Twintig originele benaderingen van spaghetti bolognese.
Van bovenstaande drie boeken ben ik medeauteur !
Tips en hulp voor de keuken !
Ter Leringhe ende Vermaeck
03-12-2011
Menu nummer 2
.
Het volgende menu, het tweede, is speciaal opgesteld om zo
weinig mogelijk werk te hebben terwijl je als gastvrouw- of heer mee aan tafel
zit.
Het is ook een menu zonder al te veel pretenties, gewoon
iets lekkers voor een feestmaaltijd onder vrienden. Geen stijf gedoe.
Hier gaan we weer!
Een kleine keuze aan
zeevruchten (aperitief)
Zeebaarsfilet met
kruidenkorst
Kalfsblanquette
Flensjes met
chocoladesaus en roomijs.
Het aperitief kan bestaan uit witte wijn of schuimwijn.
Champagne past hier niet echt omdat er verondersteld wordt dat het er nogal
amicaal en gemoedelijk zal aan toe gaan.
Ook geen zoete drankjes, dat past absoluut niet bij de zeevruchten.
Bier is wel geschikt, een frisse Duvel, alhoewel...? Als ik twee Duvels drink
kan je mij nadien van onder de tafel bijeen vegen. Een frisse Rodenbach? Er is
zoveel keuze...
Je hoeft er zelf weinig aan te doen. Koop een lading kleine
wulken, alikruiken en zeer verse ongepelde grijze garnalen. De wulken zullen
doorgaans vooraf reeds gekookt zijn door de vishandelaar. De kleine alikruikjes
(kreukels) worden zowel gekookt als rauw aangeboden. Indien ze nog rauw zijn
kook ze dan in een bouillonnetje met veel zout en een rood pepertje. Ook een
blaadje laurier en een takje selder. Hetzelfde voor de wulken, de alikruiken
moeten hoogstens een drietal minuutjes koken, wulken tien minuten. Laten
afkoelen in het kookvocht. Ze zelf koken is altijd veel lekkerder!
Aan de grijze garnalen hoef je verder niets te doen.
Er zijn ook smakelijke roze ongepelde garnalen op de markt, ook
kleine langoustines en die passen hier ook.
Zet de verschillende zeevruchtjes in schalen op de tafel en
voorzie enkele kommen met lauw water met een schijfje citroen er in om de
vingers te spoelen. Een vingerbol!
Indien je van het type bent, hoe vettiger, hoe prettiger,
voorzie dan ook nog enkele schaaltjes met verse zelf gemaakte mayonaise.
Zorg ook voor een apart servet maar geen papieren servetjes want
die verkruimelen direct..!
Zorg er eventueel voor dat je gasten nadien hun handen
kunnen wassen of voorzie een vochtig warm handdoekje.Die kan je op voorhand klaar leggen en nadien
opwarmen in de microgolfoven, zo doen ze dat ook in het vliegtuig...
Het voorgerecht.
Zeebaarzen zijn te koop voor relatief weinig geld. Ze worden
aangeboden variërend vanaf kleine visjes voor één persoon tot heel grote vissen
van vier kilo en meer per stuk. De kleintjes zijn de goedkope. Kies vissen van
ongeveer 400 gram per stuk en laat ze ontschubben en fileren door de
vishandelaar. Het vel moet aan de filet blijven! Gebruik hiervan één filet per
persoon. Controleer thuis nog eens of alle kleine graatjes uit de filets
verwijderd zijn, anders trek je ze er zelf uit met een epileerpincet of met een
klein tangetje...
De samenstelling van de kruidenkorst bepaal je gedeeltelijk zelf.
Gebruik diverse groene kruiden zoals peterselie, bieslook, dragon, salie, en
eventueel nog wat anders naargelang het aanbod op de markt.
Hak de kruiden, maar maak er geen moes van en meng deze met
ongeveer evenveel amandelpoeder of paneermeel, een eetlepel zachte mosterd, een
beetje citroensap en een grote klont malse boter. Peper en zout.
Kneed hiervan een pasta.
Bereid ook nog een begeleidend garnituur voor bij de vis.
Bijvoorbeeld een kleine ratatouille.
Als je hiervoor één rode paprika, één grote ui, één kleine courgette
en vier tomaten neemt heb je ongeveer voldoende voor een voetbalploeg, reserves
inbegrepen.
Pel de tomaten,verwijder de pitten en snij ze in kleine blokjes.
Schil de paprika met een dunschiller en snij in blokjes,
snij eveneens de courgette in kleine blokjes en versnipper de ui.
Stoof de ui aan in rijkelijk veel olijfolie en voeg dan al
de andere groenten toe. Giet er eveneens met gulle hand witte wijn over uit,
peper en zout en voeg er de tomaten aan toe en een kruidenbosje. Laat een
kwartiertje koken en proef. Je moet een dikke sausachtige substantie bekomen.
Desnoods voeg je wat wijn toe.
Mocht je bijvoorbeeld zelf een beetje puree met knolselder of
een ander pureetje, of zalfje van... , lekker vinden, dan kan en mag dat in plaats van de ratatouille komen...
Kruid de visfilets met peper en zout en wentel ze indien je
dit wenst in bloem. Kleur ze in olie of boter in een anti-kleefpan en schik de
filet op een platte braadslede... of twee. De filets hoeven niet gaar te zijn. Kneed
een klein worstje van de kruidenpasta en leg een rolletje of strookje van de
pasta op de vis...
Of de visfilet nu met het vel naar boven of naar onder op de
ovenschaal ligt, dat beslis je zelf maar. Desgewenst kan je elke filet in twee
stukken snijden, dat oogt een beetje mooier bij de presentatie. Je legt de
stukjes dan kruisgewijs op mekaar.
Voor het opdienen schuif je de vis in een hete oven, lang
hoeft dat niet te duren om het visje helemaal gaar te maken, verwarm ondertussen
de ratatouille en leg je visfilet op een bord, op of naast de ratatouille. Een
plukje kleurige scheutjes kan hier een zeer decoratief aspect aan geven. Rode
bietscheutjes of paarse shiso. Je moet zelf maar zien wat voor moois er
verkrijgbaar is. Desnoods enkele blaadjes rucola, dat vindt je nu overal.
Kalfsblanquette
Kalfsblanquette is een oeroud gerecht dat een beetje in de
vergetelheid geraakt is maar dat oh zo lekker is en daarom zelfs geschikt is
als feestgerecht. Een echt voordeel is het feit dat dit gerecht op voorhand kan
klaargemaakt worden en slechts hoeft opgewarmd te worden net voor het opdienen.
Normaal serveert men er gewone gekookte aardappelen bij of deegwaren of rijst.
Vermits het feest is, zou ik voor kroketjes opteren. Alhoewel wat is er fout
met een kom kleine gekookte krielaardappeltjes overgoten met gesmolten boter en
bestrooid met gehakte peterselie of gesneden bieslook. Veel werk is daar ook
niet aan.
Om op te dienen is het heel eenvoudig: zet de kommen op de
tafel en iedereen bedient zichzelf. Wie zijn bord niet leeg eet mag de afwas
doen...!
Benodigdheden :
Kalfsvlees
voor ragout, van de borst, nek, of schouder... vraag het aan de slager!
een wortel
en een ui, enkele takken selder.
een kruidenbosje
blanke roux
room
citroensap,
zeer verse
champignons
desgewenst
kalfsgehakt.
peper en
zout.
Bereiding:
Het kalfsvlees blancheren indien gewenst. Dus opzetten in
koud water, aan de kook brengen, één minuutje koken en nadien dit kookvocht
weggooien.
Opnieuw opzetten met water, als het kookt, afschuimen, het
kruidenbosje en de groenten toevoegen, zout en peper. Laat zeer zachtjes gaar
worden. Gemiddeld duurt dit een uur en een half. Proef na een uur een stukje
vlees om zeker te zijn. Indien er veel vet op het vlees zit laat je het
afkoelen tot de volgende dag en dan kan het vet gemakkelijk verwijderd worden.
Dit betekent ook dat je aan de bereiding reeds de dag voordien moet beginnen.
De volgende dag stoof je de champignons die in mooie
stukjes gesneden zijn in een beetje boter en citroensap. Deksel op de pan.
Zodra de champignons onder vocht staan zijn ze goed.
Maak het gehakt aan zoals gewoonlijk met een beetje ei,
wat paneermeel of beter nog met wit broodkruim en rol er kleine balletjes van.
Kook deze gaar in gezouten water. Dit kookwater kan je nadien weggooien. Indien je geen gehaktballetjes wil, laat ze dan
gewoon weg...!
Bereid een roux met boter en bloem en voeg zowel de
bouillon van het vlees als het sap van de champignons toe. Roer stevig met een
sausklopper en zorg dat er geen klontertjes in de saus komen. De saus mag niet
papperig dik worden. Proef of er voldoende peper en zout gebruikt is en voeg citroensap
toe tot de saus fris lichtjes zuur smaakt. Voeg nu het vlees, de champignons en
de gehaktballetjes toe.
Deze bereiding kan je gemakkelijk terug opwarmen of warm
houden in een bain-marie. Twee potten in mekaar waarvan de onderste heet water
bevat.
Net voor het serveren roer je nog een flinke scheut room
door de bereiding. Bestrooien met peterselie.
De hoeveelheid
vlees die je nodig hebt zal ongeveer 150 tot 200 gram per persoon zijn, het
gewicht van de gehaktballetjes inbegrepen. Bijvoorbeeld honderd gram kalfsvlees
en vijftig gram gehakt. Vijftig gram champignons per persoon is een goede hoeveelheid.
Dat alles is ruimschoots voldoende vermits er reeds een voorgerecht was..!
Trouwens de resterende blanquette zal de volgende dag nog
beter smaken.
Flensjes met chocoladesaus en roomijs.
De flensjes kunnen vooraf gebakken worden. Twee kleine flensjes
per persoon is voldoende.
Met één liter melk, vijfhonderd gram bloem, vijf of zes
eieren, honderd gram gesmolten boter, vanillesuiker en een snuif zout maak je
ongeveer dertig flensjes, afhankelijk van de grootte. Dus voldoende voor
vijftien personen. Zo heb je enig idee hoeveel flensjes je moet bereiden.
De chocoladesaus maak je door bijvoorbeeld 250 gram room aan
de kook te brengen en daar van het vuur weg 250 gram chocoladecallets door te
roeren. Niet meer laten koken. Eventueel gebruik je gewone grof gehakte donkere
chocolade.
Het roomijs koop je in de supermarkt of bestel je bij een
pasteibakker of ijssalon.
De flensjes kunnen heel gemakkelijk opgewarmd worden in een
microgolfoven. De saus op het vuur of ook in bain-marie.... De rest wijst
zichzelf uit.
Twee flensjes, een lepel warme chocoladesaus en een bolletje
ijs... Snel opdienen!
Je kan er een beetje geraspte kokos of poedersuiker over
strooien als decoratie.
Dat was dan de tweede boterham... mocht je vragen hebben,
stel ze maar..
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen) Categorie:Zo maar recepten Tags:Zeevruchten, zeebaars met kruidenkorst, kalfsblanquette, flensjes met chocoladesaus
26-11-2011
Menu nummer 1
.
Vanaf nu, en dat gedurende een paar weken zal ik een
menuutje voorstellen dat bruikbaar is voor kerstavond of in België ook voor
oudejaarsavond.
(Hoe je oliebollen
moet bakken dat weet ik niet.)
Ik zal ook proberen om het niet te moeilijk en het ook niet
al te duur te maken. Maar voor een feestje mag het toch ietsje meer zijn, dacht
ik?
Eerste voorstel dus:
Een crème brulée van
foie gras, te geven bij het aperitief.
Een kleine terrine van
zalm en langoustines
Een coq au vin of
een haantje in rode wijn voor de flaminganten.
Frisse verse
vruchtensalade en een sorbet.
Als aperitief zou ik het eenvoudig houden. Serveer een lekkere
frisse cava, methode traditionelle, prosecco of als je portemonnee het toelaat
een champagne. Er bestaan lekkere cavas voor zes tot zeven euro per
fles...Dat is zeker niet onoverkomelijk
voor de meesten onder ons... (Hoop ik)
Persoonlijk ben ik absoluut tegen gans die rompslomp aan
diverse hapjes en zoete drankjes waardoor je maag reeds gevuld is voor je aan
tafel gaat. Eén klein hapje en misschien een klein extra knabbeltje moet voldoende
zijn!
Voor de crème brulée is onderstaand recept voldoende voor
ongeveer zes tot acht personen. Dit hangt af van de grootte van de potjes die
je straks zal gebruiken.
Je hebt nodig:
100 g verse foie gras. Geen reeds voorbereide paté
van foie gras gebruiken!
100 gram
melk
100 g room
50 gram port
1 ei plus 1
eierdooier
1
koffielepel bruine suiker
diverse
groene gehakte kruiden
peper, zout
en nootmuskaat.
Bereiding :
Meng room,
melk, ei en dooier. Kruid met peper en zout en een snuifje nootmuskaat.
Snij de
lever in stukjes en bak deze zeer snel in een hete pan zonder toegevoegde
vetstof. Laat
afkoelen.
Mix alles te
samen met een keukenrobot of bekermixer of zelfs gewoon met een staafmixer.
Giet door
een zeef om eventuele zenuwen of vezels te verwijderen. Voeg de port toe.
Giet in
vuurvaste vormpjes en bak gaar in de oven in een bain marie bij 120 à 130 °C.
Eventueel
afdekken met aluminiumfolie om niet te veel kleur te laten krijgen op het
oppervlak
van de crèmes. Voelen met een mesje of ze gaar zijn.
Laat de
potjes afkoelen in de koelkast.
Bestrooi met
een weinig bruine suiker, brandt ze met een gasbrander.
Bestrooi met
gehakte groene kruiden. Bieslook bijvoorbeeld.
Dus dit hapjes kan perfect klaargemaakt worden voor de
gasten arriveren. Alleen het afbranden met een gasbrander moet nog gebeuren
maar dat duurt slechts enkele ogenblikken.
Serveren met een klein lepeltje en eventueel met kleine sneetjes
stokbrood.
Voor de terrine van
zalm en langoustines heb je een volledige zalmfilet nodig. Reken op een 150
gram per persoon. Dat is teveel maar dat teveel stop je nadien in de
diepvriezer voor latere doeleinden.
Ook enkele sneetjes gerookte zalm zijn nodig.
Minstens één grote verse of diepgevroren langoustine per
persoon. Beter nog zijn twee kleintjes.
Gebruik alleen het mooie ruggedeelte van de zalm.
Boter ook weer individuele vuurvaste vormpjes goed in. Dit
gaat zelfs goed in gewone koffiekopjes, wel van redelijk formaat.
Snij uit de dikke zalmfilet vrij lange stroken waarmee je de
binnenste zijkant van het vormpje bedekt. Leg hiertegen een strookje gerookte
zalm. Van een gedeelte van de afsnijdsels van de verse zalm maak je nu een
vulsel door dit in een keukenmachine fijn te maken. Laat de zalmsnippers eerst
half bevriezen en mix ze dan. Voeg een stevige snuif zout en peper toe terwijl
de machine draait. De vismassa wordt nu stevig, door het zout, en voeg nu
ongeveer de helft van het visgewicht aan room toe.Dus voor 200 gram zalmvlees, honderd gram
room. Dan de machine niet te lang meer
laten draaien want anders kan heel de zaak schiften.
Indien je centen genoeg hebt kan je nu een schijfje truffel
op de bodem van het vormpje leggen. Een takje platte peterselie is ook heel
decoratief maar geeft minder smaak.
Haal de staartjes uit de langoustines, pel ze, haal het
zwarte darmpje er uit en leg de staart of staartjes in het midden van het
vormpje op de bodem. Nu is de volledige bodem bedekt met zalm aan de zijkanten. In
het midden één of twee langoustine staartjes.
Vul de vormpjes verder op met de gemaakte zalmpastei en druk
goed aan met natgemaakte vingers. Zo kleeft het niet aan je handen.
Dit werk kan ook weer enkele uren voordien gedaan worden.
Laat de resten, de kopjes, scharen en pellen van de
staartjes, van de langoustines met een versnipperde ui, tijm en laurier en
peper een tiental minuutjes koken in een halve fles droge witte wijn. Leg de
mooiste kopjes van de langoustines dan opzij maar borstel ze eerst in met gewone
olie zodat ze glanzen.
Zeef het resterende kookvocht, en kook het in tot er nog
maar enkele eetlepels overblijven.
Proef; het moet goed afsmaken.Zet opzij.
Om nu het gerecht op tafel te brengen zet je de vormpjes met
vis in een diepe braadslede in een niet te hete oven, en giet kokend water
tussen de vormpjes en leg een vel folie er over tegen het uitdrogen.Normaal zal de vis gaar zijn na een tien tot
vijftiental minuutjes. Dit hangt van vele factoren af. Als de vismassa stevig
aanvoelt is alles in orde.
De saus maak je door de sterk ingekookte jus van de
langoustines op te werken met veel klontjes verse ijskoude boter. Vindt je dit
van het goede te veel gebruik dan eerst een beetje strooimaïzena en werk er
daarna toch redelijk wat klontjes koude boter door... voor de smaak. t Is
feest en dan steekt dat zo nauw niet.
Keer de vormpjes eerst om op een klein schoteltje want er
kan vocht uit komen.Dit vocht kan
verwerkt worden in de saus. Keer de vormpjes nu om en leg een kleine
zalmterrine in het midden van een bord, leg er een in de oven opgewarmd
langoustinekopje beschermend over heen en giet de saus rondom.
Versier eventueel met een stukje groente met contrasterende
kleur. Bijvoorbeeld een klein toefje groene broccoli of een mooie gebakken hele
cantharel.
Voor de coq au vin
heeft men een haan nodig, een stevige haan, die al enige tijd op het erf heeft
rond gelopen en als eens een kippetje gepakt heeft.
Gebruik anders een stevige poularde, dat is een kip van
meer dan 1,800 kg. Of een kapoen als die ergens te verkrijgen is...Of zo een dure kip met een label.
Laat de poelier de kip in mooie stukken verdelen, want ik
zie dat in de supermarkt nog niet gebeuren...Dus dan is er maar één oplossing, het zelf doen.
Snijd de twee bouten los en verdeel die in twee stukken
juist tussen het gewricht.
Hak het borststuk in een drietal mooie stukken en zorg er
voor dat de kip niet verhakkeld wordt.
Sommige recepten schrijven voor om de stukken kip nu te
marineren in rode wijn. Niet doen!
De saus krijgt daardoor allemaal witte tikjes afkomstig van
de eiwitten die in de rode wijn opgelost zijn.
De bereiding is eenvoudig. De stukken kip kruiden met peper
en zout en door bloem wentelen. De meeste bloem er ook weer af schudden.
Deze stukken kip bakken in boter tot ze mooi bruin zijn.
Laat de pan nog even op het vuur staan maar doe de stukken
kip over in een mooie pot die later op tafel kan gezet worden. (Eentje van Le
Creuset of een mooie koperen pan?)
Overgiet met de rode wijn, wees niet gierig, voeg een
stevige scheut cognac toe en een kruidenbosje. Dat is een busseltje met wat
tijm, laurier en enkele peterseliestengels met een touwtje samengebonden.
Flamberen is niet nodig tenzij om je huisgenoten te
imponeren en let op voor de dampkap of de gordijnen... Opgebrande cognac voegt
niet veel extra waarde toe!
Nog wat peper en zout en laat de kip nu maar stoven. Zo lang
mogelijk, normaal is vijfenveertig minuutjes voldoende.
Als rode wijn kan best één of andere volle rode wijn
gebruikt worden, niet te goedkoop want dat levert ook een goedkope saus op maar
een fortuin hoeft hij ook niet te kosten.
Sommigen doen er ook bruine fond bij. Klassiek is dit niet.
Maar wel goedkoper. Dan moet je wel bruine fond hebben maar die is te koop in
bokaaltjes. Enkele gehakte teentjes knoflook mogen er ook bij...maar het hoeft
niet.
Een echte haan zal wel eventjes moet sudderen vooraleer hij
gaar is maar een supermarktkip heeft zoals reeds gezegd slechts een drie
kwartiertjes nodig.
Maak ondertussen de garnituren klaar.
Gezouten spek, champignons en zilveruitjes.
Dit garnituur is ook een klassieker, het wordt ook wel een
garniture grand mère genoemd.
Niet grand merde zoals een Hollandse chef het ooit eens
zegde...
Het spek in blokjes of lardons snijden. Dit zijn reepjes
zonder zwoerd of kraakbeen.
Bak de spekjes in de pan die nog steeds binnen handbereik
staat.
Bak daarna de champignons. Snijd ze eerst in mooie hapklare
brokjes.
De zilveruitjes moeten gepeld worden. Stop ze daarom enkele
minuten in een kommetje met heet water. De pel wordt daardoor soepel en kan nu
gemakkelijk verwijderd worden. Zorg er ook voor om het worteltje er niet
volledig af te snijden, de uitjes vallen anders in ringen uit mekaar. Geef de
uitjes ook een kleurtje.
Het spek mag er bij vanaf het begin bij de bereiding. Voeg
de zilveruitjes en champignons pas op het einde van de bereiding toe, laat ze hoogstens
een kwartiertje meestoven. Anders komen er rubberachtige champignonballetjes te
voorschijn en kapot gestoofde uitjes.
Normaal zou de saus voldoende moeten gebonden zijn door de
bloem die aan de kip hangt maar als ze niet voldoende dik is kan ze bijgebonden
worden met één of ander. Liefst geen roux want daardoor ontstaat een troebele matte,
saus.
Neem wat aangelengd aardappelmeel of beter nog, haal de
stukken kip en garnituur uit de pot en laat de saus inkoken op een hoog vuur.
Proef ook even of de kruiding in orde is. Peper en zout is
voldoende, er moet echt niets anders bij.
Dit gerecht serveer je best met echte Vlaamse kroketjes.
Klassiek zou het beter zijn met aardappeltjes die in de oven gaar gebraden werden.
Pommes château zoals ze genoemd werden maar dat is echt, den ouden tijd.
Voor de vruchtensalade neem je de vruchten die je zelf
lekker vindt en die bij de groenteboer in de aanbieding staan. Bedruip de
gesneden vruchten met citroensap om het verkleuren tegen te gaan. Ook zo een
fruitsalade kan enkele uren, dus voor de aankomst van de gasten klaar gezet
worden.
Versier met iets roods, een aardbei misschien, met een
schijfje van een carambola en een paar blaadjes munt. Er zijn weldra
verscheidene exotische vruchten ter beschikking.
Leg een bolletje sorbet boven op het fruit. Een
citroensorbet, limoen, passievrucht...
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen) Categorie:Zo maar recepten Tags:Crème brulée van foie gras, terrine van zalm en langoustines, coq au vin, verse fruitsalade met sorbet
19-11-2011
Lekker smikkelen
.
Ons neefje, niet dat we maar één neefje hebben, maar bedoelde
neef wordt altijd aangeduid als het neefje, heeft een slimme manier ontdekt
om goedkoop en lekker te eten.
Over dat lekker eten zal ik het seffens nog eens hebben.
Het neemt daarvoor de telefoon en belt naar zijn tante,
zijnde mijn vrouw, en vraagt welke datum er vrij is om eens op bezoek te komen.
Liefst s middags en bij voorkeur een dag in de week...
De reservatie wordt hier dan in de grote agenda, die naast
de telefoon ligt, genoteerd.
Hij komt altijd netjes op tijd (soms toch) en brengt een mooie
bos bloemen mee voor zijn tante en een fles wijn voor de kok van dienst...
Zo zitten we dan te smikkelen van s middags tot het, zoals
nu tijdens de wintermaanden, reeds begint te donkeren.
Weldra breekt de kerstperiode weer aan... ik weet het, Sint
niklaas moet nog komen, maar er goed op tijd aan beginnen is de boodschap. In
ieder geval beter dan op 23 december nog snel een menuutje samenstellen uit het
televisie programmaboekje... en vlug naar de Aldi rennen in de hoop om daar nog
wat te vinden...!!
Je kan ook op 17 december naar één kijken. Jeroen Meus is nu
reeds druk in de weer met een kerstspecial van Dagelijkse kost. Kijk op
zaterdag 17 december 2011 naar een extra lange aflevering waarin hij enkele
culinaire kersttradities onder de loep zal nemen.
Je kan eveneens de volgende weken hier deze rubriek blijven
volgen. Van af nu zal ik elke week tot na Nieuwjaar, een menuutje bespreken dat
thuis moet realiseerbaar zijn.
Om te beginnen met het menu dat wij enkele dagen geleden
naar binnen gewerkt hebben, samen met het neefje.
Volgens mij was het een eenvoudig menu. Aperitief, een koud
voorgerecht, een hoofdschotel, dessert en koffie.
Maar ieder stelt zijn normen een ietsje anders.
Het is niet zo dat, omdat ik kalfszwezeriken lekker vind,
iemand anders dat ook op prijs stelt.
Kroketten komen hier thuis nooit op tafel. Voor vele
personen kan een feestmaaltijd zonder kroketjes niet...
De eerste regels waar je moet op letten bij het samenstellen
van een feestmenu zijn de volgende:
Hoeveel personen komen er?
Kan mijn keuken deze hoeveelheid baas?
Heb ik ruimte genoeg in de keuken om dit alles teverwerken?
Heb ik voldoende apparatuur, oven(s), potten, pannen ?
Kan ik al die gerechten wel maken? Ken ik voldoende de
receptuur?
Zijn er voldoende borden, glazen en dergelijke in voorraad?
Dan:
Maak een boodschappenlijst en zorg dat alle grondstoffen de
dag voordien in voorraad zijn!.
Begin op tijd aan de bereiding.
Zorg voor een eenvoudig maar lekker menu dat door iedereen
gelust wordt.
Lusten je gasten zaken zoals : oesters , foie gras,
carpaccio, rauwe vis..?
Begin niet aan experimenten als er gasten zijn!
Allergieën, vegetariërs, getuigen van Jehova, indignados?
Ik kan dat alles hier niet uitmaken, dat moet ieder voor
zich beslissen.
Terug ter zake!
Het neefje kwam op tijd, had een zeer mooie ruiker witte
bloemen bij voor mijn vrouw, waarin witte tulpen en een fles cava voor mij!
Toevallig geven wij ook altijd cava als aperitief. Hoogst
uitzonderlijk, het hangt er van af voor wie, komt er ook wel champagne op
tafel.
Als aperitiefhapje had ik daarbij een scampi gemaakt met een
reepje gerookt spek rond en een zuurzoete saus. Een drietal kleine scampi per
persoon, ontdooid, gepeld, van het darmkanaaltje ontdaan en omwikkeld met een
half reepje flinterdun gesneden gerookt spek. Een houten prikker daardoor en
dat zet je dan klaar in de koelkast. Kruiding is niet nodig. Het spek geeft de
smaak.
Om op te dienen heb ik een kwakje zuurzoete saus uit een
fles genomen. Het was dan ook nog geen
kerstfeest. De was saus gekocht in de supermarkt, te vinden bij de
Aziatische spullen.
De scampis heb ik gebakken in een lekje olie maar laat
vooral de scampis niet te lang bakken anders worden ze taai. Het prikkertje
dat in de scampi zit maakt het ook gemakkelijk om ze te om te draaien in de
pan.
Meer moet dat niet zijn. Soms heb je reeds geen honger meer
na het nuttigen van veel te veel hapjes bij het aperitief!
Terwijl mijn vrouw zich dan ontfermde over de witte wijn,
een witte Bourgogne, heb ik drie borden met gerookte vis klaar gezet.
Dat is dus doodsimpel... je moet alleen zorgen dat alles in
huis voorradig is. Ook is dit geen echt origineel voorgerecht, vijftig jaar
geleden was het nog hip... maar het paste nu toevallig in het decor. Mijn
decor!... Er zijn trouwens nog steeds veel mensen die dit een perfect voorgerecht
vinden...!
Een greepje sla op een groot bord. Ik had veldsla genomen
maar die is een ietsje te zoet vond ik achteraf. Rucola is te sterk van smaak
maar een witloofslaatje of een beetje fijn gesneden ijsbergsla, zouden het goed
doen. Niet te vergeten, de sla eerst een klein beetje op smaak brengen met een
lichte vinaigrette met wat mosterd. Indien je dit hebt, vinaigrette met
mierikswortel past ook heel goed.
Dan een sneetje gerookte zalm, een sneetje gerookte heilbot
en een reepje gerookte paling...
(Telkenmale ik in
Nederland kom koop ik daar een pakje gerookte paling... maar hier ook te
krijgen in de betere supermarkt.)
Een totaal gewicht van ongeveer 100 gram vis per persoon is
een mooie portie.
Nog een drietal kleine kerstomaatjes er bij, een hoopje
gehakte peterselie en een greepje fijn gesnipperde ui of beter nog, sjalot.
Mocht je nu toevallig nog ander groen in huis hebben dat
hier bij past dan mag dat natuurlijk ook op het bord. Tuinkers, groene asperges,
bieslook ...?
Zo, en dan zit je zelf mee aan tafel, de voorbereiding
bestond er uit om de sla te wassen en een klein beetje vinaigrette te maken. Open
de plastic verpakking van de gerookte vissen, reeds goed op voorhand. Zo ademt
de vis en zullen de sneetjes gemakkelijk van mekaar los komen.
Een koud voorgerecht heeft als voordeel dat er geen koken
aan te pas komt en de keuken zo minder belast wordt!!!
Als hoofdgerecht had ik een stukje hertengebraad gekocht.
Gewoon uit de diepvries... Het is zelfs vrij goedkoop vlees, ingevoerd uit
Polen. Die Polen mogen ook eens wat terug geven in de plaats van wat ze hier
reeds allemaal weg gesleept hebben. (Mijn auto onder andere...) Zevenhonderd en
vijftig gram woog het stukje vlees... voor drie mensen dus te veel, maar er
komt ook nog een morgen.
Het vlees lag reeds van de dag voordien in de koelkast te
ontdooien in zijn oorspronkelijke verpakking.
Ook in Nederland had ik een zak met kleine peertjes, Gieser
Wildeman gekocht, voor een prikje... (In Nederland.) Dergelijke kleine
schattige peertjes zijnhier ook te
vinden hoor, na wat zoekwerk. Ze blijven zeer lang goed als ze koel bewaard
worden. Deze peertjes worden hier ook Jefkes genoemd maar ik begin er nu aan te
twijfelen of Jefkes en Gieser Wildeman, wel hetzelfde is. ( Jefkes, zouden
oorspronkelijk uit Ninove komen... indien iemand daar iets over weet...?)
De peertjes heb ik de dag voordien reeds geschild,
gehalveerd, het klokhuis verwijderd en gaar gestoofd in een lichte rode wijn
met een beetje suiker en een stokje kaneel. Als ze dan overnacht kunnen rusten
in het stoofvocht worden ze mooi donker paars-rood...
Hetzelfde is gebeurd met een zakje verse Amerikaanse
veenbessen. De bessen best eens wassen, de eventuele slechte er uit zoeken en
opzetten onder deksel met een bodempje water een schepje suiker.
Dat stond dus allemaal klaar, reeds van de vorige dag.
Als aardappeltje had ik voor ieder twee rösti gemaakt. Grote
aardappelen, bintjes, grof geraspt, lichtjes gekruid met peper en zout en dan
het meeste vocht er uit geknepen. Hiervan platte koekjes gevormd en zeer traag
gebakken in een beetje olie in een antikleefpan.
Ook dit kan op voorhand gedaan worden, toch enkele uren. Op
het ogenblik dat je de aardappelen nadien nodig hebt stop je ze een paar
minuutjes in een hete oven.
Het vlees is op voorhand te bereiden. Ik heb het zelfs klaar
gemaakt boven op het vuur, niet in de oven. Het vlees kruiden met peper en
zout, een kleine ui en een stukje wortel, schillen en in stukjes snijden. In een
zo klein mogelijk pannetje of potje of wat dan ook, liefst eentje in koper of
gietijzer (Le Creuset), laten kleuren, met een klontje boter aan alle zijden.
De ui en wortel bijvoegen evenals een blaadje laurier, een takje tijm en een
teentje knoflook. Deksel er op en regelmatig
een eetlepeltje water toevoegen. Hoelang het vlees moet braden dat kan ik hier
per schriftelijke cursus niet uitleggen... dat is alleen de ervaring die je dat
kan leren... het vlees moet na het braden nog lichtjes soepel aanvoelen als je
er op drukt... en dat zegt dus ook weinig of niets!
Het braden in een pot op het vuur, onder deksel, heeft als
voordeel dat je een zeer mooie donkere jus bekomt met veel smaak.
Zevenhonderd en vijftiggram vlees van het hert heeft zoiets nodig van een twintig minuutjes
braadtijd... ongeveer , bijna... omtrent..!
Je kan de braadjus nu afwerken met een scheut water en een
slok rode wijn. Wil je de saus wat zoeter voeg er dan een eetlepel
aalbessengelei bij en breng op smaak met peper en zout indien nodig. Laat een
tiental minuutjes koken en giet door een zeefje.
Op het ogenblik dat je het vlees wil opdienen kan het voor
een tiental minuutjes in een goed warme oven, samen met de aardappelen
opgewarmd worden. Laat het vlees daarna weer een paar minuutjes bekoelen en
snij het dan in mooie plakken. De peertjes en veenbessen warm je op, op het
vuur... en dan is er wel wat werk aan de winkel... maar ja!?
Wij dronken er een Duitse rode wijn bij, het was een
experiment dat zeer goed meeviel. Een zachte volle rode wijn. Ruppertsberger,
Dornfelder Rotwein. ( Trocken)
Als nagerecht had ik een notentaart gemaakt. Hier
is het
recept te lezen. Zie bij Pecan pie.
Zo een stuk notentaart is zware kost. Nadien kan je geen pap
meer zeggen, maar dat is ook voor niets meer nodig.
Daarbij was er nog een potje koffie met wat Belgische
pralines en het werd sneller avond dan verwacht...
Een paar weken geleden schreef ik hier over Evelyn, de
Afrikaanse huishoudhulp die mij vissoep, op Ghaneese wijze, heeft leren
maken...
Ze vond niet in de kruidenkast wat ze nodig achtte, maar ze zou de kruiden later meebrengen van de
Afrikaanse winkel. Maki, was hetgeen dat er ontbrak om de soep echt goed af te
werken naar haar zin...!
Het probleem is nu opgelost. De volgende maandag kwam ze
fier tonen wat ik nodig had om een echte Afrikaanse vissoep te maken... Twee
blokjes Maggi had ze bij in haar handtas, één blokje met kip en één blokje
met rundsmaak.
Ik heb de blokjes met dank aanvaard en zal ze de volgende
keer zeker en vast gebruiken!
Bij Vrijdag,
visdag, dat is het stukje dat nog een ietsje lager te vinden is dan dat
over de vissoep, had ik toch kuit in een harder gevonden!? Nog even herhalen;
een harder is een vis... ! Van die kuit wordt een dure delicatesse gemaakt,
bottarga, of hoe het ding ook moge heten!
Toen heb ik de kuit achteloos in de koelkast achter gelaten
in een kommetje, bestrooid met een greepje grof zeezout. Elke keer ik in de
koelkast iets kwam halen, en dat gebeurde nogal, de witte wijn staat daar
lekker koel, heb ik de vingergrote kuitjes plichtsbewust omgedraaid om ze langs
alle kanten te laten doordringen met zout.
Volgens de traditie wordt de kuit daarna gedroogd in houten
bakjes of rekjes of plankjes of weet ik veel, ik heb nog nooit gezien hoe het
gedaan wordt.
Nu vond ik toevallig in een schuif, een lade van een
keukenkast twee
plankjes , zoals die bijvoorbeeld gebruikt worden om een boterham op te
serveren in een café of taverne of thuis.
De twee stukjes gezouten kuit heb ik daartussen geplaatst en
de twee plankjes op mekaar geklemd met twee elastiekjes.
Daarna de plankjes buiten gelegd waar het toen toch
behoorlijk fris was. Regelmatig heb ik de twee stukjes kuit dan een slag
gedraaid en het geheel elke keer lichtjes samen geklemd door middel van de
elastieken.
Vandaag, na ongeveer een maand, voelden de stukjes kuit naar
mijn idee voldoende hard en gedroogd aan om gegeten te worden.
De twee stukjes kuit zagen er nu veel donkerder uit dan bij
het begin van het experiment. Een beetje zoals de drolletjes, die de poedel van
de buurvrouw van drie huizen verder, hier soms achter laat op de stoep!
Ik heb er dan zeer voorzichtig een dun schijfje afgesneden (niet
van die poedeldrollen) en geproefd... dan nog eentje, en nog eentje... Het was
om te testen of ik in leven zou blijven. Tot hiertoe is er nog geen
levensbedreigend symptoom te melden. Mocht er nu volgende week, plotsklaps geen
nieuw stukje meer verschijnen, dan kan ik jullie alleen maar aanraden om zelf
het experiment niet uit te voeren.
Ik heb mijn vrouw ook een stukje laten proeven...!Die vond het spul veel te zout, maar die vindt
alles veel te zout... dus die zal de slag wel overleven. Ik zal haar vragen,
indien nodig, om hier een overlijdensbericht te plaatsen...! (Het zal, laten plaatsen, worden vrees ik!)
Alle gekheid op een stokje, deze gedroogde en gezouten
viskuit zal wel niet smaken zoals de echte bottarga. Maar slecht is toch iets
heel anders hoor!
Alleen al de kleur klopt niet, de echte bottarga heeft een
oranje kleur en heeft een korrelig uitzicht na het snijden. Mijn, t is te
zeggen, de viskuit die ik hier heb is donkerbruin van kleur.
Ik had dan ook geen keuze, het was die kuit of geen... er
was geen andere in voorraad!
Nu achteraf bekeken denk ik dat de kuit niet voldoende
ontwikkeld, te jong, was waardoor hij niet oranjekleurig maar donkerrood bruinig
geworden is.
Ook zou het kunnen dat de bottarga die in het zuiden
gemaakt wordt behandeld is met salpeter of nitrietzout... zo blijft de kleur
veel frisser.
Dan nog een goede raad: kom liefst de eerste week niet op
bezoek, want anders krijg je gegarandeerd fijne sneetjes huisgemaakte gedroogde
viskuit bij je glaasje witte wijn. Je mag dan ook nog uitleggen of je het
lekker vindt of niet!
Iets heel anders.
Een paar weken geleden hoorden we op de radio dat de Zeeuwse
mosselen niet meer geweest zijn wat ze zouden moeten zijn. Soms vraag je jezelf
af, waar houden die radiomensen zich toch mee bezig? Maar het kan ook wel eens
nuttige informatie opleveren... een beetje onthutsende resultaten in dit geval.
Mosselen bevatten een bepaalde hoeveelheid gekookt mosselvlees
per kilogram ongekookte mosselen.
Dit mosselgewicht wordt elke jaar aangekondigd met veel
toeters en bellen. Iets wat gewoon niet mogelijk is want hoe kan men in
godsnaam op voorhand weten hoeveel vleesgewicht er in een bepaalde portie
mosselen zal zitten? Het gaat dus om een gemiddelde. Een goed jaar of een
slecht jaar!
Toch beloven de mosselkwekers soms tot dertig procent
vleespercentage, wat ze nooit halen, vijfentwintig procent is al een heel mooi
cijfer. Dit betekent dat een kilo mosselen nadat ze gekookt zijn 250 gram
mosselvlees moeten opleveren. Nu hebben die radiomensen dat eens nagewogen. Dit
in de maand oktober, want de test is al enkele weken oud. Oktober zou de ideale
maand moeten zijn om mooie volle mosselen op de markt te vinden. Ze hebben
mosselen gebruikt zowel uit de supermarkt als merkmosselen, zeg maar Prins en
Dingemanse
De mosselhandel heeft al lang geleden een systeem ingevoerd
waaraan de consument kan aflezen of hij een grote of een kleine mossel koopt.
De kleinste mossel heeft het predicaat extra
gekregen, de iets grotere mossel heet dan super,
daarop volgt de imperiaal en
uiteindelijk heb je nog de jumbos.
Er bestaat zelfs nog een grotere, de goudmerk
maar die zie je bijna nooit.
De prijs is ook naargelang, des te groter de mossel, des te
duurder. Jumbos zijn daarom ook altijd de duurste mosselen, omdat ze groot
zijn... en veel vlees bevatten, zou je denken?
Bij controle bleken de jumbos het minste vlees te
bevatten!!!
Honderd en tachtig gram per kilo. De supers (kleine)
daarentegen haalden tot 220 gram gewicht aan mosselvlees!!!
Toevallig kocht ik per vergissing een pak jumbo mosselen in
de supermarkt. Kennen jullie dat? Klanten die in de rekken rommelen en dan
alles door mekaar gooien? Zo bracht ik onverwacht een pak jumbomosselen naar
huis. Iets wat ik anders nooit zou kopen.
Toen heb ik zelf de test uitgevoerd en inderdaad uit een pak
van twee kilogram jumbomosselen kwam er juist gewogen, 360 gram mosselvlees.
180 gram per kilo!
Dus bij jumbomosselen betaal je veel voor de schelpen.
Wat er wel veel in de mosselen zat was vocht. Ik had niets
toegevoegd, gewoon wat ui en selder en er kwam meer dan een halve liter
kookvocht vrij uit die mosselen...
Ik heb hier vroeger al veel positiefs geschreven over de
Franse bouchot mosseltjes... Daarbij moet je zoeken naar een beetje vocht... en
bij dezelfde bouchots heb ik ooit tot 350 gram mosselvlees gewogen. Het enige
probleem is dat deze smakelijke lekkere mosseltjes hier niet zo gemakkelijk te
vinden zijn. Dit omdat de Belg is er nog steeds van overtuigd is dat een grote
mossel ook een lekkere mossel is... De schelp is zwaar, dat wel...
Maar kom, we laten het ons niet aan het hart komen en we
maken er mosselsoep van, een dure soep weliswaar, maar wat wil je? Veel boter
en een dikke boerin?
Nadat je het grootste deel van je 180 gram mosselen
opgegeten hebt laat je er liefst nog enkele liggen. Die zullen later dienen als
garnituur in de soep.
Of koop wat meer mosselen.
Nadat de mosselen gekookt zijn zeef je het kookvocht, laat
dit bezinken en giet het dan nogmaals voorzichtig over in een andere kom. Op de
bodem van de eerste kom zal vermoedelijk wat zand overblijven. Dat gooi je
uiteraard weg.
Nu kan je twee wegen op. Ofwel maak je en blanke soep, ofwel
een rode mosselsoep met een mediterraan karakter.
De blanke versie is de gemakkelijkste.
Voeg bij het mosselkookvocht, veronderstel dat dit een halve
liter is, een kwart liter water en een kwart liter gewone eenvoudige witte
wijn.
Maak een roux met een eetlepel boter en een opgehoopte
eetlepel bloem. Giet het mosselvocht er bij en zorg voor een glad soepje.
Indien er brokjes inzitten, stop dan de mixer er even in. Normaal moet de smaak
nu goed zijn, zelfs zonder bij te kruiden. Desnoods voeg je dus wat peper en
zout toe en een snufje kerriepoeder mag ook wel.
Om de soep af te werken kan je vooraf enkele snippers groene
selder of rode paprika koken in een bodempje water en dit bij het soepje
voegen, zonder het kookvocht van de groente.
Voeg nu ook nog een overschotje van de gekookte mosselen
toe, en zeer belangrijk, een deciliter room. Deze room maakt de soep smeuïg en
smakelijk. Anders voelt ze eerder ruw aan in de mond.
De rode soep gaat als volgt:
Zorg voor een grote handvol fijn gesneden groenten zoals,
prei, selder, wortel, ui, of wat je hiervan in huis hebt. Zorg liefst ook voor
een stukje venkel, eveneens in mooie stukjes gesneden, en enkele
knoflookteentjes.
Stoof deze groenten samen met de knoflook aan in olijfolie
en als ze glazig geworden zijn doe je er het mosselvocht bij. Dus hier ook het
mosselvocht, plus water, plus de witte wijn.
Voeg er nog een lepel tomatenpuree bij en een klein greepje
saffraandraadjes. Wat je juist tussen twee vingertjes kan nemen is voldoende.
Laat een twintigtal minuutjes koken.
Een heel klein snufje pikant, zoals cayennepeper, mag ook. Indien
je wil mag de soep zeer lichtjes gebonden worden met bijvoorbeeld wat
sausbinder. Zonder binding is het even goed!
Voeg nog enkele overgehouden gekookte mosselen toe als
garnituur. Serveer met croutons die gebakken werden in olie en ingewreven zijn met
een knoflookteentje. De croutons snijd je uit een dun stokbrood, gewoon een
sneetje baguette.
Een flesje Provençaalse witte wijn past hier uitstekend bij.
Voor zij die het nog niet zouden weten, een consommé is een
heldere soep. Een klare bouillon!
Veel amateurs durven niet aan de bereiding beginnen omdat ze
vrezen dat de consommé toch zal mislukken. Mislukken betekent hier, niet helder
worden.... Misschien hebben ze zelfs gelijk want vroeger tijdens de examens
werd er regelmatig (verplicht) consommé gemaakt... en wat dacht je? Gemiddeld
mislukten er vier leerlingen op zes in het opzet..! De reden hiervoor is
eenvoudig; tijdens het klaringsproces moet je over je consommé waken zoals een
kersverse moeder dat doet bij haar pasgeboren baby...!
Heel het proces om een consommé te maken en te klaren staat hierin het lang en in het breed beschreven. Vooral in het lang!
Maar in het kort: een sterke krachtige fond, een bouillon,
wordt helder gemaakt op een zeer speciale manier. Namelijk door kippeneiwit en eiwitten uit vlees, gecontroleerd te laten stollen in een hete
vloeistof, de troebele bouillon in dit geval. Tijdens het stollingsproces neemt
het traag vast wordende eiwit, alle onzuiverheden op, waardoor een heldere
vloeistof overblijft.
Praktisch komt het hier op neer dat vlees en beenderen samen
met diverse groenten en kruiden gekookt worden gedurende lange tijd om zo een
sterke bouillon, een fond, een afkooksel dus, te bekomen.
Dergelijke bouillon is altijd een beetje troebel en die moet
helder gemaakt worden!
Na afkoeling en het grondig ontvetten van deze fond wordt er
een hoeveelheid kippeneiwit en gemalen rundvlees, plus nog een lading fijn
gesneden groente, toegevoegd en dit brengt men dan voorzichtig aan de kook.
Hier zit nu het kritieke punt....! Als de massa te hevig gaat koken loopt het
fout!!! Eens de massa aan de kook komt moet het vuur onmiddellijk zeer laag
gezet worden anders treden er hevige turbulenties op in de kookketel... met opnieuw troebel worden van de fond als
gevolg.
Eens de massa aan de kook, laat men het geheel zeer zachtjes verder trekken, niet hevig
koken, amper borrelen, gedurende een uur tot zelfs twee uur.... Daarna wordt de
fond door een zuivere doek gefilterd en voila, de consommé is klaar, zowel in
de betekenis van gereed voor consumptie als in de andere betekenis zijnde,
helder!
Eens je de juiste techniek begrijpt om een fond te klaren
wordthet werkelijk een zeer eenvoudig
klusje om een consommé te bereiden. Hoe leer je de techniek? Door het te doen
natuurlijk en liefst verschillende keren!
Dimitri Verhulst zegde enkele dagen geleden op televisie:
het internet is een vuilbak! Hij zou als schrijver beter moeten weten. Het
moet zijn, vuilnisbak!
Maar hij heeft wel gelijk, als je rommel wil vinden, zeker
tussen de recepturen, zoek dan maar op het internet. Toch komen er soms tussen
al dat kopieer en plakwerk wel interessante artikeltjes te voorschijn.
Zo vond ik onlangs in deze vuilnisbak een nieuwe techniek om
consommé te klaren. Het principe zou ontdekt zijn via de moleculaire keuken.
( Iemand nog iets gehoord over de moleculaire keuken de laatste tijd..?)
De site waarop het procedé beschreven vindt je hier.
De tekst is Engels... dus een beetje vertalen kan geen
kwaad.
The classical
clarification technique involves floating a protein raft on the stock but many
things can go wrong in the process and requires great culinary skills to
prepare a perfectly clear consommé using this technique.
Dus, de klassieke bereidingswijze gebruikt een eiwitnetwerk
om te klaren maar dit vergt grote culinaire handigheid en verschillende zaken
kunnen fout gaan...! Dat is dus de mening van de Engelstalige schrijver.
Ook zou de smaak, het mondgevoel, van een consommé die op de
moleculaire manier geklaard wordt minder vol zijn. Als je verder leest wordt
wel duidelijk waarom.
Het klaringsprocedé is inderdaad zeer eenvoudig... Tijdens het
lezen dacht ik al, dat ga ik ook eens proberen. Toevallig had ik een potje
runderfond in de koelkast staan en een handvol gekookte tortellini. t Zouden
tortellini al brodo kunnen worden...
Maar, toen kwam de kat op de koord... of de aap uit de mouw?
De fond moet voor dit procedé voldoende gelatine bevatten of
anders werkt deze techniek niet. Mijn fond was van het waterige soort...! Indien
er onvoldoende gelatine in de fond aanwezig is moet je gelatine toevoegen tot
zo een dertig gram per liter fond.
Een pakje gelatine van 20 gram kost ongeveer 1,25 euro. Dus
voor één liter fond maakt dat reeds 1,90 per liter. Daar haal je dan voldoende
consommé uit voor drie personen.
Volgens de klassieke gangbare normen heb je honderd gram
gemalen rundvlees nodig en een eiwit of twee. Dat is heel wat goedkoper want de
eiwitten zijn meestal overschotten en honderd gram mager rundvlees (
schenkel) kost hoogstens één euro! De klassieke klarif met vlees brengt ook
nog extra smaak in je consommé...
De fond wordt daarna bevroren en na de bevriezing wordt de
bevroren blok fond, ofde in blokjes gesneden bevroren fond, in een met een filterdoek
beklede zeef gelegd om uit te lekken tijdens het ontdooien. Het vocht dat er
uit lekt is kristalhelder.... en bevat alle smaakstoffen...!
Zeer juist! Behalve de gelatine, want die is niet ontdooid,
die blijft als een filterend netwerk over in de zeef.
Deze theorie klopt helemaal. Dikwijls heb ik dat al gezien
dat een pot fond die uit de diepvriezer kwam na het ontdooien in een plas
heldere vloeistof dreef. De smaak van die heldere vloeistof was, of is,
helemaal zoals het zou moeten zijn.
Maar, en nu komen we terug op dat mondgevoel, dat is
verdwenen.... Dat mondgevoel ligt nog in de zeef... de gelatine, want het is
die gelatine die juist dat speciale gevoel veroorzaakt, een lichtjes plakkerig
gevoel in de mond. Het kleeft aan je gehemelte en vult daarbij je smaakpapillen!
Dan komt er nog bij dat dit ontdooien zeer lang kan duren,
tot twee dagen als het over een beetje een grote hoeveelheid gaat.
Het ontdooien moet in een koelkast gebeuren. Ten eerste om
geen bacteriegroei toe te laten en vooral omdat de gestolde gelatine stevig
moet blijven. In een huishoudelijke koelkast neemt dit zeer veel plaats in
beslag.
Dus het idee voor mijn tortellini al brodo werd afgevoerd!
Dan schreef nog iemand als opmerking dat hetzelfde procedé
vier keer sneller gaat als je in plaats van gelatine agar zou gebruiken. Agar
is een plantaardig bindmiddel, gelijkend op gelatine, veel gebruikt in de
Aziatische keuken.
Goed, maar in een goede fond zit toch altijd wel een beetje
gelatine... wat gebeurt daar dan mee?
Agar is nog duurder dan gelatine, ik ken de prijs niet juist
maar om een liter fond hiermee te binden komt het zeker op drie euro als je
gezuiverde poeder-agar gebruikt.
Met de ruwe strengen agar wordt het wel wat goedkoper maar
waar vindt je die?
In Nederland in de toko, hier in België zou ik het niet
weten.
Misschien is dit een interessant idee om een consommé te
klaren, om eens getest te worden door hobbykoks of door experimenteerders met
veel tijd.
Mijn potje fond uit de koelkast is later veranderd in een
gewone dagsoep gemaakt met wat restjes van groente die er nog inzaten... Het was
nog lekker ook.
Een goede consommé zou toch beter geweest zijn.
Ik gebruik hier opzettelijk de termen fond en bouillon door
mekaar. Op vele, vooral Nederlandse sites,laat men doorschemeren dat een fond een sterk ingekookte bouillon zou
zijn... ?! (Schouderophalend)
Een bouillon is een afkooksel... Een fond is een bouillon
met een specifieke naam... Dat is alles. Blanke fond is dus een bouillon van
beenderen en/of vlees die geen specifieke kleur heeft.Blank. De term fond is slechts vrij recent
ontstaan. Einde negentiende, begin twintigste eeuw, toen men begon te
specificeren dat men in plaats van gewoon uit een universele ketel bouillon,
ook bouillons kon maken met specifieke eigenschappen zoals een bruine bouillon
of een visbouillon die dan later fumet genoemd werd wegens de sterke geur...!
Indien geïnteresseerd in de bereiding van consommé, lees dan
absoluut nogmaals het stukje over consommé hier.
Het wildseizoen is volop aan de gang...Mooie fazanten met een hagelwitte reep spek
op hun borst gebonden liggen nu bij de poelier in de etalage te schitteren
naast de donkere, bloederige hazenruggen en de reebiefstukjes...
Toch is niet iedereen zo wild van wild!
Zie je waar ik naar toe wil?
We gaan iets maken dat nogal wild lijkt, maar eigenlijk een
heel beschaafd gerechtje is met een tamme vogel maar die er nogal fazantachtig,
dus wild uit ziet...
Vanmiddag zag ik in de betere supermarkt een schaaltje
liggen met daarin vier parelhoenborstjes. Voor zover een parelhoen borsten
heeft, in de zin dat ik aan borsten denk, waren het nogal minuscule dingen... Zelfs
geen AA, denk ik... mijn kennis hierover laat misschien wel iets te wensen over.
De prijs was naargelang, slechts weinig euros.
Parelhoenders zijn
hoenderachtige vogels met veel ondersoorten. Ze worden in Nederland ook
poelepetaten genoemd, van poule-pintade, in het Frans heet een parelhoen een
pintade.
Het pintada, komt
dan weer uit het Portugees; geschilderd, wegens de witte stippen op hun
verenkleed. Ze smaken licht
wildachtig en kunnen in tijden van armoede de fazant vervangen.
Dan eens kijken wat er hiermee kan klaargemaakt worden?
Na wat gerommel in mijn fotobestanden vond ik een pracht van
een foto gemaakt tijdens een examen in de school van minstens vijf jaar geleden
met als onderwerp: parelhoenborst met paprikacoulis.
Vroeger zaten fotos opgeborgen in een oude gekreukte
schoendoos van een merk dat reeds lang niet meer bestaat. Nu vindt je fotos in
een bestand waar je niets meer in terug vindt!
Op deze foto zie je drie stukjes parelhoenfilet, gevuld met
iets... maar wat? Ik weet ook niet meer wat, maar dat is geen probleem, we
vinden wel iets. De rozerode saus is de paprikacoulis.
Als je een parelhoenborstje bekijkt, zie je dat daar een vel
op vast zit. Laat dat er aan! Zelfs al lust je het niet, dat vel geeft smaak en
houdt straks het vlees sappig tijdens het braden.
Aan de andere kant van de filet vindt je een kleine filet,
zo een pinkje dik, die er zeer gemakkelijk kan afgehaald worden, zuiver wit
mals vlees maar zonder smaak.
Haal die filetjes er af maar bewaar ze wel.
Nu gaan we eerst de vulling maken, zoals op de foto te zien
is. Welke vulling dat juist is weet ik dus niet meer maar geen probleem, we
maken er wel iets van.
Er zijn nu volop wilde paddenstoelen te vinden; bakjes met een
paar verschillende soorten voor een schappelijke prijs. Dikwijls zijn dit
shiitakes ( gekweekte), oesterzwammen (gekweekte), een paar gekweekte bruine champignons
en twee cantharellen die de houdbaarheidsdatum al even voorbij zijn en nog drie
smaakloze trechtercantharellen... Dat wordt dan aangeboden als
boschampignons.... en wij geloven dat allemaal...!
Koop toch maar zo een bakje.
Zorg ook voor enige sjalotten en een bosje peterselie. Als
je geen paneermeel in huis hebt breng dat ook mee.
Verder zijn er nog nodig, twee of drie rode paprikas, een
klein doosje room, een potje gevogeltebouillon. Het laatste kan je natuurlijk
ook eerst zelf gemaakt hebben of anders los je een half kippenbouillonblokje op
in een beetje heet water.
Als je toevallig een bevriende slager kent, of misschien bij
de poelier, kan je misschien een varkensdarmnetje bekomen, of een stukje ervan
is reeds meer dan voldoende.
Dit varkensdarmnet klinkt nogal vies en klinkt verder ook
niet erg uitnodigend maar iedereen kent het toch. Het ligt nooit in de toonbank
van de slager maar je ziet het wel op de patés liggen. Een netwerkje van vet...
Indien je de slager diep in zijn ogen kijkt krijg je misschien wel een
stukje... ( van zijn darmnet...) Zelfs als het uit de diepvriezer komt is het
ook goed. Thuis laat je het dan ontdooien in een kommetje met lauwwarm water.
Als je dit darmnet dan open spreid op een tafel of een snijplank zie je dat zo
een klein bolletje darmnet een heel grote lap vormt. Die lap zullen we dan
verdelen in evenveel stukken als er parelhoenfilets zijn. Laat ons zeggen:
vier! De stukken moeten ruim afgemeten worden. (Darmnet is een sterk, vliesdun membraan, met vet dooraderd, dat de
darmen van zoogdieren en dus ook van mensen omhult om zo de ingewanden samen te
houden.)
Mocht je geen darmnet vinden, (gelukkig maar denken er nu velen...) dan bestaat er nog steeds een transparante
bakfolie. Zelfs gewone transparante folie kan de klus klaren op voorwaarde dat
het stevige folie is...
De parelhoenfilets liggen er nog steeds, de poes is er
gelukkig nog niet mee weg. De kleine filets liggen er ook nog en we hebben een
bakje wilde champignons klaar staan.
Snipper een tweetal sjalotten zeer fijn, hak ze desnoods.
Als je geen zand wil eten, was dan een handvol van de pseudo wilde
paddenstoelen en hak ze ook zeer fijn! Doe dit laatste zeer snel want de
paddenstoelen verkleuren rap.
Hak ook een handvol peterselie.
Hak ook de kleine filets van het parelhoen fijn. Dit lijkt
moeilijk maar dat is het niet. Dat vlees is zeer zacht.
Kortom, hak alles!
Stoof de sjalotjes in een klontje boter tot ze glazig zijn.
Voeg de gehakte paddenstoelen er aan toe. Peper en zout, en giet er een
scheutje witte wijn bij. Laat koken tot alle vocht verdampt is. Voeg er nu nog
een greepje paneermeel aan toe, een greepje gehakte peterselie en het gehakte
vlees van de parelhoenfilets. Desgewenst ook een klein scheutje room. Je bekomt
zo een smeuïge pasta. Zorg dat de smaak in orde is. Gewoon, peper en zout, is
voldoende. Wil je er ook nog enige blaadjes verse tijm tussendraaien, ok ..!
Snij nu de parelhoenfilets zodanig in dat er een zakje
ontstaat... Je mag zelfs de filet bijna volledig insnijden... Leg nu een
grote lepel van de vulling in de filet en plooi terug dicht.
Heb je een darmnetje, leg de filet dan in dit netje en rol
op... Je zal zien, dit gaat zeer vlot en je kan zo een perfect rolletje vormen
met behulp van dit netje... Het netje blijft er aan vast plakken, dat verdwijnt
straks na het braden volledig... het vet smelt weg en je gasten en jijzelf zien
er helemaal niets meer van.
Heb je braadfolie, idem, maar het oprollen zal iets
moeilijker zijn en de braadfolie moet later verwijderd worden. Tenzij je dat toevallig
lekker zou vinden...
Heb je alleen maar gewone doorzichtige folie doe dan ook
hetzelfde...
Nu zijn er twee mogelijkheden: als je gewone folie gebruikt
hebt, moet je deze nu goed aanspannen, aandraaien, en er voor zorgen dat ook de
zijkanten goed gesloten zijn... Dat rolletje kan je nu in een pot met bijna
kokend water gaar pocheren. Dus gaar maken onder het kookpunt.
Dit pocheren zal zoiets van een tiental minuutjes in beslag
nemen.
Als de rolletjes nu uit het water komen laat je ze enkele
minuten afkoelen en dan kunnen de gerolde filets van hun jasje ontdaan worden
en verder mooi bruin gebraden worden in een braadpan. Gebruik boter om te
braden voor de goede smaak... want op deze manier, het pocheren, haal je zeker
niet het maximum aan smaak uit het vlees. Het braden of bakken zal extra smaak
toevoegen. ( Reactie van Maillard!)
Indien je rolletjes verpakt zijn in darmnet of in bakfolie
kan je ze direct in de oven braden of eerst een kleurtje geven in een braadpan
en daarna verder braden in de oven.Ook
een tiental minuten braadtijd zal wel voldoende zijn...
Uiteindelijk hebben we telkenmale op drie verschillende
manieren, gevulde rolletjes van parelhoenborst bekomen, afhankelijk van welk
materiaal je in huis hebt, of gevonden hebt!
De saus moet nog gemaakt worden maar die kan je perfect op
voorhand maken, zelfs de dag voordien.
Was de rode paprikas en verwijder het steeltje en de
zaadlijsten. Snij het vruchtvlees in grove stukken.
Snipper enkele sjalotten fijn en stoof ze aan in olie. Voeg
de parikas toe en de kippenbouillon. Hoeveel bouillon dat steekt zo nauw niet.
Zorg dat de parikas onder vocht staan, laat ze anders uitkoken. Mix de saus in
een blender of met de staafmixer en breng op smaak met peper en zout.Giet de bekomen massa door een fijne zeef om
de moeilijk verteerbaar schil te verwijderen. Deze saus moet nog verder afgewerkt
worden met een rijkelijke scheut room tot je een mooie rozerode saus bekomt. Is
de saus te dun, kook ze dan verder in tot de gewenste dikte.
Zo, we zijn er bijna.
Het vlees, de parelhoenborstjes, worden in nette plakken
gesneden. Drie of vier stukjes per bord is goed, ofwel hou je een restje over
om een repasse te geven. Dat wil zeggen om nog eens een tweede keer te
bedienen.
De saus schep je zeker niet over het vlees, dat moet
zichtbaar blijven.
De foto is al enige jaren oud. Nu zou men de stukjes vlees
op één rechte lijn leggen op een rechthoekig bord, met wat ruimte tussen elk
stukje vlees, maar dat laat ik aan je eigen fantasie over. Enkele sprietjes van
enig groen (cress) kan hier dan een zeer mooi effect geven.
Als groente moet je niet ver zoeken, hier past ongeveer
alles bij... Zowel wintergroenten als fijn lentegroen.
Als aardappeltjes?
Wat is er mis met een lekker zelfgemaakt aardappelkroketje...?
Zou het kunnen dat er dit jaar een overvloedige appeloogst
is?
De Haspengouwse fruittelers beweren van niet, het heeft weer
eens te laat gevroren in het voorjaar, daarna heeft het te veel geregend, dan
veel te heet geweest en nadien kwam die beruchte storm die ook Pukkelpop in de
vernieling hielp, daarom zal de prijs weer eens moeten stijgen...
De supermarktuitbaters beamen dit vanzelfsprekend volmondig...
Maar hoe komt het dan dat iedereen zijn overtollige appels
naar hier, bij mij, brengt... ?
Ja, het was me wat dit
jaar, we kunnen het niet bij houden, zoveel appels... weten ze dan te
vertellen. Jullie kunnen daar zeker wat mee doen! Ze bedoelen dan of ik daar
wat kan mee aanvangen, want iedereen weet best dat mijn eega met alles wat ook maar
iets met koken te maken heeft, wel wil eten, maar bijdragen tot de verwerking
ervan beperkt zich tot het toekijken hoe ik het doe en daarna de tafel te dekken.
Op dit ogenblik zitten reeds acht grote Tupperware-bakjes
met appelmoes in de diepvriezer en mijn moeder zegt dat ze nu genoeg
appelspijs heeft voor de rest van haar dagen...
Appelgelei heb ik ook al gemaakt...dat de gelei te slap
uitgevallen is, hoeven jullie niet per se te weten.
Haringslaatjes met rode biet en appel komen hier nu dagelijks
op de tafel.
Kippenboutjes in kerriesaus met blokjes appel in de saus...
Mocht ik in Nederland wonen dan zou er ook nog huzarensalade
op tafel komen... met appeltjes natuurlijk...
Kip of worst met appelmoes...over mijn lijk, dat eet ik
niet... Vlees en het dessert samen op één bord. Ik durf er niet aan denken,
laat staan te eten.
Bloedworst met appeltjes is nog aanvaardbaar, vooral de
bloedworst.
Al de buren zijn nu al voorzien van appels, iedereen die
hier toevallig op bezoek komt gaat buiten met een zak appels...Aan Evelyn,
die van de Afrikaanse vissoep, heb ik wel eerst moeten uitleggen dat er
misschien wormen in de appels zouden kunnenzitten en dat die maden, de bruine en rotte vlekken op de appelen duiden
op bio kwaliteit...en dat zijn leuke
dingen voor de mensen, wist Paul van Vliet reeds jaren geleden...!
Alle soorten appels kwamen hier zo maar binnen, cadeau,
gratis ... Gelukkig allemaal oude rassen, de meeste geschikt om te verwerken
tot moes maar er waren ook vastkokende appeltjes bij, die zelfs na minuten
koken nog steeds heel bleven. Zie ook het stukje over de griesmeelpudding
met appeltjes.
Een paar dagen terug was het dan zover. De laatste appels
zouden verwerkt worden tot iets, tot wat, dat wist ik toen nog niet...
Dus, de appeltjes geschild, alle rotte stukken er uit
gesneden, de wormen weggejaagd en er dan mooie partjes van gemaakt. De pot in,
gewassen en het overtollige water er weer af gegoten, een paar scheppen suiker
er bij, deksel op de pan en dan aan de kook brengen... Indien je het te doen
hebt met echte moesappels heb je onmiddellijk appelmoes. Blijven de stukjes
heel dan koken ze soms enkele minuten later toch tot moes. Als je niets van
appelrassen kent moet je een beetje gokken... zoals ik.
Ik heb de indruk voor zover ik iets ken van appelsoorten,
dat de meeste van mijn (gekregen) appels van het soort renet was.Grauwe appels met enkele rode streepjes op de
flanken.
Sommige volledig grauw en andere dan weer klein, hard en
sterk rood gestreept.
De laatste appels die ik verwerkte bleven heel en kookten
niet tot moes.
Mijn vrouw wilde geen appels, ook geen moes of gestoofde appels
meer eten, zij beweert dat al die appels niet goed zijn voor haar lijn en zo
nog wat flauwe excuses en dat al die appels onder andere haar achteruitgang
belemmerden. Wat breng je daar tegen in?(Prolax ?)
Tijdens een rondgang in de supermarkt viel mijn oog op een
pakje reeds uitgerolde deeg voor taarten... brokkeldeeg! Broederlijk naast het
bladerdeeg.
Ik weet wel, dergelijke voorgeprepareerde deeg is van zeer
lage en zelfs slechte kwaliteit, het kost dan ook niet erg veel... Ik zou een
appeltaart maken!
De buurvrouw verwacht nog een cadeautje voor bewezen
diensten... een stukje appeltaart zou de verwachting invullen!
Ik herinnerde me nog een taart uit mijn jeugd die in een
hotel aan de kust verkocht werd als grote topper. Een taart gemaakt van een
gesuikerd vetdeeg, gevuld met appeltjes en rozijntjes.
De taart bewaart zeker drie dagen zonder kwaliteitsverlies,
ze verbetert zelfs...
Maar ik kende het recept niet meer...
Geen nood ik zou wel iets maken dat er op geleek...!
Het deeg had ik nu al, alhoewel het geen suikerdeeg was.
Het pakje met deeg heeft dan nog een paar dagen in de
koelkast in de weg gelegen... tot...?!
De appeltjes stonden klaar, de rozijnen waren te vinden in
de kast, de suiker er naast, vanillesuiker en het doosje kaneel allemaal in
voorraad... Wat kon er nog fout gaan?Niets!
Bij het uitpakken van de rol brokkeldeeg want je moet dat
soort deeg een kwartiertje op voorhand uitpakken omdat het anders te stroef is
en durft te breken, vond ik een recept aan de binnenzijde van het kartonnetjes
dat het deeg omhulde.
De titel :
Appelflantaart
Ik hebde tekst
gescand en die staat hieronder nu te lezen. Het deeg is van het merk Marc Payot
( Colruyt) maar met elk ander merk zal dit ook wel lukken.
Van
geschilde appelen tot ovenklare taart duurt maar een kwartiertje, en een uurtje
later kan u uw zelfgemaakte appeltaart al uit de oven halen.
INGREDIENTEN
(8 à 10 personen)
- 1 plak
uitgerold kruimeldeeg (versafdeling, Marc Payot)
- 1 kg
appelen
- 3 eieren
- 2,5 dl
melk
- 4 eetl.
suiker
- 3 eetl.
bloem
- 2 eetl.
paneermeel
BEREIDING(15 min. + 1 u in de oven)
1.Leg het uitgerolde kruimeldeeg met het
bakpapier in een taartvorm (± 28 cm doorsnede),
druk het goed aan en prik het deeg enkele keren in met een vork.
Bestrooi het
deeg met het paneermeel.
2.Schil de appelen en snij ze in
schijfjes. Leg ze in de taartbodem.
3.Maak een papje met de bloem en enkele
lepels melk. Klop de eieren los en meng ze goed door het bloempapje.
4.Voeg beetje bij beetje de suiker en de
rest van de melk toe en meng goed.
5.Giet deze mengeling over de appelen.
6.Zet de taart in de voorverwarmde oven
op 225°C. Verlaag de temperatuur na 15 min. tot 200 °C en laat nog 45 min.
bakken.
Als de
appelen te bruin worden, dekt u ze af met aluminiumfolie.
AFWERKING
Laat de
taart afkoelen en bestrooi ze net voor het opdienen met poedersuiker.
KOOKTIP
U kan met
deze taart naar hartelust variëren: gebruik
bruine suiker in de plaats van witte, voeg een handvol rozijntjes toe, voeg een
koffielepel kaneel bij de suiker, verrijk het melkmengsel met een glaasje rum,
calvados of amaretto, enz.
Nuhad ik nog één,
eigenlijk twee problemen, mijn grootste taartvorm heeftmaar 25 centimeter doormeter en mijn
(gekregen) appels waren reeds gekookt.
Allemaal niets van aangetrokken... maar omdat mijn vorm wat
kleiner is heb ik maar twee eieren gebruikt en wat minder bloem. Inplaats van melk heb ik een doosje room van
20% vet genomen. Anders moest ik een gans karton melk openmaken, de room was reeds
open...!
Ik heb ook nog een zakje vanillesuiker en een snufje kaneel
bij het eimengsel gevoegd.
Voor de rest verliep alles zoals voorgeschreven. Mijntaart was vlugger gaar dan voorzien.
Na een goed half uur denk ik, ik controleer zulke dingen
nooit op de klok!
Elke taart of quiche of iets dergelijks waar eieren in
verwerkt zitten zwellen op tijdens het bakken. Als het middelpunt van de taart
een bergje gevormd heeft is de taart ook gaar. Dat kan mogelijk nog eens
gecontroleerd worden met een naald een mes of satépen of breinaald...
Dat bergje zakt bij het afkoelen snel terug in mekaar.
De taart was vermoedelijk ook sneller gaar omdat de
appeltjes reeds gaar waren bij het begin van de bereiding. In het recept zijn
ze nog rauw.
Wat weer eens bewijst dat recepten klakkeloos opvolgen
gewoon onzin is. Je moet daar je verstand bijhouden. Als je dat nu toevallig
niet hebt, dat is dan pech...!
De taart zag er goed uit en smaakte ook lekker. Ook na
verblijf van een dag in de koelkast. De korst wordt dan een beetje weker maar
voor mensen met een vals gebit is dit juist een zegen.
Dan heb ik ook nog berekend hoeveel volumeverschil er nu is
tussen een taartvorm van 25 centimeter doormeter en één van 28 centimeter
middellijn en allebei drie centimeter hoog.
Het verschil bedraagt ongeveer 375 cc. Uitgedrukt in gram is
dit dus 375 gram... wat behoorlijk veel is.
(Je bekomt dit
resultaat door de vierkantswortel van de stelling van Pythagoras te
vermenigvuldigen met de cosinus van pi... (π). Bereken dan de grootste gemene
deler van de tweevormen en deel dat
door twee... )
De huidige wordt al een dagje ouder en heeft nu en dan moeilijkheden om de haar toegewezen taken nog
naar behoren te vervullen...
De nieuwe is jong, ze komt uit Ghana en is daarom hoogstwaarschijnlijk
zwart, haar kapsel ziet er niet Afrikaans uit maar haar zwarte haar glimt
verdacht synthetisch... en ze strijkt al mijn hemden en nog wat andere prutsen voor
enige dienstencheques...
De twee vrouwen, de zwarte en de blanke, zijn ondertussen
beste maatjes geworden... en ik, ik moet
opletten voor wat ik zeg of doe... anders trek ik weeral eens aan het kortste
eind.
Verandering van spijs doet eten wordt wel eens beweerd...
niet dat ik nu in promiscuïteit ga leven maar een van mijn eerste vragen aan
Evelyn, want zo heet ze, was natuurlijk: kan jij ook koken?
Oh, yes... want bovendien spreekt ze Engels... Alle begin is
moeilijk, ook een tweede vrouw in huis halen... Nu ja, we verstaan mekaar goed intussen,
soms met een tekeningetje erbij of met wat rare handgebaren zoals je op
televisie weleens ziet doen voor de gehoorgestoorden...
Haar specialiteit in de keuken?
Fish soup!
Als begin klinkt dat goed, me also love fishsoup... wist ik haar duidelijk te maken.
Welke vis gebruikt ze daarvoor?
We love red fish and tilapia for this soup in my country....
Tilapia ken ik, dat ligt zelfs in de versafdeling van de
Colruyt te koop maar, red fish?
Misschien zalm ?
Yes, yes, salmon, very good...!
I prefer whole fish... voegde ze er ook nog aan toe.
Ja maar verdekke, een hele tilapia, tot daar aan toe maar
een, zij het een kleine zalm, om een potje soep te maken, dat zou toch van het
goede een beetje te veel zijn.
Ze bedoelde met veel handgebaar dat de vis niet tot filets moet
verwerkt zijn... er mochten ook nog graten in zitten, ook de kop.
Dat werd een probleem want op maandag is er nergens
behoorlijke verse vis te vinden. Evelyn komt alleen op maandag om mijn hemden
te strijken, weten jullie nog?
Filets van vis zou uiteindelijk ook goed zijn.
Zalmfilet had ik nu al in de diepvriezer, en herinneren
jullie nog het onderstaande stukje waar ik een harder gekocht had... toen reeds
met de bedoeling om er soep van maken. Die harder was terwijl reeds in filets
veranderd en lag kil als ijs te wachten op betere tijden in de vrieskast.
Het boodschappenlijstje werd dan: twee soorten vis, in
filets en uit de diepvriezer, omdat het maandag was. Tomaten, uien, onions zei
ze, wortelen en knoflook.
Wat nog, what else?
Red pepper! Oh yes, red pepper...!
Ik had het kunnen weten... Afrikaanse keuken zonder red pepper, pili-pili, chili pepper... dat bestaat toch niet, onmogelijk!
Vorige maandag was het dan zover... Evelyn zou een
demonstratie geven; vissoep op zn Ghanees. Het kind moet een naam hebben.
Ikzelf had s middags alles al reeds netjes voorbereid.
Een dikke wortel geschraapt, een ui gepeld, vier of vijf
teentjes knoflook gepeld en de vissen in de microgolf ontdooid. En vooral niet
te vergeten, in de Colruyt een pakje gekocht met daarin zeven pikante Spaanse pepers,
gekweekt in Belgium...! Twee gele, twee groene en drie rode... Spijtig was er
geen zwarte bij...
Evelyn wilde ook nog tomaten uit blik en verse tomaten...
Ik had net een pannetje met water op het vuur gezet en toen
het kookte er de twee verse tomaten ingelegd met de bedoeling om ze te pellen...
Toen kwam de nieuwe chef de keuken in en vond dat ik goed bezig was.
Vooraleer ik ook maar wat kon doen of zeggen, in een
oogwenk, lag de wortel, de ui, de knoflook en twee van de rode pepertjes
pardoes in hetzelfde pannetje bij de tomaten, alles op zijn geheel, ongesneden,
op zijn geheel.
Toen oordeelde ze dat het pannetje te klein was...
Ik wees dan waar de grotere potten en pannen opgeborgen
stonden.
Of ik een blender had?
Ikke, blender? Gebruiken ze nu in Afrika ook al blenders,
waar gaan we naar toe zeg... ?
Wel, ik heb een staafmixer van Bamix, een die ik ooit nog van
mijn broer gekregen heb en die ondertussen misschien al veertig jaar oud is, de
Bamix toch, ... mijn broer is nog ouder..
Of een mortier, een vijzel? Is dat niet goed want dat heb ik
ook... die staat als onnuttig ornament ergens in een hoekje te staan, stof te
vangen. Zoiets gebruiken ze toch in Afrika om maniok of fufu te stampen...?
No, no, now we use
blender...Er is dus toch vooruitgang
in Afrika te bemerken!
Verder valt er over de bereiding van de soep niet al te veel
te vermelden.
Ik heb de wortel en de ui nog snel uit het water gevist en
de groenten in kleinere stukken gesneden. Zij heeft nog een extra ui met de Bamix in een
beker met water tot moes herschapen en zo bij de soep gegoten...De stukken vis mochten nu ook in de vloeistof,
die nu toch inderdaad een beetje op soep begon te gelijken. Ik wilde de vissen
nog in kleinere stukjes snijden maar dat was niet nodig volgens de zwarte chef.
Toen de vis gaar was, en dat is bijna onmiddelijk, mocht diezelfde
vis weer uit de soep en dan de mixer er in... het resultaat was een soort rode
tomatensoep. Zijzelf was niet erg tevreden over het resultaat, er zaten te veel
rode velletjes in de soep... van de tomaten...Lees drie alineas hoger... de communicatie met allochtonen verloopt
niet altijd zoals het zou moeten. De bliktomaten werden ook niet gebruikt. Wel
zocht ze naar een soort kleine tomaatjes in blik... ik weet nog steeds niet wat
ze wou.
Dan smaakte het soepje kennelijk ook nog niet naar haar zin
en ze zocht in de kruidenkast naar bruikbare specerijen. Nu heb ik niet al te
veel specerijen of kruiden in huis, ik vind dat alles maar moet smaken naar wat
het zou moeten smaken zonder al die toevoegingen...
Zij kende de naam niet van de specerij die ze
wilde...maki, zocht ze.. voor mij een even groot vraagteken als voor jullie
lezers warschijnlijk. Volgende keer zal ze het bewuste kruid in de African
shopkopen... Goed voor een volgende
pot soep vrees ik.
Misschien wat peper en zout?
Onze gewone witte of zwarte peper kende ze amper en zout
heeft ze er bij gedaan, een snuifje van tussen haar twee kleine zwarte
vingertjes...
Ook ik heb eens geproefd, en zoals te verwachten heb ik een
halve minuut naar adem staan snakken...
Eindelijk, maar eigenlijk was het in een recordtempo, was de
soep klaar voor consumptie... een rode soep met daarin vier grote brokken vis.
We eat this with rice,
voegde ze er ook nog aan toe...
Of ze wilde mee-eten?
No, no... ze wilde
naar huis. Ze wist wat ze had klaar gemaakt...!
Ik heb nadien de stoere macho gespeeld en mijn portie soep helemaal
zonder verpinken naar binnen gewerkt... het zweet brak me wel langs alle kanten
uit, maar als je twee vrouwen hebt te onderhouden moet je ze ook imponeren,
anders speel je ze even snel weer kwijt...
De overblijvende, de blanke vrouw, heeft ook haar best
gedaan om niet uit de toon te vallen maar ik mocht toch de rest van haar kom soep
hebben.
Over die rode pepers... iedereen weet wel dat je daar
voorzichtig moet mee omspringen maar iedereen heeft ook een andere resistentie
tegen die pikante dingen. De Afrikanen en Aziaten eten die pepertjes als
snoepjes terwijl wij reeds beginnen te zweten, alleen nog maar bij de aanblik
ervan!
Mochten jullie ooit proberen om dit soepje na te maken,
gebruik dan gelijk welke vis, je proeft toch niet dewelke je eet.
Gebruik slechts een klein stukje rode peper... of haal de
zaadjes eerst uit de vrucht.
Indien jullie het nog niet wisten, het zijn de zaadjes en
vooral de zaadlijsten van de rode pepers die de scherpte, de pikantheid geven!
Dus haal die zaadjes er eerst uit en het zal al heel wat beter meevallen met de
pikantheid.
Nadien, als je gedaan hebt met dit ontzadingswerkje, ga
dan niet naar het toilet vooraleer je, je, handen zeer grondig geschrobd hebt
met olie en gewone zeep, geen detergent... maar indien je mij niet gelooft
...!?
De volgende dag heb ik de rest van de soep opgewarmd en de
pikantheid was al voor een groot deel verdwenen...Iets wat ik niet wist... misschien is dit
niet altijd zo maar het zou ook wel eens kunnen dat door het doortrekken van
alle smaken de scherpte van de pepers ook deels verdwijnt...
Volgende keer zal ze chicken soup maken. Ze kent een
winkel waar ze kip verkopen voor twee en een halve euro per kilo.... het zal dus
cheap chickensoup worden...
Zo was het vroeger toch toen de pastoors het nog allemaal voor
het zeggen hadden en de klein mannen moesten zwijgen.
Vis eten op vrijdag werd toen aanzien als een onthouding.
Dit wil zeggen, je moest je wat ontzeggen, zoals vis eten in plaats van vlees. Vis
werd op vrijdag verplicht gegeten om zich te onthouden van onmatigheid!
Tijdens de vastenperiode mocht er zelfs op woensdag geen
vlees gegeten worden...
Vlees was lekker en rijkelijk, vis was arme-mensen-kost.
De tijden zijn ondertussen wel een beetje veranderd...
Vorige vrijdag ben ik drieënveertig euro kwijtgespeeld bij de vishandel...
Daarvoor kreeg ik wel één en ander in de boodschappentas...
Twee mooie krabben. Een prachtige moot van een zwaardvis...
Nog wat grote roze garnalen, vier pietermannen en een harder... Een harder, ja
ja...
Elke vis levert wel een receptje en wat randanimatie op.
Ik heb hier in vorige stukjes reeds enkele artikels
geschreven over krabben. In kookboeken over vis zal je vinden dat krabben
dienen gekookt te worden in een court-bouillon. Ik heb dat hier al een paar
keer weerlegd. Het heeft geen zin om een court-bouillon te maken voor
schaaldieren, de smaken van de groenten dringen niet door het harde pantser van
de krabben. Neem gewoon een grote pot of ketel waar de beesten in passen, doe
er lauw water in, enkele laurierbladeren, wat tijm indien voorhanden, een
pikant rood pepertje en een greep gemalen zwarte peper en vooral zeer veel
zout. Het kookvocht moet vreselijk zout smaken, de ziltheid van zeewater. Als je
het wil wegen, gebruik dan 30 gram zout per liter water. Liefst zeezout.
Voor teergevoelige zielen, sla de volgende alinea maar over...!
Normaal worden schaaldieren opgezet in een kokende vloeistof,
dat is de regel. Als je dat met je mooie levende krabben doet, stoten ze al hun
poten af. Alle tien... want een krab heeft tien poten. De twee voorste zijn wel
vergroeid tot vervaarlijke scharen.
Daarom zet je de krabben op in het lauwe of koude water, dan
blijven alle pootjes intact. Ook verliest de krab alle natuurlijk lichaamsvocht
langs de openingen die ontstaan als de poten afgestoten worden. Een andere truc
bestaat er in om de krab een uurtje in de diepvriezer te stoppen. Welke
behandeling de krab zelf verkiest, ik zou het niet weten.
Kook ze gedurende een kwartiertje en laat ze afkoelen in het
kookvocht. Tot ze afgekoeld zijn. Een beetje lauw is eigenlijk de ideale
temperatuur om ze op te dienen.
Dan moeten ze nog voorbereid worden om gegeten te
worden.Ik ga dat nu geen tweede keer
herhalen, dat staat hier in het lang en het
breed uitgelegd.
Een grote krab met een stukje vers krakend brood, wat sla en
zelf gemaakte mayonaise daarbij, dat is heerlijk eten. Het is een prutswerk,
helemaal akkoord maar ik vind krab lekkerder dankreeft.
In de grote schelp bevind zich een lichtbruine smurrie,
heerlijk van smaak maar het uitzicht is vreselijk... het doet zo wat aan kerstekinderenkak
denken...
Wel, die kinderkaka staat nu hier nog in de koelkast te
wachten op verderee verwerking. Het was van het goede te veel...we kregen het niet meer op.
Nu ga ik proberen om er iets van te maken. Wat dat weet ik
nog niet. Iets in het genre van een kroket of een soufflé, maar ik haat
soufflés...en alle twee de gerechten zijn
zo ouderwets...
Indien jullie er niets meer van horen betekent dit misschien
dat de poes van de buurvrouw (?) er een lekker maaltijdje aan overgehouden
heeft.
Dan over de moot zwaardvis...!
Prachtige vis was dat. Hij lag te pronken in de vitrine met reeds
een groot deel van zijn lijf weggesneden.Hetmooiste stuk, een twintigtal
centimeter achter zijn prachtige maar er zeer gevaarlijk uitziende kop met een
zwaard van wel zestig centimeter lang, was nog intact!
Een moot van ongeveer drie centimeter dikte woog iets meer
dan een halve kilo. Veel te veel eten voor twee mensen maar sommigen stoppen
dit gewoon in hun holle tand...zeggen ze.
Zwaardvis kende ik reeds van uit Spanje... Pez espada,
espadon in het Frans... In Spanje werd pez espada ook gerookt verkocht in
dunne sneetjes net zoals zalm en heilbot.
De vis doet zowel aan tonijn als aan haai denken. Het vlees
is wit als het vlees van een haai. Het vel is ruw zoals van een haai, zacht van
de kop naar de staart maar ruw aanvoelend van de staart naar de kop. Het
uitzicht is dat van een tonijn maar wel met een aparte, speciale kop! Toch is
de zwaardvis, noch haai, noch tonijn...het is een heel aparte soort.
Ik heb de moot vis heel gewoontjes gebakken in olijfolie.
Eerst gekruid natuurlijk en door bloem gehaald. De baktijd moet wel redelijk
lang zijn, het visvlees wordt niet zo snel gaar. Maar het lukte heel goed in
een gewone antikleefpan op een zacht vuurtje.
Als afwerking strooi ik er dan een vleugje knoflookpoeder
over en blus de pan met een scheut witte wijn. Met vers gehakte knoflook gaat
het uiteraard ook maar dat laatste is veel meer werk...!
Ook weer wat sla en tomaatjes erbij en gebakken patatjes.
Als goeie Belg eet je daar liever frieten bij maar ik had geen goesting om
frieten te bakken.
Van de zwaardvis was er ook weer een stukje over, van de
krab was wat over en van een vriendin van mijn vrouw hebben we genoeg eieren gekregen
om een er een levercrisis aan over te houden.
Dus, de restjes van de krab, vooral die uit de kleine
pootjes, dat is een heel prutswerk om die leeg te halen, het stukje koude
zwaardvis, een hard gekookt ei, de zelf gemaakte mayonaise en drie fijngehakte
augurken... vormden na een goede menging een pracht van een krabsalade op... Zonder surimi, zonder kleur- of smaakstoffen.
Die kunje dan zeer rijkelijk over je
boke uitsmeren... en er geen koffie bij drinken maar er een flesje witte wijn
bij kraken.
Dan weet je ook ineens wat het woord kwaliteit betekent!
Want er wordt wat rommel en brol verkocht onder de noemer; krabsalade..!
Dan waren er nog de pietermannen. Meer over de pieterman staat
hier te lezen.
Dit keer was het om de visjes in de diepvriezer te
stoppen... Ik heb maandag een project op het oog waarbij ik vis nodig heb om
een Afrikaanse vissoep te bereiden, met assistentie van ?
( Maar dat zal voor volgende keer zijn, als ik het overleefd
heb. De pikante pepers zijn nu al gekocht...)
De rugvin van de pieterman is giftig... je moet daar
voorzichtig mee omspringen... Ik weet dat allemaal...!
Wat is er gebeurd?
Ik heb mij natuurlijk geprikt aan zo een rugvin en zelfs nog
geen klein beetje...!
Als jullie nu denken, hij zit nu te typen met een dikke hand
of zelfs met een opgezwollen voorarm, niets daarvan!
Het heeft even pijn gedaan, maar elke prik van een visgraat
is pijnlijk en ontsteekt zeer gemakkelijk. Toch was dit anders, er ontstond een
kleine rode vlek die pijnlijk was maar op een andere manier. De volgende dag
voelde ik het nog maar werkelijk pijn doen, neen!
Conclusie, pietermannen die nog zeer vers zijn of nog
levend, zullen wel zeer pijnlijke prikken kunnen geven, maar als de vis reeds
vier dagen dood is zoals bijna alle vissen in de handel, dan is het risico blijkbaar
niet zo groot meer!
Dan was er nog de harder... Ja, een harder is een vis... Frans,
mulet hier niet zo erg bekend maar spotgoedkoop omdat het arme beestje een
slechte reputatie heeft...t Is
nochtans een mooie vis.
Maar harder heeft de slechte gewoonte om de havens binnen te
zwemmen en daar natuurlijk ook vervuild voedsel te eten waarbij hij graag in de
modder scharrelt. Dat levert zijn slechte faam op...het visvlees ziet er ook niet zo
appetijtelijk uit, het is vrij donker van kleur. Misschien ook goed voor de
soep van maandag aanstaande.
Maar deze harder bevatte kuit... en dat is andere koek. Toch
bij manier van spreken, de kuit van de harder is goud waard! De gezouten en
gedroogde kuit wordt, bottarga di muggine genoemd. Let wel op want in de
handel wordt ook gedoogde kuit van andere vissen, als zijnde bottarga verkocht,
onder andere van tonijn.
Bottarga, in het Frans: la poutargue of boutargue,is een visspecialiteit van Sardinië, maar
komt ook voor in andere gebieden langs de Middellandse Zee, zoals Sicilië.
Bottarga ontstaat door het pekelen van viseieren. De eitjes, de kuit, van de
harder wordt nog in de zak waarin de eitjesin de vis zitten, gezouten en tussen houten planken geperst om
vervolgens op een koele, luchtige plaats te drogen.
Bottarga wordt meestal verkocht in één stuk. Ook wordt het
vaak in dunne plakjes gesneden en met olijfolie gegeten op geroosterd brood.
Daarnaast wordt bottarga ook verkocht in potjes waarin het al geraspt is. Het
spul is peperduur, zeg maar zoiets van een honderd euro en meer, per
kilogram...
Een goede bottarga is donkerrood van kleur en in het midden
lichter, tegen het oranje aan. In de handel is deze viskuit dikwijls bedekt met
een waslaagje om de kuit te beschermen tegen uitdroging of beschimmeling.
De kuit van mijn harder ligt nu in een kommetje te wachten
in de koelkast met een greepje zeezout er over uitgestrooid...
Hopelijk verkrijg ik nu na een paar weken twee stukjes
bottarga maar waarschijnlijk zal de poes van de buurvrouw er zich ook weer te
goed kunnen aan doen... als ze dat zoute spul lust!
Piet Huysentruyt heeft het bekend. Hij lust geen spruiten. Hij
eet ze wel als hij ze zelf klaargemaakt heeft... Hij maakt er dan iets gewokt
van heb ik begrepen. Het ging te snel om de uitleg te onthouden want het was
tijdens een uitzending van de De laatste show dat hij deze bekentenis
deed...Rode paprikas lust hij ook al
niet...
Peter Goossens lust dan weer geen rode kool...Dat is algemeen geweten..!
Zo zie je maar, zelfs de grootste chefs hebben allemaal wel
een afkeer van een of andere groente of andere etenswaren.
Mijn niet graag eten lijstje is veel langer hoor... Maar
ik maak een onderscheid tussen, liever doodvallen dan dit opeten, of niet
lusten, maar het wel eten als het per toeval voor mijn neus gezet wordt. (Altijd beleefd blijven heeft ons moeder
ons geleerd...en met twee woorden spreken, ja, ja...)
Alles wat maar enigszins op melk gelijkt dat geen ander
smaakje gekregen heeft, met geitenmelk en
geitenkaas op kop, naar de verdoemenis ermee! ...Ook yoghurt, bhwee..!
Desserten met melk, geen probleem. Stinkkaas; des te harder
hij stinkt des te liever ik het heb...
Rode kolen vind ik ook maar vies spul, dat ruikt zo wee....
naar arme-mensen-kost, naar kostschooleten. De worst of het stoofvlees daarbij,
dat is heel wat anders.
Als je navraag zou doen onder de bevolking, om het officieel
te houden, wat eten jullie niet graag, dan denk dat in het lijstje van de
groenten witloof, rode kool, rapen, spinazie en spruiten, bovenaan zouden
staan. Met de spruitjes met stip aan de top.
Vooral kinderen lusten geen groenten... Dikwijls een kwestie
van het goede voorbeeld te krijgen naar het schijnt maar ik geloof dat niet...
Ik lustte vroeger ook geen witloof, spruitjes of rode kool... Melk at ik dan
weer wel, zij het met tegenzin... het opgroeien en het verstandiger worden
brengt daar veel verandering in...
Om kort te gaan, ik wil het hier eens over spruitjes hebben!
Een paar dagen geleden heb ik ze weer eens gekocht. Ik wilde
schrijven, voor het eerst dit jaar, maar dat klopt niet, tijdens het voorjaar
zijn er ook spruiten verkrijgbaar.
Spruitjes zijn een typische wintergroente. De beste
spruitjes zou men verkrijgen nadat de de vorst er over heen gegaan is. Ik zie Koning Albert II al van
Sint-Katelijne-Waver naar Roeselare lopen over al die spruiten...
De smaak van de spruitjes wordt vooral bepaald door het ras van
de plant en daar hebben wij als consument geen zicht op..! De spruiten in de
diepvries stoppen help niet want het is alleen als de spruitjes nog aan de struik,
de spruitkool, staan dat een gedeelte van het zetmeel in de plant omgezet wordt
tot suikers die de spruitjes dan een zoetere smaak geven.
Voor diegenen die het niet zouden weten, spruitjes groeien
als kleine, mini kooltjes, aan de stengel van een grote kool... Eén kool levert
zo zeer veel kleine kooltjes op per plant. Hoeveel stuks per plant, ik heb ze
nooit geteld...
De spruitjes werden voor het eerst geteeld in 1821 rond
Brussel-Bruxelles. (BHV)
Daarom heten spruitjes in het Frans nog steeds choux de
Bruxelles en de Angelsaksen hebben het over Brussels sprouts. Of dit na de
vorming van een nieuwe regering nog zo zal blijven is op dit ogenblik
onvoorspelbaar. Wie weet worden het dan Vlaamse spruiten...of des choux
Wallons? Federal sprouts?
In de klassieke keuken worden spruitjes steeds gebruikt in
bereidingen die dan, à la Brabançonne
genoemd worden. Op zijn Brabants. Ook op zijn Vlaams, à la Flamande.
Een prachtig garnituurtje dat destijds gemaakt werd waren de
taartjes gevuld met spruitjes en kaassaus. Nu zal je er geen eerste prijs meer
mee behalen bij de beste hobbykok maar het blijft nog steeds mooie en lekkere burgerkeuken.
Vorm kleine taartjes uit brokkeldeeg en bak ze met een blinde vulling. Vul deze
nu met een portie gekookte spruitjes en giet daarover een lepel stevige
mornaysaus. Mornaysaus is de klassiek naam voor een kaassaus... Strooi er nog
wat kaas overheen en laat kleuren in de oven zodat alles mooi verwarmd wordt en
een bruin kleurtje krijgt.
Serveer dit bij een mooi zondags gebraden, stuksje van t
zwin zin poepe of een rosé gebraden rosbief
en geef er de natuurlijk braadjus bij enpommes château. Frieten waren
destijds niet zo in.
Mijn spruitjes die ik onlangs gekocht heb staan nu gekookt in
de koelkast te wachten op verdere verwerking.
Telkenmale die kast nu opengaat komt er een geur van
arme-mensen-eten uit... een weeë spruitjeslucht! Jan De Wilde vond reeds jaren
geleden het scheldwoord spruitjesluchtverspreider uit... ik niet! Nu moet ik
er wel elke keer aan denken!
Om spruitjes te koken haal je er eerst de buitenste soms
kleine of vergeelde blaadjes af. Snijd het voetje een beetje bij en maak een
ondiepe insnijding op dit voetje. Zo worden de spruitjes regelmatiger gaar. Kook
ze tot ze gaar zijn. Dit voel je best met de punt van een scherp mesje... dat
is niet uit te drukken in minuten. Erg lang duurt het niet. Giet het kookvocht
er af.
Nu kunnen de spruitjes enkele dagen in de koelkast bewaard
worden tot je ze verder wil bereiden tenzij je in Engeland zou wonen, daar
dient men de spruiten zo gekookt op met een klontje boter. Dat heet dan spruitjes
op zijn Engels.
Voor mij zijn de lekkerste spruitjes, spruitjes die gebakken
worden in spekvet met de spekjes er nog bij. Liefst gerookte spekblokjes. Zelfs
met dat gerookte spekspul dat ze nu verkopen in die bakjes voor enkele
eurocenten per bakje... Laten bakken tot er werkelijk een bruin korstje op de
spruitjes komt. Daarna kruiden met een vleugje nootmuskaat. Een beetje
controversieel recept maar dit is wat ik lekker vind..!
Ook eendenvet in plaats van spekvet, want waar haal je vandaag
nog spekvet, is goed bruikbaar. Nu daagt er natuurlijk dezelfde vraag op, waar
haal je eendenvet?
Voor dit laatste, ik heb het al een paar keer geschreven
hier, haal ik telkenmale het dikke vel van een eendenborst en laat dat vel, in
reepjes gesneden, zachtjes uitbakken op een klein vuurtje in een klein
braadpannetje. Niet laten oververhitten want dan kleurt het vet bruin en dat
mag niet. Het vet daarna afgieten in een kommetje. De kaantjes die overblijven
laat je wel goed bruin kleuren en laat daar een koffielepeltje sojasaus over heen
druppelen, schudt alles goed mekaar... en ik garandeer je, na een paar minuten
blijft er niets meer van over, hoe goed je ook probeert om je te beheersen.
Dus ook die eendenkaantjes kunnen gemengd worden met
gekookte spruitjes in plaats van met spekjes... als er nog overblijven!
Spruitjes kunnen gebruikt, worden om soep van te maken.
Waarom niet?
Een dikkeui, spruitjes, een
stukje wit van prei, een klein worteltje, schoonmaken, snijden en aanstoven in
wat eenden- of varkensvet, bij gebrek hieraan in een beetje boter, kortom in
vetstof en voeg er kippenbouillon bij en een in stukken gesneden aardappel.
Laat een twintigtal minuten koken en plof de mixer er in... Nog een klontje
boter of room om af te werken en voila:spruitjessoep, meer moet dat niet zijn. Uiteraard is dit recept ook te
gebruiken met een restje gekookte spruiten. Nadat de spruiten je reeds de strot
uitkwamen...!
Spruitenstoemp of spruitenstamppot.
Kook de spruiten en de aardappelen afzonderlijk. Van elk
ongeveer evenveel. Laat de spruiten nogal goed gaar koken en druk dan met een
pureestamper zowel de aardappelen als de spruiten tot moes. Spruitjes zijn gaar
als je er met een vork gemakkelijk kan door prikken. Voor de moderne smaak zijn
ze dan reeds te gaar...! Voeg er hete melk bij of gewoon wat spruitjeskookvocht
tot een soepele puree bekomen wordt. Kruidt met peper en zout en nootmuskaat.
Nog een klassieker zijn de spruitjes à la Limousine...
Jullie zien nu de spruitjes in een sjieke koets of open auto voorbij komen... ?
Limousin of Limousine als het een vrouwelijk woord betreft,
duidt dikwijls op de aanwezigheid van kastanjes. De Limousin in Frankrijk is de
streek van de immens grote kastanjewouden, zie je? Ook de luxe langgerekte
auto, de limousine, komt oorspronkelijk van daar toen koetsen, lang geleden nog
het gewone vervoermiddel waren.
De herders uit de Limousin hulden zich in zware kapmantels
om zich te beschermen tegen weer en wind... Ook de koetsiers volgden deze
gewoonte omdat zij afgesloten van de passagiersruimte vooraan op de bok aan weer
en wind blootgesteld waren. Zo ging de naam limousine stilaan over naar een
koets met de bestuurder vooraan, afgesloten van de passagiers... De auto volgde
later.
Reinig een deel spruitjes en kook ze apart gaar. Maak een kruisvormige
inkerving in de bruine lederachtige schil van een handvol kastanjes en dompel
ze een minuutje in kokend water. De schil is er nu gemakkelijk af te halen.
Verwijder ook het donkere grijzige bittere velletje. Lukt dit niet direct, stop
de kastanjes nog eens in het hete water. Kook de kastanjes nu verder gaar in
licht gezouten water. Vijf minuutjes is meestal wel voldoende lang.
Verwarm of bak nu een
hoeveelheid kastanjes samen met de gekookte spruitjes in boter of vet... Blus
uiteindelijk met een scheutje van het kastanjekookvocht.
Zware kost, dat wel, maar lekker. Als je nog een beetje
geduld hebt kunnen deze spruitjes goed dienen bij de kerstkalkoen...!
Het is weer zover, het is herfst. Op 22 of 23 september zegt
Frank. Nooit op de eenentwintigste september, dat is foute romantiek!
De bladeren beginnen reeds te vallen, zo snel als mijn
grijzende haren, en in Kasterlee zijn ze begonnen aan de kweek van de zwaarste
pompoen ooit. Zeshonderd kilo zou hij moeten wegen om het record te breken. Overal
duiken de pompoenen weer op in de deurportalen.
Er zal weer veel soep moeten gemaakt worden
De herfst roept bij mij ook telkens weer beelden op uit mijn
kindertijd... In het eerste of tweede leerjaar kregen we als taak om een appel
of een peer te boetseren uit klei.... maar er was geen klei in voorraad.
Waarschijnlijk weer iets dat zo voorzien was op het programma, maar de klei
was er niet...
Ik wist waar op enkele tientallen centimeter diepte, leem,
dat is een soort klei, te vinden was en zo werd ik de jaarlijkse hofleverancier
van leem die geboetseerd kon worden tot appels en peren die later gans het jaar
de vensterbank van het klaslokaal mochten opfleuren...
(Nadien werd ik ook nog
leverancier van illegaal gekapte kerstbomen.)
Als de appels of peren gefatsoeneerd waren mochten we nog een
opstel schrijven over de herfst.... of een tekening maken, altijd maar over
appels of peren. Ik schreef dan maar iets over de kermis, dat was veel
interessanter.... De herfst was ook kermistijd... toen toch bij ons in het dorp.
Een paar dagen geleden bracht een lieve dame die blijkbaar twijfelt
aan mijn financiële draagkracht,een
mandvol met appelen, mispels, kastanjes en een massa okkernoten om daarmee hopelijk
heelhuids de komende wintermaanden door te komen...( Merci, Erna!)
Indien iemand zin heeft om te helpen bij het noten kraken en
pellen, altijd welkom. De drankjes staan koel! Hamers heb ik genoeg en ook pleistertjes
om de gekneusde vingertoppen te verzorgen...
Op de koop toe heb ik bij een ongelukkig
achteruitrijmanoeuvre, een dikke pompoen aangereden,... maar ik had voorrang, ik kwam van rechts!
Na wat over en weer gepraat met de kweker van de pompoen,
het was niet nodig om de hulpdiensten te verwittigen, mocht ik de aangereden
pompoen meenemen, zo maar... Het slachtoffer paste perfect in een plastic tas
van de supermarkt. We zijn dan samen, het slachtoffer en ik, huiswaarts
gereden, richting pompoensoep...!
Nu zit ik hier met een grote, plat gereden pompoen, die toch
nog voor een deel bruikbaar is, en een reuzenmand vol okkernoten en appels.
Van de noten zal ik enkele pecan pies proberen te maken en
de pompoen zal in eerste instantie wel in soep veranderen maar misschien ook
wel in een pumpkin pie... ( Spreek uit als paai)
De mispels liggen buiten te rotten, want met mispels, behalve
die zo maar op te eten, is er niet veel creatiefs mee aan te vangen.
Met de appelen heb ik ook nog iets in petto.
Als eerste de pecan pie. Pecan pie is een echt Amerikaanse
taart waarvoor pecannoten nodig zijn. Pecannoten zijn hier wel verkrijgbaar
maar redelijk duur. Als substitute, als vervanger, kunnen okkernoten gebruikt
worden. Okkernoten, ook walnoten genoemd,zijn sterk verwant aan de Amerikaanse pecannoten.
In de Engelse keuken is een pie een gebak bestaande uit
een laag vruchten, die afgedekt wordt met een deegkorst en daarna gebakken wordt
in de oven. In de meer algemene zin is een pie gewoon een taart!
Voor zowel de pecan pie als de pumpkin pie kan je het
eenvoudigst een gekochte taartbodem gebruiken.Neem daarvoor een rolletje brokkeldeeg uit de handel...
Nu vermoed ik dat die rolletjes deeg voor taartbodems in
Nederland niet verkocht worden.
Gebruik dan 300 gram bloem, een snuifje zout en een eetlepel
(vanille)suiker, meng hierin met de vingertoppen, 200 gram in blokjes gesneden,
zeer koude boter en één klein ei en 50 gram koud water. In een keukenmachine
gaat dit razend snel. Met de hand is het een beetje prutswerk. Bewerk het deeg
zo weinig mogelijk. Duw het tot een bol en laat het een half uurtje bekoelen in
de koele kast en rol het dan uit tot een cirkel van ongeveer 25 centimeter
diameter.
Pecan Pie
Benodigdheden :
3 eieren
150 g suiker
225 g bruine
kandijsiroop. De enige die nog te vinden is de kandijsiroop van Candico.
150 g gesmolten boter
of margarine
200 g pecannoten of
hier gebruiken we okkernoten
een voorgebakken
taartbodem, of maak die zelf...
Bereiding :
Klop de eieren samen met de suiker, een snufje zout, de
siroop en de suiker.
Maal de noten fijn in een keukenmachine of stamp ze in een
vijzel.
Voeg de gemalen pecannoten toe aan het eerste mengsel en vul
de taartbodem met deze donkere massa.
Bak in een oven van 180° C gedurende 50 minuten of tot de
inhoud doorbakken is. Test dit met de punt van een mes of met een satépen.. De
vulling zwelt op tijdens het bakken maar zakt nadien terug in mekaar. Dat is
normaal!
Laat afkoelen. Deze taart is zeer zoet maar weet dat de
Amerikanen waar deze taart zeer populair is, verschrikkelijke zoetebekken
zijn....Het aantal calorieën per honderd gram dat deze taart bevat is absoluut niet
voor publicatie vatbaar.
De volgende taart is een beetje minder calorierijk en wordt
traditioneel gebakken voor Thanksgivings day. Vermits wij dat hier niet
kennen kunnen we de pompoentaart eten wanneer we willen... Halloween is ook een
geschikte datum!
Het principe is gelijk aan bovenstaande pecan taart,
alhoewel het resultaat en de smaak helemaal anders zullen zijn.
Pompoentaart of
pumpkin pie
Nodig:
450 g pompoenvlees in blokjes gesneden
3 kleine eieren
75 g bruine suiker
1 koffielepel gemalen kaneel
1 mespunt nootmuskaat
1 mespunt gemalen gember
250 gram slagroom en nog een beetje om te opgeklopt te
serveren bij de taart
Bereiding
Gebruik een gekochte brokkeldeegbodem en een taartvorm van
ongeveer 24 centimeter doormeter.
Stoom de blokjes pompoen of maak ze gaar in de microgolfoven
en laat uitdruipen in een zeef. Duw door de zeef tot puree.
Klop de eieren los
Breng de room, de suiker en de specerijen samen aan de
kook.
Laat wat bekoelen en meng met de eieren.
Meng met de pompoenpuree
Vul de met deeg beklede taartvorm met deze puree en bak
gedurende 40 tot 45 minuten in een oven van ongeveer 180°C.
Laat de taart afkoelen op een rooster en serveer lichtjes
lauw met een kommetje lichtjes geklopte en gesuikerde slagroom.
Ook hier weer zijn het de eieren die voor de binding zorgen.
De hoeveelheid suiker is klein maar die mag vergroot worden en in plaats van de
specerijen mag ook een zakje vanillesuiker gebruikt worden.Ieder zijn smaak!
Zo! Voor de noten en de pompoen is er al een oplossing
gevonden.
Nu nog iets met appelen.
De appelen die ik gekregen heb zijn eetappels. Dus die koken
niet tot moes. Volgend receptje zou niet lukken met moesappels... !
Ouderwetse
griesmeelpudding met appelen
Neem een achttal kleine appels. De appelen schillen en in
fijne partjes snijden. Deze partjes even opkoken in een bodempje water, suiker
naar believen en het sap van een halve citroen.
Een hoge, met antikleeflaag voorziene vorm, toch nog
insmeren met boter. Verdeel de partjes appel decoratief over de bodem van de
vorm.
Bereid nu een gewone griesmeelpap. Een liter melk met suiker
en een pakje vanillesuiker aan de kook brengen en als dit kookt voeg je al
roerend honderd gram griesmeel toe en laat dit een vijftal minuten zachtjes pruttelen.
Ook weer goed roeren, tenzij je graag aangebrande pannen afwast.
Giet deze pap voorzichtig uit over de appelstukjes.
Stop de vorm voor een drie kwartier in een oven van 180°C of
tot het oppervlak bruin kleurt en laat dit in de vorm afkoelen in de koelkast. Duw
nadien de randen met de vingers los en zet de vorm nu op een klein vuurtje tot
de metalen vorm warm aanvoelt. Keer de pudding nu om.
Als alles goed gaat heb je nu een pudding met een mooie
bruine korst en met een laag appeltjes er boven op.
Zeer rustiek dessert en very old fashioned...
Indien er lezers zijn die nog één en ander in overvloed
hebben en dat willen kwijt raken... mijn adres is op eenvoudige vraag
verkrijgbaar!
Soms vraagt men mij wel eens, hoeveel jaar ik al in de
keuken sta? Staan is dan een eufemisme voor werken!
Ik ga dan wat staan prutsen aan mijn vingers, want ik ben
ooit gedeserteerd en de wijde wereld ingetrokken om met bussen te gaan rijden,
om zalmen te gaan vangen, elektronica te gaan verprutsen en veel niet werkende
software te schrijven.... maar daar gaat het hier niet over!
Uiteindelijk kom ik dan tot een zeer respectabel cijfer
hoor... het staan in de keuken dus..!
Allez, zeggen ze dan, dan kunt ge toch alles zekers na zo
een tijd.... !
Ze weten niet hoe zeer ze dwalen...! Dat heb ik nog maar
enkele dagen geleden tot mijn grote schande ondervonden.
Op de Franse vismarkten zag ik regelmatig dikke stroken,
mooi zuiver wit vlees liggen van zeekat. Het stond er overigens altijd
bijgeschreven: blanc de seiche...Indien
het er niet zou bijgestaan hebben zou ik ook niet geweten hebben. Zeekat in het
Nederlands!
Voor diegenen die niet weten wat een zeekat is: een zeekat
wordt ook sepia genoemd en is niets anders dan een soort inktvis. Eén van de
drie soorten die hier regelmatig op de markten aangeboden worden. De naam sepia
heeft te maken met het feit dat de inkt van deze inktvis vroeger gebruikt werd
als inkt om te schrijven. De inkt verkleurt later bij het verouderen tot donker
rossig en deze kleur wordt daarom ook sepia genoemd. De kleur van een oude vergane
foto of van een oud vergaan geschrift.
Blanc de seiche betekent letterlijk, wit van zeekat!
Zeekat op zijn geheel kende ik wel en had ik al een paar
keer klaar gemaakt... met een vrij middelmatig resultaat maar steeds vatbaar
voor: een volgende keer beter. Zulke dikke witte stroken zouden van zeer grote
dikke zeekatten moeten komen bedacht ik zo... Deze redenering klopte, volgens
de vishandelaars toch. Gigantische beesten moeten het geweest zijn om uit hun
mantel zulke dikke stroken te kunnen snijden.
De zeekat is een zeer merkwaardig dier, veel meer gedrongen
dan de pijlinktvis,
de tentakeltjes zijn veel korter dan die van de pijlinktvis en hij bezit een
soort ballerinarokje, een tutu, waarmee hij kan zwemmen. In de rug bevindt zich
een dikke kalkschaal. Deze schaal wordt aan de kanariepietjes gegeven, waarschijnlijk
om de pietjes aan een portie kalk te helpen en om hun bek aan te scherpen.
Het vlees van de zeekat is een ietsje taaier maar
volumineuzer dan dat van de pijlinktvis ofte calamar.
De zeekat bevat ook de meeste inkt van deze twee de soorten.
Deze inkt wordt wel eens gebruikt als onderdeelvan de bereiding. Vooral in de Italiaanse en Spaanse keuken wordt de
zeekat veel gebruikt. Hier bij ons is de zeekat ook af en toe te vinden. Het
reinigen ervan is geen sinecure, trouwens dit geldt voor geen enkele inktvis.
Na het reinigen van een mooie verse zeekat hangen je handen vol inkt tot aan je
ellebogen... en met een beetje geluk krijg je er nog zwarte sproeten cadeau
bij...
Daarom zijn die vooraf reeds gesneden en gereinigde repen
zeekat een prachtige oplossing. Geen poetswerk... geen zwarte armen en geen rouwnagels...
Ook niet onbelangrijk, vooral voor de Nederlandse markt:
deze repen zijn spotgoedkoop..!
Hoeveel ze juist kosten weet ik niet maar het draait rond
zoiets als drie euro en enkele centen per kilogram.... zeg het maar als ik fout
ben!
Gans de bovenstaande uitleg dient om te vertellen dat ik
vorige dinsdag of woensdag ook hier in Antwerpen dergelijke repen, blanc de
seiche gevonden heb.Hoeveel ik er voor
betaald heb weet ik niet want het bonnetje met de afrekening ben ik kwijt
geraakt... de verkoopster was jong en niet onaantrekkelijk, begrijp je! Waardoor
het woord viswijf ineens een heel andere dimensie kreeg...
Vroeger had ik, zoals hierboven reeds vermeld, al een paar
keer de volledige zeekat klaar gemaakt.... en ook had ik twee of drie keer
geprobeerd om van die dikke witte repen ook iets eetbaars te maken... Je hoort
mij al komen.... het resultaat was niet echt goed eetbaar te noemen, of toch
maar amper.
Volgens mijn eigen theorie, die niet in de boeken bevestigd
wordt, moet inktvis, de calamar toch, zo snel mogelijk klaar gemaakt worden.
Enkele seconden moeten voldoende zijn anders verandert het witte inktvissenvlees
in iets dat gelijkt op de basismaterie die gebruikt wordt om autobanden te
fabriceren.
Zo heb ik een paar keer geprobeerd om brochettes te maken
met het zeekatvlees. Ultra, zeer kort gegrild... Het resultaat was wel eetbaar
maar de eerste prijs, op een wedstrijd voor beste inktviskok, daar zou de
ereprijs zeker niet naar mijn bereiding gegaan zijn.
Zulke proefhapjes probeerde
ik dan bij het aperitief te geven maar zorgde er wel voor dat er ook nog wat
anderste knabbelen viel.
In de viswinkel hier in Antwerpen, met die knappe jonge
aantrekkelijke verkoopster; weet je nog... was mijn eerste opmerking dan ook:
ik wil het nog eens proberen als zoveelste experiment maar die zeekat is
dikwijls zo vreselijk taai... !
Als goede verkoopster pareerde ze; ja maar die van mij niet
hoor, die zijn botermals! Alsof ze de inktvis zelf ter wereld gezet had... ( Ik
mag er niet aan denken...)
Een beetje ajuin erbij, een paar tomaatjes en wat knoflook,
een drie kwartiertjes stoven en ze worden zo mals als zoete spekken... zo
oreerde ze!
Hebben jullie ooit al gehoord van de Aha erlebnis?
Een mooi woord is dat: Aha-erlebnis. Het gevoel is nog veel
mooier: de plotselinge realisatie dat je de essentie van iets helemaal hebt
doorgrond. Alsof je het laatste stukje van een complexe puzzel hebt opgelost!
Na, weet ik hoeveel jaren, vertelt dat mooie kind mij in een
paar woorden hoe ik een malse inktvis, een zeepoesje, moet bereiden! Stoven !!!Waar had ik dat woord nog gehoord?
Noem mij nu onnozel, ok, dan hebben jullie nog gelijk ook....
Maar dezelfde dag nog zijn de repen zeekat in mijn mooiste,
zondagse koperen sauteuse (braadpan) beland, in hete olijfolie, waarna gans
het fornuis onmiddellijk onder de oliespetters lag!
Een grof gesneden ui er bijgevoegd en enkele tenen, ook weer
grof gehakte knoflook en later twee ontvelde, ontpitte en fijn gesneden
tomaten. Een scheut witte wijn, peper en zout, een laurierblad en een snufje
piment d Espelette. Een andere pikante rode peper zou ook goed geweest zijn
maar dit potje staat reeds enige jaren in de keukenkast te wachten tot het tijd
is om zijn eerste communie te ontvangen...!
Exact, juist geteld drie kwartier later, heb ik met een
keukenvork in de inktvis geprikt... en zo zacht als boter waren de reepjes. De
saus bleek blijkbaar zelfs in volume verdubbeld te zijn waarschijnlijk door het
vocht dat uit het inktvisvlees tijdens de bereiding gekomen was. Misschien kan
dit een volgende keer voorkomen worden door de inktvisrepen eerst even te
blancheren.
De saus inkoken tot de gewenste dikte en op smaak brengen
duurt niet lang. Dan nog een handvol penne gekookt want pasta smaakt ideaal
bij inktvis.
Zo, nu weet ik na ongeveer vijftien jaar hoe je zeekat bij
voorkeur klaar maakt.
Alles kennen, vergeet het maar!De keuken is een permanente leerschool, als
je het ene weet daagt er een andere uitdaging op en zo blijf je bezig...
levenslang !
De volgende dag kwamen twee vriendinnen van mijn vrouw op
bezoek en met een goed karakter zoals ik heb... heb ik een paar stukjes zeekat
overgehouden voor hen, om ook eens te proeven. De penne die ik er bij gegeven
heb was gewoon een rest van die wij de vorige dag niet opgekregen hadden!
Zij vonden het lekker. De minst blonde van de twee vond zelfs
dat de zeekat naar sint jakobsschelpen smaakte...! Het duiveltje in mij zat al
te bedenken: ... je neemt repen gestoofde zeekat, steekt er rondjes uit met een
uitsteekvorm en de rest kan je al raden...
De volgende keer zal ik eens proberen om de zeepoes te
bereiden in een currysaus, of kerriesaus in de Nederlandse versie, dan kunnen
we er rijst bij eten want ik ontdekte daarnet nog een doos met daarin zes
kookbuiltjes basmatirijst.
Soms vrees ik dat ik zo stilaan op mijn tandvlees zit..
Wat zal ik nu weer eens schrijven? Wat, wie, waar..? Soms
trek ik dan naar een winkel met Turkse of Marokkaanse exploitanten, daar vindt
je altijd wel iets speciaals om iets over te schrijven...maar als je van gans
de week niet buiten komt?
Jullie hebben het begrepen, het leven van een blogger kan
soms heel hard zijn!
Een andere oplossing bestaat er uit dat ik ga snuisteren in
mijn database met recepten...Mooi
woord voor een enorm groot document bestaande uit een paar honderd recepten,
maar waar een kat haar jongen niet in terug vindt.Ooit heb ik daar eens een index aan
toegevoegd en met wat geluk vind ik zo soms wel wat.
Wel, ik vond een recept voor een omgekeerde taart en van
mijn vroegere collega een merkwaardig recept voor tongrolletjes met prei...
Eerst de taart!
Het seizoen van de pruimen, aardbeien en perziken is nog
volop aan de gang. Mocht je dit stukje toevallig lezen in december: ananas, appelen
en gedroogde en nadien geweekte pruimen of abrikozen zijn ook heel goed geschikt.
Er zijn nog wel enkele andere vruchten die geschikt zijn, peren bijvoorbeeld
als ze voldoende rijp zijn...
Een omgekeerde taart is een taart die gebakken wordt, ondersteboven.
De meest gekende taart van dit soort op dit ogenblik is de tarte tatin!. Een
omgekeerde appeltaart.
Deze zeer beroemde taart, die al sinds jaren op de kaart
staat van Maxim's en la Tour d'Argent in Parijs, is uitgevonden in een
herberg op de Franse boerenbuiten en is voorzichtig op klompen naar Parijs
gekomen. Men noemt de taart ook "Tarte à l'envers". Omgekeerde taart
dus...
De gezusters Tatin leidden een familiehotelletje te
Lamothe-Beuvron, een rustig dorpje in de buurt van Orléans, de" tarte à
l'envers" is hun enige nalatenschap.
In een zware koperen vorm wordt een dikke laag suiker
gestrooid, er worden dikke vlokken boter op gelegd en alles bedekt met kwartjes
geschilde appel. Een dun laagje bladerdeeg of brokkeldeeg wordt gebruikt om de taart
te sluiten. De taart werd daarna gebakken in gloeiende houtskool met bovenwarmte.
Zo ging dat destijds. Gloeiende houtskool werd boven op het deksel van de
taartvorm gelegd. Na 20 à 25 minuten draait men de taart om op een schotel. De
suiker moet dan licht gekarameliseerd zijn.
Het verhaal doet de ronde dat het idee zou gerijpt zijn toen
zuster Tatin, die de bediening deed, een gewone taart had laten vallen...en
nadien....
Het hotelletje van de familie Tatin bestaat nog steeds. Het
ligt op de RN 20 van Orleans, richting Vierzon. Het heet nu "Hotel Tatin",
de oorspronkelijke naam was "Hotel de la Gare". Het ligt nog steeds
recht tegenover het niet meer gebruikte station van Lamothe-Beuvron.
Een gemakkelijke versie van de taart bestaat er in om in een
bakvorm een karamel van boter en suiker te gieten, maar let op, dat is gloeiend
heet. Deze karamel maak je door, afhankelijk van de grootte van de taartvorm,
suiker met boter samen al roerend te verhitten tot karamel. Dit gaat vrij snel.
Leg op de laag karamel kwartjes appel. De taartvorm moet werkelijk proppens vol
zitten met appel en dat geheel wordt dan afgedekt met een laagje brokkeldeeg of
kruimeldeeg... De randen van het deegin
de taartvorm steken. Dit deeg kan je zo kopen maar ook zelf maken natuurlijk. Een
twintigtal minuten bakken in een vrij warme oven, even laten rusten en dan snel
omkeren op een schotel. Even laten rusten en dan de bakvorm voorzichtig
oplichten. Jonagold is een goede appel voor deze taart.
Een likje halfopgeklopte room er bij serveren of een
bolletje kwaliteitsroomijs in een apart gekoeld schaaltje...
Een tweede en gemakkelijker versie is de omgekeerde taart
met vruchten en viervierdenbeslag.
Hiervoor worden diverse vruchten van pitten en dergelijke
ontdaan, en in een taartvorm gelegd en met een vier-vierden beslag bedekt.
Viervierden gebak gelijkt wat op een cake beslag en is doodgemakkelijk om te
maken.
Veronderstel dat we pruimen nemen als vrucht. Daarvan is het
nu volop het seizoen.
Zoek dan je mooiste, gewone bakvorm voor taarten, zo eentje
met ribbeltjes aan de zijkant of in porselein of een met tefalbekleding het
blijft al gelijk...
Zoek of koop goede pruimen met vast vruchtvlees. Kwetsen
zijn goed of van die donkerblauwe pruimen die hier ook wel eens mastpruimen (
damastpruimen ... van Damascus..) ... genoemd worden, allemaal zeer geschikt!
Smeer de bakvorm goed in met boter, ook aan de zijkanten. Strooi
een greepje bloem in de taartvorm en bedek de bodem en wanden met bloem. Schud
het overtollige weer uit de vorm...Snijd
de pruimen in twee en haal de pitten er uit. Leg de pruimen nu met de gesneden
kant naar beneden in de taartvorm. Prop de vorm zo vol mogelijk. Heb je pruimen
te veel... maak dan een tweede taart of eet de pruimen zo op... Volgens
welingelichte bron zijn pruimen goed voor de vooruitgang van de
achteruitgang..?!
Maak nu het beslag voor het viervierden gebak.
Neem van alles evenveel. Bloem, boter, suiker, eieren...
Bijvoorbeeld van elk250 gram. Gebruik kleine eieren en reken dat een ei zonder de schaal 50
gram weegt. In dit voorbeeld dus vijf eieren. Begin dan met de boter en de
suiker tot een zachte room te roeren. Klop dan, liefst met een machine,
alhoewel met een handklopper gaat het evenwel, de eieren één voor één door dit
botermengsel. Er ontstaat nu een soort gekabbelde room... Voeg hierbij nu
zonder al te veel te roeren de bloem en roer tot een homogeen mengsel ontstaat...
Gebruik zelfrijzende bloem of neem gewone bloem met het
nodige bakpoeder. Normaal is dit één pakje bakpoeder voor vijfhonderd gram
bloem.
Wil je een extra lekker smaakje aan je taart geven, voeg dan
een pakje vanillesuiker bij het beslag of een snuif kaneelpoeder.
Smeer dit dikke beslag nu uit over de pruimen of de andere
vruchten, in de taartvorm.
Bak af in een oven van ongeveer 180°C gedurende ongeveer 20
minuten. Je kan zien dat de taart gaar is als ze in een midden een torentje
vormt. Anders prik je er in met een lange naald of satéstokje en controleer of
er geen ongebakken deeg meer aan de naald of stokje blijft hangen.
Als de taart blijkt gaar te zijn haal je ze uit de oven en
laat ze een vijftal minuten rusten.Leg
een groot bord of een metalen of porseleinen schotel op de taart en keer het
geheel zeer snel om. Haal nu voorzichtig de taartvorm van de taart. Dit gaat niet
altijd zeer vlot. Dat is normaal omdat de vruchten neiging hebben om aan de
vorm te kleven. Dit kan deels voorkomen worden door vooraf een laagje karamel
op de bodem van de taartvorm te gieten nadat de vorm ingesmeerd was met boter.
Maak deze karamel met suiker en water en kook alles tot de suiker lichtbruin
kleurt... zonder te roeren... Giet deze gloeiend hete karamel op de bodem van
de taartvorm. Daar bovenop komen dan de vruchten. De karamel zal er voor zorgen
dat de taart gemakkelijker loskomt uit de taartvorm.
Dan iets heel anders.
De tongreepjes, de tongfilets gepresenteerd als
palmboompjes.. .
Het is een beetje een onnozel idee.. maar waarom niet?
Je hebt er jonge dunne prei voor nodig, prei van een vinger
dik. Alleen het wit.
Tongfilets heb je nodig, natuurlijk... Maar met filets van
andere vissen zal het ook wel lukken!
Pladijs of scharfilets, elke vis is goed als je er maar
lange dunne reepjes kan van snijden. Van zalm of melktong bijvoorbeeld...
De afval van de tongen heb je ook nodig. Bij gebrek er aan,
afval van andere vissen, zoals van tarbot of heilbot... maar dat is allemaal
niet meer zo simpel om dat vast te krijgen bij de vishandelaars... Bij gebrek
aan wat beters dan maar visfumet uit een bokaaltje...of van blokjes gebruiken.
Een visfumet maak je zelf door de goed gewassen visafval
even aan te stoven in wat boter samen met een grof gesneden tak selderij en een
gesneden ui. Pers er wat citroensap over uit en een grote geut witte wijn. Vul
aan met water en breng zachtjes aan de kook. Voeg ook nog een takje tijm,
enkele peterseliesteeltjes en een blaadje laurier toe. Laat een twintigtal
minuutjes zachtjes koken. Giet door een zeef en voila, daar heb je een prima
zelf gemaakte visfumet.
Snijd de prei in stukken van ongeveer acht centimeter
lengte... zeven centimeter is ook goed.Snijd de bovenkant, waar het groen was, diep in, zo ontstaat een soort
borsteltje.
Kook de prei gedurende ongeveer twee minuutjes in water om
de prei wat zachter te maken.
Wikkel nu een tongfilet of andere visfilet rond het wit van de
prei, daar waar die niet ingesneden is. Zorg er voor dat de velkant naar binnen
wijst. Zo verkrijg je goed vaste rolletjes. Nu heb je een rolletje vis met een
soort borsteltje er op. De ingesneden preireepjes vallen uiteen als de blaadjes
van ... met een beetje fantasie zie je dan een palmboompje dat uit een visrolletje
steekt.
Zet de palmboompjes in een juist passende geboterde schotel.
Giet er warme visfumet bij en weer een royale scheut witte
wijn. Kruid met peper en zout, dek af met aluminiumfolie en zet gedurende een
vijftiental minuutjes in een niet te hete oven. Als de vis gaar is, en dat gaat
snel, giet je het pocheervocht in een kookpannetje. Breng aan de kook, kruid
bij indien nodig en bind de saus met een beetje blanke roux of met strooimaïzena.
Zorg er voor dat de saus niet te dik wordt...! Geen papsaus!
Om af te werken kan je er een klompje boter doorroeren,
boter en geen surrogaat! Een liaison, de term is ondertussen wel gekend denk ik
door al die kookprogrammas op TV, of niet?Tot vervelens toe; het is een mengseltjes van room en eierdooier. Voeg
dit al roerend bij de hete saus en breng zeker niet meer aan de kook!
Alleen een scheut dikke, vette room is eigenlijk al meer dan
voldoende en ook de gemakkelijkste manier om een lekkere witte vissaus te
bekomen.
Serveer hier rotsjes, gemaakt van hertoginnenaardappelen
bij. Dat zijn doorgestoken gekookte aardappelen, gekruid met peper en zout en
nootmuskaat, tot mooie torentjes gespoten en daarna in de oven gebakken tot
zonnebrandkleur...!
Zet één of twee visrolletjes met palmboom op een warm bord,
zet er een torentje aardappel naast en giet de saus rondom dit alles... Zo ziet
het geheel er uit als eilandjes in de Stille Zuidzee.
En dan maar dromen van de vervlogen natte vakantie...!
Vorige dinsdag wilde ik mij enige cantharellen aanschaffen
bij de Turkse groenteman. t Vrouwke, die op dit ogenblik niet erg gezond is,
eet dat graag. Samen met een konijnenboutje als t kan... Voor degenen die haar kennen volgt hier haar
laatste ziekterapport: de volgende trip naar de Egyptische woestijn is gereserveerd
voor half november... Dus nog twee maanden slapen... Bij haar thuiskomst zal sinterklaas
vermoedelijk reeds gepasseerd zijn en een pluchen piramide of ezeltje meegebracht
hebben.
Eerst even naar mijn goeie vriend Ludo gebeld om te zeggen
dat ik na het boodschappen doen zou langskomen...
en dan mocht ik ook wel wat cantharellen voor hem meebrengen...
De grote blauwe poort van de groentewinkel was dicht: een
blad papier plakte op er op: Gesloten wegens Suikerfeest! Geschreven in een mooi regelmatig handschrift,
dat van de dochter?.
Daar gingen mijn cantharellen...
Deze morgen een nieuwe poging gedaan, nu was de winkel wel
normaal open.
Het waren misschien nog dezelfde cantharellen van vorige
dinsdag, ze zagen er al een beetje verfromfraaid uit maar de prijs was zeer
goed, tien euro en enkele centen per kilo. Dat is een koopje. Er waren ook
bakjes met Koreaanse, gekweekte Sjimeji paddenstoelen. Ik heb een bakje
bruine Sjimeji meegenomen. Er bestaat ook een witte versie van deze
paddenstoel. Omdat ze op beukenhout groeien worden ze hier ook beukenzwammen
genoemd. Het zijn paddenstoeltjes met een flauwe smaak maar worden meestal
gebruikt als decoratief element. Bij een visfilet staat dat mooi!
Dan lag er nog een onbekend kaasje in de koeltoog. Een soort gevlochten
kaas, nog nooit gezien. Aan een van de winkelhulpjes dan gevraagd waarvoor die
kaas kon gebruikt worden?
Hij bekeek mij alsof hij het in Ankara hoorde donderen... Om op te eten...!
Hoe dat ik daar zelf niet opgekomen was???
Ik heb de kaas toch maar gekocht en thuis opgezocht op het
internet wat ik mij nu juist aangeschaft had.
Terzijde; zelfs zonder opzoekwerk, alle Turkse kazen zijn
vrij smaakloos en taai! Daar heb je Google niet voor nodig.
Het product is goed gekend in Turkije (Örgü peyniri), de
fabrikant is Gazi, een reusachtige Turkse zuivelfabrikant met verdeelpunten in Duitsland.
Op de verpakking is zelfs te zien dat mijn kaasje in Frankrijk veterinair
gekeurd is. Hier
een foto. Goed om te gebruiken in ovenbereidingen. Allemaal geleerd via
Google.
Ook weer een paar dagen terug had ik een stuk kaas, een brie
de Meaux, gekocht die er lekker uit zag. Mooi mals, geel op het snijvlak,
volledig rijp, een pracht stukje kaas. In de auto begon ik het al te ruiken...
Zweetvoetenkaas van het ergste soort.
Nu ligt de brie in de koelkast, verpakt in een Tupperware
doosje, en telkenmale de deur van die kast open gaat komt er een walm uit van een
kudde koeien die net rotte rapen gegeten hebben. Ik moet het heel goed plannen
om de koelkast te openen, minstens een half uurtje vooraleer er iemand zou
kunnen aanbellen. Zelfs Fébreze met lavendelgeur helpt geen zier.
We zijn er nog niet. Van bovengenoemde goeie vriend Ludo
heb ik een zak stoofappels gekregen, appels voor appelmoes. Waar vindt je dat
nog? De appels waren bedoeld als beloning voor de meegebrachte cantharellen...
maar het was Suikerfeest, geen cantharellen!
Om te beginnen met de appels.
Dit waren nog eens echte moesappels, een soort die je hier
in de gewone handel bijna niet meer vindt. Jammer genoeg ken ik de soort niet.
Mocht iemand het weten, laat maar weten, zie foto onderaan. Ze voelen een
beetje kleverig en wasachtig aan en zijn een beetje wormstekig, maar dat is
omdat het afgevallen appels zijn
Hoe je zelf appelmoes maakt? Dat is kinderspel, enkele
minuutjes en het is gebeurd.
De appels schillen en het klokhuis verwijderen. Elke appel
in acht stukken snijden is goed. Deze brokjes even wassen want er kan
allerhande bruin poeder (van de wormen) en pitten van de appels aanhangen.
Opzetten met een heel klein bodempje water en suiker.
Hoeveel suiker? Laat ons zeggen een honderd gram per kilo appelblokjes... Ik
kieper er gewoon wat suiker bij. Als de compote niet zoet genoeg is kan je er
nog altijd suiker aan toevoegen. Onder deksel aan de kook brengen en af en toe
roeren! Nog een paar keer roeren en na enkele minuten veranderen de appels in
appelmoes. Wat ik teveel had zit nu in kleinere porties in plastieken zakjes in
de diepvries.
Nu nog een gebraden kip, bloedworst of gehaktballetjes
vinden om bij de * appelspijs te eten.
De cantharellen heb ik thuis van alle bruine plekjes en stukjes
blad ontdaan. Je hoeft ze niet te snijden als ze te groot zijn. Ze zijn
gemakkelijk in stukken te scheuren. Van de hoed naar de voet. Ondanks alle
goede raadgevingen in de boekskes zoals Flair en Libelle heb ik de
cantharellen gewassen. Afborstelen help in feite geen zier...! Bosgrond is goed
om bloemen in te planten maar niet om te eten...!
Dan snel gebakken in een antikleefpan in een lekje olie op
groot vuur. Als alle vocht daarna verdampt is uit de paddenstoelen kunnen ze
wel enkele dagen bewaard worden in de koelkast.
Ik zal ze dus bij een gestoofd konijnenbilletje doen. Samen
met een beetje spekblokjes en een greepje zilveruitjes.
Konijnenboutjes in twee of drie stukken hakken en kleuren in
boter. Een gesnipperd uitjetoevoegen,
een teentje gehakte knoflook, een blaadje laurier en een takje tijm. Een flesje
bier: een rodenbach, een trappist of je geliefkoosd bruin bier hierover
uitgieten. Zorg ervoor dat de boutjes mooi onder staan. Aan de kook brengen en
nog wat peper en zout erbij doen. Afhankelijk van de ouderdom van de konijntje
duurt het ongeveer een uur tot één uur en nog eens een half uur vooraleer het
gaar is. Dus je hebt veel tijd om het volgende klaar te zetten.
Een handvol gezouten spekblokjes, die je eerst aanbakt
in een klein braadpannetje.
Een handvol zilveruitjes, gekocht uit de diepvries. Deze ook zo
maar recht uit de diepvries wat kleur laten krijgen in de pan waar voordien het
spek in zat.
Nu de cantharellen nog eens een extra bakbeurt geven in
dezelfde pan.
Als het konijn, na een uur zeg maar, bijna gaaris voeg je de drie garnituren erbij. Laat nog
een kwartiertje mee sudderen.
Proef nu of de smaak in orde is. De saus kan gewoon gebonden
worden met wat bruine of witte sausbinder.
Als er nog wat cantharellen over zijn kan je die serveren
net zoals een gewone toast met
champignons. Een sjalotje snipperen en daar bij een greepje gerookte
spekblokjes laten kleuren in boter. Serveren op een dikke toast die ook
gebakken werd in boter.
Die vreselijke stinkkaas heb ik dan voor een deel verwerkt
in een kaassoep. De koelkast stinkt nog steeds. Als iemand de kaas wil, hij of
zij mag hem gratis komen halen.
Om zo een kaassoep te maken is ook de simpelheid zelve..
Zorg voor een pannetje met kippenbouillon. Neem maar
bouillonblokjes, waar zou een mens in deze moderne tijden nog zelf gemaakte
bouillon halen? Maar mocht je die toch hebben... geen probleem.
Breng de bouillon aan de kook, gebruik als binding wat je
maar wil, roux, maïzena, instantbinder, als je maar een lichtjes gebonden bouillonetje
bekomt. Doe daar nu een groot stuk van je beste stinkkaas bij, grofweg in
stukken gesneden. Was je handen daarna grondig met groene Dreft en wacht enkele
minuten. Roer goed met een sausklopper en de kaas lost dan op. Wil je de
laatste witte tikjes van de korst- weg, stop dan de staafmixer er in. Giet er
een scheutje slappe room bij en bestrooi met wat gehakt groen... voor de
vitamientjes en voor het oog. Bieslook of ander groen is ook goed.
Na twee dagen kaassoep eten ben je dan de brie kwijt.
Wat er met de Turkse geweven kaas zal gebeuren dat weet ik
nog niet. Die blijft tot december goed voor gebruik. Mocht er iets moois uit de
bus komen, ik laat het wel weten.
Mocht er nu iemand op zoek zijn naar recepten voor koekjes
en snoepjes voor het Suikerfeest... die zijn hier niet te vinden.
Of toch: haal de pit uit een dadel en vul de holte op met
een klein worstje groene marsepein.
Opdien in een klein papieren bakje!
Een extraatje :
*De rekenles
Jantje kwam naar huis gelopen
moeder, riep hij, "doe eens open
Ik was in rekenen altijd slap,
maar nu komt er beterschap.
'k Heb vandaag de beste koppen
in het rekenen kunnen kloppen.
Onze meester vroeg vandaag
een zware rekenvraag.
Luister, hoe kunt ge 3 appels verdelen
onder 5 kinderen?
Hij keek heel 't gezelschap rond
Er was niemand die het vond.
Steeds was 't antwoord slecht en pover
Er was tekort of er schoot over. Toen
was 't eindelijk aan mij
Gisteren dacht ik zo; ik zou wat kunnen schrijven over
americain, filet americain, ook bekend als tartaar...!
Overal ter wereld noemt men dit gerecht, tartaar, maar hier
in België eet iedereen filet americain.
Maar de bereiding van americain is zo simpel... als ik die americain
nu eens op een toast zou leggen, dan heb ik een toast cannibale gemaakt.
Dat was de denkpiste: americain, toast cannibale, canapé...
want in de klassieke terminologie wordt iets dat opgediend wordt op een toast
of stukje brood een canapé genoemd!
Velen denken bij het woord canapé aan heel andere zaken maar
dat compleet terzijde...!
( Alhoewel, wat op de canapé
kan, kan ook op de keukentafel...)
Iedereen kent ze wel de toastjes zoals die vroeger bij
gelijk welke receptie, drinkpartij of burenbezoek opgediend werden. Kleine krokante
en dikwijls doorweekte toastjes, belegd met allerhande. Kerstmis, Nieuwjaar,
huwelijk, plechtige communie, jubileum, elke gelegenheid was goed om een pakje
toastjes uit de kast te halen en die te beleggen met paté, krabsalade, ansjovis,
americain en noem het verder maar. Niet vergeten om alles te versieren met een
klein zilveruitje en een schijfje augurk, een kappertje mag ook.
Bij zeer chique gelegenheden sprak men niet meer over
toastjes maar over zakouski. Dat is helemaal hetzelfde maar het klinkt heel wat
luxueuzer want afkomstig uit de oude Russische keuken... maar verder is er geen
verschil. Misschien dat er op zakouski wel eens een schepje kaviaar zou mogen
liggen...
Zelfs tartaar ofte americain en kaviaar passen goed bij
elkaar! Matching, heet dat nu!
Dus laat ons eerst nog eens americain maken volgens de
regels, want er wordt nogal wat afgeknoeid de laatste tijd. Eén keer heb ik een
plastic potje bereide americain in de winkel gekocht en dat was dan ook meteen
de laatste keer. Vuiligheid, dat is de beste en enige juiste omschrijving voor
die rotzooi, smeerlapperij... Americain die drie weken goed blijft en die
gemaakt is van varkensvlees, zoals ik nadien constateerde, ... dat kan alleen maar
rommel zijn.
Goed!
We nemen dus gemalen of gehakt zuiver rundvlees zonder pezen
en vet. De grote chefs zweren bij met het mes gehakt rundvlees. Voor mij is
gewoon door de molen gedraaid vlees even goed! Ieder zijn idee hierover. Het
vlees mag niet al te fijngehakt zijn.
Het vlees zelf moet absoluut niet van de filet, de runderhaas zijn, zoals
sommige beunhazen beweren.Gewone vleesafsnijdsels
zijn, als kwaliteit, meer dan voldoende geschikt. Let er wel op dat het vlees
zeer vers moet zijn. Dit alles moet je met de slager bespreken want als je het
niet zelf doet heb je daar compleet geen zicht op...!
Desgewenst koop je enkele goedkope vetloze biefstukken en hak
je ze zelf fijn met een licht hakmes.
Dan hebben we mayonaise nodig of eierdooiers.
Gebruik hiervoor geen fabrieksmayonaise!!!. Je americain zal
daardoor volkomen wit verkleuren of een onnatuurlijke roze kleur aannemen.
Het beste is om net voldoende echte mayonaise met de hand te
maken in een diep bord met een eierdooier, een lepeltje mosterd, azijn, peper
en zout en olie uiteraard. Gewone slaolie is goed!
Laat ons, zeggen één dooier en een deciliter olie voor vier
ruime porties... 500 gram vlees.
In Nederland zijn ze als de dood voor rauwe eierdooier, als
je daar recepten leest denken ze blijkbaar dat ze ter plekke zullen doodvallen
na het eten van rauwe eierdooiers...!
Hier in België heb ik daar nog niet te veel van gehoord en
toch liggen de lijken hier niet bij bosjes verspreid door de straten...misschien
wel na de splitsing van BHV...?
In de oude klassieke versie werd er zelfs een hele
eierdooier per persoon gebruikt voor één portie vlees van een 125 gram. Die
dooier werd soms in een halve eierschaal op het vlees gezet.
Die schaal, die is niet betrouwbaar... als er ergens
salmonellas te vinden zijn is het op de eierschaal. Daarom, geen eierschalen
op het vlees zetten! Ook geen putje maken (duwen)met een heel ei in het gemalen vlees om er
nadien de dooier in te leggen. De god van de Salmonellas zou je kunnen
straffen met drie dagen hevige buikloop en een onaangename grieperige koorts.
Dan zijn er verder nog drie verplichte toevoegingen nodig.
Gehakte peterselie. Niet te veel, anders verkleurt de
americain naar grijsgroen.
Gehakte ui of sjalot. Zeer fijn gehakt en vers!
Kappertjes. Als het dikke kappers zijn mogen ze een beetje
fijner gehakt worden. De beste kwaliteit zijn de zeer kleintjes die sans
pareillesgenoemd worden.
Engelse saus, de worcestersaus. De Belgen zijn hiervan de
grootste gebruikers, juist door de massa americain die hier gemaakt en gegeten
wordt.
Naargelang de smaak en de goesting worden er soms nog volgende
zaken aan toegevoegd; extra mosterd, ketchup, tabasco, groene peper.... maar al
deze toevoegingen zijn zeker niet volgens de norm. Alhoewel ik ook wel een
likje extra scherpe mosterd in de americain kan appreciëren. Ketchup, voor mij zeker
niet... Wie haalt dat toch in zijn hoofd om overal suiker in te draaien?
Nu is het alleen nog een kwestie om alles grondig met elkaar
te vermengen en op te dienen.
Natuurlijk proef je eerst van je zelfbereide americain, en
als je dat zo een twintigtalkeer gedaan
hebt zal je ook kunnen beoordelen of je americain nu goed van smaak is of niet.
Voor de versie met de rauwe eierdooier wordt deze laatste in
een putje op het rauwe vlees gelegd.
Ofwel komt er dan een
ober aan je tafel, die de bereiding van het vlees maakt, voor de ogen van de gasten...
of in de meer modeste etablissementen mag je het zelf doen!
De americain of tartaar kan als broodbeleg gebruikt worden
maar wij eten ook graag een portie americain met een frietje daarbij en enkele blaadjes
sla...
Wat drinkt de gezonde Belg daarbij... juist, een pintje! Het
mag ook een Rodenbach of een Hoegaarden zijn.
Ik weet niet of volgend gerechtje nog veel verkocht wordt...
mijn kennis over cafévertier is vrij klein maar ooit was de toast cannibale een
succesnummer in talloze lokale taveernes en andere herbergen.
Een dikke toast, zo zou het toch moeten, belegd met een
vingerdikke laag americain. Als versiering de obligate augurk, indien de kennis
daarvoor groot genoeg is, in een waaiertje gesneden, en enkele kleine zilveruitjes
opgelegd in azijn.
Een blaadje sla en een partje tomaat maakten het geheel dan af.
Zo een toast cannibale kan, gewoon als voorbeeld, gemakkelijk
tijdens het kaartspel genuttigd worden zonder al te veel te gemors.
Het is een beetje jammer dat de sandwich reeds veel vroeger,
in de achttiende eeuw, uitgevonden
werd door John Montagu, the Earl of
Sandwich, de vierde graaf van Sandwich. De Engelse graaf bestelde aan de
speeltafel geregeld twee geroosterde sneden brood, waartussen gezouten
rundvlees om zo zijn honger te stillen zonder de speeltafel te moeten verlaten.
Zo werd de sandwich gelanceerd. Voor hetzelfde geld had het de toast
cannibale kunnen zijn.
( Het verhaal van the
Earl of Sandwich klopt niet helemaal maar is vrij benaderend)
Van de toast cannibale bestaat er een Duitse versie, hier zo
goed als onbekend, toch een versie die er vrij luxueus uitziet.
Ook weer een dikke toast belegd met een laag aangemaakte
tartaar.
Daarop komt een streep kaviaar... nou moe, echte kaviaar, anders
is het de naam niet waardig...! Onder de kaviaar komt dan een oester die ontdaan
is van de taaie rand. In Frankrijk noemen ze dat: une huître ébarbé.
Het gerecht heet dan Lucca augen. De ogen van Lucca... of
het oog... !
Het gerechtje werd gecreëerd in het hotel Kempinski te
Berlijn ter ere van Pauline
Lucca een in 1841, te Wenen geboren operadiva. Een leerlinge van Giacomo
Meyerbeer.
Mocht je zelf een toast cannibale willen maken, toast dan
eerst enige dikke sneden brood en snijd er pas nadien de korsten af. Zo
verkrijg je geen donkere randen aan de toast!
Zelf gemaakte americain kan niet bewaard worden. Het risico
op bacteriële besmetting is en blijft vrij groot. Enkele uren in de koelkast is
echt het maximum. Trouwens de smaak verbetert er ook niet op! De verse rauwe ui
en peterselie beginnen snel te degraderen wat de smaak van de americain zeker
niet ten goede komt.
Zorg ook voor zeer zuiver materieel; planken, messen kommen
enz...en eet de americain zo snel mogelijk
helemaal op. Geef de overschot niet aan Fifi... dat beestje krijgt ook niet
graag diarree.
Sommigen vrezen nog steeds dat je wormen kan krijgen door
het eten van rauw vlees maar die dwalen... Reeds langer dan vijftig jaar is ons
vlees, dat van koeien en varkens bedoel ik, compleet vrij van wormen, ook van
hun eitjes... je wordt waarschijnlijk gemakkelijker plat gereden door de auto
van je buurman dan dat je de geest geeft of je lichaam geperforeerd wordt door
het eten van americain.
Normaal schrijf ik hier elke week een stukje met de
bedoeling om mijn lezers iets bij te brengen, dat hoop ik toch..!?
Vandaag wil ik dat eens omdraaien, ik wil iets bijleren...!
Ik hoop dat daar geen bezwaren tegen zijn.
Zoals reeds vroeger gemeld in het andere
blog, heb ik nu zo maar eventjes vijf, zelfs zes blogs te onderhouden op
dit Seniorennet.Eén daarvan handelt
over pensen,
bloedworsten, voor degenen die niet zouden weten wat pensen zijn..!
Als je het fenomeen bloedworst, ontleedt kom je al snel tot
de logische ontdekking dat er bloed in zit, steeds gemengd met andere
ingrediënten zoals zetmeel onder de vorm van brood, kruiding, soms room, vleesafval
en/of vet spek.
Een eenvoudige maar zeer lekkere bloedworst bestaat uit
bloed, gestoofde uien, room en blokjes vet spek. Dit soort worst wordt gemaakt
in het Noorden van Frankrijk en ook aan onze Belgische kust maar is daar nu
bijna nergens meer te vinden.
Nog eenvoudiger: alleen bloed gekruid met peper, zout, en
wat gehakte knoflook en/of andere verse kruiden wordt blijkbaar ook nog op
verscheidene plaatsen gemaakt.
Het gaat dan niet om een bloedworst in de letterlijke zin van
het woord maar om een bloedbereiding...
(Voor de mensen die zich nu al voelen misselijk worden, haal
de kotszakjes maar te voorschijn, t zal er seffens nog bloederiger aan toe
gaan...!)
Toen ik nog regelmatig in het Franse departement Dordogne
werkte, bezocht ik daar nogal wat kleine lokale marktjes. Je kent ze wel die
marktjes waar mémé, een sjaal op het hoofd gebonden en gekleed in een gebloemde
voorschoot, op de markt staat met een korf boerenscharreleieren, drie kippen,
een geslacht konijn een enkele potjes zelfgemaakt confit van eend of
kalkoen...Soms heeft ze ook nog een bos
rabarber bij en een tuil dahlias. Een handjevol peterselie krijg je zo wie zo
gratis bij elke aankoop... Van de huisgemaakte rillettes mag je altijd
proeven, ook als je niets koopt!
Regelmatig zag ik daar, nu spreek ik toch over een tiental
jaar geleden, bij diezelfde mémé, een platte donkerbruine, bijna zwarte koek
liggen met witte spikkeltjes in, verpakt in plasticfolie, en dat werd toen
verkocht voor, ik ben het vergeten, vijf of tien Franse francs...iets minder of
meer dan een huidige euro.
Nieuwsgierigheid is een vrouwelijke ondeugd, zegt een oud
Frans spreekwoord, waar ik ook regelmatig wat last van heb. Dus wilde ik ook wel
eens weten hoe die mysterieuze zwarte vlaai genoemd wordt en of het kan gegeten
worden, of dat het bedoeld is als frisbee voor de kinderen...
C est une sanguète, was dan het antwoord... ça se mange...
avec laperitif... Dat wordt gegeten bij het aperitief.
De Fransen vreten ook alles bij het aperitief... ook deze
sanguette...!
Het komt hier op neer dat bij het slachten van een kip, een
eend of gans, het bloed opgevangen wordt in een diep bord. Ook bloed van
geitjes of konijnen zou gebruikt kunnen worden. Dit bord wordt eerst bestrooid
met gehakte knoflook, broodkruim en andere smaakgevers, zoals bieslook en
natuurlijk ook peper en zout.
Het bloed stolt in het bord en vormt zo een platte koek. Deze
koek wordt dan voorzichtig in een pan met kokend water geschoven waar het
ding nu enkele minuten zachtjes mag koken.
Deze koek wordt dan te koop aangeboden, mémé brengt die dan mee
naar de markt in haar roestig meerdere keren overjaars Renaultje.
Thuis moet je dan de bloedkoek, die nu een sanguette
geworden is nogmaals zachtjes bakken in een braadpan in eenden- of ganzenvet.
De sanguette kan dan zo gegeten worden met een salade erbij of
verdeeld worden in kleine vierkantjes die op sneetjes stokbrood geserveerd
worden bij het aperitief... Zo een typisch aperitief uit de Périgord bestaat dikwijls
uit een mengsel van notenlikeur aangelengd met witte wijn.
Volgens een kookboekboek uit de Périgord dat ik hier liggen
heb kan de sanguette ook gemaakt worden door op de markt kippenbloed te kopen
en dit dan in een pan op het vuur te laten stollen samen met de nodige
smaakstoffen. Het bloed wordt vloeibaar gehouden door er een scheutje
azijn aan toe te voegen. Nochtans heb ik daar nooit gezien dat er bloed te koop
aangeboden werd .... Het boek dateert uit 1990, wat nu toch niet zo oud is!
Op de markten van de
Périgord wordt bloed in flessen aanboden. Zo staat er geschreven en gedrukt in
dat boek.
Nu veronderstel ik ook niet dat er onmiddellijk een massa lezers
en/of lezeressen zullen rechtveren en naar het kippenhok zullen rennen om daar
Archibald of Leila, de nek om te wringen... of hoe worden kippen tegenwoordig
genoemd in deze moderne tijden?
Trouwens als je nu er ook maar durft aan te denken om zelf
een kip te slachten krijg je Gaia op je dak...! Dat moet in de slachterij
gebeuren, dan ziet niemand het... en kunnen wetoch zonder gewetenswroeging ons kippenfiletje eten... of een
vol-au-vent, dat is toch geen kip..., ... niet !
Als ik nu schrijf dat ik in België van la sanguette nog
nooit gehoord heb, dan lieg ik! (Ik zou niet durven...)
Ooit heb ik een cursist gehad, zijn naam ben ik vergeten,
maar hij was uit de streek van Dendermonde, en die kende deze bloedkoek wel.
Hij had het niet in Frankrijk gezien, want daar is deze
sanguette redelijk gekend alhoewel ook van het menu verdwijnend, maar in zijn eigen streek,
Dendermonde dus!
Hij wist niet heel goed hoe het ding daar genoemd werd
maar hij sprak over ... een "bloederke....
Nu mijn vraag! Wie kent deze bereiding van sanguette, en
wordt dit nu nog ergens in België gemaakt en hoe wordt het dan genoemd? In
Brussel, de stad van de kiekenfretters misschien? Of in Brussel, Halle,
Vilvoorde?
Wie nog weet dat zijn of haar grootmoeder, grootvader, nonkel
Fons of tante Julia het maakten... laat maar weten!
Ik verwacht jullie voldoende gefrankeerde brieven in grote
getale in mijn mailbox of nog gemakkelijker; zet ze hieronder bij de reacties.
Een vroegere chef van me zegde altijd dat men op het meest
onverwachte moment de mooiste bloemen plukt. Let op! Met die bloemen bedoelde
hij wel niet echt bloemen...
Niet dat ik een nieuwe bloem geplukt heb... k zou niet
durven, mijn Lief waakt over me met de mattenklopper in de aanslag!
Ik ging om een krop sla naar de Turkse groenteboer...eens
daar, toch nog eens rondkijken of er niets speciaals te versieren viel en
jawel, daar lag de okra...
Of ik nu aangesloten ben bij de bond die een zich een open,
kristelijke, respectvolle en actieve ouderlingen en gepensioneerdenvereniging
noemt? ( OKRA)
Bah, neen! Deze okra lag bij de Turkse groentehandelaar, tussen
de sluimererwten, de tuinbonen en de jonge worteltjes.
Okra is een groente die hier bij ons weinig of niet bekend
is... De rest van de wereld kent ze wel. Griekenland en Turkije bijvoorbeeld
zijn reeds twee landen waar okra veel gebruikt wordt. Azië en het zuiden van de
Verenigde staten gebruiken de groente ook.
Deze groente heeft ook vele namen. Hier wordt het verkocht
als okra. In Turkije is het bamya, in
Griekenland bamia... niet zo veel
verschil. De Fransen spreken over gombos en
de Amerikanen maken er dan weer gumbos
van of beter verstaanbaar , ladies
fingers.
Hier bij ons heb ik ze tot hiertoe alleen maar gezien bij
Turkse groentehandelaars.
Daar zijn ze ook, als er geen verse zijn, altijd te koop als
conserven in glazen bokalen of in blik en soms ook gedroogd, ... aan een
draadje geregen...
Opvallend is dat op de bodem van de bokalen met conserven
van okra, steeds een schijf van een tomaat of een halve tomaatligt. Dit schijnt een vaste combinatie te
zijn.
Dat je verse okra op de markt of inde winkel vindt is uitzonderlijk... Misschien
omdat de groente vrij snel bederft. De groene peultjes worden snel zwart en
verdrogen daarna.
De vruchten zien er uit als peulen met diepe groeven, en hebben
een lengte van 5 tot 15 cm.
Binnenin zit de vrucht vol met kleine zaden die eetbaar
zijn. De smaak van okra lijkt wat op die van groene boontjes en combineert zeer
goed met andere groenten zoals tomaten, courgette, paprikas, aubergines, uien...
Je kan er eigenlijk geen stommiteiten mee aanvangen. Zeer geschikt om te
roerbakken, te bereiden in de wok dus...
Het enige nadeel en tevens opvallend kenmerk is de
slijmerige vloeistof die ontstaat bij het koken van de groente. Van die
slijmerigheid wordt gebruik gemaakt om bijvoorbeeld soepen te binden. Ik
verkies om de groente eerst in stukjes te snijden van enkele centimeter lengte,
de steelaanzet en het puntje weg te gooien, en dan de okra te blancheren. Dus
een minuutje in kokend water dompelen en dat eerste kookvocht, dat er nadien
trouwens niet erg fris uitziet, gewoon weg te kieperen. Een andere methode die
ik nog niet geprobeerd heb, schrijft voor om de okra 30 minuten te weken in een
mengsel van azijn en water. Na het uitlekken kan hij dan gebruikt worden.
Of okra duur is..?
Ik zou het niet weten! Ik ben zo een beetje als een kind dat
tijdens de week voor sinterklaas in de speelgoedwinkel verzeilt...Wat het kost heeft geen belang, sinterklaas
regelt dat wel!
Ik heb 3,10 betaald voor een krop sla, een pakje met twee kolven
maïs en een ruime portie okra... Duur zal dus wel anders zijn!
Nu de hamvraag - om in de juiste sfeer te blijven- wat
kunnen we er mee doen?
Eerst wassen uiteraard, dan de kapjes en de puntjes er af
snijden... eventueel in stukjes verdelen, dat is alles.
Zoals reeds aangehaald, okra kan al roerbakkend gaar gemaakt
worden samen met een gesnipperd uitje. Ook met stukjes groene ui en blokjes gepelde
tomaat. Okra is snel gaar, een kwestie van minuten. Dus een ideale groente om
te roerbakken.
Zelfs in de oude Franse keuken kende men deze groente al,
waarschijnlijk via de Franse overzeese gebieden, waar de Creoolse keuken
ontstond.
In de klassieke restaurants vond je zo: okra à la crème,
met room... Eerst gaarstoven in een nootje boter en afwerken met dikke room. Ik
zie dit nu niet meer op een restaurantbord verschijnen maar voor wie wil...!
Voor de amateurs kan je daar ook nog rijkelijk nootmuskaat over raspen...
Nog een antieke: stoven, samen met gehakte ui en spekblokjes.
Afwerken met een scheutje vleesjus...
Volgens dezelfde oude keuken zou okra zeer goed passen bij
lamsvlees... Denk maar aan Griekenland en Turkije!
Een gerecht waar zeker en vast okra, of beter gumbo, zoals
de Amerikanen de groente noemen, dient in gebruikt te worden is de jambalaya.
Jambalaya is een bekend gerecht uit de keuken van Louisiana in het zuiden van
de Verenigde Staten. De Cajunkeuken. Het gerecht zou een afgeleide van de
Spaanse paella kunnen zijn, dat mogelijk naar Louisiana is gebracht toen Spanje
het gebied nog controleerde.
Maar het gerecht gelijkt ook wel wat op een risotto of op de
Indische Biryanirijst
Om jambalaya te bereiden kookt men rijst, liefst de
Amerikaanse carolinarijst, samen met groente en vlees. Rijst vormt steeds het
hoofdingrediënt. Het gerecht wordt aangevuld met ui, paprika en eventueel
tomaten. Het vlees bestaat vaak uit al dan niet gerookte worst (zoals chorizo
of zelfs andouilette) en het gerecht kan ook kip, ham en in het
oorsprongsgebied zelfs schildpad en alligator bevatten. Meestal maken ook
fruits de mer, schelp- en schaaldieren, deel uit van het gerecht. Vaak wordt
ook tabasco toegevoegd om de jambalaya op smaak te brengen. Er zijn net zoveel
variëteiten van jambalaya als er koks zijn die het gerecht bereiden.
Alle combinaties zijn mogelijk...maar er moeten steeds gare
gumbos ( okra, dus) boven op de rijst liggen of er mee vermengd zijn, anders
is het niet authentiek.
Een mogelijk recept voor jambalaya zou het volgende kunnen
zijn:
Benodigdheden voor ongeveer zes personen:
1 dikke pikante chorizoworst
200 g rauwe of gerookte ham in blokjes
1 dikke ui
1 rode paprika in stukjes
1groene paprika, ook in stukjes
6 gambas of 12
rivierkreeften
4 tomaten en zes of
twaalf stuks gumbos...okras dus.
300 g carolinarijst
9 dl kippenbouillon
Olijfolie, zout,
tijm, laurier, tabasco naar smaak, peterselie, knoflook
Bereiding :
De worst en de ham in stukjes snijden en lichtjes fruiten in
olijfolie. Knoflook, ui, en paprikas bijvoegen. Voeg gepelde blokjes tomaten
en kruiden toe. ( Blokjes tomaat uit blik )
De rijst en de bouillon toevoegen en in 17 minuten gaar
koken. De gambas of rivierkreeften bovenop de rijst schikken en nog een
tiental minuten verder gaar maken.
Eventueel bouillon bijvoegen als het geheel er te droog
uitziet. Nu versieren met mooie gare gomboss en stukken tomaat. Nog even onder
deksel laten staan.
In dit gerecht kunnen verschillende andere ingrediënten
gebruikt worden, bijvoorbeeld kippenboutjes. Eén per persoon, de kleine
drumsticks zijn hiervoor zeer geschikt.
De gambas mogen natuurlijk ook vervangen worden door scampi
of liever nog door rivierkreeften. Rivierkreeftjes zijn een typisch product uit
die streek en deze worden daar crayfisch of crawfish genoemd.
Hier zijn verse rivierkreeften niet gemakkelijk verkrijgbaar
maar wel de reeds voorgekookte en diepgevroren kreeftjes in pakken van een halve
kilo. Te koop in de diepvriesdiscounts. Deze zijn op de koop toe de echte
Amerikaanse rivierkreeftjes, maar ze worden vooral gekweekt in China !
Jambalaya
Good-bye, Joe, he
gotta go, me oh my oh
He gotta go pole the
pirogue down the bayou.
His Yvonne, the
sweetest one, me oh my oh
Son of a gun, we'll
have big fun on the bayou.
Jambalaya, a-crawfish
pie and-a file o gumbo
'Cause tonight I'm
gonna see my ma cher amio
Zo zong Hank Williams het en later ook de Carpenters..
Als kleine jongens brulden we de tekst vroeger mee:
Jambalaya,pot met pis en pot met
spaais, om mee te smossen Er bestaan nog meerdere versies van deze tekst maar
meestal kunnen die nog minder door de beugel...
Ik heb mijn stukjes geblancheerde okras of gumbos heel
gewoon gestoofd in boter met een gesnipperde ui en er een klein scheutje azijn
over gesprenkeld...Zo heeft mijn moeder
me geleerd om groene boontjes klaar te maken..! En dat is ook lekker!
Je kan het al raden. Ik heb mij daarstraks twee pietermannen
aangeschaft.
Pieter wat?
Pieterman...!
Dat is een vis die niet zo bekend is bij ons, toch niet van
uit de viswinkel. Kusttoeristen zouden deze vis beter kennen. Laatst las ik nog
(bij de kapper) in een zeer gespecialiseerd
blad, dat alle roddels van dit land zeer goed kent, dat An Swartenbroecks,
Bieke uit de kampioenen, tijdens haar vakantie aan zee op iets getrapt had dat
vreselijk pijn deed...
Ik weet het niet, ik was er niet bij, maar waarschijnlijk
was het een pieterman waar zij met haar blote voetjes (?) op getrapt heeft. De
pieterman is namelijk giftig en kan zeer pijnlijke steken, niet geven, maar
veroorzaken.
Net achter de kop heeft de vis een driestal stekels die een
slijmerig gif afscheiden als je er op trapt of ze beet pakt... en ze kunnen dat
gif dus in je lichaam spuiten, doorgaans in de voeten of in de handen.
Tijdens de zomermaanden komt de vis naar de kust en graaft
zich in, in het mulle zand, op loer naar prooi, en houdt daarbij zijn ogen en
bek net boven het zand. De gifstekels staan in de aanslag en de argeloze
badgast die er op trapt verhuist naar het hospitaal... Daarom ook dat er
misschien vroeger badsloefen gedragen werden? Wie kent dat nog? Een soort
rubberen schoeisel waarmee men in de zee wandelde om zijn voeten te beschermen
tegen ...tegen wat, steken van de pieterman of van zee-egels? In Antwerpen bestaat
nog steeds de uitdrukking; nen hiëte
badsloef... voor iemand die graag naar de vrouwkes lonkt of er nogal een
liberale moraal op nahoudt. !
Een pikuur zou kunnen verzorgd worden door de pijnlijk
steek te verwarmen in heet water of door een sigaret er bijna tegenaan te
houden... Het gif wordt zo door de verwarming geneutraliseerd.
In Spanje kocht ik de eerste keer pietermannen om er vissoep
van te bereiden, een gerecht waarvoor de vis zeer geschikt is want het visvlees
is zeer stevig en vast. De Spaanse visverkoper, eveneens de visser, sneed
steeds voor alle veiligheid de giftige stekels weg vooraleer hij de vis verpakte.
Ook de stekel op de kaak is giftig. Een voorzorgsmaatregel die zeker niet
overbodig was vermits het hier over levend verse vissen ging. Ook die Spaanse
visser sprak over handen en armen die zo dik zouden opzwellen als zijn dijen
als je een steek van deze pez escorpiónzou krijgen.
Dit alles maar om aan te geven dat je toch een beetje
voorzichtig moet omspringen met een pieterman als je hem reinigt. De
vishandelaar kan dit natuurlijk ook wel doen maar pieterman is nu net een vis
waarmee je zeer gemakkelijk kan leren om zelf eens een vis te fileren. De vis
is niet duur, dus je kan je permitteren om er enkele naar de verdoemenis te
helpen. Anders vertel je maar aan je huisgenoten dat je de vis gekocht hebt om
er visfumet van te maken.
Niet gefileerd is de vis trouwens even lekker, zelfs smakelijker,
zoals alle vis die met de graat bereid wordt...
Hoe het fileren juist moet gedaan ga ik niet uitleggen, dat
is op dit filmpje zeer duidelijk
te zien. Op het filmpje is ook goed te zien hoe eerst de giftige stekels
verwijderd worden.
Laat het vel maar vast zitten aan de filets, dat is best
lekker als het mooi krokant gebakken wordt.
Wil je het vel toch verwijderen dan hou je twee zeer mooie
witte visfilets over die vroeger naar het schijnt wel eens verkocht werden als
tongfilets!!!
Het zou best kunnen waar zijn want het vlees van de
pieterman is echt zeer vast en wit. Ik kan mij goed voorstellen dat er vroeger
heel wat pieterman gegeten werd als zijnde, filets de sole à la Normande... Niet
verder vertellen, maar zo werden vroeger ook ontelbare kreeftencocktails
gemaakt van gekookte lotte... ( Staartvis)
In een originele bouillabaisse hoort pieterman. Vive, pour
les Français... Ik bedoel dat de vis in het Frans une vive heet. Weever, in
het Engels. Heeft niets met Bart the Weever te maken..!
Hoe kunnen we deze vis nu best bereiden?
Zoals bijna alle vissen, bakken in de pan met boter. Bak
eerste de witte kant en daarna de velkant. Haal de filets eerst even door bloem
alhoewel dit niet echt moet... Het vel heeft tijdens het bakken de neiging om
samen te trekken waardoor de filets een beetje oprollen in de lengterichting,
wat mooi is. Wil je een goed krokant vel, dan maak je eerst enkele zeer ondiepe
insnijdingen in dit vel, dan trekt de vis niet meer.
Giet de bakboter weg en smelt een nieuwe klont boter tot die
een mooi bruin kleurtje krijgt en giet deze boter over de filets. Pers er nog
wat citroensap over uit en strooi er een greepjegehakte peterselie over heen, dan krijg je de
gekende bereiding, vive à la meunière...in t Vlaams, gebakken pieterman.
Zo heb je van een caloriearme vis een caloriebom gemaakt.
Wil je het minder zwaar?
Pieterman in, of met een witte wijnsaus?
Maak vooraf een fumet met de afval van de pieterman. Je moet
daar niet al te veel moeite voor doen! Neem een pannetje, doe daar een glas
witte wijn in, evenveel water,enkele
stukjes groente, selderij en ui, dat is reeds voldoende. Een blaadje laurier,
een takje tijm en als je het hebt de stengels van peterselie. Voeg daar de goed
gewassen graten van de pieterman bij, ontdaan van alle ongerechtigheden. Peper
en zout is nu nog niet nodig. Breng aan de kook en laat dit een twintigtal
minuutjes zeer zachtjes trekken op een piepklein vuurtje. Giet de bekomen fumet
daarna door een zeef.
Leg de filets, ontdaan van het vel, in een geboterde platte
schaal. Giet de hete fumet er over uit en voeg nu peper en zout toe. Breng
opnieuw aan de kook en laat de vis gaar worden, liefst in een oven, maar op het
vuur lukt het ook, laat niet hevig koken... zachtjes dus.
Laat de gare filets in de warme oven zitten of hou ze warm
op een andere manier.
Het kookvocht, het pochervocht, bindt je nu met een instant
sausbinder... daarvoor gaan we geen roux maken... Werk de saus af met een ruime
scheut room en een klontje boter.... Verdomme,nu zijn we toch weer een massa calorieën aan het toevoegen zeker...!
Toch wordt dat zeer lekker hoor...!
In de saus kunnen ook een paar gestoofde champignonschijfjes
gedaan worden. Gepelde garnalen dat kan ook, laat die niet meer mee koken want
dan worden ze taai... Een restje van gekookte mosselen en het gezeefde
kookvocht van de beestjes, het kan allemaal...
Serveer daar een mooi toefje hertoginnenaardappelen bij...
die eerst in de oven gekleurd werden. Dit zijn gewoon (bloemige) doorgestoken
aardappelen die opgewerkt worden met een klontje boter en een eierdooier,
muskaat, peper en zout.
Een meer mediterraan gerecht, vooral gepast tijdens een
stralende zomer zoals deze die we nu kennen... een bereiding zoals een vissoepje
maar dan met uitsluitend pieterman.
Maak hiervoor eerst een visfumet met de afval. Vraag aan de
vishandelaar op hij, of zij, nog een beetje extra afval heeft zoals een paar koppen
of een enige graten van andere vissen.
Doe dit op dezelfde manier zoals hierboven beschreven maar
gebruik meer vocht.
Twintig minuten kooktijd is ruim voldoende voor de fumet,
daarna wordt een visfumet echt niet meer beter van smaak...!
In een aparte pot ofpan stoof je nu wit van prei, selder, een wortel in kleine blokjes, idem
voor een halve venkelknol en een gesnipperde dikke ui aan in olijfolie.. en dat
hoeft geen super de luxe extra vierge te zijn van Sicilië die je daar
vijfentwintig euro betaald hebt, voor dezelfde olie die de Colruyt hier
voorkoopt voor een kwart van die prijs..!
Vergeet ook niet dat een ruime hoeveelheid gehakte knoflook
extra pit aan je soepje zal geven. Die stoof je mee aan met de groenten.
Giet de visfumet er bij en een plukje saffraandraadjes. Nog
een lepel tomatenpuree, ietsjepikant
onder de vorm van een snuifje cayennepeper of een kleien Spaanse pepertje...
Breng dit alles aan de kook en voeg nu de stukken pieterman er bij... Vooraf
heb je de vis in twee of drie stukken gesneden, met de graat en het vel...! Laat
een zeven of achttal minuten zachtjes sudderen... Een beetje peper en zout mag
ook niet vergeten worden, maar dat proef je wel terwijl je soepje zachtjes
kookt. Als goede kok proef je uiteraard elke minuut...!?
Als de soep een paar minuten gekookt heeft mag er ook nog
een in blokjes gesneden gepelde tomaat bij, liefst een verse, maar met enkele
lepels tomatenblokjes uit blik gaat het ook wel.
Nu bak je in een pan met olie een dikke snee baguette tot ze
een mooi zongebruind kleurtje krijgt. Wrijf snel, want de croutons zijn heet,
elk sneetje brood in met een overgehouden teentje knoflook.
Serveer je maaltijdsoep met een crouton per persoon,
desnoods bak je er nadien nog een paar croutons bij.
Wil je het extra mediterraan maken geef er dan een kommetje
aïoli bij...
Maak hiervoor een mayonaise, zonder mosterd maar met veel
zeer fijn gehakte knoflook en gebruik olijfolie in plaats van de gewone
arachide of sojaolie... Gebruik een paar druppels citroensap in plaats van
azijn en zo maak je een bijna authentieke aïoli.
Doe een schepje aïoli op de crouton of meng een lepeltje van
deze saus met de soep..
Vermits dergelijke soepen eten en drinken tegelijk zijn kan
je hier gerust een glaasje witte wijn bij drinken. Een witte côtes de Provençe
bijvoorbeeld of als neusje van de zalm, van de pieterman in dit geval, een witte
wijn van Bandol...!.
Vrees niet, ik ga niet beginnen zaniken over het weer. Welk
weer het is laat mij doorgaans koud, letterlijk dan, want dan voel ik mij het
best. Woestijntemperaturen zijn niet aan mij besteed.
Maar toch spijtig dat het geen goed weer is anders kon ik
iets schrijven over lekkere koude gerechten zoals gazpacho, vichysoise of
Caesars salad of ijssoufflee...
Maar daar is het nu niet het juiste weer voor...
Ik, heb deze middag een varkensstoverij gemaakt met gedroogd
eekhoorntjesbrood als extra smaakgever. Lekkere kost voor als het buiten maar
frisjes is. Met kroketjes er bij. Kroketjes uit een plastic zak, gekocht in de
supermarkt. De eerste keer in mijn leven... echt ik heb nog nooit kroketten uit
de diepvriezer gekocht, wel gegeten natuurlijk....klef en veel te veel muskaatsmaak...
Vlees voor varkensstoverij wordt nu niet verkocht, dat is
normaal voor de winter... dus heb ik twee stukken uit de spiering, de
karbonaadjes, gekocht en die in stukken gesneden. Een beetje gekleurd in gebruinde
boter samen met een gesnipperde ui en de pan geblust met een scheut witte wijn.
Verder aangelengd met water, waarom niet, het moet niet altijd bouillon zijn,
peper, zout en een blad laurier er bij gestopt en alles met deksel achtergelaten
op een piepklein vuurtje, en dan kan je televisie gaan kijken. Tijdens de
eerste reclameblok kom je dan even terug om een handvol gedroogd en nadien geweekt
eekhoorntjesbrood bij het vlees te voegen. Die donkerbruine paddenstoelen had
je eerder in een kommetje warm water te week gezet. Laat het weekwater nog even
staan, dat kan je later bij de saus voegen als die dreigt te dik te worden of
te ver ingekookt is.
Na een uurtje of wat langer is het vlees gaar en dan kan je
de saus binden met een beetje bruine sausbinder...
Bij een zomerse middagtemperatuur van zeventien graden
smaakt zoiets best...
Gedroogd eekhoorntjesbrood kan je kopen in de betere
supermarkt. Het product is relatief duur maar een pot of doos van honderd gram
is al ruim voldoende om veeeeel vlees een extra volle paddenstoelensmaak te
geven. Ergens heb ik ooit de naam: vlees uit het bos gehoord of gelezen voor
deze eekhoorntjesbroden. Ze zullen zoiets rond de zeven à acht euro kosten voor
100 gram.
Als je nu op vakantie bent ergens in Frankrijk of Italië dan
kan je ze ook daar kopen maar let dan wel op voor de prijs... In Frankrijk
heten die dingen des cépes en in Italie porcini... en in Spanje? ... seta
calabaza...
Voor bovenstaande bereiding heb je echt geen eerste keuze
porcini nodig. Het gaat om de smaak en niet om de prijs en zeker niet om de luxe
verpakking.
Nu ik toch weer bij paddenstoelen aanbeland ben... gisteren
ergens langs de straatkant de eerste weidekringzwammen gezien...
Nooit van gehoord... ?
Dat verwondert mij niet. Toch is het een zeer algemeen
voorkomende paddenstoel maar niemand kent hem... Je hoeft er zelfs niet voor
naar het bos, in zeer veel grasvelden en zelfs gazons groeit hij spontaan.
Als de paddenstoel lang genoeg mag doorgroeien vormt hij
uiteindelijk een heksenkring... je weet wel die paddenstoelenkringen waarin de
heksen s nachts naakt kwamen dansen, onderwijl ijselijk gekerm en gekrijs
uitstotend,..of ze de polonaise of la
bamba dansten verhaalt de geschiedenis niet.
Kijk eens rond in de buurt, niet
langs de straatkant die paddenstoelen bevatten te veel lood en fijn stof, maar
in weiden of bij huizen met een achtertuintje met een, een beetje verwaarloosd
gazon, daar zijn ze zeer dikwijls te vinden. Om ze te herkennen is het zeer
eenvoudig; de weidekringzwam is de enige paddenstoel waarvan de steel 360
graden kan gedraaid worden zonder dat hij breekt. Tussen je twee vingers nemen
en een volledige draai geven. Het hoedje is bleek zeemkleurig en wordt normaal
drie tot vijf centimeter breed. De plaatjes onder het hoedje staan ver uiteen
en hebben dezelfde kleur als het hoedje. De steel is redelijk lang en is verder
niet eetbaar omdat deze steel veel te taai is.Lees hier meer. Zie
ook wikipedia.
Wat kan je ermee doen mocht je zo
een lading weidekringzwammen vinden?
Wel, soep maken...!
Met deze weidekringzwammen kan
een heerlijke soep gemaakt worden... ( Probeer eerst of je wel de juist
paddenstoelen gevonden hebt... eet er enkele van en als je de volgende dag nog
leeft zullen het wel de juiste geweest zijn...) Anders heb je misschien de psilocybe
semilanceata, het puntig kaalkopje te pakken en daar krijg je dan heerlijke
visioenen van... maar dat kaalkopje groeit pas in de herfst of is te vinden in
sommige coffeeshops net over de grens. Vraag maar naar paddos.
Dergelijke wilde paddenstoeltjes
moet je proberen te gebruiken zonder ze te wassen... Dus contoleer ze grondig
op grassprietjes, stukjes hout of aarde... Gooi het steeltje weg.
Stoof een groot handvol hoedjes
aan met een fijn gesneden ui en eventueel een stukje wit van prei in een
klontje boter. Hou nu een paar mooie hoedjes apart voor de versiering... voor
straks. Roer een lepeltje bloem door de paddenstoelenmassa. Voeg water toe en
een kippenbouillonblokje of als je zelfgemaakte bouillon hebt, nog beter! Laat
een kwartiertje koken onder deksel en mix de soep. Mix alles zeer fijn of wrijf
de soep door een zeefje... Proef of er voldoende zout en peper in zit en dien
op in een kommetje waarin een scheutje room en een paar achtergehouden
hoedjes...Bestrooi met eventueel wat
fijngesneden bieslook. Voeg niet te veel extra kruiderijen of groenten toe, dat
verprutst alleen maar de lekkere paddenstoelensmaak.
Mocht je nu massas van deze
weidekringzwammen gevonden hebben, dan kan de rest gedroogd worden. Gewoon op
een doek buiten in het zonnetje leggen ( waarvoor we nog even zullen moeten
wachten) en laten drogen! Binnen op de radiator lukt het ook goed..!
Nadien bewaren in een gesloten
blikken bus.
Ook weer in sommige
buitenlanden zijn deze paddenstoeltjes te koop in flesjes of potjes of
doosjes in het kruidenrek tussen de andere kruiderijen... Deze gedroogde
paddenstoel heeft een zeer sterk aroma en wordt soms gemalen als
paddenstoelenpoeder gebruikt als smaakgever in sommige gerechten zoals
hierboven aangehaald!
Onthoudt ook dat de paddenstoel
marasmius oreades heet in het Latijn en de Fransen over faux mousseron
spreken of over marasme des oreades... Zo staat het ook vermeld op de te koop
aangeboden potjes of flesjes..enz...
Paddenstoelen plukken is verboden
in Vlaanderen maar als je ze plukt in je achtertuin? Daarbij we hebben toch
geen regering meer... so what?
Bovenstaand recept maak je op
eigen verantwoordelijkheid, niet komen klagen als je, je kookkunsten niet
overleeft !
Nu wat anders. Nu de eerste lol
van de nieuwe aardappelen voorbij is, zoeken we weeral naar andere smaken...
Weer patatten, zeg, weer eens patatten?
Maak eens polenta...
Ik ken polenta al langer maar het
was weer de klassieke historie... er stond nog een pak polenta in mijn schapraai
daterend van vorig jaar en dat pak stond daar vreselijk in mijn weg te staan.
De polenta die nu in de winkels
verkocht wordt is niet meer het oude product, gemalen maïs, maïsmeel dus, dat
gedurende ongeveer een uur moet gekookt worden om gaar te worden,terwijl heel de tijd energiek roerend met een
stevige stok... Het kan nu zelfs in de microgolfoven.
Lees gewoon de gebruiksaanwijzing
op de verpakking een meestal heb je dan na ongeveer tien minuten een pan of pot
vol met een dikke stevige gele brij, voldoende voor vier personen. Zo staat het
toch op de verpakking. In werkelijkheid heb je dan genoeg polenta om de lokale voetbalploeg,
plus de reserves en de trainer, ruimschoots van voedsel te voorzien.
De polenta kan zo warm gegeten
worden als dikke gele pap waarin een klontje boter en gerapte kaas vermengd
zijn en hetgeen je te veel hebt kan uitgestreken worden in een lage geboterde schaal.
Dit laat je opstijven tot de volgende dag en dat kan dan in blokjes of
schijfjes gesneden worden. Die schijfjes, blokjes of staafjes kan je nadien
bakken in de pan of grillen, dan krijg je die mooie ruitjes op de polenta.
Polenta past uitstekend bij gegrilde
vis, vooral bij zoutevis. Ook bij vleesbereidingen in saus.
Een restje polenta kan in kleine blokjes
gesneden worden en als garnituur in een heldere soep gebruikt worden.
Een product met zeer vele
toepassingen.
Wat ook belangrijk is, polenta
kan zelfs diepgevroren worden. Dat heb ik zelf ondervonden.
Een stuk opgesteven polenta in
een stukje folie gedraaid en de diepvriezer in. Na ontdooiing in de koelkast
komt de polenta er uit alsof er niets gebeurd is...! Altijd gemakkelijk als je
geen kippen hebt om de resten of het teveel aan op te voeren...
Nu nog iets beginnen schrijven over onze Nationale Feestdag
dat zijn vijgen na Pasen. Nationale Feestdag moet dat met hoofdletters...?
Maar wie weet is het de laatste keer dat er iets kan over
geschreven worden, alhoewel de vooruitzichten nu weer een beetje optimistischer
geworden zijn.
Weten jullie dat een nationale feestdag in de keuken steeds
een probleemdag is? Doorgaans zijn dat drukke dagen in de restaurants en er
wordt verwacht dat er op die dag toch iets op de kaart en zeker op het menu
staat dat aan de nationale dag doet denken.
Wij Belgen, de dapperste aller Galliërs volgens Caesar, hebben
een traditie van frieten met mayonaise, liefst met stoofvlees, hutsepot en
stoemp en bloemkool met worst, maar dat zijn nu niet direct de meest gevraagde
gerechten in de restaurants...
Meestal krijgt dan iemand van de keukenploeg het lumineuze
idee om de kleuren van de nationale vlag in een gerecht te verwerken en elk
jaar opnieuw krijgt er weer iemand datzelfde schitterende idee...
Weet iemand zonder te gaan spieken welke kleuren de
Belgische vlag heeft? Ja rood, en zwart en geel... maar in welke volgorde?
Bij een gerecht heeft dit gelukkig niet al te veel belang
maar het zou om te beginnen heel stom zijn om een eetbare vlag te imiteren in
de foute kleurenvolgorde zoals hierboven beschreven.
Als voorgerecht kunnen wij een echt typisch Belgisch gerecht
maken; de tomate crevette. Zo noemen wij meestal toch een tomaat met
garnalen.
Als kleuren hebben we een rode tomaat. Gele mayonaise, want
goede mayonaise heeft een gele kleur en is niet wit. Het zwart is altijd een
moeilijk punt. In de natuur komt zeer weinig zwart voor! Gelukkig hebben we
zelfs een tweetal en zelfs drie oplossingen.
Het zwart kan komen van een zwarte olijf. Van een schepje
imitatiekaviaar... je moet je neus daar niet voor optrekken, nood breekt wet!
Als je portemonnee het toelaat is een schijfje truffel de ideale oplossing.
Alle drie de zwarte elementen hebben hun nadeel. Olijf is
niet zo echt Belgisch. Nepkaviaar evenmin en truffels die groeien hier soms wel
inhet Zoniënwoud maar zijn dan weer
schandalig duur. Let wel, er is in juli zomertruffel aanwezig is op de markt,
als het weer een beetje meezit.
Dan is er nog een vierde maar minder goede oplossing... laat
je gerecht verbranden, zo krijg je ook een min of meer zwart resultaat.
Een tomaat met garnaal zouden we dus maken. In feite is hier
geen enkele probleem. Volgens de goede regel moet de tomaat hiervoor ontveld
worden. Velen doen het niet, aan jou de keuze.
Gebruik gewone bleekgele gewone slaharten als onderlaag...Maak de mayonaise zelf met de hand en gebruik
echte verse boereneitjes... enfin van de kippen van de boer... de kippen mogen ook
in je eigen tuin rondlopen... knalgele mayonaise verkrijg je dan!
Laat het obligate takje peterselie achterwege en leg één van
de hierboven genoemde zwarte elementen op het kapje van de tomaat als
decoratie. Een stukje hardgekookt scharrelei dat mag ook op het bord want de
dooier oogt mooi geel. Hier wat
meer uitleg.
Als voorgerecht of hoofdgerecht kunnen we bijvoorbeeld eens
een visje klaarmaken. Het is feest en dan mag er vis op tafel komen: dure vis.
Een tong of een tarbot uit de Noordzee of een ietsje democratischer een stukje
staartvis of griet. En waarom geen zalm?
Een prachtig stuk witte tarbot, gepocheerd of gegrild, een
tongrolletje... met daarover een knalgele Hollandse saus en een plakje
truffel...Enkele blokjes (rode) tomaat er
over uit gestrooid zorgt voor de derde kleur...! Ik zie maar één probleem; de
Hollandse saus... Dat kan niet! Daarom zullen we dezelfde saus, mousselinesaus
noemen, zo zijn de Walen ook tevreden en het klinkt Vlaamser. Volgens de
klassieke norm is een mousselinesaus, een Hollandse saus met daarin een deel
half opgeklopte room.
Een Hollandse saus maken is niet echt eenvoudig. Er is vrij
veel kennis en ervaring voor nodig om tot een goed einde te komen. Maar overlees
dit eens.
Probeer op een rustige kalme dag eens om deze saus te maken
voor een eenvoudige maaltijd met een stukje kabeljauw bijvoorbeeld en na een
drietal keer proberen moet dat echt wel lukken. De twee andere keren dat de
saus misschien zal mislukken heb je dan wel pech gehadmaar het licht schijnt aan de eind van de
tunnel...! Vooral goed materieel is belangrijk.
Maak de vis gaar in een eenvoudig kookvocht, half water,
half droge witte wijn, peper en zout en een klontje boter. Een bodempje vocht is
voldoende. Vlij de vis of de filets er netjes naast mekaar in neer en leg een
vel boterpapier over de vis en ook een deksel. De vissen kunnen zo op een zeer
zacht vuurtje gaar gemaakt worden zonder dat ze hoeven omgedraaid te worden en
zullen ze mooi wit blijven. Het pocheervocht gooi je niet weg, dat is goed voor
een volgende visbereiding, bewaar het zolang in de diepvriezer.
Kook enkele lekkere aardappeltjes, charlotte of een Waalse
patat, de corne de gatte of de bec de Florenville... Ik vrees alleen dat
die er nu nog niet zijn... Snij de aardappelen in een regelmatige tonvorm.
Pommes château.
Ontdoe een tomaat van het vel, haal de pitjes er uit en snij
de tomaat in regelmatige blokjes.
Zo; een stukje vis op een verwarmd bord, een schepje
mousselinesaus er over of ernaast en een tweetal kleine gekookte of gestoomde
aardappeltjes. Strooi er nog wat tomatenblokjes over uit, plant een schijfje
zwarte truffel, nepkaviaar of een zwarte olijf in de saus, en voila: Filet de
turbot (of andere) à la façon féderale...!
Nu hebben we ook nog een dessert nodig.
We kunnen moeilijk olijven, kaviaar of truffel in een
dessert verwerken...!
Maar er bestaan twee oplossingen, braambessen of zwarte
chocolade! Nu, chocolade is niet echt zwart maar het is bij manier van spreken,
en tegen het einde van de maaltijd hebben de meesten toch al te veel Belgische Chateau
Meerdael en/of Chardonnay Müller Thurgau 2007 van Genoelselderen gedronken
en dan valt dit al heel wat minder op...!
Een millefeuille met bramen en gele banketbakkersroom.
Belgische aardbeien om af te werken en wat wil je nog meer als versiering? Een
trosje rode bessen?
Gele vanillesaus? Aardbeiencoulis? Frambozen?
Een bodempje (Hollandse) advokaat in een glas. Daarop een
dikke laag chocolademousse met als kers op de taart een aardbei of beter nog,
een framboos. Je kan ook een putje maken in de chocomousse en daar de advokaat
ingieten en de framboos in het midden. Dan krijg je een meer logische
kleurencombinatie...!
Om chocolademousse te maken bestaan er zoveel recepten als
er koks zijn of kijk hier
eens. Dus gebruik je geprefereerd receptje maar zorg er voor dat de mousse zo
donker mogelijk van kleur is.
Een millefeuille maak je door dunne laagjes gebakken bladerdeeg
of een ander krokant gebak op mekaar te stapelen en tussen elk laagje gebak
komt een vulling. Bijvoorbeeld rode vruchten en een gele luchtig gemaakte
banketbakkersroom. Ook gele vruchten bestaan er legio... : ananas, perzik,
mango, physalis, maar dat zijn nu allemaal tropische vruchten... de perzik tot
daar toe... Vergeet de zwarte braambes
niet of veel braambessen, ook de zwarte kleur mag niet ontbreken. Hier
een fotootje.