neogotische stijl naar ontwerp van architect L. Roelandt. Tegelijk werd de kerk gerestaureerd en met een aantal meters ingekort. De twee traptorentjes naast de toren, de gotische versieringen aan de buitenzijde en de tracering van de ramen danken we eveneens aan deze aanpassingswerken. Aan de overzijde van de Markt staat de Minderbroederkerk imposant in monumentaliteit. De kerk (1735) imponeert door haar monumentaliteit. Zij is gebouwd in een sobere barokstijl en bestaat uit één grote beuk. Als paterskerk is het ook een biechtkerk. Getuigen hiervan de zeven mooi gesculpteerde biechtstoelen.
Een ander bijzonder monument is de abdijtoren, is hét historisch baken van de stad .Je kan de gerestaureerde torenruïne bezoeken. Al klimmend ervaar je de kracht van duizend jaar bouwgeschiedenis. Na 196 trappen, met onderweg vijf rust- (!) en ervaringsplatforms, geniet je van een adembenemend panorama over stad en streek. Voor de abdijtoren vind je het Trudoplein met de Trudo-meridiaan en het Trudo-standbeeld. Wij dalen even af en gaan door de grote poort binnen en bezoeken de kleine kerstmarkt in de Abtsvleugel met Keizerszaal, de ontvangstzaal van de abt... De inrijpoort leidt naar de erekoer. Enkel de linkervleugel, de abtsvleugel is ontworpen door L.B. Dewez. De overige vleugels werden na 1840 in dezelfde stijl heropgebouwd naar plannen van L. Roelandt. Bij de abtsvleugel werd de buitenmuur tot aan de trap afgewerkt met arduinen pilasters. Zij beklemtonen het publieke gedeelte van de gelijkvloerse verdieping met de keizerszaal en de hal. In deze hal vallen vooral de 19de-eeuwse sobere eiken trap in Lodewijk-XVI-stijl op, een houten Eucheriusbeeld van de 17de- eeuwse Luikse beeldhouwer J. Delcour en een kruisafneming, werk van een leerling van P.P. Rubens. De keizerszaal was de ontvangstzaal van de abt. De plafondschildering stelt Jozef voor als onderkoning van Egypte, die zijn vader en broers ontvangt. In een aanpalende kamer kan men een 18de-eeuwse boekenkast in Luikse rococostijl en een paneelschildering van Pieter Coecke van Aelst bewonderen.
Wij verlaten de site en wandelen verder en komen aan in het park. Wij wandelen door het park en komen zo aan het oude hospitaal en wat verder komen we in het Begijnhof. Werelderfgoed van formaat. Deze laatromaance, vroeggotische kerk bezit een schitterende reeks van 38 muur- en pijlerschilderingen van de 13e tot de 17e eeuw. Het zijn unieke getuigen van de middeleeuwse geloofsbeleving en samen met het oudste homogeen bewaarde orgel van België (Ancion, 1644) werelderfgoed van formaat.
Het begijnhof zelf werd in 1998, samen met 12 andere begijnhoven, opgenomen in de lijst van UNESCO-werelderfgoed. Bijzonder zijn de muurschilderingen in de begijnhofkerk en het Festraetsuurwerk, zeker een bezoekje waard. Wij wandelen weer verder over het begijnhof en komen zo bij het Kasteel t Speelhof. Het speelhof was een buitenverblijf, het 'speelhuis' van de Trudoabdij. De bouw ervan werd aangevat omstreeks 1562. Het goed bleef eigendom van de abdij tot aan de Franse bezetting. Bij een openbare verkoop kwam het, samen met het begijnhof, in handen van de familie de Pitteurs.
Het domein, in totaal 36 ha groot, werd in 1989 door de stad Sint-Truiden aangekocht. Vanaf de Speelhoflaan leidt een dreef van wilde kastanjebomen, beuken en eiken via een poortgebouw met duiventil naar een stemmige rechthoekige binnenplaats. Daar rond liggen een herenhuis uit de 18de eeuw, waarvan het middendeel verbouwd werd in het begin van de 19de eeuw, stallingen en een schuur uit de 18de eeuw. De laat-19de-eeuwse oranjerie die tegen de voorgevel van het herenhuis werd aangebouwd, draagt bij tot de stemmige sfeer. Wij wandelen verder over het kasteeldomein en zo komen we aan het einde van onze prachtige wandeling door Sint Truiden.
33E BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK / STAD BASTOGNE 11/12/2010.
33E BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK.
STAD BASTOGNE.
De geschiedenis van Bastogne hangt nauw samen met de Slag om de Ardennen: de Mardassonheuvel, het monument dat in de vorm van een Amerikaanse ster werd opgericht, blijft een ongeschonden symbool van Amerikaanse soldaten die sneuvelden voor onze vrijheid.
Historische foto's
Wij vertrekken met onze wandeling juist buiten de Trierse Poort en wij wandelen dan deze voorbij, dan gaan we richting Mont. De sneeuw geeft ons een duidelijk beeld van hoe het was in die winter van 1944-45. Als we langs de ingraven soldaten wandelen en zien hoe ze zich proberen warm te houden gaan onze gedachten uit naar degene die hier om onze vrijheid hun leven gelaten hebben en hoe ze afgezien hebben, toch even een moment van bezinning en herinnering. We wandelen door het witte landschap en komen in Neffe.
We wandelen door de velden en weilanden een dikke 30 cm sneeuw maakt het niet gemakkelijkere. Ook hier hebben ze een veldkamp nagebouwd, weer gaan we verder door de holle wegen waar soldaten zich ingegraven hebben om de strijd van de Ardennen na te bootsen. Nu wandelen de grote vlakte in waar de wind en de sneeuw op ons losgelaten worden. We woeden ingehaald door onze vriend Claude, en zo weer verder. Zo komen we terecht in ons volgende dorpje met prachtige huizen in Ardeense stijl.
We komen in Wardin. Ook hier weer prachtige landschapen. We komen in Bononchamps, waar controlepost is. Hier wandelen we heel eind over de oude spoorweg. Weer komen we terug in Neffe aan de kapel. Nu wandelen we naar het Mardasson. Dit monument in de vorm van een Amerikaanse vijfarmige ster, werd ontworpen door de architect Georges DEDOYARD ter nagedachtenis van de 76 890 Amerikaanse Soldaten die tijdens de Slag om de Ardennen sneuvelden, gewond raakten of verdwenen. Aan de hand van een cirkelvormige zuilengalerie krijgt het monument de allures van een grote tempel van ongeveer 12 meter hoog en een centraal atrium met een straal van 10 meter.
In het hart van dit gedenkteken werd een steen geplaatst met de volgende vermelding ; "Populus Belgicus Memor. 4. VII. MCMXLVI Liberatoribus Americanis". Op de muren van de galerie wordt de geschiedenis van de Slag om de Ardennen verteld en staan de namen van de belangrijkste eenheden die aan deze veldslag deelnamen. Op de kroonlijst van het gedenkteken zijn de namen van de 50 staten in bronzen letters aangebracht. Aan de voet van het gebouw is een crypte uitgegraven in de rots versierd met mozaïeken van de Franse kunstenaar Fernand LEGER, en dat drie altaren bevat: een katholiek, een protestants en een joods; waar de familieleden van de Amerikanen zich kunnen terugtrekken om hun doden te gedenken.
Op de parking staan verschillende oude legervoertuigen. Dan wandelen we verder en komen in Luzery. Van hieruit wandelen we naar de kazerne Heintz, hier worden verschillende historische voertuigen tentoongesteld. Ook hier kunnen we de kelder van Mc Auliffe waar het HQ van de Brigadegeneraal McAuliffe zich bevond en tentoonstelling van het Amerikaans medisch materiaal in de oude kapel van het 1ste Artillerieregiment. Tijdens het Ardennenoffensief in december 1944. Nadat de geallieerde legers het grootste deel van België hadden bevrijd, pleegden delen van de Duitse Wehrmacht (en vooral SS) een wanhoopsoffensief in de richting van de Maas. Bastenaken, verdedigd door de Amerikaanse 101 Airborne Division onder leiding van generaal Anthony McAuliffe, werd gedurende drie weken omsingeld door het Duitse leger. De Amerikanen hielden stand. Toen een Duitse onderhandelaar hem kwam vragen zich over te geven, antwoordde McAuliffe kortaf "Nuts", wat in het Amerikaans Engels zoveel betekent als "onzin". De Duitsers, die alleen bekend waren met standaard Engels, begrepen deze reactie niet.
Wij verlaten de kazerne en wandelen naar de het centrum van de stad. We komen in het centrum en gaan naar het grote plein met de Sherman Tank we wandelen terug en genieten van de parade die door de straten marcheren.
Zo eindigt een prachtige wandeling in Bastogne. Ook denken we op deze dag toch ook aan de honderdduizenden dapper mannen die hun leven lieten voor onze vrijheid.
24 internationale Wandertag in Alt Hurth. De folder beloofd een wandeling over de Kerstmarkt. Het vertrek is alvast op de kerstmarkt langs de kerk.
Voor de kerk staat nog een stukje van de Romerkanal de Romeinse waterleiding. De Romeinse waterleiding naar Keulen is bijna 100 km lang (als je alle uitbreidingen ook meetelt: 130 km) en werd aangelegd tijdens de 1e eeuw na Chr. onder keizer Hadrianus. De waterleiding liep vanuit de Noord-Eifel naar Keulen en was bedoeld om Keulen te voorzien van zuiver drinkwater. Om in Keulen aan te komen hadden de Romeinse bouwmeesters een gelijkmatig verval nodig. Een geweldige prestatie, de juiste route bepalen zonder de beschikking te hebben over bijvoorbeeld luchtfoto's, exacte kaarten en elektronische apparatuur. Een paar bruggen, inclusief eentje van ong. 1.400 m lang, waren nodig om valleien te overbruggen. In tegenstelling tot de andere bekende Romeinse aquaducten was het Eifel Aquaduct speciaal ontworpen om zo min mogelijk bovengronds te lopen. Dit om het tegen beschadiging en bevriezing te beschermen.
We vertrekken met onze wandeling en na een poosje verlaten we het centrum en komen langs de moskee en langs de spoorweg met treinstellen en wagons die dienst deden op de lijn van het mijnwezen, de Lorenbahn. De streek rond Hurth is een plaats waar bruinkool gedolven werd, en een overblijfsel van deze openlucht mijnbouw is het park Otto Maigler See waar het landschap terug opgevuld is en waar eigenlijk van de oude gebouwen niks overgebleven is. Alleen nog het Klooster Burbach is nog blijven bestaan, eigenlijk een klein gedeelte van het hele complex. Het Klooster gesticht in 1233 was een van de belangrijke plekken in de streek.
Bij het klooster staat nog een oude boerderij waar voor ons controlepost is, het sneeuw ligt en de wind is koud, te koud om in de schuur te zitten en wij wandelen dadelijk door. Nog een heel eind door het park dat wel golvend is. We wandelen een heel eind langs de spoorweg en komen zo terug in het centrum van Alt-Hurth. Wij nemen de tijd om toch nog even over de kerstmarkt te lopen en de kraampjes te bekijken. Daarna gaan we onze afstempeling halen en keren terug naar huis.
Onderweg krijgen we nog een te maken met een stevige sneeuwbui. Toch veilig thuis gekomen van deze wandeling in Duitsland. De folder van de wandeling heeft onze aandacht op deze wandeling gevestigd en zo te zien konden we er veel verwachten, maar eigenlijk was het maar een povere wandeling. Controle in een koude schuur en vertrek in een hal waar geen plaats was voor de mensen te ontvangen, buiten tafels en stoelen in een bijtende koud en sneeuw en regen, dit kon veel beter.
Het is nog altijd winter, sneeuw en het is nog altijd koud. Toch is het fijn om te wandelen in Wellen. De Wellenaars kregen de spotnaam Bokkenrijders. De Wellenaars kregen deze naam omdat het epicentrum van deze beweging in Wellen lag. In Belgisch-Limburg, in de 18de dat nog steeds het grafschap Loon heette was deze bende vooral actief in de Kempen en in het Maasland. Het Haspengouwse Wellen kreeg met deze benaming eerder een onfris imago van bokkenrijder opgezadeld. Het verleden heeft er zo zin redenen voor en hieruit blijkt dat de Bokkenrijders heus nog niet de slechtste waren.
Het verhaal van het fenomeen Bokkenrijders kadert in de politieke en sociaal-maatschappelijke context van de 18de eeuw. In het begin van de 18de eeuw woedde er de Spaanse Successieoorlog en nadien kwamen in onze contreien de Oostenrijkers. Zij zorgde voor indringende veranderingen. Wellen was een onderdeel van het oude land van Loon onder de voogdij van het prinsbisdom Luik. Door dat het prinsbisdom Luik neutraal stond, kende de regio enorme nadelen. Deze vooral ten nadelen van de boerenbevolking. plunderingen door ronddolende soldaten, vernielingen van de oogsten, onschuldige slachtoffers, Het grote kapitaal zat natuurlijk bij de kasteelheren en de grootgrondbezitters, de adel en de clerus. Het merendeel van de bevolking moest hard zwoegen en lang werken in ruil voor een karig loon. Het weinige dat ze konden verdienen en vergaren werd hen dan nog van vreemde soldaten en avonturiers op onrechtmatige wijze ontnomen. Zo moest de autochtone bevolking noodgedwongen zelf gaan stelen. Zo ontstond op deze voedingsbodem de beweging van de Bokkenrijders. Wellen is het symbool geworden van de Bokkenrijders in Zuid-Limburg is rechtstreeks het gevolg van het harde optrede van de rechterlijke macht.
De wereldlijke heer van Wellen was immers de abdis van Munsterbilzen. Hij was de clerus tegen wie de bokkenrijders hard van leer trokken. De activiteiten waren in geen enkele opzichten goed te keuren. Ze roofden en plundereden uit pure noodzaak om te overleven. Het gevreesde handelsmerk van de bokkenrijders waren de brandbrieven die zij verstuurden. Met deze brieven dreigde ze met brand en moord tenzij de bedreigde een zekere som aan de afzender overmaakt. Deze brief ondertekende ze met het kenmerkt de bokkenpoot. Ze waren echter minder crimineel en wreed dan lange tijd en algemeen aangenomen werd. De Bokkenrijders zweefden s nachts op bokken door de lucht. Het is een vertrouwde voorstelling uit het volksgeloof bij de Germaanse volkeren waarbij demonen in een dierlijke gedaante in een storm door het luchtruim raasden. In het christendom werden deze demonen assistenten van de duivel. In Wellen werden de vonnissen (1774-1776) van de 27 ter dood veroordeelde Bokkenrijders uit Wellen voltrokken op twee plaatsen. Ofwel in Munsterbilzen, ofwel in de Bonderkuil te Wellen. Negentien slachtoffers werden gewurgd aan een paal of staak, vijf personen werden levend verbrand, twee geradbraakt en één onthoofd. Achteraf werden de levenloze lichamen verbrand. .Vanaf juni 16 juni 1774 tot 5 februari 1776 werden 36 Bokkenrijders uit Haspengouw veroordeeld waarvan 31 Wellenaars. 27 hiervan werden terecht gesteld, 2 stierven in de cel, 1 ontsnapte en een ander werd vrijgelaten. In de Bonderkuil, op de grens met Kortessem en Alken, vonden de gruwelijke terechtstellingen van 19 Wellense Bokkenrijder: - 1 werd onthoofd met de bijl - 12 werden aan de paal gewurgd en nadien verbrand - 5 werden leven verbrand - 1 werd de handen afgehakt, geradbraakt en verbrand.
De wandelclub heeft de naam Bokkenrijders dan ook uit hun verleden over genomen. Wij wandelen door de gemeente met zijn weilanden en akkers. Vooral door Vrolingen, ook bekend voor zijn stroopfabriek. Wij hebben een aangename wandeling in Wellen gedaan in een echt winterlandschap.
WINTERWANDELING NAAR KERNIEL. / KERNIEL - BORGLOON / 08/12/2010.
WINTERWANDELING NAAR KERNIEL.
KERNIEL.
Namiddag is het al wat minder koud geworden en het heeft nog wat bij gesneeuwd waardoor het landschap er prachtig bijligt. Wij gaan een wandeling maken van Borgloon naar Kerniel en terug. Wij wandelen naar het stationsplein, spijtig dat het oude station al jaren geleden verdwenen is.
Alleen de spoorwegzate is er nog, nu omgevormd tot fiets- en wandelpad. Wij wandelen voorbij het stationsplein en de stoomstroopfabriek. Nu de spoorwegzate op. Het is er prachtig al de sneeuw die er ligt en de bomen en struiken bedekt met een laagje verse sneeuw. Wij volgen de spoorwegzate tot aan de brug van Colen, een gehucht van Kerniel waar de mooie abdij van Colen is. Weggedoken in het heuvelend Haspengouwse landschap midden in de fruitstreek straalt de Abdij "Mariënlof" vrede en rust uit. In de loop der jaren is ze een vaste waarde geworden in Zuid-Limburg.
Oorspronkelijk gesticht voor en bewoond door de Kruisheren, opgeheven met de Franse Revolutie, wordt de Abdij sedert 1822 bewoond door de cisterciënzerzusters, als voortzetting van de Abdij Woutersbrakel in Waals-Brabant. Het cisterciënzer ideaal werd er hoog gehouden en nog steeds beleeft. Mariënlof, mensen komen en gaan, mensen om de schatten te bewonderen, mensen om te bidden, mensen met hun vragen en problemen, mensen om één of meerdere dagen te genieten van de rust en de stilte. Op de dezelfde site bevind zich het Fruitstreekmuseum, is een ecomuseum waarbij de hele regio betrokken is. Het bevindt zich in een zijgebouw op het binnenplein van de abdij Mariënlof (Abdij Colen).
Naast het promoten van Zuid-Limburg als fruitstreek en het organiseren van evenementen waarbij fruit een prominente rol speelt tracht men de fruitsite in de abdij verder uit te bouwen met aandacht voor verleden, heden en toekomst van de fruitteelt. Een aantal panelen geven de ganse geschiedenis van de Haspengouwse fruitteelt weer aan de hand van foto's en teksten. Men maakt er ook kennis met de diverse facetten van de moderne fruitteelt. Thema's als het belang van de fruitproductie, fruit en gezondheid, fruit en wetenschap, worden zeer bevattelijk en educatief geïllustreerd, uitgelegd en getoond. Eén en ander wordt verduidelijkt aan de hand van memorabilia zoals de oudste Europese sorteermachine en de oudste Belgische veilingklok. Het museum is open van 1 april tot 30 september.
Wij wandelen over het plein en gaan even het park binnen, hier bevinden zich enkele prachtige bomen en vooral vanuit de tuin hebben we een prachtig zicht op de Vallei van Colen. Wij verlaten de abdij door de toegangspoort met duiventoren. Duiventorens vond men vroeger bij kastelen en hoeven. Tijdens het Ancien Régime was het houden van duiven middels het Duivenrecht streng gereglementeerd. De aanwezigheid van een duiventoren was een teken van rijkdom. Heren mochten 1 koppel duiven houden per hectare grond die ze bezaten.
Wij wandelen nu door het kerkwegeltje naar Kerniel. Dit paadje werd vroeger gebruikt om naar de abdij te komen en om de kinderen naar school te brengen. Voor de kleuters en de meisjes van het dorp. Wij dalen af en hebben een prachtig zicht op de vallei van Colen. En klimmen dan op naar de kerk van Kerniel.
Wij wandelen nu voorbij de kerk en dalen de Nielstraat af. Hier nog verschillende boerderijen die nu omgevormd zijn tot fruitbedrijven. Op één van de oude boerderijen zien we nog de sporen van het stroopstoken op de boerderijen. Onze rustpost vandaag is bij mijn ma, een lekker warme kop koffie gaat er nu wel in.
Na ons bezoek gaan we terug de Nielstraat op en wandelen nu terug naar de spoorwegzate, langs de onlangs aangelegde wijngaard en dan terug naar het stationsplein in Borgloon. Nog even en we zijn terug thuis. Een aangename wandeling door een prachtig sneeuwlandschap.