varende senioren over bootjes, varen en nog andere dingen !
27-12-2008
De winter voorbij ?
Voor het komende jaar beginnen onze plannen ernstig vorm te krijgen. Het wordt definitief Nederland. Er liggen een aantal bestemmingen voor die gezelligheid waarborgen en een vaarroute geven waar zeker en vast iets te zien zal zijn. De Zaanstreek spreekt mij wel aan. Het is een vaargebied met steden als Zaanstad, Beverwijk, Purmerend, Heiloo en Alkmaar om daarna via Schagen en Middenmeer naar Medemblik te varen. Daarna een stukje IJsselmeer, indien de weergoden ons gunstig gezind zijn, via Enkhuizen met zijn Krabbegatsluizen naar Hoorn, te mooi om links te laten liggen. Vandaar verder over het IJsselmeer naar Edam, waar we het IJsselmeer achter ons laten om richting Amsterdam te varen, met de ringvaart naar Leiden toe. Delft is de volgende bestemming. Verder volgen Overschie en Rotterdam om daarna via de Noord naar Dordrecht te gaan. Eens "Dort" voorbij, gaan we via de Dortsche Kil richting Hollands Diep. Het zal daarna afhangen van de tijd die eventueel overblijft of we via het Veerse Meer naar huis varen of via de Krammer, het Mastgat en de Keeten, Oosterschelde in en dan naar het Kanaal door Zuid-Beveland, om via Terneuzen huiswaarts te keren.
De eindejaarsfeesten komen er weer aan, tijd om korven met goeie wensen uit te spreken aan al onze geliefden. Tijd misschien ook voor bezinning voor wat achter ons ligt, en toekomstgericht in alle stilte bij onszelf de hand in eigen boezem te steken. Ook daar dient de kerst voor. Voor velen komt er een bevreemdende tijd aan, vol vraagtekens en onzekerheden qua toekomst. Hoe zal de wereld en zijn economieën er uitzien de volgende twaalf maanden en wat zal de repercussie ervan zijn op de tewerkstelling. Vragen en nog eens vragen. Voor de vele mensen die met nieuwbouw zitten, jonge kinderen hebben, op leningen zitten kortom, zeker geen gemakkelijke tijd. Maar weet, dat altijd, achter de wolken de zon weer kan schijnen, en de dingen die vandaag nog donker waren, morgen laten baden in het licht. Mijn wens is dan ook voor iedereen :
Wie kent er een parlevinker ? Weinigen, waarschijnlijk. Nochtans bestaat het beroep sinds dit jaar niet meer. In Europa stopte de laatste "Parlevinker". Het beroep heeft natuurlijk te maken met binnenvaart, of wat dacht je anders. Parlevinkers waren er in België, Frankrijk, maar vooral in Nederland. Het waren koopmannen die met hun bootje, zowat alles aan de binnenvaart, maar ook de pleziervaart konden leveren. Natuurlijk waren dat vooral levensmiddelen, maar ook alles wat de binnenvaart nodig had bracht de parlevinker aan met zijn bootje.Ook het model van het bootje werd Parlevinker genoemd. De luiken werden weggeschoven en de schippersvrouw kon zien wat de man allemaal te bieden had. In mei stopte de laatste parlevinker, Wim Van Hooren uit Belfeld. Zijn bootje verdwijnt gelukkig niet, maar gaat naar het museum. Nederlanders dragen nu éénmaal zorg voor hun varend patrimonium. Na 44 jaar met zijn bootje "time is money" stopte de man, gezien er geen opvolging meer was. Zijn vader was ook parlevinker op de Maas, begonnen in 1932 met z'n roeibootje. Omdat er toen in Belfeld slechts één sluis was, duurde het schutten er langer, zodat de parlevinker meer tijd had om z'n waar aan de man te brengen. Zijn bootje werd nadien een motorboot en had een Lister-motor van 88 pk. De boot zelf was 11m lang en 3,60m breed met een diepgang van 1,40m. Men had deze mensen zowat overal in Nederland tien/twintig jaar terug. De grote meren, alle grote rivieren, de havens en de Zuiderzee (het huidige IJsselmeer) enz... Op kanaal 77 zal het in Belfeld iets stiller worden, want de parlevinker is er niet meer !!!
Gisteren, een koude, maar verder toch mooie dag, besloot ik om naar 't kerkhof te gaan. Allerheiligen was een tijdje voorbij en de bloemen zouden wel al bevroren zijn. Toen ik aan 't graf van mijn ouders stond, was alles reeds opgeruimd. Dan maar verder een beetje onderhoud doen, ik had toch een schoffel en spade bij. Ze lagen er na vijf minuten weer netjes bij, en zo hoort het ook. Nu ik over de luxe beschik, om mijn dagen zelf in te delen, deed ik nog een wandelingetje over het lokerse kerkhof. Een vrouw was bezig met op diverse graven heidekruid te planten, en ging volledig in haar werk op. Ik ging de andere kant op, dan waar mijn ouders lagen. Je kan je moeilijk inbeelden welke leeftijdsgenoten je allemaal tegenkomt. Nou ja, tegenkomen is niet direct het juiste, want enkel de foto's op de zerken brachten hen weer voor de geest. Schoolkameraden, speelmaatjes van toen, prille liefjes, het hoorde er allemaal bij. Je geest dwaalt dan af, terug naar een onbezorgde periode, toen meer kon en mocht als nu. Toen in dit provincie-stadje iedereen, iedereen kende en elkaar begroeten een normale zaak leek. Weg dit alles, want het hoeft allemaal niet meer ! Alles moest en zou vrij zijn, bevrijd van al die strakke taboes uit het verleden. Meerdere vrienden die daar lagen waren reeds tien, twintig jaar dood. Ik schrok me rot. Toen ik over die graven heen alle data las van overlijden, huiverde ik. Snel de kilte door en terug naar mijn fiets. Onderweg moest ik aan allen denken die ik "gezien" had op 't kerkhof en er nu niet meer waren. We zouden elkaar nooit meer groeten. Nu ik tijd had om te vragen :"wat deed ge vroeger" of "met wie zijt ge getrouwd" of nog "heb ge kinderen ?" Te laat voor al deze vragen. Gemiste kansen, dat zeker. Thuisgekomen koesterde ik me in de knusse warmte. Maar ergens anders had ik het koud, koud om zoveel verlies en gemiste kansen.
We hebben het deze maand reeds allemaal gehad, regen, wind, sneeuw, vries en ga zo maar door. Geen dingen waar je direct vrolijk van wordt. Mijn bootje is nu in volle winterrust. Volledig afgetaped en beplakt met zilver afplak-vellen die ik ieder jaar weer gebruik om alle vensters af te sluiten. Daarenboven heb ik 5 grote condens-boxen geplaatst om ieder resterend condenswater op te vangen. Aan de dakvensters is bijkomende isolatie langs de binnenkant geplaatst. Alle water is uit de watertanks en in de leidingen is er een beetje antivries achtergelaten om alle waterleidingen te vrijwaren. Alle kussens werden van boord gehaald en gestockeerd op onze droge zolder, zodat het vocht geen kans krijgt.De spatzeilen achteraan werden er ook afgehaald en op een droge kamer gezet. Een weekje geleden heb ik de motor nog eens een kwartiertje laten draaien en de batterijen worden bij deze weersomstandigheden continu bijgevuld. Het bootje is klaar om de winter door te komen.
't Was gisteren de raarste dag van mijn leven, er kwam immers een totaal onverwacht einde aan mijn beroepsleven. Door een foute inschatting van het aantal verlofdagen waar ik nog recht op bleek te hebben, kon ik met directe ingang stoppen. Ik bleef nog wel de ganse dag werken, maar toen ik 's avonds de lucht opsnoof langsheen het Houtdok in Antwerpen, besefte ik dat het gedaan was. Voordien waren alle collega's me het beste komen wensen, zo van : "profiteer er van, geniet er van, bel maar eens en nog veel vaargenot en nog andere dingen, te mooi om in de openbaarheid te brengen. En daar stond ik dan, over het water turend met betraande ogen. Het zou nooit meer worden wat het was. Drukke telefoons over en weer tussen schepen en collega-bevrachters, deals sluiten met de schippers en verladers, 't was allemaal voorbij. 46 jaar en 't was als een rook voorbij. Gedaan, finito ! Ik wandelde in de koude lucht naar mijn wagen. Het weer bleek bondgenoot te spelen van de somberheid van het moment. Koud, sneeuw en vries ! Gelukkig moest ik die avond naar een baby-borrel, met opnieuw mensen om me heen, die het leed schenen te verzachten. Petra stond me op te wachten aan de Frankrijklei. Eénmaal binnen was het handjes schudden en de meesten weer hetzelfde, proficiat met uw pensioen, geniet er van, enz... Toen we naar huis reden, waren we allebei stil. We beseften dat het de laatste keer was dat we van Antwerpen, onze werkstede, naar huis reden. Morgen zou Petra alleen zijn om naar Antwerpen te rijden. Thuis, ver van al het volk en de vrienden, hebben we in alle stilte een traantje gelaten. We zouden het missen, de gezellige ritten naar- en van het werk. Vanaf nu namen we beiden een andere weg, ik thuis, en mijn Petra aan 't werk. 't Zal nooit meer 't zelfde zijn !
Neen, niet naar dit Mekka, waar het religieuze primeert, wel naar het Mekka van de watersport. Daar waren we afgelopen week-end. Patrick, Kristin, Petra & ikzelf gingen afgelopen week-end naar de randmeren, het prachtigste vaargebied, waar we allemaal verliefd op zijn. Net wanneer je de oranje-sluizen in Amsterdam uitvaart en het vaarwater dwarst, beginnen deze meren ter hoogte van de as Almere-Muiden met het Gooimeer. Eens dit voorbij komt het Eemmeer er aan met Eemdijk, Bunschoten en Spakenburg. We komen nu aan het Nijkerkernauw met de eerste twee sluizen op de randmeren en Nijkerk als belangrijkste stad. Met Nuldernauw komt het vierde deel-meer er aan met steden als Zeewolde, Wolderwijd en Harderwijk. Het Veluwemeer ontsluit de prachtige Veluwestreek, hier is het prachtig om fietsen en liggen nog ongerepte stukjes veen. We varen voorbij Elburg en Biddinghuizen en varen nu op het Drontermeer, richting de tweede sluis, de Roggebotsluis.Het Vossemeer met rechts het Zwarte Meer en links richting het IJsselmeer ligt het laatste van de randmeren, het grote Ketelmeer. Het IJsselmeer heette vroeger IJsselzee en had een open verbinding met de Noordzee. Het was een echte binnenzee. Nu vormt deze zee een aantal binnen-meren(Markermeer en IJsselmeer) en één open binnenzee (Waddenzee). Het IJsselmeer is de gevaarlijkste vaarplek in Nederland, maar tevens de mooiste. Met zijn maximum diepte van 4,50m geeft het IJsselmeer en zeer korte en gevaarlijke golfslag. Ieder jaar weer gaan schepen naar de dieperik. Zowel beroeps- als pleziervaartuigen. De randen van het IJsselmeer en de Randmeren zijn bezaaid met bedrijven die als hoofdtaak "pleziervaart" hebben. Tienduizenden verdienen hun brood met jachten te verkopen, te herstellen, te schilderen, te bunkeren, in jachthavens enz... Jaarlijks verdient de Nederlandse staat een slordige vijf miljard euro aan de pleziervaart. In tegenstelling tot België is Nederland nog steeds en nautische staat. Afgelopen week-end kwamen honderden surfers, al of niet kite-surfers (je weet wel met een zeil in de lucht surfen). De parking vol met auto's om de adepten hun sport te laten beoefenen. Hier zaten de watersporters achter de "stoof". Een groot verschil. We kwamen verschillende jachtjes tegen. Ongelofelijk, een land waar de watersport zo leeft. Toen we terugkwamen hadden we weer dat goede gevoel. 't Is en blijft heerlijk. Lekker, toch !
Enige maanden geleden scheelde het weinig of ik had mijn bootje geruild. Immers, nu hij volledig in orde staat, is de belangstelling groot. Maar 'k heb wat te lang "getreuzeld" zoals ze in Lokeren zeggen. En weg was ie. Jammer, maar er komen nog gelegenheden. Teveel mensen hebben zich vergaapt op de beurs en doen nu dingen die ze verleden jaar niet zouden gedaan hebben. Met de overgang van rode naar witte diesel er bij en de vele jachten met twee motoren, dus dubbel verbruik, zit de pleziervaart dit jaar in een dipje. Maar, reilen en omzien, zei mijn vader altijd, hij bedoelde daarmee dat je nooit financieel risico mag nemen. Ook een hobby moet een hobby blijven. Ik heb sinds september een mooi bootje op het oog, maar de inruilwaarde voor mijn bootje vind ik nog wat te nederig. Dus wacht ik maar af, want het mekka van de boten-verkoop ligt in Nederland. En Nederlanders zijn sinds mensenheugenis handelaren. Dat weet ondertussen de helft van de wereld. Reden te meer om deze verkoper wat te laten sudderen.De man heeft ondertussen al te kennen gegeven dat er kan "onderhandeld" worden. Ik heb wat bedenktijd gevraagd tot eind dit jaar. Met de slechte gang van zaken in de verkoop van jachten, zullen er mogelijkheden komen, zoveel is zeker. Dus wacht ik af, en verzorg de "Enya" zoals het hoort. Ik was gisteren, samen met Petra, de ganse voormiddag in de weer om hem winter-klaar te maken. Al het water is ondertussen uit de tank en leidingen en toilet werd gevuld met antivries. Enkel de boiler moet ik nog leeg laten lopen en ons bootje staat klaar. De Enya staat nu ook volledig afgeplakt met een zilverfolie tegen condens. Tevens werden vijf grote vocht-vreters over de ganse oppervlakte verdeeld van de boot, zodat vocht geen kans krijgt. Alle kussens en lakens werden van boord gehaald en de matras werd recht gezet, zodat nergens de vochtigheid schade kan berokkenen. Het heeft ons immers een aardige cent gekost om alles te laten vernieuwen. Boven op zolder ligt alles luchtig en droog. Regelmatig doe ik een controle om te zien of alles nog in orde is. Volgend jaar staan er grotere plannen klaar. Met een zee van tijd die me wacht, zal er flink wat geschilderd en gesleuteld worden aan ons bootje. Tenzij, ja tenzij.... De Nederlanders wat inschikkelijker worden...
Hij was van 11, zegden ze me altijd, precies of ik er bij was geweest. 'k Was gisteren terug bij HEM, en ik betrap er mij op dat hoe ouder ik word, hoe emotioneler en bijgevolg moeilijker ze worden, die kerkhofbezoeken. Maar voor HEM doe ik het. HIJ was mijne god. Een weergaloos mens, graaggezien door iedereen. Het werkvolk van Trefin op kop. Daar was hij altijd voor in de weer. Het was voor de tijd van computers en machines, en de lonen werden bijgevolg allemaal verwerkt met het kopken en een ingewikkelde machiene, dat rekenmachien heette. Geen vergelijk mogelijk met de huidige, handige machientjes, maar complexe gevallen waarvoor men gestudeerd moest hebben. Mijn vader was praktisch gans zijn leven intern. Toen HIJ het middelbare moest aanvatten werd HIJ naar Malonne gestuurd, waar een zeer grote broederschool gevestigd was. Een dorpje in de schaduw van Namen. Er werd Frans gesproken. De Broeders keken streng toe, en wanneer iemand één woord Nederlands sprak volgden een aantal strafstudies. Behalve de studies was mijn vader enorm verslaafd aan sport. Zo was er op de school een zwembad, een boksring, een voetbalveld en een rugby veld. Voor die tijd een enorme uitzondering. Voetbal, Rugby en Boksen droegen ZIJN voorkeur weg. Iedere maand kwamen de internen naar huis, met de vuile was. Thuis had men een grote zaak van textielstoffen, zowel heren als dames. Opa Fons deed de markten, terwijl mémé Charlotte de winkel beheerde. Nadat mijne pa zijn humaniora doorlopen had, ging hij verder studeren in Frankrijk. Noord-Frankrijk, dat toen het mekka was van de textielindustrie met Tourcoing en Roubaix als uitschieters, daar deed mijn vader stage als jong ingenieur weefkunde, zijn broer Roger deed er spinkunde. Beiden studeerden af met de grootste onderscheiding. Maar eind de jaren twintig, begin dertig waren het crisisjaren. Nergens was er werk te vinden. Zeker niet in de altijd gevoelige industrietakken zoals textiel. Ik hoor mijn vader nog altijd vertellen dat HIJ directeur kon worden in een fabriek in Ronse, waar 800 mensen werkten. Loon : "kost en inwoon". Maar... na ZIJN studies bleek mijn vader ook een gezonde interesse te hebben voor het andere geslacht. Hij ontmoette via "den toeristenbond" mijn moeder. Den toeristenbond was een verzameling van jongen mensen die per fiets uitstappen deden, en zowel mijn moeder als mijn vader waren er lid van. Al waren ze beiden reeds ver in de twintig, bij den toeristenbond reden ook altijd een paar "chaperonnes" mee. Dat waren mannen of vrouwen, wiens geloofwaardigheid boven alle verdenking stond' en die na de uitstap alles doorvertelden aan de ongeruste ouders. Want iedereen mocht niet met iedereen zo maar wat hebben. Oooooooooooo, nee ! Maar verschillende leden-vernuftelingen kregen het klaar om nu en dan voor een korte tijd te verdwijnen, tot grote ergernis van de chaperonnes. In juli 1938 trouwden mijn vader en moeder, en een jaartje later, in augustus, kwam mijn broer Marc ter wereld. Mijn vader die aan de slag was bij "Cockes" in Lokeren verdiende er een bescheiden loon. Het waren de magere jaren, en alhoewel zij beiden van "ne goeien thuis" waren, was het bij ons thuis gene vetpot. Maar treuren deden we er niet om en hadden beiden een gelukkige jeugd. Ik kwam in 1945 ter wereld, zes jaar na mijn broer. Mijn moeder heeft mij altijd verteld, dat toen ik geboren werd en ze hoorde dat het weer een jongen was, ze tegen de verpleegster had gezegd : "draag hem maar terug, 'k moet hem nie zien". Het zou tekenend zijn voor mijn verder leven. Mijn moeder had, wat haar betrof, één zoon, Marc. Mijn vader had twee kinderen, en van tijd tot tijd kreeg ik soms van HEM een compensatie, maar bovenal zeer veel vriendschap. Ieder keer wanneer ik HEM terugzie, daar op dat koude kerkhof, denk ik aan die dingen, dingen die je als klein kind ondergaat, maar als volwassen man NOOIT vergeet. HIJ werkte ondertussen op het kantoor Keppens-Bracke op de markt, een handel in Koloniale Waren. Hij deed er de ganse boekhouding en het stockbeheer. Die groothandel had in den beginne een kar met twee paarden er voor, die zijn me altijd bijgebleven. Later werd het een camion en werd er een chauffeur in dienst genomen. Toen die handel sloot, verkaste mijn vader naar Trefin. HIJ werd hoofd van de boekhouding, en ging dikwijls in de clinch met de directie, ten gunste van zijn werkvolk. Zijn vrije tijd was en bleef voetbal. Samen gingen we kijken naar de sporting, HIJ de kalmte zelve, ik soms opverend bij alles wat voor mij niet kon. HIJ legde dan ZIJN arm zacht op mijn voorarm, tuitte ZIJN mond en deed teken om te gaan zitten. Rustig, jongen, rustig. Volgend jaar word ik even oud als HIJ was, toen hij overleed. Ik denk regelmatig nog aan die 8e november 1975, nu drieëndertig jaar terug, 'k mis HEM nog iedere dag. Even erg zoals ik die andere jongen in mijn leven mis, mijn kleinzoon Wout. Hij is jarig op 5 november. Misschien schrijft hij ooit wel eens op zijn blog of in zijn dagboek over zijnen opa, die hij veel te weinig zag.
11 october hielden de buren van Watersportvereniging Wachtebeke een bbq, ter gelegendheid van het afsluiten van het vaarseizoen. Samen met Rose, Kristin, Joël en Patrick hadden we ons ingeschreven voor dit smulfestijn. We gingen ons bootje nog éénmaal van stal halen en naar Wachtebeke varen, een korte maar altijd mooie vaart. Zeker met dit jaargetijde is het prachtig om in het Vlaamse land nog te varen. Lichtjes nevel, vallende goudgele bladeren en rustig water. Romantischer kan bijna niet ! Kort na de middag schoven we bijna geluidloos over het water naar Wachtebeke toe. De weergoden waren met ons, een prachtige zon, wij met korte mouwen bij een temperatuur van 20°. Gewoon fantastisch. Het aansnijden van de bochtenrijke moervaart, met achter ons het rimpelende water en het zachtjes brommen van "HET BEEST". Zalig gewoon, we genoten beiden en het was veel te vroeg dat we al aankwamen. Deze vaart had veeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel langer mogen duren ! We hadden ons beiden vastgemaakt aan de steiger die normaal voorzien is voor wachtenden richting Lokeren bij het blokvaren. Nu het seizoen voorbij was, kon dat. Een korte wandeling om nog wat boodschappen te doen richting carrefour, en daarna zo snel mogelijk het kortstbijgelegen terras opgezocht om zalig te genieten van de laatste zonnestralen in 2008. Rustig keuvelend over alles en nog wat (hoofdzakelijk over bootjes), was het snel tijd om Rose en Joël op te vangen. Zij kwamen immers van Bellegem met de wagen. Met ruim 150 mensen waren ze die avond in de feestzaal. Met een vertegenwoodiging van vele clubs van her en der waren ze er op afgekomen. Uit Brugge, Zelzate, Sas van Gent, Spanjeveer, Mendonk en nog andere clubs zaten onder gezellig geroezemoes lekker eten en een pintje te drinken. Mijn maatje werd onwel en spoedig gingen we aan boord, ons gezelschap achterlatend. 's Nachts was mijn matroosje ziek, en we spoeden ons dezelfde voormiddag nog terug naar Spanjeveer. Het zette een beetje een domper op de gezellige vaart die we hadden. Jammer, maar ziek zijn kent geen tijd. De terugvaart was met al die bladeren op de moervaart nog mooier dan voorheen. Snel vastmaken en wegwezen, want Petra werd echt ziek, grieperign ze wou zo snel mogelijk in haar bedje thuis. Toch hebben we er beiden van genoten, al hadden we alletwee een happy-end er aan willen breien. Wie weet, een andere keer misschien !
En zingen allemaal tegelijk sme....ppen, ge zijt ons kwijt !
't Wa een kl... weer zondag. Terug een reunie van het plt verkenners van het 5° linie uit 1964. Ook ondergetekende s.m. 64/21398 was er bij. We waren met tien mensen, en de eerlijkheid gebied me om te zeggen dat ik een klein beetje ontgoocheld was. Niet vanwege het terugzien van vrienden die meer dan 40 jaar terug mijn dagelijks gezelschap vormden, maar wel dat er ook nu geen nieuwe mensen bij waren. Maar goed niet getreurd. Les absents ont tort ! In Ieper werden we opgewacht door André Depuydt, die ons allen na enig zoeken bracht op het eilandje aan de omwalling van Ieper. Een mooi gebied waar ik nog nooit geweest was. De rust heerste er, en het was verschrikkelijk jammer, maar de regen gutste met bakken uit de hemel. Na de aperitief hebben we in korte looppas dan maar Ieper in 5 minutes bezocht. Jammer, wat dit stadje heeft een schitterend verleden. Getuige daarvan de volledig hernieuwde hallen op de markt en de achterliggende kerk. In draf ging het dan weer richting het gezellig restaurant op het eilandje, waar we de namiddag met over "oude" verhalen over de brug kwamen met erbij een pintje of ne koffie. 's Avonds aten we gezamelijk, we namen node afscheid van elkaar. Ik zag oogjes glanzen, en een paar "vuiltjes uit de ogen" wissen. Denkend aan de vijf overleden kameraden, dacht iedereen : "'k hoop er binnen twee jaar terug bij te zijn". Sommige dachten het zelfs luidop. Het ga jullie goed, vrienden en tot binnen twee jaar !
op de foto links onze organisator uit Ieper André Depuydt, rechts Robert Van Duffel, de immer enthousiaste Alkenaar, Limburger in hart en nieren.
En we zijme van de klas, en we drinken bier mee emmerkes....
1964, in Soest, bij het peleton verkenners van het 5° linie. Daar was soldaat-milicien 64/21398 een zekere André Van Hecke uit Lokeren. Hij kwam veertig jaar na datum (altijd een laatbloeier geweest), op het idee om al zijn ex-legervrienden op te zoeken met alle middelen. Na één jaar speurwerk vond hij er waarachtig 26 van de 27 terug. Enkel Gui Donners was in rook opgegaan. Het laatste spoor van hem was 's Herenhelderen. Van alle 26 vrienden zijn er intussen 5 overleden. De 21 anderen heb ik allemaal brieven en mails gestuurd en bij onze eerste samenkomst waren er 10 aanwezig in Waasmunster. We waren eigenlijk gekomen om een pintje te drinken en terug weg, maar de vriendschap opgebouwd in 1964/65 was gebleven. Het was al laat 's avonds wanneer we afscheid namen na een ongelofelijke prachtige namiddag. Ook de vrouwtjes waren er bij en zagen hoe echte mannen-vriendschap kan zijn. We beloofden elkaar iedere twee jaar terug te zien. Twee jaar nadien was er Alden Biezen tegen Tongeren en deze namiddag is er weer die reunie op 't Eilandje in Ieper. Er zullen weer sterke verhalen naar boven komen, over hoe het was. Weer zal het vuur laaiend worden en wanen we ons 19/20 jaar in 1964. Maar... tussen die twintigers lopen nu grijsaards en kalende koppetjes. We zijn immers 2008. Vlug een sjaaltje of een petje op het hoofd of we zitten morgen met een verkoudheid. Tja...
Hij werd geboren in Lombardzijde op 13 februari 1952 en was van 1972 tot en met 1984 beroepsrenner. Het overgrote deel van zijn carrière bracht hij door bij Flandria tot 1979. In 1980, na een jaartje Italië, ging Freddy Maertens twee jaar rijden voor het sigarettenmerk Boule d'Or. De laatste drie jaar reed Maertens voor Masta Concorde - AVP Viditel en Splendor. Freddy werd naast Belgisch Kampioen, tweemaal Wereldkampioen, tweemaal de Super Prestige (het officieuze wereldkampioenschap), won de Vuelta met 13 rit-winsten in 1977 en de groene trui in '76, '78 en 1981, ook in de Giro won hij 7 ritten. Hij had ook een pak tegenslagen te verwerken, twee faillissementen van Flandria en San Giacomo, die tot op vandaag nawerken op de financiële toestand van het gezin Maertens. Op een fiets die hij gaf aan het zoontje van zijn overleden kameraad Jempi Monseré, die ook wereldkampioen was, verongelukte de kleine Monseré bij een ongeval, net als zijn vader. Deze tegenslagen tekenden de "mens Maertens" voorgoed. Maar Freddy kroop uit dat dal en is nu weer laaiend enthousiast over z'n centrum. Hij is immers de beheerder van het Centrum van de Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde. Voor iedere Vlaming en wielerliefhebber een must om te bezoeken. Maertens zal bij het Belgische publiek altijd herinnerd worden als DE poulain van Lomme Driessens, de legendarische mentor van verschillende wielergoden.
De laatste zondag van september. We hebben heerlijk geslapen. Wanneer ik buiten kom, ben ik in de kortste keren terug binnen. 't Is fris en binnen lekker warm. Een pull meer en mijn pet op en buiten maar. Ik zeem het schip schoon, maar drogen doet het slecht. 't Is een dikke mist en de brug achter ons is onzichtbaar. Ik wandel over de steiger en doe een babbeltje met Joël. We spreken af om wat te wandelen, naar de andere kant van 't eilandje naar het andere deel van de jachthaven. Rond half elf komt er een voorzichtig zonnetje te voorschijn achter de wolken. Het wordt direct een stukje warmer. Iets na elven lost ze alle mist op, en geeft de warmte die men beloofd had. Terug aan boord nemen we het aperitief en keuvelen wat. De verhalen van Joël over "la douce France" doen ons watertanden. Petra en Rose hebben allebei hapjes gereed gemaakt. We besluiten dan ook om vlak na het aperitief te starten en te varen. Immers, mocht het in de late namiddag terug mistig worden ! Rond kwart na twee starten we, en varen rustig het kanaal af in een schitterende en deugdoende zon. Eventjes voor drie duiken we de Moervaart in en om kwart over drie liggen we vast op onze plaats. Omdat Petra reeds alles klaar had gezet, hebben we niet al te veel werk om alles in de wagen te zetten. We hebben dit jaar bijna 97 uur gevaren. Dat is bijzonder weinig, maar het is dan ook een rotjaar geweest. Dikwijls slecht weer en/of winderig. Maar goed, we kijken in de kantine naar 't wereldkampioenschap wielrennen en zien hoe "les petits belges" naar huis gereden worden. Zelf koesteren we grootse plannen, maar die vertel ik later wel. Immers, er wacht mij een speciaal jaar, een jaar waar ik 365 dagen verlof zal hebben en staatsambtenaar wordt !
Na een weekje werken, voorspellen ze nog altijd prachtig weer. We gaan zeker niet blijven liggen en zijn van plan naar 't Sas Van Gent te varen. Kort, maar we moeten geen rekening houden met sluizen, getijden of weet ik veel. Patrick en Kristin gaan naar Terneuzen, maar twee weken hetzelfde lijkt ons iets te veel van het goede. Sas Van Gent is ver genoeg, en Rose en Joël zijn maar wat blij dat ze mee kunnen. Hun bootje "Wet dream" draait op benzine, dus wordt er snel nog 60 liter gehaald en getankt. De "Glastron" van Joël is een snellopende benzinemotor, die rond de 15 liter slikt per uur. Met de tankinhoud komt hij ruim toe om heen en terug te varen. Bijkomend heeft hij dit nog nooit gedaan en heeft liever iemand bij hem die de haven en de gebruiken ginder kent. We vertrekken bijtijds, de zon is van de partij. Gewoon schitterend. De gewone trip via Moervaart naar het kanaal Gent - Terneuzen levert geen noemenswaardige problemen op. Dit kanaal is gedurende de week toch wel een smeltkroes van diverse schepen. van zeeboot tot jacht en alles wat er tussen zit, komen we op onze weg tegen. Aan Sidmar, nog altijd een drukte van belang, lossen zeeschepen in combine met laden van binnenschepen - alle kranen zijn in werking. In 't Sas wijken we uit naar bakboord en glijden door de smalle strook water tot aan het "Van Gogh brugje". Net er voor zijn er twee, drie plaatsen waar we kunnen liggen. De vaste mensen, zijn op week-end trip naar Eeklo. Ze komen zeker niet terug voor zondagnamiddag, en tegen die tijd zijn we weg. Effen voor de middag liggen we op onze plaats. We maken vast en de vrouwtjes gaan winkelen. Als ze terugkomen, gaan we samen wandelen. We nemen een drankje en spreken af om 's avonds te gaan eten. Nergens plaats, behalve bij de Chinees. We blijken goed te zitten en eten schitterend tegen een normaal tarief. We drinken nadien nog een pintje en wandelen terug naar boord. Ik kijk nog eventjes TV en verneem dat mijn ex-buurvrouw Miet Smet gehuwd is met ex-premier Maertens. Veel geluk ! We duiken in ons bedje en slapen onmiddelijk in.
Ik ben André Van Hecke, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Oostvaarder.
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is ex-bevrachter van binnenschepen, nu met pensioen.
Ik ben geboren op 31/07/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vooreerst mijn bootje Enya, en alles wat ook maar te maken heeft met H2O..
Sinds 25/11/2008 met pensioen, een soms onbekende zee van tijd die op me afkomt - met vrouwtje Petra wat wandelen, en skieën ieder jaar in Seefeld, Oostenrijks stadje waar we getrouwd zijn - in de zomer spenderen we onze vrije tijd sowieso aan ons bootje
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
M/S ENYA
mijn bootje is een Gruno 38E Royal van bouwjaar 2000, is 12m lang en 3,80m breed met een diepgang van 1,10m en een doorvaarthoogte van 4,25/3,60m en een gewicht van 12,5 ton - de motor is een 6 cylinder IVECO van 120 pk met een verbruik van ca. 4 liter/uur. Een watertank en fueltank van elk 500 liter en een vuilwatertank van 200 liter. De boot heeft een buitenbesturing met boeg- en hekschroef, automatische piloot en gps/plotter. Herschilderd op de werf in 2011, zowel boven als onder de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst. Zijn geboorteplaats is Zoutkamp in Friesland.
De motor is een 6 cylinder dieselmotor IVECO type 8065M12.01, met een verbruik van ca. 4 liter per uur, en komt uit de Milanese fabriek (It.) en draagt als matricuulnummer 0587975. Rustig draaiend en bedrijfszeker, zo wordt de motor omschreven in de onafhankelijke testen. Met in de nabijheid van mijn ligplaats, Spanjeveer op de Moervaart, is er een Europees hoofdverdeler en onderhoudscentrum van IVECO, gelegen aan de Vliegtuiglaan in Gent. Ook dat is makkelijk.
Wij hebben in onze boot geopteerd voor een dinette i.p.v. een tweede slaapkamer, aangezien wij voor meer dan 95% ons tweetjes varen. Ruim om te eten, en voorzien van talrijke bergplaatsen, waarbij alles binnen handbereik ligt, is het in blanke eik uitgevoerd en met een blauwe stoffering, een lust voor het oog.
Het kombuis betekent ook soms het "hart" van de Bourgondische Vlaming. Wanner er gekookt wordt aan boord, is het nuttig om te beschikken over een degelijk uitgeruste keuken. Met twee ijskasten, een magnetron en een vier-pits gasvuur, dampkap en verluchting via een dakvenster, is ook onze keuken voldoende gewapend om "de hongerigen te spijzen".
Het salon is en blijft de plaats bij uitstek in het schip. Gezien de geringe oppervlakte die een boot biedt, is het de pleisterplaats om televisie te kijken of radio te luisteren. Lezend, makkelijk achterover leunend in een zetel vliegen de avonden zo voorbij.
"De natte cel" noemt men het toilet- was- en douchegedeelte in een pleziervaartuig. Je kan aannemen dat ook de mechaniek een aardig stukje vertegenwoordigd is in dit gedeelte van de boot. Pompen, vermalers en verwarmingselementen zijn er in vertegenwoordigd. Met de huidige verstrengde wetgeving is ook de vuilwatertank verbonden aan de lozende installaties.
Ieder mens heeft slaap nodig. Dus is de uitrusting van een slaapkamer bijzonder. Immers een goede matras waarborgt een goede nachtrust. Met de vele bergplaatsen vindt de kledij er ook zijn plaats. Onze slaapkamer biedt nog iets extra wat we bij vorige bootjes niet hadden. Een venster achteraan waar je bij 't opstaan nog een blik kan werpen over het rustige of onrustige water. Mooi toch !
Wanneer hier een lichtje aanslaat of er een geluidje biept, is er "iets". Behalve de snelheid in km/u of in zeemijlen/u, de diepte in meter of in voet, beschikt de stuurstand ook over een elektronisch kompas, aangevuld met gps/plotter en een stuurautomaat, er is er op dit electronisch plateau ook plaats voor een boeg- en hekschroef en een electrische ankerwinch. Bij de "gewone" meters vervolledigen een voltmeter, temperatuurmeter, oliedrukmeter, toerenteller met aangegeven aantal draaiuren van de motor en een stand van de tanks aan boord. Alles is overzichtelijk geplaatst, zodat bij het minste onheil snel kan worden ingegrepen.
Historiek van mijn vorige bootjes :
El Verde : spitsgatkottertje 9,30m lang en 3,20m breed en 0,85m diepgang, motor Indenor 50 pk, van Peugeot origine met bouwjaar 1970, gebouwd door Jachtwerf Oost in Akkrum. Bootje werd verkocht (2007) aan onze inmiddels zeer goede vrienden Karel en Leon, Karel is ook geregeld gastschrijver op mijn blog. In 2010 verkochten Karel en Leon de El Verde verder aan een koppel uit Izegem. Zij herdoopten het terug in Griffioen, wat de naam was van het bootje toen we er allebei op verliefd werden in het verre, maar mooie Akkrum.
Enya : Super Lauwersmeerkruiser - 11,40m lang en 3,40m breed met diepgang van 1,00m - gewicht 12 ton - motor : DAF 575 - bouwjaar 1983 op Lauwersmeer - werf in Westergeest. Was een miskoop, maar dat gebeurd overal wel eens. Het bootje werd omgeruild met mijn huidige Gruno Royal 38'.
Enya : Gruno Royal 38 - bouwjaar 2000 - 12m lengte, 3,80 breed en diepgang van 1,10m - gewicht 12 ton - motor IVECO 125 pk - 6 cylinder gebouwd op Gruno werf in Zoutkamp. Ongelofelijk wendbaar, dankzij boeg- en hekschroef, stille, zuinige motor, weinige uren gedraaid bij aankoop en zowel het interieur als buiten goed in orde. Boot werd in 2011 herschilderd, zowel onderwaterschip als boven de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst en de motor volledig nagezien.
Toen we elkaar zagen op 16.09.10 wist ik niet eens dat zo'n studierichting als I.W. bestond. Ik heb ondertussen al wat gegrasduint op internet en er over gelezen. Lang niet zo'n makkelijke materie, maar ik denk dat jij dat aankan ! Ik hoop zeker dat we van tijd tot tijd de gelegendheid hebben om met elkaar een babbeltje te doen. Dat zou super zijn. Jammer van die verloren tijd, want die halen we nooit meer in ! opa
Hi Pa,
Ikke nog eens. JIJ staat nu op internet op een blog. Iets wat je nooit gekend hebt, maar je zou het zeker interessant gevonden hebben, al was het maar om je postzegelverzameling aan te dikken. Ons ma zou het maar "brol" gevonden hebben. De band tussen ons was altijd sterk, omdat we zoveel op elkaar leken. Telkens ik bij u sta, daar op die kille plaats mis ik je nog altijd. 'k Heb al een nieuw plantje gekweekt om het andere te vervangen bij u. 'k Breng het wel eens als we alleen zijn. U en ik ! Rust zacht. Onze kleinen.