.
Het volgende menu, het tweede, is speciaal opgesteld om zo
weinig mogelijk werk te hebben terwijl je als gastvrouw- of heer mee aan tafel
zit.
Het is ook een menu zonder al te veel pretenties, gewoon
iets lekkers voor een feestmaaltijd onder vrienden. Geen stijf gedoe.
Hier gaan we weer!
Een kleine keuze aan
zeevruchten (aperitief)
Zeebaarsfilet met
kruidenkorst
Kalfsblanquette
Flensjes met
chocoladesaus en roomijs.
Het aperitief kan bestaan uit witte wijn of schuimwijn.
Champagne past hier niet echt omdat er verondersteld wordt dat het er nogal
amicaal en gemoedelijk zal aan toe gaan.
Ook geen zoete drankjes, dat past absoluut niet bij de zeevruchten.
Bier is wel geschikt, een frisse Duvel, alhoewel...? Als ik twee Duvels drink
kan je mij nadien van onder de tafel bijeen vegen. Een frisse Rodenbach? Er is
zoveel keuze...
Je hoeft er zelf weinig aan te doen. Koop een lading kleine
wulken, alikruiken en zeer verse ongepelde grijze garnalen. De wulken zullen
doorgaans vooraf reeds gekookt zijn door de vishandelaar. De kleine alikruikjes
(kreukels) worden zowel gekookt als rauw aangeboden. Indien ze nog rauw zijn
kook ze dan in een bouillonnetje met veel zout en een rood pepertje. Ook een
blaadje laurier en een takje selder. Hetzelfde voor de wulken, de alikruiken
moeten hoogstens een drietal minuutjes koken, wulken tien minuten. Laten
afkoelen in het kookvocht. Ze zelf koken is altijd veel lekkerder!
Aan de grijze garnalen hoef je verder niets te doen.
Er zijn ook smakelijke roze ongepelde garnalen op de markt, ook
kleine langoustines en die passen hier ook.
Zet de verschillende zeevruchtjes in schalen op de tafel en
voorzie enkele kommen met lauw water met een schijfje citroen er in om de
vingers te spoelen. Een vingerbol!
Indien je van het type bent, hoe vettiger, hoe prettiger,
voorzie dan ook nog enkele schaaltjes met verse zelf gemaakte mayonaise.
Zorg ook voor een apart servet maar geen papieren servetjes want
die verkruimelen direct..!
Zorg er eventueel voor dat je gasten nadien hun handen
kunnen wassen of voorzie een vochtig warm handdoekje. Die kan je op voorhand klaar leggen en nadien
opwarmen in de microgolfoven, zo doen ze dat ook in het vliegtuig...
Het voorgerecht.
Zeebaarzen zijn te koop voor relatief weinig geld. Ze worden
aangeboden variërend vanaf kleine visjes voor één persoon tot heel grote vissen
van vier kilo en meer per stuk. De kleintjes zijn de goedkope. Kies vissen van
ongeveer 400 gram per stuk en laat ze ontschubben en fileren door de
vishandelaar. Het vel moet aan de filet blijven! Gebruik hiervan één filet per
persoon. Controleer thuis nog eens of alle kleine graatjes uit de filets
verwijderd zijn, anders trek je ze er zelf uit met een epileerpincet of met een
klein tangetje...
De samenstelling van de kruidenkorst bepaal je gedeeltelijk zelf.
Gebruik diverse groene kruiden zoals peterselie, bieslook, dragon, salie, en
eventueel nog wat anders naargelang het aanbod op de markt.
Hak de kruiden, maar maak er geen moes van en meng deze met
ongeveer evenveel amandelpoeder of paneermeel, een eetlepel zachte mosterd, een
beetje citroensap en een grote klont malse boter. Peper en zout.
Kneed hiervan een pasta.
Bereid ook nog een begeleidend garnituur voor bij de vis.
Bijvoorbeeld een kleine ratatouille.
Als je hiervoor één rode paprika, één grote ui, één kleine courgette
en vier tomaten neemt heb je ongeveer voldoende voor een voetbalploeg, reserves
inbegrepen.
Pel de tomaten,
verwijder de pitten en snij ze in kleine blokjes.
Schil de paprika met een dunschiller en snij in blokjes,
snij eveneens de courgette in kleine blokjes en versnipper de ui.
Stoof de ui aan in rijkelijk veel olijfolie en voeg dan al
de andere groenten toe. Giet er eveneens met gulle hand witte wijn over uit,
peper en zout en voeg er de tomaten aan toe en een kruidenbosje. Laat een
kwartiertje koken en proef. Je moet een dikke sausachtige substantie bekomen.
Desnoods voeg je wat wijn toe.
Mocht je bijvoorbeeld zelf een beetje puree met knolselder of
een ander pureetje, of zalfje van... , lekker vinden, dan kan en mag dat in plaats van de ratatouille komen...
Kruid de visfilets met peper en zout en wentel ze indien je
dit wenst in bloem. Kleur ze in olie of boter in een anti-kleefpan en schik de
filet op een platte braadslede... of twee. De filets hoeven niet gaar te zijn. Kneed
een klein worstje van de kruidenpasta en leg een rolletje of strookje van de
pasta op de vis...
Of de visfilet nu met het vel naar boven of naar onder op de
ovenschaal ligt, dat beslis je zelf maar. Desgewenst kan je elke filet in twee
stukken snijden, dat oogt een beetje mooier bij de presentatie. Je legt de
stukjes dan kruisgewijs op mekaar.
Voor het opdienen schuif je de vis in een hete oven, lang
hoeft dat niet te duren om het visje helemaal gaar te maken, verwarm ondertussen
de ratatouille en leg je visfilet op een bord, op of naast de ratatouille. Een
plukje kleurige scheutjes kan hier een zeer decoratief aspect aan geven. Rode
bietscheutjes of paarse shiso. Je moet zelf maar zien wat voor moois er
verkrijgbaar is. Desnoods enkele blaadjes rucola, dat vindt je nu overal.
Kalfsblanquette
Kalfsblanquette is een oeroud gerecht dat een beetje in de
vergetelheid geraakt is maar dat oh zo lekker is en daarom zelfs geschikt is
als feestgerecht. Een echt voordeel is het feit dat dit gerecht op voorhand kan
klaargemaakt worden en slechts hoeft opgewarmd te worden net voor het opdienen.
Normaal serveert men er gewone gekookte aardappelen bij of deegwaren of rijst.
Vermits het feest is, zou ik voor kroketjes opteren. Alhoewel wat is er fout
met een kom kleine gekookte krielaardappeltjes overgoten met gesmolten boter en
bestrooid met gehakte peterselie of gesneden bieslook. Veel werk is daar ook
niet aan.
Om op te dienen is het heel eenvoudig: zet de kommen op de
tafel en iedereen bedient zichzelf. Wie zijn bord niet leeg eet mag de afwas
doen...!
Benodigdheden :
Kalfsvlees
voor ragout, van de borst, nek, of schouder... vraag het aan de slager!
een wortel
en een ui, enkele takken selder.
een kruidenbosje
blanke roux
room
citroensap,
zeer verse
champignons
desgewenst
kalfsgehakt.
peper en
zout.
Bereiding:
Het kalfsvlees blancheren indien gewenst. Dus opzetten in
koud water, aan de kook brengen, één minuutje koken en nadien dit kookvocht
weggooien.
Opnieuw opzetten met water, als het kookt, afschuimen, het
kruidenbosje en de groenten toevoegen, zout en peper. Laat zeer zachtjes gaar
worden. Gemiddeld duurt dit een uur en een half. Proef na een uur een stukje
vlees om zeker te zijn. Indien er veel vet op het vlees zit laat je het
afkoelen tot de volgende dag en dan kan het vet gemakkelijk verwijderd worden.
Dit betekent ook dat je aan de bereiding reeds de dag voordien moet beginnen.
De volgende dag stoof je de champignons die in mooie
stukjes gesneden zijn in een beetje boter en citroensap. Deksel op de pan.
Zodra de champignons onder vocht staan zijn ze goed.
Maak het gehakt aan zoals gewoonlijk met een beetje ei,
wat paneermeel of beter nog met wit broodkruim en rol er kleine balletjes van.
Kook deze gaar in gezouten water. Dit kookwater kan je nadien weggooien. Indien je geen gehaktballetjes wil, laat ze dan
gewoon weg...!
Bereid een roux met boter en bloem en voeg zowel de
bouillon van het vlees als het sap van de champignons toe. Roer stevig met een
sausklopper en zorg dat er geen klontertjes in de saus komen. De saus mag niet
papperig dik worden. Proef of er voldoende peper en zout gebruikt is en voeg citroensap
toe tot de saus fris lichtjes zuur smaakt. Voeg nu het vlees, de champignons en
de gehaktballetjes toe.
Deze bereiding kan je gemakkelijk terug opwarmen of warm
houden in een bain-marie. Twee potten in mekaar waarvan de onderste heet water
bevat.
Net voor het serveren roer je nog een flinke scheut room
door de bereiding. Bestrooien met peterselie.
De hoeveelheid
vlees die je nodig hebt zal ongeveer 150 tot 200 gram per persoon zijn, het
gewicht van de gehaktballetjes inbegrepen. Bijvoorbeeld honderd gram kalfsvlees
en vijftig gram gehakt. Vijftig gram champignons per persoon is een goede hoeveelheid.
Dat alles is ruimschoots voldoende vermits er reeds een voorgerecht was..!
Trouwens de resterende blanquette zal de volgende dag nog
beter smaken.
Flensjes met chocoladesaus en roomijs.
De flensjes kunnen vooraf gebakken worden. Twee kleine flensjes
per persoon is voldoende.
Met één liter melk, vijfhonderd gram bloem, vijf of zes
eieren, honderd gram gesmolten boter, vanillesuiker en een snuif zout maak je
ongeveer dertig flensjes, afhankelijk van de grootte. Dus voldoende voor
vijftien personen. Zo heb je enig idee hoeveel flensjes je moet bereiden.
De chocoladesaus maak je door bijvoorbeeld 250 gram room aan
de kook te brengen en daar van het vuur weg 250 gram chocoladecallets door te
roeren. Niet meer laten koken. Eventueel gebruik je gewone grof gehakte donkere
chocolade.
Het roomijs koop je in de supermarkt of bestel je bij een
pasteibakker of ijssalon.
De flensjes kunnen heel gemakkelijk opgewarmd worden in een
microgolfoven. De saus op het vuur of ook in bain-marie.... De rest wijst
zichzelf uit.
Twee flensjes, een lepel warme chocoladesaus en een bolletje
ijs... Snel opdienen!
Je kan er een beetje geraspte kokos of poedersuiker over
strooien als decoratie.
Dat was dan de tweede boterham... mocht je vragen hebben,
stel ze maar..
|