Jackske, de bodybuilder vraagt hoe hij een lekkere saus kan
maken bij asperges.
Er zijn vele klassiekers, waarbij het opvallend is dat er
steeds veel boter, olie of eieren gebruikt worden.
Over een echte saus bij asperges wordt er niet veel gesproken.
We zullen even opsommen.
Een echte klassieker is de asperges à la Flamande zoals ze
in t Vlaams zeggen...
Per persoon wordt er een hard gekookt ei geprakt met een
vork en men mengt daarbij (veel) gesmolten boter, muskaatnoot en peterselie. Uiteraard
wat zout.
Gebruik geen margarine of dergelijke, dat is jammer voor de
asperges, die toch niet zo goedkoop zijn. t Zou zonde zijn om ze te verknoeien
met surrogaatboter...
Als je op dieet bent gebruik dan goede olie, k zou zeggen
olijfolie, maar hou er rekening mee dat olie meer calorieën bevat dan boter.
Nu gaan er weer denken; die is nie goe zekers...?
Toch niet...
Boter bevat tussen de 14 en de 18 procent water....en water
levert geen calorieën.
Olie bevat geen water en haalt dus per volume-eenheid een hogere calorische waarde !!!
Deze bereiding die dus oerklassiek is kan een beetje
gevarieerd worden door roerei te gebruiken in plaats van geprakt hard gekookt
ei. Een beetje meer werk maar het geeft een smeuïger en smakelijker resultaat.
Men kan er ook een gepocheerd eitje bijgeven en er wat
versgepelde garnalen over uit strooien...
En gesmolten boter natuurlijk!
Koud worden asperges ook wel gegeten, de Fransen doen dat
veel. De asperges worden dan gewoon overgoten met een lekkere vinaigrettesaus.
Olie, azijn of citroen, wat gehakte groene kruiden, peper en zout (en een likje
mosterd ?)....en voila. Vooral de kwaliteit van de olie en de azijn zal het
resultaat bepalen. De asperges mogen zelfs nog lauwwarm zijn. Natuurlijk is dit
ook een goede oplossing voor een restje asperges van de dag voordien.
Een moderne manier van doen is om de asperges te bakken, ja,
bakken...!
Hiervoor kan men best alleen de aspergepunten gebruiken. Met
een beetje geluk zij die wel te vinden op de markt of direct bij de
producent...Een beetje geluk in het leven is soms wel eens nodig.
Men kan natuurlijk de toppen van de asperges snijden en de
rest gebruiken voor een andere bereiding, soep bijvoorbeeld of voor een
bereiding in saus...seffens meer daarover.
De aspergetoppen een tweetal minuten blancheren, afgieten en
drogen. Daarna zachtjes sauteren in olijfolie tot er een lichtbruin kleurtje
ontstaat op de asperges. Wat peper en zout, en enkele fijn gesnipperde
basilicumblaadjes er over strooien. Nog even omschudden... Presenteren op een
klein bordje. Versieren met een blaadje basilicum en overstrooien met krullen
parmezaanse kaas. Zoals dat bij een carpaccio gedaan wordt.
Men kan die krullen gemakkelijk zelf maken door met een
dunschiller een blokje parmezaan te bewerken. Te schillen als het ware !
Bij bovenstaande bereidingen wordt wel eens als extra,
gekookte lekkere ham, ( heps, voor die van Antwerpen), of ook gerookte zalm
gegeven. Garnalen kunnen dus ook. Let er wel voor op om de ham of de zalm
slechts eventjes lauw te laten worden. Anders worden ze oneetbaar zout ! De
garnalen worden taai!
Nu nog een receptje uit de oude burgerkeuken, maar, of
daarom, nog steeds zeer lekker.
Met het kookvocht van de asperges maakt men een saus door
dit vocht te binden met een blanke roux. Vroeger werd dat zo gedaan. Nu kunnen
we van die roux uit pakjes gebruiken of maïzena express...Zelfs gaat het met die
goeie ouwe gewone maïzena die nu , plus heet.
Maak er een niet te dikke saus van. Kruid deze nu een beetje
bij met muskaatnoot als je dat lekker vind. Laat anders maar zo...( Ik mag dat
woord hier thuis nog niet eens uitspreken ...)
Roer enkele eierdooiers los met een schep van de saus of met
een dikke scheut room.
Afhankelijk van de hoeveelheid calorieën die je wenst.
Giet deze liaison nu bij de basissaus terwijl er snel
geroerd wordt met een sausklopper. Een garde voor onze Noorderburen...
Nu nog even wat stukjes of stukken boter door de saus
roeren, doe maar, zoveel je wil...maar let wel, ik ben niet verantwoordelijk...
Mocht de saus te dik worden, roer er dan gewoon een beetje
aspergekookvocht door.
Maar laat de saus absoluut niet meer koken !!!
Asperges met dat gewoon simpel sausje, enkele in helften
gesneden hardgekookte eitjes en nieuwe patatjes daarbij, dat is gewoon zalig
eten !
Het probleem is nu weer om nog echte nieuwe patatjes te
vinden.
Met nieuwe aardappelen bedoel ik, die dat je zelf uit de
aarde haalt, liefst met je handen, en die daarna binnen het uur in de kookpan
liggen...Zaliger gedachtenis...
Over asperges koken wordt er nogal wat litteratuur
geproduceerd. Koken tussen de vijf minuten en de twintig minuten. Koken in een
speciale pan met de toppen boven het water uit.
Opzetten in koud water, in kokend water, klontje suiker er
bij of wat citroensap...
Koken in twee of in drie keer....
Al die chefs hebben mooi praten, maar : voor mijn part, als
je asperges graag beetgaar hebt, kook ze dan beetgaar! Hoe lang dat duurt, dat
kan niemand voorspellen, dat hangt compleet af van de versheid en de kwaliteit
van de asperges.
Dus al die recepten die zeggen, zolang of zolang koken
!? Forget it ...!
Proeven, dat is de enige oplossing! Stukje afsnijden en opeten...en er bij
blijven.
Niet: ondertussen even naar Temptation Island geen
kijken...
Wil je ze plat gekookt hebben, kook ze dan plat! Dont worry, be happy...
Iedereen weet ook wel dat men na het eten van asperges (
zelfs van een klein stukje) snel een plas moet gaan maken.( Allee , gaan pissen
als je het niet begrepen hebt).
Hierbij komt er een onaangename geur vrij, dit duurt zelfs
enkele uren voor die geur verdwijnt...Sommige mensen zouden het niet ruiken,
maar aan de deze hapert er naar het schijnt iets...Het is een omzettingsproces
dat zich in ons organisme afspeelt en daarbij worden mercaptanen geproduceerd.
Dezelfde stof die aan gas de onaangename geur geeft.
Ik heb ergens uit de kelder, het archief dus, een stukje
gehaald dat handelt over deze geur.
Het verhaaltje speelt zich af in achttien honderd en een
beetje en toen was dat a shocking story, nu trekt zelfs de Dag allemaal zich
over zoiets onnozels niks meer aan.
Het stukje staat nu hier onderaan te lezen. Zo moeten jullie
niet gaan zoeken ...
|