Een beetje ordeloos, met een hap en een snap, ben ik aan de periode 'na 1976' begonnen. Maar nu lrijg ik er wat meer vat op en ik ga terug van 1981, waar ik al helemaal was, naar 1977.
In dat jaar wilde ik in Europa iets gaan doen. Eerlijk gezegd, kreeg ik in Nederland 'geen voet aan de grond'. Ik wilde iets van de Suriname-sfeer terug. Daar zoveel kansen, zoveel spreekbeurten, zoveel te geven bijbelstudies. En nú: eigenlijk niets: Nu ja; weleens een spreekbeurt in Friesland. Maar de tóestanden om daar te komen. Ach; 't zette nog geen zoden aan de dijk ook . Ik lwam niet 'in 'the picture'.
Maar in het voorjaar 1977 had ik het voor elkaar. Ik liet me uitnodigen door lieve kennissen van vroeger, die nu in Zuid-Italië een werk hadden. Wel de tocht heen en terug voor eigen rekening. Eén had een gemeente in Catanzaro de andere in La Mezia Terma, als ik die naam nog goed in m mijn herinnering heb. En toen ik liet doorschemeren, dat ik daar wel eens wilde komen, waren zij direct wild enthousiast. Want zij zaten daar ook maar, ver van huis, te pionieren.
Het was nog een hele onderneming. Naar Rome per vliegtuig, overstappen naar Reggio, en toen per auto helemaal weer teug naar Catanzaro..
Maar zo´n hartelijke ontvngst. En direct bleek al een heel schema voor mij te zijn vastgelegd. Ik was daar twee weken. En ze hadden alle drie dagdelen, morgen, middag en avond al een programma klaar met tolken incluis: zijzelf meestal, want ze spraken allemaal goed Italiaans. En zo was ik 48 dagdelen aktief, met kinderhuizen, bijbelstudies, piepkleine samenkomsten in bergdorpen. Ik kon zó mijn hart ophalen . Al mijn energie kon ik kwijt.
Of het allemaal wat opgeleverd heeft ?. Ach; we weten: "Gods woord keert niet ledig terug , (Jesaja 55 v 11). Ik had al gepreekt op Zweedse campings, in luxe buitenhuizen in Caracas, in het Surinaamse oerwoud.....ik had 'overal en nergens' gesproken over 'de zondvloed' en 'de profetieën van Daniël' en 'het Nieuwe Jeruzalem'. En hier ging het weer over 'Tobia en Sanballat' en vele dingen meer. En overal waren vragen, want het was een leergierig volk daar.
Maar toen ik na twee weken , toch wel voldaan, terugkeerde, was er weinig weerklank. Gerritse was in Zuid-Italië geweest. Maar ik kreeg nauwelijks gelegenheid om van mijn belevenissen te spreken. En 'het grote avontuur' verwerd tot een herinnering.
Zó waren sommige belevenissen ná Suriname. Maar ik was, ondanks alle vleselijke motieven, dan toch maar op stap gegaan en had honderden mogen bereiken. Een Christen mag weven aan zijn 'kleed der gerechtigheid'. En ik heb tot op de huidige dag de idee, dat ik er daarginds meer aan geweven heb dan bij mijn vele, vele 'gewone' vacantiereizen.
Als ik als nu 86 - jarige al wat begin terujg te kijken op mijn leven, zie ik 'Calabtrië' toch wel als een parel.
Ik gun het alle bejaarde mensen om een leven te hebben met VELE PARELS voor God.
Lui, nog even over 1982, die scheiding van Ida. Maar daarna toch terug, want we gaan te vlug.
Ook in 1977 gebeurden grote dingen.
Eerst die scheiding dus: Ouders, die zoiets nog nooit hebben meegemaakt, moeten op dit soort ervaringen nog zo helemaal inspelen.
Wij waren er dagenlang van ontsteld, maakten toen de afwikkeling mee. Die verliep wel goed, zonder krakeel. Er waren geen kinderen, dat scheelt 'een slok op een borrel'.
Hoe was dat nu allemaal zo gekomen ? Ida was voorheen heel erg betrokken geweest bij ons geloof. Ze heeft zelfs nog wel eens een vriendin met ons in kennis gebracht. En die vriendin is bij dit geloof gebleven tot op de huidige dag. Zij is een gewaardeerd lid van de gemeente, waar ik nu ook ben en ik zie haar wekelijks.
Maar Ida werd bekoord door 'de tegenwoordige wereld, evenals Demas,( 2 Tim 4 v 10).
Die wereld deed zich zo aanlokkelijk aan haar voor. In die wereld was 'van alles te beleven'.. Door allerlei relaties maakte zij veel leuke dingen mee, waar andere mensen pas later aan toekomen: skivacanties en zo.
En in de gemeente, waar ze zich zo'n beetje gesetteld hadeen, waren er lastige mensen, die zich door het een of ander woordje van haar gegriefd voelden, Ze was nog zo'n veulen, amper 20, toen dit gebeurde. En die veel oudere medegelovigen bleven maar doozeuren over dat ene woordje,dat dan verkeerd gevallen was.
En daarbuiten, in die wijde, wijde wereld, waren alleen maar gezellige mensen zonder grezeur en genietend van het leven.
En toen ze ook nog eens verhuisden en de nieuwe gemeente niet kon boeien, toen was het gauw gebeurd.
Ja...hoe gaan die dingen soms......
Later heeft Ida het leven van allerlei grimmige kanten leren kennen. Het heeft zich aan haar getoond in velerlei facetten. Maar toen kon zij niet meer terug. Ach...Ida...lieve kind; we houden niet op voor je te bidden..
Volgendd week: Calabrië...!!!
Maar jullie vragen nu tóch: "We missen nog iets. Wanneer je van de Heer wegdwaalt, als echtpaar, dan hoeft dat toch niet te betekenen, dat je gaat scheiden. En die man kan toch wel gelovig zijn gebleven. We missen ergens een schakel.".
Gelijk heb je.....soms echter is het zo, dat 'uitgekeken raken op de Heer' andere kwade zaken inluidt. En Ida raakte uitgekeken op haar man, die overigens op zíjn maniet de Heer kwijtraakte. En gelovige meensen, die ´wat uitgekeken raken´op hun partner, worden door de Heer wel gewaarschuwd om terug te keren naar zijn kudde. Wanneer een schaap erg ver wegdwaalt, gooit de hemelse herder wel eens een steentje, dat het wegdwalende dier doet schrikken en terugkeren. Maar Ida raakte zo ver weg, dat ze buiten het bereik van zelfs maar een 'waarschuwingssteen' kwam.
En zo is het gekomen. "Hij of zij was een mooi boek , maar ik heb het uit", zeggen mensen soms, maar de Heer kan het zo leiden voor zijn beminden, dat ze na 64 jaar huwelijk nog blij en dankbaar lezen in een boek, dat ze meenden, na 8 jaar al uit te hebben.
Zien jullie, hoe lekker we er nu doorheengaan. Ik mag wel oppassen, dat ik niet te gauw bij 2009 en de dingen van deze dag ben.
De vorige maal heb ik jullie veteld van die mooie bevordering, nog op 55- jarige leeftijd, waardoor alles een beetje leek op 'la vie en rose'.
Maar er zat nog een lelijke wolk aan de lucht. Mijn Surinaamse periode hè: dat waren tropenjaren , die dubbel telden, ( in 1977 is die regel afgeschaft). Maar door een of andere vervelende aantekening, die ergens stond, geloofden ze bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, dat ik in die vijf , bijna zes jaar, in Surinaamse dienst was geweest en dat die jaren voor mijn Nederlandse pensioen niet meetelden. Stel je toch voor: inplaats van tien pensioenjaren kreeg ik er NUL.En dat betekende inplaats van 40 pensioenjaren ...30. ...en een kwart van mijn aanstaande pensioen kwijt.
En wat ik ook ondernam, het haalde niets uit. De bui bleek er in 1976 al sedert 1971 te hangen en het was nu al 1982. En....vóor 1987 moest de boel geregeld zijn.
In wanhoop herinnerde ik mij uit Suriname een geloofsvriend. Het kwam mij ter ore, dat hij 'het hoogste' had bereikt: algemeen directeur van de belastingsdienst.
Ik schreef hem: kon hij hier vanuit Suriname niets aan doen. Nou....dat déed hij; vanuit Suriname kwam een ambtelijk bericht, dat klare taal sprak. Nog de volgende dag belde een ABP- functionaris mijn vrouw op: "Er is een officiële missive uit Suriname gekomen en die heeft ons doen besluiten om de jaren 1971-1976 dubbel te tellen en ze niet als 'buiten deambtelijke dienst doorgebracht'aan te merken. Wilt u onze verontschuldigingen aan uw man overbrengen.". En mijn vrouw, wat strak-afgemeten, zoals ze dat ook wel kon, als dat vereist was: "Ik zal uw boodsxchap overbrengen. Mijn man heeft hiervan overigens veel verdriet gehad.".
Het was op een zonige zaterdagmorgen, dat er een brief kwam, die dat alles bevestigde. We zaten in de tuin, aten - zogezegd- ( overdrachtelijk gezien) tompoucen, verheugden ons en waren in opperbeste stemming. En toen kwamen Ida en haar man op bezoek.
"Leuk...leuk ...zeg. Kom even zitten. Jullie horen als eersten het bericht, dat de wolk is weggetrokken".
Ze luisterden beleefd. Daarna zei Ida: "Komen jullie nu even mee naar binnen. we hebben iets te vertellen".
En- daar aangekomen - kregen wij, volkomen onverwacht - te horen: "Wij gaan scheiden".
Annie M.G.Schmidt scheef eens een tragi-comedie: "Er valt een traan op de tompouce".
Lui...het was echt niet allemaal kommer en kwel. Hebben jullie overigens in de gaten, hoe de gang er nu inzit ?! Die jaren in Suriname; je kwám er maar niet door. Maar wat ik nu ga vertellen,vindt zijn bekroning toch in 1978, al weer twee jaar ná Suriname.
Direct toen ik terugwas, zei mijn chef: "We gaan ogenblikkelijk een procedure in werking zetten om jou administrateur te maken".
Even een toelichting: 'administrateur'was toen een rang in schaal 148.... nu is dat allemaal weer anders .....iets om van te watertanden. Wanneer je nét niet alle accountants-examens had afgelegd, was je eigenlijk veroordeeld om gedurende je verdere diensttijd 'adjunct accountant eerste klas' te blijven. Maar hier was opeens een mogelijkheid om door dat plafond heen te breken en een rang te bereiken, waarbij de handtekening van de koninging zélf onder het benoemingsbesluit stond. En dat was 'lekker eten' na al die eerdere besluiten met gewoon 'lagere handtekeningen'.
Van 1976 af tot 1978 werd mijn werk speciaal beoordeeld En dat is een beetje vreemde gewaarwording voor een vijftigjarige.
Maar op een februarimorgen belde het hoofd van dienst op: "Administrateur....!!!! Hier voor me ligt het benoemingsbesluit met de handtekening van koningin Juliana erop. We gaan vanmiddag een feestje bouwen, voor zover er mensen op kantoor zijn".
Dat was me wat hoor. Terugwerkende kracht tot de datum, dat ik weer in Nederland in dienst was. En een veel betere pensioengrondslag. In die gelukkige tijden was het gemiddelde van je laatste drie jaarsalarissen als grondslag bepalend en in 1980 kwam ik op mijn nieuwe maximum, terwijl mijn ontslag ging vallen in 1987, naar ik toen dacht.
Nu zullen jullie misschien zeggen: "Hè hè...wat ben ik nou blij. Er gaat ergens zo'n intens geluksgevoel door mij heen: Gerritse is toch nog op een heel goede eindrang gepensioneerd. Ik ga verder zingend door het leven".
Nou niet zo badinerend doen. Ik heb dit allemaal ervaren als een zegen van de Heer. Het ging niet zo lekkerr in het 'geestelijke'. En de Heer zorgde op maatschappelijk gebied, dat daar toch reden was tot verblijden in plaats vasn lijden.
Wenden jullie je allemaal maar als een zonnebloem naar het licht.
Maar misschien zeggen jullie: "Ger...ik heb helemaal níets van zonlicht in mijn leven". En dan zeg ik nóg: "Ik heb twee van die afschuwelijk perioden meegemaakt: - de winter van 1961 op 1962 - 1975 in Suriname, toen er moeilijkheden waren met de kinderen, op kantoor en in het gemeenteleven. Toen hadden mijn vrouw en ik alleen elkaar om uit te huilen. Maar Prediker 4 vers 9 werd toen heerlijk aan ons bewaarheid, onze trouwtekst: "....een drievouding snoer wordt niet spoedig gebroken". En ook tóen was daar dat gouden snoer. Mogelijk zeg je: "Ger....ik ben alleengaand". Maar ook dán wil God er zijn.
Je kunt zeggen van Suriname, wat je wilt, maae ik was er wel iemand van zekere betekenis geweest. Nu ik dat zo opschrijf, komt gelijk déze gedachte bij me op: "En wat dan nog. Aardse bekendheid veervluchtigt zo gauw. Van alles, wat toen bekend was, is in mensenharten nu geen herinnering meer gebleven".
Nu ja; zo moet het gaan. "Alleen wat gedaan wordt uit liefde tot Jezus, Dat houdt zijn waarde en zal eeuwig bestaan|".
Dat neemt niet weg, dat ik wel in een diep gat viel. Er kwamen wel uitnodigingen om hier en daar te spreken, maar een echte , nieuwe lijn voor levensvulling zat er toch niet in.
En in de gemeente, waarbij ik me aansloot, kwam al gauw een diepe crisis. Die groep viel uit elkaar en om de een of andere reden speelde dan weer de een, dan weer de ander 'de zwarte piet aan mij toe'. Toen alles achter de rug was, blerf ik met een akelig gevoel van verlatenheid achter.
Nu zouden jullie twee dingen kunnen zeggen: - je bent zeker een lastig merakel, dat alles op geestelijk gebied je bij de handen afbreekt - jij heb nooit veel plezier van je geloof beleefd.
Wat dat eerste betreft: op de een of andere wijze draaide alles fout voor mij uit op het geestelijk erf.. Er waren altijd misvedrstanden, waartegen ik mij tevergeefs verzette.
En wat het tweede betreft; er zijn mensen in het Volle Evangelie, die allerlei geestelijke moeilijkheden over zich heen krijgen. Dat zal dan wel hun 'speciale opgave' zijn. En ik ben trouw gebleven en heb tot op heden het geloof behouden. En ik geloof ook, dat ik de goede strijd aan het strijden ben.
Nu ja....de volgende keer over : successen in de maatschapij.
En dán gebeurt er iets vreemds: opeens heb ik geen zin meer om mijn dagboek bij te houden. Tot 1981 behelp in mij met agenda's , en allerhand gegevens, ook brieven, die bewaard zijn.
En er gebeurt toch genoeg.We hebben een nieuw kantoor en ik onmoet de collega's en de Nederlandse onderzoeken beginnen weer. Zo'n omschakeling. Zes jaar geleden moest ik omschakelen naar Surinaamse begrippen. En nú blijkt híer weer van alles veranderd.
- Vóor mijn vertrek kon ik tijdens onderzoeken veel van mijn geloof vertellen. Nu is dat helemaal niet mogelijk meer. Het erg open klimaat van de zestiger jaren, waarin iedereen openstond voor nieuwe indrukken, is helemaal 'dichtgeslagen'. - De adviseurs zijn ook veel mneer vakbekwaam geworden. Hoorde je vóor 1971 nog wel eens uit de mond van een boekhouder: 0"De rijkasaccountant heeft gesproken. Wat zúllen we nog....", dat is goed voorbij. - En ook de eigenlijke doelgroep, de belastingplichtigen, is veel meer weerbaar geworden.Maar ik heb me altijd goed kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. En ik blijf mijn werk een machtige baan vinden.
Mijn eerste onderzoek is bij een kaashandelaar. Direct kom ik in aanraking met allerlei nieuwe maatregelen, (die overigens al weer gauw verdwenen zijn). Zo was er toen iets tijdelijks, dat met alle wetten van de logica spotte. Terwijl ik mijzelf met geweld moest dwingen om er iets van te begrijpen, riep de bel.pl. toornig uit: "Mien...moet je hóren !!! Meneer híer heeft iets uitgedacht, dat voorlopig niet tegen mij zal worden gebruikt, maar dat hij als een konijntje uit de hoge hoed gaat toveren, wanneer ik 65 ben. En dan moet ik betalen".
Zulke dingen. Ik was gelijk 'ontgoend'. En toen mijn volgend onderzoek een sexclubhouder betrof, zai ik er weer helemaal in.
Aan mijn zijde had Betty het ook behoorlijk moeilijk. Niet meer leuk met vriendinnen uitgaan, terwijl de gedienstige voor het huis en voor het eten zorgde,. In plaats daarvan hard werken in dat nieuwe, immens grote huis met veel trappen. Het werd haar teveel, die overgang. Toen ik op een middag uit mijn werk kwam, vond ik haar flauwgevallen. Ze bleef nog wekenlang misselijk, echt wel behoorlijk ziek.
Mens, wat moet je in je leven toch door een heleboel verschillende situaties heen. Hebben jullie dat nu ook, dat je - terugblikkende- zegt:
"Ik hield me altijd in kwade dagen maar hieraan vast: 'Maar de Heer zal uitkomst geven'. En...hij heeft uitkomst gegeven".
De eerste stappen in het ( weer nieuwe) Nederlandse leven
Die eerste tijd , daar in de bossen. Ik heb gelukkig terugkeerverlof, drie weken, aansluitend op Surinaamse vacantie, in Nederland door te brengen.
Ik ben zo moe, dat ik, samen met Mariëtta wandelend in de bossen, op korte afstand nog naar onze bungalow, wenk: "Loop jij maar door. Ik kán even niet".
En ik strek mij uit aan de bosrand. Zó overweldigend druk was het die laatste tijd in Suriname. Alles, wat we daar ooit hadden meegemaakt, kwam in die laatste maanden nog eens in verdubbelde kracht op ons af en ik heb echt iets als 'oververmoeidheid' bij me, nog net geen 'burn out'. Het is met wat extra rust nog te beheersen. Later heb ik leren inzien, dat ik geen dag langer had moeten wachten met mijn besluit: " we gaan weg" . Anders was het echt een 'burn out' geworden. Dank U Heer voor die ingeving.
Maar daarnas: - we gaan een huis kopen . Voor twee ton vinden we iets . Nog een hypotheek sluiten, want ik heb niet genoeg gespaard ginds. Ik kom 150 meter van mijn toekomstig werk te wonen. We komen aan een bosrand terecht. Mooie stek. En....ik woon daar nu nóg: 33 jaar later. - en dan: een school voor Mariëtta. We vinden ergens een christelijk lyceum voor haar. Maar ze verliest wél een jaar. Repatriëren is in schooltermen een kostbare zaak. Zelden passen twee disciplines op elkaar. Ik zie nog haar gezícht. Het beviel haar maar slecht. Maar al gauw waren er vriendinnen. - en dan naar den Haag. Er moet van alles geregeld worden. Verhuiskosten. Onvindbare salarisuitbetalingen. Een jubileumuitkering, die nog niet is verzilverd, omdat ik destijds buitenslands was en art...xxx.... zich tegen uitbetaling tóen verzette. - en alweer weg uit onze bungalow, nu het hoofdseizoen aanbreekt. Ergens bij een medegelovige intrekken.
O mens, wat druk allemaal. Maar wat een leegte anderzijds. Vele avonden weg in Suriname voor evangelie verkondiging. Wat mis ik bvijvoorbeeld die woensdagavond met die vele mensen bij dar ene kleine electrische peertje in dat achterafplekje in Pontbuiten. Wat dat betreft val ik in een zwart gat. Maar dan krijg ik huisbezoekadressen en kan al weer een beetje aan de gang.
Nieuw werk komt er aan, lijkt er althans aan te komen. Dit zwarte gat zal gauw gevuld zijn, naar het zich laat aanzien.