varende senioren over bootjes, varen en nog andere dingen !
01-11-2008
Herinneringen aan mijn vader.
Hij was van 11, zegden ze me altijd, precies of ik er bij was geweest. 'k Was gisteren terug bij HEM, en ik betrap er mij op dat hoe ouder ik word, hoe emotioneler en bijgevolg moeilijker ze worden, die kerkhofbezoeken. Maar voor HEM doe ik het. HIJ was mijne god. Een weergaloos mens, graaggezien door iedereen. Het werkvolk van Trefin op kop. Daar was hij altijd voor in de weer. Het was voor de tijd van computers en machines, en de lonen werden bijgevolg allemaal verwerkt met het kopken en een ingewikkelde machiene, dat rekenmachien heette. Geen vergelijk mogelijk met de huidige, handige machientjes, maar complexe gevallen waarvoor men gestudeerd moest hebben. Mijn vader was praktisch gans zijn leven intern. Toen HIJ het middelbare moest aanvatten werd HIJ naar Malonne gestuurd, waar een zeer grote broederschool gevestigd was. Een dorpje in de schaduw van Namen. Er werd Frans gesproken. De Broeders keken streng toe, en wanneer iemand één woord Nederlands sprak volgden een aantal strafstudies. Behalve de studies was mijn vader enorm verslaafd aan sport. Zo was er op de school een zwembad, een boksring, een voetbalveld en een rugby veld. Voor die tijd een enorme uitzondering. Voetbal, Rugby en Boksen droegen ZIJN voorkeur weg. Iedere maand kwamen de internen naar huis, met de vuile was. Thuis had men een grote zaak van textielstoffen, zowel heren als dames. Opa Fons deed de markten, terwijl mémé Charlotte de winkel beheerde. Nadat mijne pa zijn humaniora doorlopen had, ging hij verder studeren in Frankrijk. Noord-Frankrijk, dat toen het mekka was van de textielindustrie met Tourcoing en Roubaix als uitschieters, daar deed mijn vader stage als jong ingenieur weefkunde, zijn broer Roger deed er spinkunde. Beiden studeerden af met de grootste onderscheiding. Maar eind de jaren twintig, begin dertig waren het crisisjaren. Nergens was er werk te vinden. Zeker niet in de altijd gevoelige industrietakken zoals textiel. Ik hoor mijn vader nog altijd vertellen dat HIJ directeur kon worden in een fabriek in Ronse, waar 800 mensen werkten. Loon : "kost en inwoon". Maar... na ZIJN studies bleek mijn vader ook een gezonde interesse te hebben voor het andere geslacht. Hij ontmoette via "den toeristenbond" mijn moeder. Den toeristenbond was een verzameling van jongen mensen die per fiets uitstappen deden, en zowel mijn moeder als mijn vader waren er lid van. Al waren ze beiden reeds ver in de twintig, bij den toeristenbond reden ook altijd een paar "chaperonnes" mee. Dat waren mannen of vrouwen, wiens geloofwaardigheid boven alle verdenking stond' en die na de uitstap alles doorvertelden aan de ongeruste ouders. Want iedereen mocht niet met iedereen zo maar wat hebben. Oooooooooooo, nee ! Maar verschillende leden-vernuftelingen kregen het klaar om nu en dan voor een korte tijd te verdwijnen, tot grote ergernis van de chaperonnes. In juli 1938 trouwden mijn vader en moeder, en een jaartje later, in augustus, kwam mijn broer Marc ter wereld. Mijn vader die aan de slag was bij "Cockes" in Lokeren verdiende er een bescheiden loon. Het waren de magere jaren, en alhoewel zij beiden van "ne goeien thuis" waren, was het bij ons thuis gene vetpot. Maar treuren deden we er niet om en hadden beiden een gelukkige jeugd. Ik kwam in 1945 ter wereld, zes jaar na mijn broer. Mijn moeder heeft mij altijd verteld, dat toen ik geboren werd en ze hoorde dat het weer een jongen was, ze tegen de verpleegster had gezegd : "draag hem maar terug, 'k moet hem nie zien". Het zou tekenend zijn voor mijn verder leven. Mijn moeder had, wat haar betrof, één zoon, Marc. Mijn vader had twee kinderen, en van tijd tot tijd kreeg ik soms van HEM een compensatie, maar bovenal zeer veel vriendschap. Ieder keer wanneer ik HEM terugzie, daar op dat koude kerkhof, denk ik aan die dingen, dingen die je als klein kind ondergaat, maar als volwassen man NOOIT vergeet. HIJ werkte ondertussen op het kantoor Keppens-Bracke op de markt, een handel in Koloniale Waren. Hij deed er de ganse boekhouding en het stockbeheer. Die groothandel had in den beginne een kar met twee paarden er voor, die zijn me altijd bijgebleven. Later werd het een camion en werd er een chauffeur in dienst genomen. Toen die handel sloot, verkaste mijn vader naar Trefin. HIJ werd hoofd van de boekhouding, en ging dikwijls in de clinch met de directie, ten gunste van zijn werkvolk. Zijn vrije tijd was en bleef voetbal. Samen gingen we kijken naar de sporting, HIJ de kalmte zelve, ik soms opverend bij alles wat voor mij niet kon. HIJ legde dan ZIJN arm zacht op mijn voorarm, tuitte ZIJN mond en deed teken om te gaan zitten. Rustig, jongen, rustig. Volgend jaar word ik even oud als HIJ was, toen hij overleed. Ik denk regelmatig nog aan die 8e november 1975, nu drieëndertig jaar terug, 'k mis HEM nog iedere dag. Even erg zoals ik die andere jongen in mijn leven mis, mijn kleinzoon Wout. Hij is jarig op 5 november. Misschien schrijft hij ooit wel eens op zijn blog of in zijn dagboek over zijnen opa, die hij veel te weinig zag.
11 october hielden de buren van Watersportvereniging Wachtebeke een bbq, ter gelegendheid van het afsluiten van het vaarseizoen. Samen met Rose, Kristin, Joël en Patrick hadden we ons ingeschreven voor dit smulfestijn. We gingen ons bootje nog éénmaal van stal halen en naar Wachtebeke varen, een korte maar altijd mooie vaart. Zeker met dit jaargetijde is het prachtig om in het Vlaamse land nog te varen. Lichtjes nevel, vallende goudgele bladeren en rustig water. Romantischer kan bijna niet ! Kort na de middag schoven we bijna geluidloos over het water naar Wachtebeke toe. De weergoden waren met ons, een prachtige zon, wij met korte mouwen bij een temperatuur van 20°. Gewoon fantastisch. Het aansnijden van de bochtenrijke moervaart, met achter ons het rimpelende water en het zachtjes brommen van "HET BEEST". Zalig gewoon, we genoten beiden en het was veel te vroeg dat we al aankwamen. Deze vaart had veeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel langer mogen duren ! We hadden ons beiden vastgemaakt aan de steiger die normaal voorzien is voor wachtenden richting Lokeren bij het blokvaren. Nu het seizoen voorbij was, kon dat. Een korte wandeling om nog wat boodschappen te doen richting carrefour, en daarna zo snel mogelijk het kortstbijgelegen terras opgezocht om zalig te genieten van de laatste zonnestralen in 2008. Rustig keuvelend over alles en nog wat (hoofdzakelijk over bootjes), was het snel tijd om Rose en Joël op te vangen. Zij kwamen immers van Bellegem met de wagen. Met ruim 150 mensen waren ze die avond in de feestzaal. Met een vertegenwoodiging van vele clubs van her en der waren ze er op afgekomen. Uit Brugge, Zelzate, Sas van Gent, Spanjeveer, Mendonk en nog andere clubs zaten onder gezellig geroezemoes lekker eten en een pintje te drinken. Mijn maatje werd onwel en spoedig gingen we aan boord, ons gezelschap achterlatend. 's Nachts was mijn matroosje ziek, en we spoeden ons dezelfde voormiddag nog terug naar Spanjeveer. Het zette een beetje een domper op de gezellige vaart die we hadden. Jammer, maar ziek zijn kent geen tijd. De terugvaart was met al die bladeren op de moervaart nog mooier dan voorheen. Snel vastmaken en wegwezen, want Petra werd echt ziek, grieperign ze wou zo snel mogelijk in haar bedje thuis. Toch hebben we er beiden van genoten, al hadden we alletwee een happy-end er aan willen breien. Wie weet, een andere keer misschien !
En zingen allemaal tegelijk sme....ppen, ge zijt ons kwijt !
't Wa een kl... weer zondag. Terug een reunie van het plt verkenners van het 5° linie uit 1964. Ook ondergetekende s.m. 64/21398 was er bij. We waren met tien mensen, en de eerlijkheid gebied me om te zeggen dat ik een klein beetje ontgoocheld was. Niet vanwege het terugzien van vrienden die meer dan 40 jaar terug mijn dagelijks gezelschap vormden, maar wel dat er ook nu geen nieuwe mensen bij waren. Maar goed niet getreurd. Les absents ont tort ! In Ieper werden we opgewacht door André Depuydt, die ons allen na enig zoeken bracht op het eilandje aan de omwalling van Ieper. Een mooi gebied waar ik nog nooit geweest was. De rust heerste er, en het was verschrikkelijk jammer, maar de regen gutste met bakken uit de hemel. Na de aperitief hebben we in korte looppas dan maar Ieper in 5 minutes bezocht. Jammer, wat dit stadje heeft een schitterend verleden. Getuige daarvan de volledig hernieuwde hallen op de markt en de achterliggende kerk. In draf ging het dan weer richting het gezellig restaurant op het eilandje, waar we de namiddag met over "oude" verhalen over de brug kwamen met erbij een pintje of ne koffie. 's Avonds aten we gezamelijk, we namen node afscheid van elkaar. Ik zag oogjes glanzen, en een paar "vuiltjes uit de ogen" wissen. Denkend aan de vijf overleden kameraden, dacht iedereen : "'k hoop er binnen twee jaar terug bij te zijn". Sommige dachten het zelfs luidop. Het ga jullie goed, vrienden en tot binnen twee jaar !
op de foto links onze organisator uit Ieper André Depuydt, rechts Robert Van Duffel, de immer enthousiaste Alkenaar, Limburger in hart en nieren.
En we zijme van de klas, en we drinken bier mee emmerkes....
1964, in Soest, bij het peleton verkenners van het 5° linie. Daar was soldaat-milicien 64/21398 een zekere André Van Hecke uit Lokeren. Hij kwam veertig jaar na datum (altijd een laatbloeier geweest), op het idee om al zijn ex-legervrienden op te zoeken met alle middelen. Na één jaar speurwerk vond hij er waarachtig 26 van de 27 terug. Enkel Gui Donners was in rook opgegaan. Het laatste spoor van hem was 's Herenhelderen. Van alle 26 vrienden zijn er intussen 5 overleden. De 21 anderen heb ik allemaal brieven en mails gestuurd en bij onze eerste samenkomst waren er 10 aanwezig in Waasmunster. We waren eigenlijk gekomen om een pintje te drinken en terug weg, maar de vriendschap opgebouwd in 1964/65 was gebleven. Het was al laat 's avonds wanneer we afscheid namen na een ongelofelijke prachtige namiddag. Ook de vrouwtjes waren er bij en zagen hoe echte mannen-vriendschap kan zijn. We beloofden elkaar iedere twee jaar terug te zien. Twee jaar nadien was er Alden Biezen tegen Tongeren en deze namiddag is er weer die reunie op 't Eilandje in Ieper. Er zullen weer sterke verhalen naar boven komen, over hoe het was. Weer zal het vuur laaiend worden en wanen we ons 19/20 jaar in 1964. Maar... tussen die twintigers lopen nu grijsaards en kalende koppetjes. We zijn immers 2008. Vlug een sjaaltje of een petje op het hoofd of we zitten morgen met een verkoudheid. Tja...
Hij werd geboren in Lombardzijde op 13 februari 1952 en was van 1972 tot en met 1984 beroepsrenner. Het overgrote deel van zijn carrière bracht hij door bij Flandria tot 1979. In 1980, na een jaartje Italië, ging Freddy Maertens twee jaar rijden voor het sigarettenmerk Boule d'Or. De laatste drie jaar reed Maertens voor Masta Concorde - AVP Viditel en Splendor. Freddy werd naast Belgisch Kampioen, tweemaal Wereldkampioen, tweemaal de Super Prestige (het officieuze wereldkampioenschap), won de Vuelta met 13 rit-winsten in 1977 en de groene trui in '76, '78 en 1981, ook in de Giro won hij 7 ritten. Hij had ook een pak tegenslagen te verwerken, twee faillissementen van Flandria en San Giacomo, die tot op vandaag nawerken op de financiële toestand van het gezin Maertens. Op een fiets die hij gaf aan het zoontje van zijn overleden kameraad Jempi Monseré, die ook wereldkampioen was, verongelukte de kleine Monseré bij een ongeval, net als zijn vader. Deze tegenslagen tekenden de "mens Maertens" voorgoed. Maar Freddy kroop uit dat dal en is nu weer laaiend enthousiast over z'n centrum. Hij is immers de beheerder van het Centrum van de Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde. Voor iedere Vlaming en wielerliefhebber een must om te bezoeken. Maertens zal bij het Belgische publiek altijd herinnerd worden als DE poulain van Lomme Driessens, de legendarische mentor van verschillende wielergoden.
De laatste zondag van september. We hebben heerlijk geslapen. Wanneer ik buiten kom, ben ik in de kortste keren terug binnen. 't Is fris en binnen lekker warm. Een pull meer en mijn pet op en buiten maar. Ik zeem het schip schoon, maar drogen doet het slecht. 't Is een dikke mist en de brug achter ons is onzichtbaar. Ik wandel over de steiger en doe een babbeltje met Joël. We spreken af om wat te wandelen, naar de andere kant van 't eilandje naar het andere deel van de jachthaven. Rond half elf komt er een voorzichtig zonnetje te voorschijn achter de wolken. Het wordt direct een stukje warmer. Iets na elven lost ze alle mist op, en geeft de warmte die men beloofd had. Terug aan boord nemen we het aperitief en keuvelen wat. De verhalen van Joël over "la douce France" doen ons watertanden. Petra en Rose hebben allebei hapjes gereed gemaakt. We besluiten dan ook om vlak na het aperitief te starten en te varen. Immers, mocht het in de late namiddag terug mistig worden ! Rond kwart na twee starten we, en varen rustig het kanaal af in een schitterende en deugdoende zon. Eventjes voor drie duiken we de Moervaart in en om kwart over drie liggen we vast op onze plaats. Omdat Petra reeds alles klaar had gezet, hebben we niet al te veel werk om alles in de wagen te zetten. We hebben dit jaar bijna 97 uur gevaren. Dat is bijzonder weinig, maar het is dan ook een rotjaar geweest. Dikwijls slecht weer en/of winderig. Maar goed, we kijken in de kantine naar 't wereldkampioenschap wielrennen en zien hoe "les petits belges" naar huis gereden worden. Zelf koesteren we grootse plannen, maar die vertel ik later wel. Immers, er wacht mij een speciaal jaar, een jaar waar ik 365 dagen verlof zal hebben en staatsambtenaar wordt !
Na een weekje werken, voorspellen ze nog altijd prachtig weer. We gaan zeker niet blijven liggen en zijn van plan naar 't Sas Van Gent te varen. Kort, maar we moeten geen rekening houden met sluizen, getijden of weet ik veel. Patrick en Kristin gaan naar Terneuzen, maar twee weken hetzelfde lijkt ons iets te veel van het goede. Sas Van Gent is ver genoeg, en Rose en Joël zijn maar wat blij dat ze mee kunnen. Hun bootje "Wet dream" draait op benzine, dus wordt er snel nog 60 liter gehaald en getankt. De "Glastron" van Joël is een snellopende benzinemotor, die rond de 15 liter slikt per uur. Met de tankinhoud komt hij ruim toe om heen en terug te varen. Bijkomend heeft hij dit nog nooit gedaan en heeft liever iemand bij hem die de haven en de gebruiken ginder kent. We vertrekken bijtijds, de zon is van de partij. Gewoon schitterend. De gewone trip via Moervaart naar het kanaal Gent - Terneuzen levert geen noemenswaardige problemen op. Dit kanaal is gedurende de week toch wel een smeltkroes van diverse schepen. van zeeboot tot jacht en alles wat er tussen zit, komen we op onze weg tegen. Aan Sidmar, nog altijd een drukte van belang, lossen zeeschepen in combine met laden van binnenschepen - alle kranen zijn in werking. In 't Sas wijken we uit naar bakboord en glijden door de smalle strook water tot aan het "Van Gogh brugje". Net er voor zijn er twee, drie plaatsen waar we kunnen liggen. De vaste mensen, zijn op week-end trip naar Eeklo. Ze komen zeker niet terug voor zondagnamiddag, en tegen die tijd zijn we weg. Effen voor de middag liggen we op onze plaats. We maken vast en de vrouwtjes gaan winkelen. Als ze terugkomen, gaan we samen wandelen. We nemen een drankje en spreken af om 's avonds te gaan eten. Nergens plaats, behalve bij de Chinees. We blijken goed te zitten en eten schitterend tegen een normaal tarief. We drinken nadien nog een pintje en wandelen terug naar boord. Ik kijk nog eventjes TV en verneem dat mijn ex-buurvrouw Miet Smet gehuwd is met ex-premier Maertens. Veel geluk ! We duiken in ons bedje en slapen onmiddelijk in.
We waren gisteren nog maar net aangekomen en vastgemaakt of de fietsen werden van boord gehaald. Het doel was, hoe kan het anders, een café-taverne in de buurt. Nu ja, in de buurt, dat dachten we althans. Met de wind op kop, langs de prachtige dijk van Terneuzen, de buitenhaven voorbij, waar we toch even halt hielden om bootjes te bekijken. Terneuzen heeft er alles aan gedaan om de wat ingedeukte reputatie als "drugstad" te dwarsen en is flink op weg om van zijn dijk een fijne trekpleister te maken. Rijkelijk met kunstwerkjes voorzien, alsook met zitjes en leuningen in inox-uitvoering en overvloedige bankstellen. Daarbij aparte wegen voor fietsers en voetgangers. Na een halfuurtje effen halt gehouden, want de dames vonden dat we te snel reden. Op een bankje rustig terug op adem komen. Na twintig minuutjes terug de fiets op en naar de "griet". We komen er aan en op het terras is het al aardig aan 't vollopen. Allemaal fietsers. IJskreem, taartjes, wafels en pannekoeken komen in snel tempo, richting terras. Wij houden het bij een biertje en voor de dames een koel glas witte wijn. Na nog een biertje en wijntje houden we het voor bekeken. Tegenwind wanneer we gekomen zijn, betekent mee-wind in het terugrijden. We steken de grootste versnelling en zijn een halfuurtje later op de kermis in Terneuzen. Ik kan het verdomme niet laten, maar voorbij het smoutebollenkraam is voor mij een brug te ver. Zij die mij verweten "geen karakter" en "ge zijt al dik genoeg" enz... - zij zijn de eersten die ook een bol uit het zakje hengelen. De restinhoud van de zak verdijnt in 't maagje van den dré. Au, dat heeft gesmaakt ! We drinken nog een glaasje aan boord bij onze vrienden, rusten 's avonds wat uit aan boord en kruipen rond half elf in 't bedje.
Zondagmorgen 20 september, de zon vergast ons al met een gouden palet van stralen. We maken schoonschip en de zon droogt alles snel. We gaan nog eens naar de kermis en slenteren nadien de winkeltjes af. We zijn rond elf uur aan boord, aperitieftijd ! We spreken af om na de middag te vertrekken rond de klok van twee/halfdrie. Patrick moet immers nog een dutje doen voor we in gang schieten. Bij ons aan boord wordt er wat gelezen. Petra, haar boek en ik op zoek naar de juiste ruitenwissers die ik ga plaatsen op de Enya. Rond kwart voor drie maken we onze buren wakker. Starten maar, onze motoren grommen tevreden. We verlaten één voor één de haven, onze nederlandse buren roepen tot ziens, we nodigen hen uit voor een tegenbezoekje aan spanjeveer. Ze knikken en wensen ons goede vaart. De zon schijn fel, het water schittert in de zon en met open tent varen we met korte mouwen en in korte broek 't kanaal op. Varen op z'n mooist. 't Is rustig, zo vroeg op een zondagmiddag. De "Cellus" een zeeschip dat ik goed ken ligt in de Middensluis. We horen instructies geven en verwijzen naar het Zevenaarsdok in Terneuzen, losplaats voor de "Cellus" Vaste lading van de Cellus is cellulose of papierdeeg, basisproduct van allerlei soorten papier. Werk aan de winkel tegen maandag, want één van de klanten waarvoor ik bevracht is Verbrugge, het grote overslagbedrijf uit Terneuzen, de nr 1 in overslag van papierdeeg. Aan Sidmar is het terug een drukte van belang. Het zeeschip dat er gisteren lag is vervangen door een ander ertsschip, dat in lossing is. Voor en achter Sidmar verschillende bakken geladen met erts en kolen, allemaal voor het grootste metallurgie bedrijf van 't land. We horen via marifoon de loods afspreken wanneer hij het zeeschip komt halen. We gaan wat verder bakboord uit en dwarsen het vaarwater recht de Moervaart in. Aan de koeltoren, zoals steeds, vissers ten overvloede. Het water is er enkele graden warmer en de vissen talrijker zo blijkt. Na de bruggen over de vaart komen we aan Xhanks, een bedrijf gespecialiseerd in recyclage van restafval. Toen ik enkele weken geleden via mail mijn verontwaardiging uitte over het neergooien van bakken en binnenschepen, zonder rekening te houden met een minimale opening voor pleziervaart in de Moervaart, moet dit toch wel opgevolgd zijn. Van dan af liggen ze tijdens het week-end netjes op een rij en is er doorvaartmogelijkheid voor iedereen. Jammer dat vaarwegbeheerder het niet nodig vond te antwoorden. Zo ver blijkt onze administratie nog niet te zijn. In de verte komt Spanjeveerbrug in het vizier. We passeren het houten wrak van een jacht dat gedumpt werd en een half gezonken werkplateau van een Nederlands bedrijf. Alles kan blijkbaar in dit landje. Jammer !
Zaterdag 20 en zondag 21 september gaan we samen met de "Ruth" naar Terneuzen. Het weer is zoals beloofd mooi, droog en zonnig. Dan is het varen geblazen, want we zijn dit jaar zeker niet verwend. Maar september doet zoals ieder jaar trouwens moeite. De laatste drie jaar zijn we in september met verlof gegaan en telkens hadden we zonnig en droog weer. De Moervaart ligt er weer prachtig bij. Een lichte nevel, kort bij het water hangt nog met slierten over het kanaal. We gaan langzaam door de jachthaven van Mendonk, want er kunnen altijd mensen slapen. Bij het opdraaien op het kanaal Gent - Terneuzen richting Zelzate/Terneuzen, is er weinig vaart te bespeuren. Een brede zon stoeit met haar stralen over het ganse kanaal. Aan Sidmar gekomen, is er zelfs op zaterdag een drukte van jewelste. Hier is het ook drukker met scheepvaart. Aan de brug van Sas Van Gent komt er een zeeschip ons tegemoet. Altijd spannend en imponerend. Hij schuift langzaam voorbij en laat een flinke golf achter. We dobberen. Terneuzen komt in zicht. We houden uiterst rechts en gaan net voor de Oostsluis bij de jachthaven van de VW Neuzen binnen. Ik leg eerst aan, omdat er net twaalf, dertien opening is, de Ruth komt langszij en legt zich vast aan mij. We maken voor de zekerheid ook vast aan de wal, een extraatje dat gezien het gewicht en de lengte van de Ruth niet onverstandig is.
We gaan vandaag naar huis. Petra moet nog wat wassen en ik moet naar de garage. We dragen alles van boord naar de auto en weg zijn we. Zoals de eerdere dagen is het prachtig weer. Een fijn neveltje hangt nog over de Moervaart, maar men voorspeld een prachtige zonnige dag. Patrick heeft ons gebeld om een week endje naar Terneuzen te varen, 't is er immers kermis. We moeten ons immers haasten dit jaar, want door de slechte weersomstandigheden over het jaar, hebben we een slecht vaarjaar gehad. Petra ook nog ziek geworden onderweg, zodat we al onze voornemens moesten wijzigen. We hebben dit jaar nog maar 92 uur gedraaid en dat is betrekkelijk weinig. Eind deze maand is het ook gedaan met de sluizen. Ze zullen van dan af niet meer schutten. Jammer, want varen tijdens "de winter" heeft ook z'n charmes. Thuis is het een drukte, alles rap regelen en dan terug. In de late namiddag zijn we terug aan boord en genieten samen met Kristin en Patrick van een schitterende avond.
Vandaag hebben we de intentie om naar 't Sas Van Gent te varen, zodat we vrijdag, na een dagje shoppen in 't Sas naar onze ligplaats Spanjeveer kunnen terugkeren. Bijna onmiddelijk kunnen we in de sluis van Oudenaarde samen met het binnenschip Ste Marie. De zon is ook van de partij en spreid zijn stralen op een gulle manier. Ik maak de kap over de buitenbesturing open, t-shirt met korte mouwen aan, zonnebril op de neus. Meer hoeft dat niet te zijn ! Wanneer we in Asper, de volgende sluis toekomen, blijkt er geen plaats te zijn voor ons en wordt het tweede schutting. Wachten dan maar. Wanneer het onze beurt is, wordt het uiteindelijk nog derde schutting. Een streep door onze rekening. We rekenen ongeveer twee uur die we verloren hebben door te wachten. Maar goed, we zijn op vacantie en de zon schijnt. Na een goed uurtje varen na het laatste sas op de Bovenschelde, gaan we bakboord uit en varen terug op de Ringvaart richting Evergem, waar ons de laatste sluis wacht. We hopen op beter dan de vorige. Echter via de marifoon horen we niets anders dan onheilspellende berichten. Wat bij aanvang nog 4 en 5 schuttingen was, is bij aankomst aan de sluis opgelopen tot 8 afvarige schuttingen en 9 opvarige. Ik meld me zo snel mogelijk aan, en mag van de vrouwelijke sasmeester met de tweede schutting mee. Aan de sluis verlies ik nog wat tijd omdat er discussie tussen twee schippers is of zij al of niet meekunnen in de schutting. De sasmeester neemt uiteindelijk de beslissing van niet, zodat het voor mij de derde wordt. Pech ! We zullen nooit voor halfacht in 't Sas zijn en we besluiten onze reis in te korten en naar onze ligplaats te varen. We zijn immers om 09.00 uur vertrokken en het zal dik zes uur wanneer we op onze ligplaats zullen liggen. Een lange dag. Wanneer we uiteindelijk uit Evergem sluis komen, liggen de binnenschepen drie rijen dik langs beide kanten. Nog niet dikwijls meegemaakt, moet ik zeggen. Vanaf hier naar het kanaal Gent - Terneuzen is ca. anderhalf uur, en vandaar uit nog eens een uur. Mochten we nog naar 't Sas Van Gent gevaren zijn, zouden we rond de klok van acht daar geweest zijn. Bijna wijzertje rond en dat is wat teveel van het goede. Ook op het kanaal is het nog ontzettend druk. Er word ook nog zeevaart gemeld zowel op- als afvarig. Ik dwars het kanaal zo snel mogelijk, en hou me zo goed mogelijk aan stuurboordkant. Eerlijk gezegd ben ik blij, wanneer ik het groene bord bemerk, net voor de koeltoren met de afslag voor Lokeren. Stuurboord uit, en we zijn terug op de rustige Moervaart. Net op tijd trouwens, want een zeereus kwam achterop en die golfslag kan je beter vermijden. Oef, de drukte voorbij ! Aan 1200 toeren vaar ik huistoe. Om kwart over zes meren we, moe maar voldaan, aan. 't Was een lange dag, we eten rustig en kruipen rond tienen in ons bedje en slapen de slaap der zaligen.
* om een idee te hebben over het toerental - bij de "Enya" is 1.700 toeren = ca. 12 km/u.
Guy en Monique belden ons gisteren dat ze naar Oudenaarde kwamen. Rond tienen verwachten we hen. We liggen in de jachthaven tegenover de technische school, met op de hoek de gevangenis en in de straat die parallel loopt met de gevangenis een reeks rechtbanken. We hebben afgesproken op de Markt omdat dit het makkelijkst lijkt. We gaan rechtsaf bij het uitkomen van de jachthaven en komen voor de brug, die met vier enorme zuigers naar omhoog geheven wordt, telkens wanneer er een schip onderdoor moet. De straat rechtdoor met op het eind links en we zijn op de Markt. Imposant en direct in het oog springend is het prachtige stadhuis en de St. Walburga kerk. Zoals op ieder marktplein, centraal een grote parking. We zien Guy van ver zwaaiend teken doen. Omdat dit een betalende parking is, gaan we de auto terugbrengen naar de jachthaven, waar het vrij parkeren is en de auto min of meer bewaakt is, door de aanwezige jachthaven bewoners. De vrouwen hebben zich ondertussen op een terrasje genesteld in een horeca zaak, gehuisvest in de twee oudste huisjes van Oudenaarde, naast de kerk. We babbelen gezellig en merken achter ons dat er een intervieuw aan de gang is met één van de legendes van de Vlaamse wielersport : Freddy Maertens. Immers, het is hier in Oudenaarde dat het Centrum van de Ronde Van Vlaanderen gevestigd is in een zijstraatje van de Markt. Ik maak wat foto's van Freddy om later in mijn blog te verwerken. Hij laat alles rustig en glimlachend over zich heen gaan. Destijds een onrustig woelwater in de wielersport en poulain van Lomme Driessens, zijn mentor. Nu, de kalmte zelve. We besluiten om daar te blijven eten en Guy en ik kiezen voor de dagschotel, terwijl de vrouwtjes een andere keuze maken. Ik neem nog een soepje vooraf, en gezamelijk nemen we allemaal koffie na. We hebben uitstekend gegeten voor een ongelofelijke prijs. Met z'n vieren betalen we ca 54,- We maken een wandeling door Oudenaarde, onze vrouwtjes vergapen zich aan de winkels. Bij het terugkeren naar de boot kopen we taart. We maken koffie aan boord en eten samen heerlijke taart van den bakker achter de hoek. Onze vrienden vertrekken rond 17.30 uur terug richting Wilrijk na een gezellig dagje. Morgen varen we over de grens, naar 't Sas van Gent.
Gisteren hadden we reeds afgesproken met de sasmeester om ons te schutten op het kanaal van Bossuit. Toen we belden, was de brave man net aan het tanken met zijn brommer. "Binnen vijf minuutjes zennik doare meniere" klonk het. Ik zei dat we met verlof waren en tijd hadden. Om 09.00 vertrekken we en wachten op het groene licht om de jachthaven uit te lopen. Een scherpe bocht naar stuurboord en we komen aan sluis 11 op het kanaal. Zoals elders valt ook hier de slechte onderhoud van de sluizen op. In de sluisdeuren groeien al kleine boompjes. Deze spitsensluis wordt gevolgd door nog twee andere kleine 38 meter sassen. Vroeger telde dit kanaal elf kleine sluizen, waarvan er nu nog zes sluizen overgebleven zijn. Het kanaal is 15 km. lang en werd gegraven tussen 1857 en 1861 om de toevoer van kolen te verkorten tussen Leie en Schelde. De vroegere sluizen 6, 7 en 8 werden vervangen door de grotere sluis in Zwevegem met een verval van bijna negen meter. Daarna volgen nog de grote sluizen van Moen (4,5m verval) en Bossuit (9,5m verval). Bij de kleine sluisjes horen ook nog de gerestaureerde sluismeester-huisjes, met altijd een bloemen- of groententuin er bij. Vanaf 1970 werden het kanaal onder handen genomen en gereoveerd. Jammer genoeg waren toen al de meeste industrieën vertrokken. In de oude fabrieksgebouwen wordt er nu flink verbouwd en omgetoverd tot prachtige lofts met schitterend uitzicht op het water. Wanneer we de drie kleine sluizen achter de rug hebben en in de sluis in Moen aankomen ligt voor ons het binnenschip "Chomy", een 1300 tonner met als thuishaven Waregem. Ik ken het schip niet en ga achter hem liggen aan de andere kant. Wanneer hij start om uit de sluis te komen vult de sluiskom zich met een blauwe rook. We worden hier bijna vergast. De meeste binnenschepen gaan met de kont van de wal en dan met de boegschroef vooraan van de kant. Hij doet het andersom en "tikt" daarbij tegen de voorkant van de sluis. Ik maak terug vast, want vertrouw het niet. Ik zie hem met moeite varen, zodanig veel rook is er. Wanneer hij buiten het sas is, maak ik los. De sluismeester vraagt of ik gezien heb dat hij tegen de sluis gevaren heeft, waarop ik bevestigend knik. Eens de sluis uit, zwenkt hij met de neus naar bakboord en slaat in achteruit en komt met de kont terug het sas binnen. Iedereen staat versteld. Ik hoor de sasmeester vloeken en iets melden via marifoon aan zijn collega in Bossuit. Iedereen probeert de schipper te bereiken via marifoon, maar het blijft stil. Uiteindelijk vertrekt het schip, gehuld in blauwe rook. Ik loop hem voorbij zo snel ik kan en laat hem achter. Oef, dat is geregeld. Ik geef gas en loop uit, zoveel, dat ik na de volgende bocht hem niet meer zie. Aan Bossuit vraagt de sluismeester achter de "Chomy". Ik zeg dat die achterna komt. We wachten vijf, tien minuten, maar geen Chomy te zien. De sassenier is het beu en schut mij alleen. Bij het uitvaren verontschuldigt de brave man zich nog eens voor het wachten. Ik zwaai hem vriendelijk toe en wens hem via marifoon een goede wacht. Bij een volle zon en een lichte wind varen we de Bovenschelde op, de laatste sluis voor die dag tegemoet, Berchem-Kerckhove. Iets verder komen we een Engelse luxemotor tegen, de dame zwaait me vrolijk toe, ik zwaai terug. Honderd meter verder roept Petra : "Kijk, dien Engelsman !" Ik draai me om en de luxemotor knalt in de dijk. Ze blaast luid de hoorn en haar man komt boven en neemt over. Is het een verkeerd maneuver of is er een besturingskabel gebroken. Wie weet. Ze varen gelukkig verder. Ik vervolg mijn weg en rond kwart na één varen de laatste sluis binnen samen met de Alyson een 920 tonner. Na een uurtje varen we net voor de sluis van Oudenaarde, de geheven brug onder, de jachthaven binnen. Lucien staat ons al op te wachten. Ook Staf is met de motor op bezoek gekomen. Het doet goed om die mannen terug te zien. Om tien over twee liggen we vast. We gaan er eentje drinken in de kantine. Lieve komt aangelopen met taart. We komen rond half zes aan boord, bakken pannekoeken en genieten verder van ons avondje.
Het wordt een rustig dagje.We spreken af dat Petra gaat shoppen en dat ik aan boord blijf. Het slot aan het deurtje moet gerepareerd worden, er moet nog schoonschip gemaakt worden. Tegen de middag is Petra terug en aan boord is ondertussen alles in orde. Na de middag nemen we de fietsen en gaan een eindje rijden. Langsheen het prachtig aangelegde park rondom de jachthaven aan de Broeltorens, fietsen we richting kanaal van Bossuit.Dit kanaal begint met drie kleine sluizen, gevolgd door drie grote. Aan het tweede kleine sas, slaan we rechtsaf en bezoeken het Begijnhof. Een flink deel van het Begijnhof is gerestaureerd. Op de markt houden we halt. Voor Petra een koffietje, voor mij een wafeltje, meer moet dat niet zijn. Nadat de innerlijke mens versterkt is, fietsen we terug naar de Enya. 's Avonds kijken we wat TV en kruipen we daarna in ons bedje. Morgen varen we naar Oudenaarde.
Ik ben André Van Hecke, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Oostvaarder.
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is ex-bevrachter van binnenschepen, nu met pensioen.
Ik ben geboren op 31/07/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vooreerst mijn bootje Enya, en alles wat ook maar te maken heeft met H2O..
Sinds 25/11/2008 met pensioen, een soms onbekende zee van tijd die op me afkomt - met vrouwtje Petra wat wandelen, en skieën ieder jaar in Seefeld, Oostenrijks stadje waar we getrouwd zijn - in de zomer spenderen we onze vrije tijd sowieso aan ons bootje
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
M/S ENYA
mijn bootje is een Gruno 38E Royal van bouwjaar 2000, is 12m lang en 3,80m breed met een diepgang van 1,10m en een doorvaarthoogte van 4,25/3,60m en een gewicht van 12,5 ton - de motor is een 6 cylinder IVECO van 120 pk met een verbruik van ca. 4 liter/uur. Een watertank en fueltank van elk 500 liter en een vuilwatertank van 200 liter. De boot heeft een buitenbesturing met boeg- en hekschroef, automatische piloot en gps/plotter. Herschilderd op de werf in 2011, zowel boven als onder de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst. Zijn geboorteplaats is Zoutkamp in Friesland.
De motor is een 6 cylinder dieselmotor IVECO type 8065M12.01, met een verbruik van ca. 4 liter per uur, en komt uit de Milanese fabriek (It.) en draagt als matricuulnummer 0587975. Rustig draaiend en bedrijfszeker, zo wordt de motor omschreven in de onafhankelijke testen. Met in de nabijheid van mijn ligplaats, Spanjeveer op de Moervaart, is er een Europees hoofdverdeler en onderhoudscentrum van IVECO, gelegen aan de Vliegtuiglaan in Gent. Ook dat is makkelijk.
Wij hebben in onze boot geopteerd voor een dinette i.p.v. een tweede slaapkamer, aangezien wij voor meer dan 95% ons tweetjes varen. Ruim om te eten, en voorzien van talrijke bergplaatsen, waarbij alles binnen handbereik ligt, is het in blanke eik uitgevoerd en met een blauwe stoffering, een lust voor het oog.
Het kombuis betekent ook soms het "hart" van de Bourgondische Vlaming. Wanner er gekookt wordt aan boord, is het nuttig om te beschikken over een degelijk uitgeruste keuken. Met twee ijskasten, een magnetron en een vier-pits gasvuur, dampkap en verluchting via een dakvenster, is ook onze keuken voldoende gewapend om "de hongerigen te spijzen".
Het salon is en blijft de plaats bij uitstek in het schip. Gezien de geringe oppervlakte die een boot biedt, is het de pleisterplaats om televisie te kijken of radio te luisteren. Lezend, makkelijk achterover leunend in een zetel vliegen de avonden zo voorbij.
"De natte cel" noemt men het toilet- was- en douchegedeelte in een pleziervaartuig. Je kan aannemen dat ook de mechaniek een aardig stukje vertegenwoordigd is in dit gedeelte van de boot. Pompen, vermalers en verwarmingselementen zijn er in vertegenwoordigd. Met de huidige verstrengde wetgeving is ook de vuilwatertank verbonden aan de lozende installaties.
Ieder mens heeft slaap nodig. Dus is de uitrusting van een slaapkamer bijzonder. Immers een goede matras waarborgt een goede nachtrust. Met de vele bergplaatsen vindt de kledij er ook zijn plaats. Onze slaapkamer biedt nog iets extra wat we bij vorige bootjes niet hadden. Een venster achteraan waar je bij 't opstaan nog een blik kan werpen over het rustige of onrustige water. Mooi toch !
Wanneer hier een lichtje aanslaat of er een geluidje biept, is er "iets". Behalve de snelheid in km/u of in zeemijlen/u, de diepte in meter of in voet, beschikt de stuurstand ook over een elektronisch kompas, aangevuld met gps/plotter en een stuurautomaat, er is er op dit electronisch plateau ook plaats voor een boeg- en hekschroef en een electrische ankerwinch. Bij de "gewone" meters vervolledigen een voltmeter, temperatuurmeter, oliedrukmeter, toerenteller met aangegeven aantal draaiuren van de motor en een stand van de tanks aan boord. Alles is overzichtelijk geplaatst, zodat bij het minste onheil snel kan worden ingegrepen.
Historiek van mijn vorige bootjes :
El Verde : spitsgatkottertje 9,30m lang en 3,20m breed en 0,85m diepgang, motor Indenor 50 pk, van Peugeot origine met bouwjaar 1970, gebouwd door Jachtwerf Oost in Akkrum. Bootje werd verkocht (2007) aan onze inmiddels zeer goede vrienden Karel en Leon, Karel is ook geregeld gastschrijver op mijn blog. In 2010 verkochten Karel en Leon de El Verde verder aan een koppel uit Izegem. Zij herdoopten het terug in Griffioen, wat de naam was van het bootje toen we er allebei op verliefd werden in het verre, maar mooie Akkrum.
Enya : Super Lauwersmeerkruiser - 11,40m lang en 3,40m breed met diepgang van 1,00m - gewicht 12 ton - motor : DAF 575 - bouwjaar 1983 op Lauwersmeer - werf in Westergeest. Was een miskoop, maar dat gebeurd overal wel eens. Het bootje werd omgeruild met mijn huidige Gruno Royal 38'.
Enya : Gruno Royal 38 - bouwjaar 2000 - 12m lengte, 3,80 breed en diepgang van 1,10m - gewicht 12 ton - motor IVECO 125 pk - 6 cylinder gebouwd op Gruno werf in Zoutkamp. Ongelofelijk wendbaar, dankzij boeg- en hekschroef, stille, zuinige motor, weinige uren gedraaid bij aankoop en zowel het interieur als buiten goed in orde. Boot werd in 2011 herschilderd, zowel onderwaterschip als boven de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst en de motor volledig nagezien.
Toen we elkaar zagen op 16.09.10 wist ik niet eens dat zo'n studierichting als I.W. bestond. Ik heb ondertussen al wat gegrasduint op internet en er over gelezen. Lang niet zo'n makkelijke materie, maar ik denk dat jij dat aankan ! Ik hoop zeker dat we van tijd tot tijd de gelegendheid hebben om met elkaar een babbeltje te doen. Dat zou super zijn. Jammer van die verloren tijd, want die halen we nooit meer in ! opa
Hi Pa,
Ikke nog eens. JIJ staat nu op internet op een blog. Iets wat je nooit gekend hebt, maar je zou het zeker interessant gevonden hebben, al was het maar om je postzegelverzameling aan te dikken. Ons ma zou het maar "brol" gevonden hebben. De band tussen ons was altijd sterk, omdat we zoveel op elkaar leken. Telkens ik bij u sta, daar op die kille plaats mis ik je nog altijd. 'k Heb al een nieuw plantje gekweekt om het andere te vervangen bij u. 'k Breng het wel eens als we alleen zijn. U en ik ! Rust zacht. Onze kleinen.