Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
17-11-2008
DEUTSCHES FAHRRAD MUSEUM.
Rad & Sport.
HET DUITSE MUSEUM VAN DE FIETS
TE BAD BRUCKENAU.
Op de terugweg van een weekje vakantie in Beieren ontdekte ik per toeval langs de A7 tussen Würsburg en Fulda het Deutsches Fahrrad Museum van Bad Brückenau. In een prachtige villa in Jugendstil uit 1908 werd daar een indrukwekkende verzameling tweewielers en bijhorighedenondergebrachtdie de historische ontwikkeling van de fiets illustreren.
Met de loopmachine van Karl Friedrich Draïs is eigenlijk alles begonnen in het jaar 1817. De individuele mens verkreeg door de draisienne plots veel meer mobiliteit. Rond 1860 verschenen de hoge fietsen , wat later gevolgd door driewielers, en tegen het einde van die eeuw na uitvinding van de kettingaandrijving en van de luchtband, kwamen reeds de veilige tweewielers op de weg, weldra ook gevolgd door tweewielers met hulpmotoren.
De fietsen van vandaag ondanks enige moderne verbeteringen, zijn nog steeds weinig verschillend van die klassieke fietsen die reeds rond 1900 werden gebruikt en waarmee niet alleen beroepsrenners maar ook vrijetijdsrijders hoge snelheden en lange afstanden aankunnen, ieder naar eigen vermogen en goesting.
In het Museum van Bad Brückenau is er veel te ontdekken, ook voor zij die menen dat zij reeds alles weten over de velo en zij die al andere dergelijke musea hebben bezocht.De echte liefhebber heeft in het Deutsche Fahrrad Museum niet genoeg met twee ogen en met twee uurtjes bezoektijd. Vele aspecten van de tweewielers komen aan bod. We citeren even de fiets als mechanisch wonder, de fiets als speeltijd voor jong en oud, de fiets gebruikt door de militairen, de fiets die zorgde voor de emancipatie van de vrouw en voor de vooruitgang van de arbeidersklasse, de fiets gebruikt voor toerisme, vrije tijd, en uiteraard voor de sport.Met vele fotos,affiches,borden met uitleg, wordt de groei van de fascinerend wielersport getoond.De bezoeker,alhoewel hij dat natuurlijk niet mag, kan zo maar zijn hand leggen op het zadel van een oude tandem, van een stayersfiets, of wrijven over de pens van een zwaar motortuig dat levensgevaarlijk rond de Duitse velodrooms heeft getoerd.
En dan plots voor een oudere wielerliefhebber zoals ik komt er ergens tussen glazen kasten, souvenirs, juwelen, hout, leder en metaal, uit de nevelen van de wielersport hangt er een fantastische foto uit de Zesdagen van Berlijn 1954 : het legendarische Antwerpse koppel , onze Stan Ockersen Rik Van Steenbergen , in de bloemen gezet na een prestatie.Wie zou dan geen traan van emotie moeten verwerken, daar zo ver in het midden van Duitsland ?
Misschien sta ik wel te laat op, maar camping betekent ook een lui en lekker leventje zonder stress. De jobstudent staat plots weer voor me. Hij spoort een kampeerder op die laat was aangekomen en niet had betaald. De jobstudent vraagt of ik mijn plaats netjes wil opruimen, ook de papiertjes die niet van mij zijn. Ik zal dat doen,want de manager had me gisteren toch getrakteerd op een witbier. De onderkant van mijn tent is fel door condensatie aangeslagen, doch lucht en zonnestralen drogen dit snel op . Ik vind nogmaals een geldstuk,een kleintje van één frank.Ik eet wat verfrommeld brood als ontbijt ,met water van Vittel. Bij het uitrijden van de camping wuif ik nog eens naar Gérard.Hij is de gevangene van zijn werk. Zijn vrouw en kinderen kamperen ergens in Spanje. Ik vertrek in de richting van het Hotel Mercure , maar dat is een verkeerde weg, in de richting van Walzin. Ik keer dus weer naar mijn startpunt en zie dan toch de weg die ik moet volgen, de weg die naar Rome loopt.
Die weg is moeilijk en steil, om uit de vallei te geraken. Ik twijfel niet en ik beslis van wat te voet te gaan.Deze tweede dag beginnen in het rood met hoge hartslag en met melkzuur in de kuiten zou mijn geluk bederven . Deze dag belooft nogmaals zeer warm te worden.Ik fiets tot Falmignoul.Daar was vroeger het museum van de heer Wauters.Deze merkwaardige man had daar een verzameling van tweewielers bijeengebracht.Omdat ik vertelde dat ik de zoon van Alina Wauters was, beschouwde die heer Wauters me zelfs als een familielid. Als wildvreemde kreeg ik daar de sleutel en de kassa, ontving er een groep Hollandse toeristen.Wauters zelf, die toen rondliep met verschillende breuken na een ongeval met één van zijn motorcycles, was pinten gaan drinken in zijn stamcafé.Gelukkig kwam zijn vrouw me vervangen en mocht ik verder rijden op mijn fiets.In dat museum waren talrijke belangrijke stukken.Antieke fietsen, oldtimers motorcycles, en andere toffe bezienswaardigheden. Buitenlanders hebben de hele collectie opgekocht.Er stond daar een fiets van Firmin Lambot, maar er was ook een circusfiets waarmee eens iemand op een kabel over de Niagara Watervallen is geraakt. Wauters stierf en zijn museum is na hem verdwenen.
Mijn fiets heeft het moeilijk te Falmagne. Met mij gaat het nog slechter.Goed en kwaad wonen naast mekaar op weg naar Beauraing.Ik kom voorbij een Kapel van de Heilige Maagd, en eenvogelpikgooi verder is er een Bar met wulpse Dames. Het is reeds 13.30 u wanneer ik het snikhete bedevaartsoord bereik. Ik neem plaats onder een grote parasol, en ik bestel een portie friet, tartaarsaus, en een blik cola met een sprietje. Aan het zoontje van de frietbakster die daar rondtoert op zijn eerste fietsje geef ik een rode luchtballon.Hij kan deze nog niet opblazen.Mama zal het dan maar voor hem doen.Neen, het manneke wordt beslist nooit coereur, in hem steekt niets van wat in Despontin, Linart, of Lambot stak.
Tijd voor mijn tweede peace-mobile-opdracht. Dicht bij de plaats waar eens onder een meidoornboom de mirakels zijn gebeurd, vraag ik aan een inboorlinge in nonnenkleed waar Abbé Gilon woont.Niet ver. Eén minuut later heb ik hem gevonden.De man heeft veel werk, want 22 augustus is dé jaarlijkse topdag te Beauraing.Ik overhandig hem de groeten van de pelgrims Symoen.Ik word binnengeleid in een lokaal waar een filmvertoning zal beginnen.Een hele autobus boerinnen uit het Pajottenlandzal er de gebeurtenissen uit 1932 kunnen zien. Een met Christus gehuwde vrouw komt mij ook vertellen dat ik in de crypte moet gaan kijken naar de Kruisweg van Max Vanderlinden, een kunstenaar die de vriend was van wijlen Koning Boudewijn.Er is een hoge graad van geloof zichtbaar en voelbaar in dit Mariaoord. Ik slenter nog wat rond in de Tuin der Verschijningen.Dat kan alleen maar goed wezen voor mijn arme pelgrimsziel. Ergens tussen dikke muren, waar het koel is, ligt er een gulden boek voor de bezoekers. Ik slaag er in van enkele mooie zinnen bij te schrijven, en ik signeer: W.J. pelgrim, met schelp. Alle geldstukkendie ik vond(57 frank) belanden in een offerblok van de kapel.Ik zou zoals de andere bezoekershier weesgegroetjes moeten opzeggen, maar er is toch zoveel stof op mijn geloof dat ik in geen enkele taal nog de gepaste woorden ken.Ik zeg dan maar in halfduistere omgeving, waar kaarsen branden en mensen knielen, dat mijn volgende duizend pedaalstoten op weg naar Rome moeten beschouwd worden als gebeden voor Haar.
Warmte van de hoogste graad diep in de maand augustus. De deuren van de vele winkeltjes zijn open en lokken mij ergens binnen. Alles is er vreselijk heilig en duur, deftig en gewijd.Ik koop enkele briefkaarten en gebedenprentjes .De non die ik al eerder ontmoette , komt nu voorbij op straat.Zij vraagt mij of ik ook op 22 augustus naar Beauraing kom, want dan is het belangrijk.Ik leg haar uit dat mijn lange zwerftocht me zal brengen op vele plaatsen, in vele kerken, langs vele kapelletjes.De non duwt plots even haar kin naar voren en vindt mij plots niet meer interessant. Zij heeft eigenlijk weinig gemeen met de Maagd met het Gouden Hart van Beauraing.Gezeten op een muurtje, naast een rode postbus, schrijf ik mijn eerste kaartjes naar familieleden , en in het bijzonder naar mijn suikertante Maria die mij graag ziet omdat ik de oudste zoon van haar enige broer ben, en die mij ook niét graag ziet omdat ik een afvallige Thomas en een slechte parochiaan ben .
Op weg nu naar het massief van La Croix- Scaille , met 505 m het vierde hoogste punt van België,en het dak van de provincie Namen. Schitterende omgeving om te fietsen. De streek van Gedinne houdt vele verrassingen in petto voor iedere bezoeker. Zij is ongerept en rijk bebost.Hier zou een deken wonen die onhebbelijk en niet gastvrij is voor de pelgrims op weg naar.Zal ik hem eens gaan testen, hem wijzen op het oudchristelijk gebruik van gastvrijheid ?Ik kan ook naar de gendarmerie gaan voor een peace-mobile-babbeltje met een mandie al zelf naar Santiago is gefietst. Maar het is al vijf voor zéven ! Wat slenterde ik toch vandaag! Vlug nog wat inkopen doen in een winkel, en bij een beenhouwer, net voor sluitingstijd.Ik moet immers iedere dag goed eten.
Eindelijk bergaf ; waarom duurt dat toch niet langer !Daar is de brug over de Semois te Bohan reeds. Dit is een droomplaats om te picknicken. Ik nestel mij op een bank met zicht op de bedding van de brede rivier die nu doorwaadbaar is na zovele droge dagen.De avond valt reeds. Heerlijk einde van een zomerse dag. Vissen, eenden, ratten, honden, insecten, vogels, wat een gestoei, wat een spektakel, terwijl ik uitrust en kaas, brood, vleessalade eet. Een golden retrievermaakt het nu toch wat te bont in de Semois.Door het lage water kan hij zo bij grote mooie vissen komen.De plaatselijke bewoners beschermen echter hun vissen, en geen enkel soort stroper mag zo maar een forel pakken, ook niet een prachtige hond. Er wordt geschreeuwd en gevloekt nabij de schone Kerk van Saint-Lèger . Dat lawaai brengt me bij mijn eigen werkelijkheid.Zal ik hier mijn rit afvlaggen of rijd ik nog verder ?
Het is een scherpe helling om Bohan te verlaten en het wordt al donker.Ik probeer mijn dynamo, maar die twijfelt, en ik zet op mijn voorhoofd een speleologenlampen achteraan op mijn bagage een rood licht van een pillamp. Doorheen een griezelig bos kom ik weldra aan de Franse grens.Het begint zachtjes te regenen. Ik bereik weldra een dorp dat Pussemange blijkt te zijn. Dikke druppels vallen nu en schitteren in de verlichting van het weldra slapende dorp. Ondanks het gevorderde uur voel ik mij nog kiplekker , na de regenbui. Ik zie niets van de prachtige bossen, doch de verse nattigheid laat de natuur al haar geuren verspreiden. In de stilte bewerk ik mijn pedalen, verder naar Charleville waarvan de lichtovervloed me aantrekt als ware ik een oude mot .
Met 80 km op mijn tellertje vind ik dat het genoeg is.Ik besluit van in de natuur een plaatsje te zoeken voor de nacht. Een eerst poging in een maïsveld wordt afgekeurd.Een tweede op een parking waar chauffeurs in hun zware trucks slapen is ook niet goed.Even later wacht met open armen een juweel van een voetbalplein op mij.Ditmoet het terrein zijn van FC De Kampioenen van Charleville.De sponsor is er niet Balthazar Boma, doch eneFabrice Waczecki,een coiffeur. De grasmat wordt er met een schaartje geknipt. In een kleine tribune vind ik een propere en droge plaats voor mezelf en voor mijn fiets. Beter zal ik moeilijk kunnen vinden.Ik sta er weldra poedelnaakt.Ik wrijf me goed droog met een handdoek die ruikt naar de goede zeep van thuis.Niets kan mij storen.Het is al middernacht. Ik trek mijn pyjama aan , mijn trainingsbloes, mijn wollen muts, en verdwijn in het dons van mijn slaapzak.Schitterende dag en een onvergetelijke nacht als toetje. Ik kijk naar de oneindigheid van de melkweg en luister naar de nachtelijke geluiden. Dit alles meemaken is te opwindend.Op het grastapijt, tussen doellijn en penaltypunt huppelen konijntjes rond. Ik tel er vijf. Te weinig om in slaap te vallen en het zijn geen schaapjes.
Pelgrim onder Gods hemel, wat een eer en wat een geluk !Het regent terug, zacht en heel lang. Eindelijk zwijmel ik weg, door de eentonigheid van de inslag op het dak van mijn slaaptribune.
Afzink naar Gelbressee.Links zie ik de plaat hangen vanCE CDO.
Tijdens het jaar 1965 had ik daar mijn dienstplicht vervuld bij het Belgische Leger.
In hetKasteel van Arenberg kreeg ik diverse taken. Eigenlijk waren het toen toch schone maanden, met goede en slechte momenten. Ik ben nog altijd fier dat ik daar champagne had mogen inschenken aan Lord Louis Mountbatten , admiraal van de Britse Zeemacht.Ik heb nog altijd spijt dat ik geen praatjes ben gaan maken met een oude man (Leon Despontin) die daar in de nabijheid woonde . Ik was toen nog geen wielerhistoricus.Despontinreed meermaals de Tour de France als onverzorgde. Hij eindigde telkens op de zevende plaats in 1921-1922-1923. Ik zag hem vaak in zijn tuin werken.
Mijn zware fietsmobiel geraakt op angstwekkende snelheid. Eerste test voor mijn remmen. Even aarzelend, niet te bruusk en nadien weer alles los. Mijn petje vliegt bijna weg door de weerstand van de lucht. Het snelheidsmetertje Cateye toont me dat ik maximaal62km/u heb gehaald.Mijn tempo zakt naar lagere cijfers op het gevarieerd reliëf dat volgt. Lood is lichter dan mijntweewieler. Na40 km malen komt de bergaf naar de Maasvallei.Nu wijst mijn stuurcomputertje 65km/u , en ikbesluit van nooit meer zo snel te dalen tijdens de komende zes weken, voor mijn veiligheid en die van de andere weggebruikers, mensen en dieren. LaatRompelberg maar snel rijden. Ikben een schildpad op weg naar Rome.Langzaam maar zeker, zo fietsen verhoogt mijn kansen om de verre finish te halen.
Rechtdoor langsheen hetInstitut Technique H. Maus en door een vuile wijk. Normaal dat muizen hier huizen.Zweet en zon. We toeren zachtjes en plots staat Institut Notre Dame er.Op het papier met mijn lange reisroute staat dat een pelgrim een bezoek moet brengen aan de Trésor dOigniesbij de Zusters van Onze Lieve Vrouw.Er is daar een Schatkamer met kostbare voorwerpen, die getuigen van de uitzonderlijke vaardigheden van kunstenaars uit vroegere tijden. Dit wordt soms één der zeven wonderen van België genoemd. Sinds zeven eeuwen worden hier goud en edelstenen bewaard. Het is een permanent mirakel dat de hebzucht van misdadigers en de strooptochten van vijandelijke legers nooit deze Schat liet verdwijnen uit Namen.Maar het is s maandags gesloten.
Door de straten van de binnenstad, langs oude gebouwen, fiets ik verder. Steeds is deze stad ,waar Samber en Maas bijeenkomen, een centrum geweest enerzijds voor handel en administratie, en anderzijds van militaire en politieke betekenis.
De stad Namen, strategisch gelegen en van nature een moeilijk te veroveren fort, was reeds een versterkt kampplaats van de Aduatieken. In 57 voor Christus gaf deze Belgische volkstam zich over aan Cesar.Maar amper één dag later begonnen zij heimelijk de Romeinen te vermoorden. Deze valsheid maakte Cesar woedend.Hij stuurde nieuwe troepen naar het oppidum van Namen en na een bloedbad waren de fiere Aduatieken dood of tot slavernij veroordeeld. De weinige Aduatieken die ontsnapten sloten aan bij de Eburonen. Zo verdween een volkstam van meer dan 50.000 zielen.
Alsof aangetrokken door een magneet sta ik weldra voor het belfort uit de XII-de eeuw, ook genoemd Tour Saint Jacques. Hier even verwijlen is een must voor ieder pelgrim met schelp die naar het graf van Saint Pierreen Saint Paul wil.Een eerste maal gebruik ik de kabels om mijn fiets even veilig achter te laten.Ik wandel wat rond in het Namen van de midzomer. Ik merk een lange rij wachtende dames.
Zuivere consumptiekoorts. Vandaag beginnen de solden in de textielhandel. In een smalle boetiek wordt kleding verkocht.Alleen een beperkt aantal(numurus clausus in de Romeinse taal) mag binnen om overrompeling te vermijden. De furie van de koopjesjacht woedt hard. Dametjes komen nog van overal aangetrippeld.
Mijn fiets wacht.Mijn fiets lacht op mij. Wij vertrekken.Rue Saint Jacques.Ik ben een pelgrim. Een fietspomp is mijn staf. Een bidon is mijn kalebas. Als vilten hoed draag ik de scheve pet van een renner. Heerlijke zon.Chaussée de Charleroi.
Zou ik niet stoppen om wat zonnebrandolie op me te smeren ?
Heerlijk fietsen. Wat een zomer. Wat een dag.
Plots zie ik iets op het wegdek schitteren.Het is een stuk van vijftig Belgische franken.Ik stop het in mijn geldbeugel. Terwijl ik daar stazie ik nog iets anders blinken in het gras langs de weg.Is dit het Waalse Eldorado ? Er ligt veel zwerfvuil langs de weg, maar dat is toch een echte bril, volledig en ongeschonden, met Lacoste montuur nog wel, heel duur spul. Ik raap op en neem mee.
Abdij van Floreffe.Stopplaats. Er schuimt hier bruin bier van opperbeste kwaliteit.
In de ruime gelagzaal smaakt het heilige brouwsel heerlijk. Verder op mijn menu zijn koekjes,worst, appel. Daarna Zwitsal faktor 10 wrijven op mijn gezicht, armen en benen. Ik moet met sterke pedaalstoot dit dorp kunnen verlaten. Op 26 mei 1889 werd immers in een van de huizen van Floreffe een sportheld geboren.Hij verliet zijn dorp om eerstAntwerpenaar te wordenen later Fransman.Victor Linart , bijgenaamd Le Sioux verdiende een fortuin als wereldkampioen van de stayers.Op de wielerbanen van Parijs, Berlijn, New-York, won hij vele levensgevaarlijke races achter zware motoren.Sportminnend België is de naam van deze gladiator en gentleman ondertussen vergeten.
Terwijl er toch een windje blaast over de hoogten van de Marlagne bereik ik Fosses-la-Villeen laterSaint-Gerard.Tussen Samber en Maas bestaat er nog altijd een cultus van Napoleon, volgens mij toch een misplaatste vorm van nostalgie en militarisme. Regelmatig bij feestelijke gelegenheden stappen fanfares in uniformen, met geweren en trommels uit de tijd van la Grande Armée .
Zie, verdorie, daar is toch dat bosje. In 1979 durfde ik het voor het eerst aan om eens op één dag 200 km te fietsen. Ik reed toen het brevet Overwinden-Givet-Overwinden. Tijdens deze voor mij memorabele tocht was ik gestopt in dat bosje voor mijn grote behoefte. Ik zorgde voor natuurlijke bemesting.Ik stop er 17 jaar later terug eens, voor mijn kleine behoefte. Ik merk dat het groen er ondertussen goed is gegroeid.
Ik schuif moeizaam verder in de richting van Maredsous. De klim naar de abdij werd geen probleem. Er is veel volk. Een flauwe plezante wandelaar probeert mij te pesten door met zijn mond luid het gevreesde sissend pssssst na te bootsen dat voor een wielrijder het onheil van een platte band betekent.
Basta, klootjesvolk te Maredsous kaas,bier,kaarsen,geloof,offerblok, .. luchtvervuilende autos met dagtoeristen en lompe touringcars.Weldra Maredret in haar prachtig groen.Ik geniet van de omgeving en van een koud blikje Lipton ergens uit een automaat.Ik kom aan Chateau-ferme de Falaën, hoofdkwartier van La Confrérie du Crochon, vaandeldragers van de plaatselijke gastronomie.
Ik loop er wat rond om op adem te komen. Twee lelijke meisjes willen mij brutaal een ingangsticket verkopen. Zij fluisterden dat ik wellicht een Hollander zou zijn, en dat staat mij echt niet aan. Wegwezen is weer mijn gedachte. In de vrije natuur voel ik mij lekkerder dan tussen kasteelmuren. De heuvels in dit land doen me erg pijn, maar langs de wegberm bloeien mooie bloemetjes. Ik vertrok op weg naar Rome met bijna geen training. Rondjes in eigen streek en maar één maal een rit van 100 km langs Scherpenheuvel. Vroeger kon ik veel beter. Nu moet ik het uitzweten.Dat was wel te verwachten.Ik weet dat mijn conditie met de dag zal beter worden. Ik ben maar een slak in les beaux paysages de la Wallonie . Mijn gemiddelde snelheid benadert het nulpunt. Voor mijn zondenmoet ik nu boeten. Het doet overal pijn.Maar het geluk, geloof en de hoop op redding hebben me niet verlaten, want daar volgt de flinke afzink naar Dinant.Aan de GrottenLa Merveilleuse stop ik.Mijn truitje vol nat zweet ontzegt me de mogelijkheid om ondergrondse frisse gebieden te bezoeken en stalactieten te bewonderen. Met wat frisse cola voel ik me tevreden.Een kwartier later fiets ik in de verkeersdrukte van Dinant.Opletten is er nodig om ongekreukt nog wat afstand af te leggen.Na enig slalomwerk ga ik in de schaduw zitten langs de Maas op een bank. Ik drink er één liter AA-melk en één van de drie liters Vittel die ik zopas kocht in de supermarkt Match.Mijn vleesspies voorzien als hoofdmaaltijd voor deze dag moet er ook aan geloven.
Ik heb al 100 km gereden en ik ben blij.
Met lichte triptrap toer ik onder de hemelshoge brug dooren daarna volg ik de Lesse tot aan Camping Villatoile. De kassa rinkelt tot405 franken en dat is dan voor man, fiets, tent,douche. Een jobstudent wijst me mijn plaatsje. Terwijl ik mijn positie inneem beginnen we een gesprek. Hij ziet een vijffrankstuk liggen in het gras en gooit dat naar mij. Weer een teken van geluk voor mij op deze weg. Hij vertelt me over zijn dorp Thynes waar nog Romaanse, maar niet Romeinse muren staan. In de XII-de eeuw was er daar zelfs een slaapplaats voor pelgrims te Thynes, beweert hij. Ik stel mijn tentje op. De eerste dag gaat dat nooit vlot omdat gewoonte en techniek nog ontbreken.Maar een waarheid is ook dat ik eigenlijk niet handig ben.Maar het gaat wel, en ik vind nog een geldstuk van één frank. De dag intrès riche Wallonie was verrijkend doch de geldstukken worden steeds kleiner.
In mijn ijver om er uit te zien als een echte kampeerder, stop ik mijn portemonnee onder de ietwat grotere droge pet die ik nu op mijn kopje heb. Wanneer een kwartier later mijn fiets bevrijd is van alle bagage en mijn nachtkwartier volledig is ingericht, wil ik naar de douche. De penning hiervoor steekt in mijn portemonnee. Ik zoek meerdere minuten om die te vinden eno, jee, verdorie onder mijn pet.
Op weg naar de douche verlies ik mijn propere onderbroek, maar ik merkte het wel. Op de WC is er geen toiletpapier, maar ik heb wel een hele rol bij, want eigenlijk ben ik op alles voorzien en ben ik toch niet te onderschatten, ondanks mijn chronische verstrooidheid.De douche is een besprenkeling met veel genot. Stof en zweet spoelen van mij weg. Mijn lijf is als nieuw na het verlaten van de douchecel. Ik loop rond op mijn blauwe Biguers, ontspannende sandalen van maat 47, die ik eens kocht in Andorra.Het is heerlijk op 50 m van de Lesse, die mooie Ardeense rivier , die we vroeger reeds vanaf Houyet met de kajak enkele keren hadden afgevaren. Er is op Villatoile een rustiek gebouw met een aangename bar, waar witbier van Hoegaerden uit het vat wordt getapt. Een poging om naar huis te bellen mislukt omdat een lange rij vakantiegangers staat te wachten aan de telefooncellen(*).
Ik stap dus maar terug naar mijn Alpinotentje,een iglo in kaki kleur, en ik overzie even mijn komend programma.
Nu is het tijd voor mijn eerste peace-mobile-opdracht, op zoek naar Gérard en Catherine dus. Daarvoor ga ik terug naar de bar, waar de baas van de camping op dit uur afrekent met de man van de drankautomaten. Hij zit aan een tafel bedekt met geldstukken. Onbeschaamd neem ik naast hem plaats aan die tafel en stel mezelf voor. Hopen geldstukken waren ook een deel van mijn leven, van zwembadzoontje van Olympia tot bankbediende van de Grote Kas van de kleine spaarder.Ons gesprek verloopt soepel en is van goed niveau. Hij trakteert me direct terug op een witbier. De geldman van de automaten schuift er bij ons bij, en nogmaals worden drie biertjes gebracht. Wat later zorg ik dat die mannen kunnen verder werken en ik verlaat dus de tafel, na een stevige handdruk.
Mijn tweede poging om te telefoneren lukt.Het thuisfront mag horen dat mijn eerste dag goed is verlopen. Witbier heeft mijn dorst nog niet klein gekregen.Ik begin een nieuwe fles Vittel , en ik vreet mijn tweede en laatste vleesspies op. Mijn kledij van de dag droogt al goed.Mijn fiets ligt prima vastgebonden. Mijn beenspieren zijn vermoeid. Voor de rest voel ik me nog heel fit. Ik rust maar ik kan nooit in een diepe slaap geraken tijdens de nacht op deze camping langs het kabbelende water op de rotsen en keien van de Lesse.Ik droom een beetje en ik meen van in de verte de saxofoon van Adolphe te horen.
In de geschiedenis van het mensdom zal 5 november 2008 beschouwd worden als een belangrijke datum.
Over de hele wereld is er uiteraard maar één thema van tel vandaag. Amerika heeft een president. Barack Obama is een fenomeen.
Hij wordt ' the black Kennedy' . Hij is de echte iron man uit Hawaï. Hij wordt niet gedeklasseerd wegens dopinggebruik. Hij mag door niemand worden doodgeschoten. Hij maakt de droom van Martin Luther King waar. Hij vertegenwoordigt alle kleuren van de USA.
Yes, we can en Change we need is wat hij vertelt.
Laten wij hopen dat hij niet zoals zijn voorgangers altijd en alleen beslissingen neemt waardoor de rijke Verenigde Staten van America beter worden, maar dat hij ook wil dat het leven overal op deze planeet goed is en blijft voor mens, dier en plant.
De wekradio staat op 05:01 ..Dring, dring, dring, dringbrrr.
Nog te moe. Pas100 minutenlater ontsnap ik dan toch uit ons echtelijk bed.
Fruitsap, omelet, brood, koffie, met weinig eetlust. Pas terwijl ik de linnen proviandzak vul met hapjes voor de eerste stopplaatsen, besef ik dat dit wel de grote dag is. Ik zou zeker zenuwachtig moeten zijn, maar ik voel me toch zo rustig want ik weet dat mijn weg tot Rome lang is en dat geen enkel voorval mij van mijn doel zal afhouden. In mij sluimert de stoïcijnse kalmte van de legioensoldaatdie invierkantsopstelling achter zijn schild wacht op een bende Belgen die komt afgestormdterwijl hij al weet dat na de schermutseling met die barbaren hij met verlofbrief op zak mag naar huis terugkeren, daar ergens in de omgeving van Rome , centrum van de beschaafde wereld.
De drie fotos bij dit vertrek zijn klassiek : man,fiets,voordeur + man,fiets,huis +man,fiets, echtgenote.Afscheid.Zoenen.Eerst aan mamaSonja, en dan ook aan de dochters Anne enMartine, nog innachtkleed en op blote voeten.Als drie Vestaalse maagden zullen deze vrouwpersonen waken op haard, meubels en spaarpot.
Zij zullen ook met Lucca, onze jonge welsh terriër, dagelijks mijn rondje wandelen.
De eerste stap is voor iedere pelgrim steeds een moeilijke stap. Loskomen vàn en op weg nàar, die eerste grote schrede waarmee alles wordt achtergelaten, zelfs zonder startschot, is het iets bijzonders.Maar de man met de zwarte pet en de blauwe trui heeft zich goed voorbereid en als een rijpe appel kan hij thans uit de boom vallen. Hart van steen, blik op oneindig, diep ademen,en nog evenpro forma wuiven naar de drie geliefde ladies .Start.Vooruit!
De fiets is loodzwaar. De benen zijn slap. Na amper 160 pedaalstoten komen Guido en Camilla me voorbijgereden. Zij brengen hun peuter Stephen naar de kinderkribbe. Even later, omstreeks de eerste kilometer, stop ik reeds om een korte inspectie te doen van mijn achterwiel, want daar is een verdachte trilling. Oplossing snel gevonden. Heb ik dan toch niet teveel bagage mee ?
Rustig aan.Klein verzet. Op gang komen.Van mijn groot geluk genieten. Broer Guido haalt me terug in.Hij stopt aan het kerkhof van Walsbets zijn Peugeot(merk van wijlen Stan Ockers ). Ik sta weer stil en ik heb nu twee mijlen afgelegd.Mijn familieleden zijn onder de indruk van mijn onderneming. Wat een fiets en wat een man !Hoe ver is het nog tot aan de catacomben van Rome ?Ik maak duidelijk dat er voor mij 6 weken en ongeveer 3000 km liggen tussen de heuvel van Bets waarop wij staan en de 7 heuvels van Rome. Ik wijs met mijn arm in de richting van de Sonvalwijk.Zie Guido,daar op de oeroude kleigrond van Haspengouwstond eens , lang geleden, een Romeinse villa in het wijde landschap.In het ochtendlicht ziet een nuchter kaderlid van een multinationaal farmaceutisch bedrijf uiteraard niets. Hij heeft geen verbeelding en vond geschiedenis steeds weinig belangrijk, terwijl de dichter -pelgrim het allemaal wel voelt.In het land der tumuli, het land (Landen)van Pepijn de Oude, woonden vroeger Romeinen, nadien de Betasiërs, en daarna de Karolingers. Vaarwel jonge broer, vaarwel lieve schoonzus.Naar uw job.Voor mij, zwerfvogel, ligt de ruimte ver en breed open. Ik vloeide af. Ik ben niet meer in het arbeidscircuit, maar wel op vervroegd pensioen. Ik ben geen wroeter, geen knecht, geen clown, geen dierentemmer, geen fluitspeler meer in het dagelijkse circus. Ik ben een mens geworden, met een ander soort bezigheden. Tijdens de bergop naarHet Hemelrijkmoet ik even schakelen, maar ik geraak goed boven en neem het valse plat met schone vaart.
Hé, daar staat Jean-Paul, nog een andere supporter, op mij te wachten. Hij is een voormalige werknemer bij IBM , nu is hij ook alle dagen thuis terwijl zijn echtgenote nog zorgt voor een vet loonbriefje bij de Nationale Bank. Van hem werd steeds gezegddat hij de braafste jongen van ons dorp was en nadien de bestetechnieker van zijn bedrijf.Dat waren titels waarvoor ikzelf nooit in aanmerking kon komen. Misschien, binnen zes weken,nadat ik van de Paus een volle aflaat zal hebben gekregenkan ik een beter mens en christen worden. De laatste maanden wisselden Jean-Paul en ik enkele keren van gedachten , over de aanpassingen nodig in een leven zonder arbeidsverplichting. Allebei beleven wij dit op onze eigen manier. Hij is een knutselaar met twee fijne handen. Hij piekert echter thuis hele dagen over intrest en beleggingen.Maar soms toch wordt hij strijdvaardig. Als Don Quichotte tegen machtige molens , wordt hij moeilijk en wil hij voor goede doelen als zuivere lucht en gezonde waters vechten .Hij betreurt de teloorgang van de natuur, en hij beweert dat de overheid en de bedrijven veel op hun geweten hebben.
Ik wil nooit meer wat horen over geld en kapitaal, na meer dan dertig jaren in een grootbank.Ik wil met mijn fiets op weg naar Rome. Ik verlaat Walshoutem, het dorp van mijn jeugd. Ik rijd onder de A3-E40 door en kom zo op het grondgebied van Hannut , aan de andere kant van de taalgrens, in Wallonië. Waar is hier die scheidingslijn van taal en cultuur, die tweeduizend jaren geleden zou zijn gelegd door in die tijd beter beschaafde mensen die kwamen uit Rome ?
Even later word ik ingelopen door een brommertje. Het is warempel nog een oude kennis uit ons dorp.Daisy !Zij tuft naar de markt. Het is maandag en ongeveer08:00 uur.Tijdens onze jonge jaren werd er verteld dat zij verschillende jongens zou hebben geïnitieerd in de zonde van onkuisheid. Ik ben niet op haar lijstje geraakt. Op de plaatsen en op het tijdstip waar dat toen zou gebeurd zijn, kwam ik steeds te vroeg of te laat.Een misstap met Daisy kon ik nooit aan mijn biechtvader vertellen.
Hannuit. Marktdag.Carrefour en Hesbaye. Vriendelijke stad waar Zénobe Gramme en de Heilige Kristoffel worden vereerd, zoals trouwens ook Gaston Roelandts en Marcel Van de Wattyne .Ik kwam hier naar school. Regen, wind, zon, jonge meisjes, niets heeft mij tegen gehouden om goede manieren te leren in het Collège Sainte Croix.
De paters Kruisherenrunden er goed onderwijs sedert 1919 en in 2009zal deze school nog steeds behoren tot de besten van het katholiek middelbaar onderwijs. Le Grand Flamand was mijn bijnaam. De pubers uit de lagere klassen keken naar mij op .Ik was goed in voetbal op de speelplaats, en ook met de grote bal op het basketbalpleintje en met het witte balletje op de pingpongtafel. Ook in de klas was ik een kanjer, vermits de beste scholieren in de Latijns-Wiskundigezaten.Ookal moest ik goochelen met algebra, toch waren Geschiedenisen Franse Schrijvers de vakken die ik graag had.Rosa, rosae, rosarum,zoals ene Jacques Brel toen zong, dat was lepel na lepel ajuinsoep slikken, maar later mocht ik tochde genitieven en de datieven van Cicero bewonderen. Maar . Heureux qui comme Ulysse a fait un beau voyage en even glimlach ik , terwijl ik losjes en soepel pedaleer.Ik kreeg hier Latijn, en nu ben ik op weg naar . Was het hier dus dat ik onbewust die drang meekreeg die me nu naar Rome doet landzeilen in de richting van Namendoorheen de zomerse velden van Haspengouw, sur la route des blés dor.
Weer verontrust me een geluidje.Niet van een auto, niet van krijsende vogels, niet van de wind,maar wel enig gerammel van mijn bagage . Ook mijn nieuw buitenbanden schuren vreemd over het wegdeken storen mijn frisse oren.
Met 24 kgr last storm ik verder op mijn tweewieler. Mijn strijdwagen is hevig, het is een pelgrimsmobiel. Het lichaam van de man, de materie van de fiets, kraken en schuren nog wat op het einde van dit eerste uur, maar een verbetering van hun onderlinge verhouding is ongetwijfeld te verwachten.
22,5 km afgelegd. Dit moet Bierwart zijn. Kruispunt en frituur. Stop. Ik ga evendagblad Le Soirkopen.De krant heeft een echte grote titel op deze maandag 19 augustus 1996 : Horreur pour Julie et Melissa
We zitten midden in de crisis Dutroux, we leren allen het woord pedofilie kennen.Zoals iedereen in België en elders, ontdek ik met verschrikking het verbijsterend nieuws.Ik neem het besluit van de volgende veertig dagen geen krant meer te kopen en niet meer naar televisie te kijken.Als pelgrim wil ik zoeken naar het mooie dat zowel buiten mij als wellicht wel binnen mij te vinden is.
Zeven jaren lang was de oude fietsfanaat Wilfried inactief gebleven, een lange tijd vol stress, depressie,ouder worden en midlifecrisis .Toen voor hem bij FORTIS de kans kwam om met disponibiliteit 52+te vertrekken, borrelde plots weer de levensenergie in deze man op .
Hij dook enkele weken in boeken en landkaarten om zich voor te bereiden, en dan nam hij zijn trekkersfiets en vertrok voor 40 dagen op een lange, kronkelende pelgrimsweg die hem tot Rome zou brengen. Avontuur, cultuur en natuur vormden zijn dagelijkse bezigheden. Hij genoot er met volle teugen van. Al fietsend mijmerde hij nog veel over zijn verleden, maar het besef dat zijn toekomst helder werd verbeterde vlug in hoge mate zijn persoonlijk geluk. Als een nieuwe mens kwam hij terug nadat hij over de vele heuvels van Toscane was gereden en de oude steden Venetië , Ravenna. Florence, Rome had bezocht. Vanaf nu volgt op deze blogregelmatig , in vele stukken,het verhaal op weg naar de Via Appia Antica.
Enkele notities gemaakt tijdens voorbereiding :
Nos gaillards pélerins
Par monts, par vaux et par chemins
Au gué dune rivière à la fin arrivèrent.
(Jean de La Fontaine)
Met haken werden de dode gevangenen weggesleept
En in de cloaca Maxima, de grote riool, gegooid.
Jugurtha, de Afrikaan, en Vercingetorix, de Galliër,
En SimonBar, de Jood, gingen hier smadelijk de dood tegemoet.
Beau pélerin de Flandre, dit-elle, pourquoi viens-tu ici ?
Pour parler au pape, répondit Uylenspiegel.( Charles Decoster)
Rome is niet op één dag gebouwd.
Hoe dichter bij Rome, hoe slechter christen.
Tussen Keulen en Parijs ligt de weg naar Rome.
Het is zo oud als de weg naar Rome.
Alle wegen leiden naar Rome.
Overzicht van de totale fietstocht.
1. Landen Pont sur Lesse101 km
2. Pont sur Lesse- St-Laurent Charleville 80 km
3. St-Laurent Charleville-Dun sur Meuse 87 km
4. Dun sur Meuse Varvinay en Lorraine 84 km
5. Varvinay en Lorraine Nomexy sur Moselle 134 km
6. Nomexy sur Moselle Rupt sur Moselle 70 km
7. Rupt sur Moselle Berentzwiller 97 km
8. Berentzwiller Moehlin am Rhein55 km
9. Moehlin am Rhein- Bad Zurzach 55 km
10. Bad Zurzach- Schaffhausen 59 km
11. Schaffhausen- Romanshorn 78 km
12. Romanshorn Fisschingen 80 km
13. Fisschingen Bibberbrugg 58 km
14. Biberbrugg- Gersau 64 km
15. Gersau/Buosch- Giswil/Meiringen 46 km
16. Meiringen Mamishaus 95 km
17. Mamishaus Savigny 84 km
18. Savigny Lausanne/Ouchy 20 km
19. Lausanne/Ouchy Milano/Monza 17 km
20. Monza San Pellegrino Terme 85 km
21. San Pellegrino Terme San Andrea dIseo 96 km
Vandaag begon de 22-ste TOUR DU BURKINA FASSO . Deze beroemste wielerkoers in Africa loopt over tien vlakke ritten tot 2 november ( Totaal = 1245 km). Drie ministers reden tijdens de eerste kilometers mee . Dan trok het peloton van 84 renners in volle vaart weer door het prachtige landschap, tussen rijen toeschouwers, over de stofferige wegen onder een loden zon. De deelnemers komen uit Kameroen, Ivoorkust, Gabon, Mali, Sierra Leone, Senegal, Libye, Marocco, Nederland, België, Frankrijk en Burkina Fasso. In dit zeer arme land worden 550.000 euros besteed om deze rittenkoers te organiseren. Nog steeds rijden er geen echte beroepsrenners mee, maar er mag toch niet meer worden beweerd dat de Tour du Burkina Fasso een koers voor cowboys en avonturiers is. De competitie is er zeer zwaar. Dit jaar zorgt de Union Cycliste Internationale ook voor een goed toezicht op eventueel dopinggebruik. De sfeer van deze koers is uniek, zowel aan de starts, als onderweg aan de knelpunten, en aan de aankomst. Op het podium worden daar vele truien uitgedeeld, steeds overhandigd door mooie zwarte vrouwen die vier kussen aan de winnaars geven. Vorig jaar won Adil Jelloul uit Marocco. Hij wil natuurlijk terug winnen tot eer en glorie van de Afrikaanse wielersport, maar hij klaagt er over dat hij dit jaar misschien geen sterke benen zal hebben omdat hij door de ramadam een tijd lang te weinig heeft gegeten. De Belgische ploeg is goed aangekomen ter plaatse, in het sportieve hart van Africa. De oud-winnaar van deze rittenkoers David Verdonck is ploegleider. Henrioulle, Didden, VanMechelen, zijn verzorgers-mekaniekers, en twee vroegere gregario's van Eddy Merckx gaan meer mee als raadgevers en voor de public-relations: Ludo Delcroix en Herman Beyssens. Dit is een zestal met veel ervaring in de plaatselijke toestanden, die werkelijk alle kanten kunnen uitgaan.Onze renners (Elites zonder contract) zijn Guy Smet, Christof Mariën, Stefan Roosen, Lionel Syne, Jeremy Burton, en Laurent Donnay.
Guy Smet, de Reus van Kruibeke, trok in de eerste rit reeds ten aanval. Hij nam een dikke minuut voorsprong en is nu de Gele Trui van de Ronde van Burkina Fasso. Guy Smets is een sterke kerel die reeds 297 koersen won en 200 maal tweede eindigde , meestal in het regionaal gebeuren in Vlaanderen. Bravo Guy !
De herfstregens hebben de witgekalkte letters nog niet afgewassen van de namen van de dwangarbeiders van de weg ( van de dikbetaalde sandwichmannen van de fiets) uit de Tour van 2008- en ook niet werden reeds alle potjes en flesjes opgeborgen van de voorbije dopingcontroles ofdaar komt reeds zoals de nieuwe Beaujolais weer een nieuwe Tour.
Het is geen ongewenstkind, geen te vroeg komend zwangerschap in de buik van Frankrijk , maar wel een kind van onze liefde, onze passie voor de wielersport, notre amour pour le vélo.
De Tour blijft immers moeders mooiste, al wordt hij een te grote baby om op te voeden.
Iedereen was onlangs verwonderd bij het vernemen dat er negen Luxemburgers mochten startenop het Wereldkampioenschap Wielrennen te Varese .Het Groot Hertogdom Luxemburg is maar klein maar heeft een grote wielertraditie . Er zijn daar zeer grote wielerkampioenen geweest. Wij denken dan aan de grote drie uit de Luxemburgse wielergeschiedenis François Faber, Nicolas Frantzen Charly Gaul.Verder waren er ookBim Diederich, Willy Kemp, Luc Gillen en Jeng Goldschmitt in de fifties toen wij als kleine mannensupporters werden van de helden van berg en dal.. Binnen korte tijd mogen we daar misschien de naam Kirchen of Schleck aan toevoegen, want vandaag telt Luxemburg weer mee in het peleton,alhoewel een recent doping bericht ons een traan in het oog brengt.Maar Faber de Reus van Colombes blijft Faber, en was een héél grote wielercrackdie we toch nooit zouden mogen vergeten.
François Faber werd op 26 januari 1887 in het Franse Aulnay geboren, maar omdat zijn vader van Luxemburgse afkomst was, kreeg ook François de Luxemburgse nationaliteit. Deze François Faber was een natuurmens. Licht en lucht moest hij hebben, koude of regen, hitte of droogte, zand of slijk, stenen en bergen, het maakte hem allemaal niets uit. Zijn onbegrensde kracht en uithoudingsvermogen trotseerden alles. Op 19-jarige leeftijd debuteerde Faber reeds in de Tour, maar hij haalde dat jaar nog Parijs niet. In 1907 keerde hij terug en met een zevende plaats onderstreepte hij zijn enorme kwaliteiten. In 1908 eindigde hij al op de tweede plaats en won hij vier lange ritten. Een jaar later domineerde hij het Tourpeloton en werd hij op 22-jarige leeftijd de eerste buitenlandse winnaar van de Tour de France. Faber heerste dat jaar op alle fronten in ' la Grande Boucle'. Hij sleurde zijn zwaar lichaam als eerste over de cols en won in 1909 als enige renner in de historie van de Tour vijf etappes op rij.
Le Grand Faber was een prachtige atleet. Hij was 1 meter88 centimeter lang en woog maar liefst 88 kilo. Hij was een zeer sterk treinloper en een geweldig sprinter. Zijn lichaamsbouw beperkte hem in zijn mogelijkheden als klimmer, maar dat belette hem niet om maar liefst 19 Touretappes te winnen. François Faber was een volksvriend met een innemend karakter en hij was ongelooflijk populair. Hij was de Tom Boonen van zijn generatie. Ook in de klassiekers beschikte Faber over grote mogelijkheden. Hij won een hele reeks topklassiekers, zoals Parijs-Brussel, Bordeaux-Parijs, Sedan-Brussel, Parijs-Tours en de Ronde van Lombardije.In 1914 meldde François zich bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog als vrijwilliger bij het Franse Vreemdelingenlegioen, ook al was hij toen niet verplicht van soldaat te worden. Hij lag in het oorlogsjaar 1915 te Carency bij Arras (Pas de Calais) in de eerste vuurlinie nabij de boerderij van Bonneval, toen hij op 9 mei een telegram ontving met het schone nieuws dat zijn eerste dochtertje was geboren en dat alles prima was gegaan. Uitzinnig van geluk sprong hij tot boven de loopgracht uit met zijn groot lijfterwijl hij zijn handen in de lucht stak. Op datogenblik doorboorde een vreselijke Duitse kogel zijn sterk hart. Eén van de grootste renners was niet meer. Hij viel dood neer in de armen van zijn strijdmakkers, de renners Louis Darragon en Charles Cruchon . Dit is het bijzonder tragisch einde geweest van het leven van een groot sportman.
François was vaak vergezeld door zijn trouwe helper, zijn halfbroer Ernest Paul .Deze mannen reden voor de fietsconstructeurs van toen : Labor, Peugeot, Alcyon, Automoto. De machtmens Faber stierftoen hij nog maar 28 jaar was. Er bestaat een herdenkingsplakket Faber in de Kapel van O.L. Vrouw van Lorette in Vimy tussen Arras en Douai. Monumenten gewijd aan beroemde wielrenners zijn een bezoek waard. .
Van in onze prilste jeugd tot vandaag, van Sinterklaas tot Brel, Pater Damiaan, Daens, werden ons de namen van zovele dappere mannen, kampioenen, heiligen, koningen, ontdekkingsreizigers, uitvinders, voormannen, ... (en dan werden nog de vrouwen vergeten...) opgedrongen, aangeleerd, maar altijd werd er door de lui die het ons vertelden nooit gesproken over sterke, wijze, slimme mannen uit het Oosten (behalve dan rond de tijd van Drie Koningen en misschien toch Ghandi of Moeder Teresa ...) . Dus weten wij niets over een groot man als de Chinees ZHENG HE en op deze blog komen maakt het dan ook mogelijk een groot gat in de kennis te vullen.
Rond 1400 gaf Yongle (ook Zhu Di genoemd) de Keizer van de toen in China heersende Ming Dynastie de opdracht van een gigantische scheepswerf te bouwen waar grote platte schepen werden gebouwd, helemaal gemaakt van hout. De eunuch-admiraal ZHENG HE werd aangesteld om ontdekkingreizen te maken naar de verste gebieden om daar de macht van de Keizer te tonen en de superioriteit van de Ming Beschaving te bewijzen. De schepen van Admiraal ZHENG HE, die een geniaal persoon was, waren vol geladen met alle bestaande rijkdommen van China, zoals porselein, zijde, goud, specerijen. De Chinezen zijn op ontelbare plaatsen aan wal gegaan maar nooit was het de bedoeling andere plaatsen te veroveren en ook niet om een godsdienst op de dringen aan plaatselijke volkeren. Er is weinig geweten over dit epos dat zeven hoofdstukken telt van 1405 tot 1433. Waarom werd er zoveel geïnvesteerd in deze tochten, en waarom werd dit alles plots gestopt lang voor naties als Portugal en Spanje, Holland en Engeland, en andere zeelui op verkenning trokken over de oceanen uit hebzucht en winstjejag ?
Ma Sabao zoon van een Mongoolse chef, kreeg vanaf 1404 de naam Zheng He, werd op jonge leeftijd meegenomen door de soldaten van de Keizer. Hij werd gecastreerd en aan het keizerlijke hof kreeg hij een goede opleiding om een keizerlijk eunuch te worden. Eunuchen waren de dienaars, medewerkers, vertrouwelingen, raadgevers, van de Ming's. Zij woonden in de nabijheid van de Keizer, in De Verboden Stad. Zij lieten hun ogen niet vallen op de keizerinnen, prinsessen en ander vrouwvolk, en leefden 100% om de Machtigste op Aarde te dienen. Zij hadden geen nakomelingen die voor de Keizers concurrentie werden door macht, kennis, relaties die zij verzamelden.
Van ZHENG HE is weinig geweten. Hij hield zich in de schaduw achter de Keizer. Hij was een 'primus inter pares' als student. Hij was op zee een almachtig man. Hij was zeer groot van gestalte ( 2m ). Helemaal geen fanatieke moslim , droeg hij toch de eretitel van ' Hajii ', want zoals zijn grootvader, zoals zijn vader, was ook hij op pelgrimstocht naar Mekka geweest. ZHENG HE zorgde er voor dat minstens dertig vreemde koningen de Keizer hun trouw verzekerden en dat méér dan duizend ambassadeurs te Peking vertoefden tijdens de Gouden tijd van het begin der XV-de eeuw.
Er werd ook in een bestseller beweerd dat enkele schepen van Zheng He de grote armada hebben verlaten en in 1421 Amerika, Australië, Antarctica, bereikten . De toekomst zal brengen of dit waar is, want vandaag is dit echt nog niet bewezen.
Op de grote wereldzeëen van toen zijn de schepen van beroemde zeevaarders als Columbus, Vasco da Gama, Magellan, maar stekelbaarsjes geweest vergeleken met de walvissen die de superjonks van Zheng He waren. Zelfs de Bijbelse Ark van Noé kan niet groter zijn geweest dan het vlaggeschip van Zheng He, want dat houten paleis was een negenmaster van 164 m lengte en 51 m breedte. Zeker geleek het op geen sardienenblik maar wel was het zo groot als een voetbalstadion van eerste divisie. De meeste jonks van de Grote Chinese Armada waren 400 voet lang , archeologen hebben dat bewezen. Er zullen ook nog kleinere meer mobiele eenheden zijn geweest, met verschillende functies. Op sommige jonks waren er zelfs moestuinen gebouwd voor groeten, soja, fruit, uit eigen tuin. Zo hadden de zeelui die met Zheng He vaarden geen last van scheurbuik, gebrek aan vitamine-C, hét probleem van de vroegere zeevaarders.
Het is gebeurd in 1405 en tot aan de Landing in Normandië van juni 1944 zijn er nooit meer boten samen uit éénzelfde haven vertrokken. De Armada van Zheng He, bevattend 317 schepen en 27.870 manschappen, verliet Nankin voor een tocht van 50.000 km die twee jaren zou duren. Zij bezaten het buskruit, het compas, kenden de sterrenhemel, en tussen de technici aan boord waren er wetenschappers en ambachtslui van het hoogste niveau. Merkwaardig is wel dat de eunuch Zheng He een groep prachtige danseressen meenam, en dat zou dan zijn geweest voor het plezier van de ambassadeurs, van de koningen, van de businessmen, die hij tijdens zijn tocht zou leren kennen. Zij vaarden met een snelheid van 9km per uur. De piraten die zij onderweg tegen kwamen, sloegen voor altijd op de vlucht, werden monnik of boer, toen zij beseften dat de Keizer van China ook de meester wou worden van de zee. Zij zeilden tot Arabië en kochten er paarden om te kweken, want dat was nodig om de beruchte Mongolen te bekampen, die gevaarlijke ruiters uit de steppe. De tweede tocht (1407) kwam er vooral om de vele barbaarse ambassadeurs terug naar huis te brengen nadat zij de grootheid van Keizer en Cultuur hadden gezien. De Ming Dynastie kreeg zo eerbied in alle gebieden waar de jonks van Zheng He waren geweest. (Champa, Java, Cochin, Siam, Ceylon, ...). Tijdens de derde tocht (1409) werd er goed gescoord op gebied van eerbied voor andere godsdiensten. Op vele plaatsen werden er giften gedaan aan tempels. De vierde tocht (1413) zeilde tot Arabië, Mogadiscu, Aden, ... en 18 machtshebbers aanvaardden om zich te plooien en negenmaal met het hoofd de grond te raken terwijl zij trouw zworen aan de Keizer, de Hemelse Machtige op Aarde, en vrijwillig tribuut wensten te betalen omdat zij de superioriteit van China wilden erkennen. De vijfde tocht (1417) had weer Aden en Africa als reisdoel, en zij brachten naast mensen van daar ook merkwaardige wilde dieren naar het Hof van de Keizer, zoals de giraf, de zebra, de leeuw, de struisvogel. De zesde tocht (1421) bracht de Chinezen tot in West Africa, en zij maakten vele nieuwe relaties. De vloot zou zich toen in vier delen hebben verdeeld om een wereldkaart te tekenen . Velen zijn toen niet terug naar huis geraakt. Tot waar kwamen die boten ?
Toen stierf de Keizer Yongle. De volgende keizer degradeerde Zheng He. Maar toen er weer van Keizer werd veranderd kreeg hij zijn job van Admiraal terug.
De zevende en laatste tocht (1433) bracht de ontdekkingsreiziger tot bij de Swahili volkeren en tot in Mekka. Maar de grote zeeman stierf weldra en werd aan de diepe wateren toevertrouwd. Dit betekende het einde . Een politieke strijd met obscure combines bracht de bureaucraten aan de macht ( de Mandarijnen ) en de eunuchen verloren hun posities. De mandarijnen stopten de grote en kostelijke ontdekkingstochten. Zij verbrandden zeekaarten, notities, informatie. Zij lieten de schepen rotten in de haven. Dit is een ramp zonder weerga geweest voor de geschiedenis der mensheid. Alle krachten moesten in die tijd gebundeld worden op het land, want in het Noorden was de druk van het Mongoolse gevaar te counteren en zo verdwenen de geweldige keizerlijke zeilschepen van Zhen He uit de oceaan, terwijl China zich afzonderde in een eeuwenlang isolement. Vandaag zijn er op Java nog tempels ter ere van Zheng He, die werd beschouwd als een halfgod, als een heilige , zoals Sam Poo Kong te Semarang . Op Surabaya werd er nog in 2007 een nieuwe moskee geopend die de naam Misjad Cheng Hoo draagt. Dit gebeurde in een Chinese gemeenschap met de Islam als geloof. Zheng He was een zeer groot man.
Er worden vandaag geen 1.500.000 toeschouwers verwacht zoals in 1951. Ook de meeste tifosi volgen nu de koers in de huiskamer. Maar in 2008 zijn er wereldwijd vele miljoenen die met interesse zullen kijken naar de strijd om de regenboogtrui.Varese, de hoofdstad van Lombardije, ligt boven Milaan in die prachtige streek van de meren : Lago Maggiore, Meer van Como en Meer van Lugano. Wielrennen is er belangrijk, kent er een rijke traditie. Vele goede beroepsrenners kwamen uit deze sportieve stad : Remo Bertoni, Gabriele Colombo,Francesco Frattini, Stefano Garzelli, Danielle Nadello, Andrea Perron, Mauro Santoromita, Stefano Zanini, ... . De koers loopt over 15 ronden van 17,350 km , zijnde 260,250km in totaal. Start om 10u30 . Er zijn in iedere ronde twee hellingen , de Mortello (1,150 km) en de Rochi (3,130 km). Zoals bepaald door het UCI reglement mogen 10 landen 9 renners afvaardigen, 10 landen 6 renners, 20 landen 3 renners, en de overige landen 1 renner. Dit volgens een puntenklassement over de resultaten van het voorbije jaar. Er worden 210 renners uit 46 landen aan de start verwacht. Naar wie gaat de overwinning ?
Zal Bettini voor de derde maal op een rij winnen en dan langs de grote poort zijn sport verlaten ? Of zien we Davide Rebellin zijn prachtige loopbaan eindigen in wereldtrui ? Volgens mij zal Oscar Freire zegevieren. Hij woont trouwens in de buurt. Maar een andere grote uit Spanje zal misschien de verwachtingen in hem waar maken : Valverde. Om mijn favorieten tot een half dozijn te beperken, zet ik er nog RobbieMcEwen bij (met Australiërs weet je nooit...) en Ballan een plaatselijke kampioen die in ééndagkoersen sterk kan uitpakken. Ik zie voor de Belgen geen wereldkampioenschap met veel succes.
Op dinsdag 29 augustus 1939 besloot de UCI van de datum van de wegwedstrijd voor de regenboogtrui te verleggen naar een latere datum op de eerste zondag van october.De internationale spanning was te sterk in Europa. Een oorlog tussen Frankrijk en Duitsland werd gevreesd. Een algemene mobilisatie eiste dat alle renners in hun eigen vaderland verbleven in die sombere tijd. Vandaag weten wij dat het inderdaad een goede beslissing was, want het werd toen oorlog. Ten noorden van Varese over een afstand va 36,2 km was er een omloop uitgestippeld, de bekende Omloop van de Drie Valleien , en na 6 ronden zou een totaal van 217,2 km genoeg zijn om een waardige nieuwe wereldkampioen op de weg te kronen. Er waren 10 landenploegen van 4 renners, alsook 2 Portugezen, 1 Amerikaan en 1 Engelsman. Een deelnemersveld met 44 beroepsrenners is minder dan vandaag maar de kwaliteit van de deelnemers was toch groot vermits Duitsland,België,Spanje,Frankrijk, Nederland,Italië, Luxemburg,Polen, Roemenië, en Zwitserland, hun sterkste viertal van het seizoen 1939 hadden geselecteerd. De meeste van de deelnemers van toen verloren tijdens WO II allen de mogelijkheid om grotere wielerkampioenen te worden die tot vandaag beroemd zijn, hun sportieve loopbaan werd door de oorlog verbrijzeld. Ik wil toch hier een groot aantal schone namen vermelden van deze mannen Erich Bautz, Georg Umbenbauer, Hermann Schild, Albertin Disseaux,Marcel Kint,Albert Ritserveldt,Cyrille Van Overberghe,Mariano Canardo,Julian Berendero, Maurice Archambaud,Georges Speicher,Gerrit Schulte, Jan Lambrichs,Gino Bartali, Olympio Bizzi,Giordano Cottur,Mario Vicini,Leo Amberg, Paul Egli,Karl Litschi, Joseph Magnani, Matthias Clemens. Door deze annulatie zou ' De Zwarte Arend' , onze landgenoot Marcel Kint, tot in 1946 wereldkampioen blijven, vermits hij in 1938 de titel veroverde te Valkenburg. Foto's van Kint,Berrendero,Bartali.
In de tijd van de superkampioenen.
Een angstaanjagend programma van 295 km over 36 hellingen wachtte op de 45 deelnemers uit 9 landen op 2 september 1951. Op het laatste moment vervangt Pasotti de grote Coppi (ziek) en na ruzie bij de Zwitsers komt ook Fritz Schaer aan de start.De oude campionissimo Bartali is de enige die ook in 1939 op de deelnemerslijst heeft gestaan.Maar indrukwekkend zijn de namen van de volgende starters : Rik Van Steenbergen, Germain DeRijcke, Briek Schotte,Louison Bobet,Raphael Geminiani,Wim Van Est, Wout Wagtmans,Gerrit Voorting, Henk Faanhof, Antonio Bevilacqua, Fiorenzo Magni,Giuseppe Minardi, Bim Diederich,Willy Kemp,Jean Kirchen,Emilio Croci-Torti, Hugo Koblet, Ferdi Kubler, Gottfried Weilenmann, Heinz Muller, Lode Anthonis, Jos DeFeyter en Kwik Van Kerckhove. Een kopgroep blijft voorop na een lange ontsnapping. Fiorenzo Magni , ' De Leeuw Van Vlaanderen', is de enige die 5'40" kan goedmaken tijdens een achtervolging van 50 km. Ook Bartali naderde sterk in de finale, maar hij kwam te laat. Ferdi Kubler, de Arend van Adliswill, overwint de verzamelde krachten van Magni, Minardi, en Bevilacqua. Hij levert zijn grootste prestatie en wint de spurt met twee lengten waardoor hij voor eeuwig het hart van de sportlui verovert. Ferdi Kubler, de Sportman van de Eeuw in Zwitserland, leeft in 2008 nog steeds, zoals ook Magni, Diederich, en Geminiani , mannen die de wielersport zeer groot maakten. Uitslag: (gemiddelde snelheid 34,834 km) 1. Ferdi Kubler in 8u 28'28" 2. Fiorenzo Magni 3. Antonio Bevilacqua 4. Jos De Feyter 5. Gerrit Voorting 6. Heinz Schwarzer 7. Wout Wagtmans 8. Giuseppe Minardi 9. Gino Bartali op 1'05" 10. Hans Dekkers op 1'35" 11. Bim Diederich op 1'47" 12. Kwik Van Kerchhove op 5'00" 13. Germain De Rijcke op 6'17" 14. Louison Bobet 15. Gottfried Weilenmann en het overblijvend peleton met Pasotti, Van Est, Van Steenbergen,Kemp,Schotte,Schaer,Kirchen, De Santi, Rossi.
Samenstelling van de reeksen: A. Wang Hao (China),Chuan Chih Yun (Taiwan),Werner Schlager (Oostenrijk)Peter-Paul Pradeeban (Canada) B Ma Long (China), Joo Se Hyuk (Zuid-Korea), Michael Maze (Denemarken),Trent Carter (Australia) C. Timo Boll (Duitsland) , Gao Ning (Singapore), Kalinikos Kreanga (Griekenland),Segun Toriola (Nigeria) D. Ryu Seung Min (Zuid-Korea),Li Ching (Hong Kong), Dimitri Ovtcharov (Duitsland) Jean-Michel Saive (België).
In een eerste ronde speelt elke deelnemer drie wedstrijden. Nadien volgt een klassement van iedere reeks. Daarna komt een tabel van acht met rechtstreekse uitschakeling. De winnaar van deze 29 ste Wereldbeker zal dus zes matchen op een rij winnen, of uitzonderlijk toch vijf indien hij in eerste ronde gewild of ongewild een misstap doet. Twaalf van deze tafeltennissers staan op de huidige wereldranglijst hoger dan Jean-Michel Saive ( 35). De Deen Maze (23) mocht als invaller de Braziliaan Thiago Monteiro vervangen , want vorige zondag op de Ramadam Spelen van Abu Dabi geraakte deze geblesseerd. Dit verhoogde nog de totale waarde van het deelnemersveld .
Dit opmerkelijk sportief gebeuren in de Provincie Luik wordt ingericht door SPRL PHILIPPE SAIVE MANAGEMENT in de Country Hall ETHIAS op Sart Tilman , 13; Allée du Bol d'Air - 4031 ANGLEUR.
Helena Berta Amalie Riefenstahl ( ° 22/8/1901/ + 8/9/2003)) .
Over deze grotedame werdzeer veel geschreven. Hier volgen maar enkele zinnetjes, sprokkelingen uit het grote internetbos . Maar zij was toch een vrouw vanbeelden die films enfotos heeft gemaakt die zoveel meer zeggen dan duizend woorden.
Ik ben de oudste zoon van Olympia.
Na het zien van de film van Leni Riefenstahlin 1938 kreeg Theo Journée in zijn hoofd een idee dat wel zwaar zou wegen op zijn nazaten : hij wilde en zou een zwembad bouwen om de jeugd en ook de ouderen van zijn dorp Walshoutem te leren zwemmen in fris, gezond en proper water .
Meer hier over later op deze blog.Dat zwembad zou Olympia heten en aan de ingang wapperde de vlag met de Olympische ringen en ook was op een groot bord:
Leni Riefenstahl werd in de filmwereld bekend door haar vernieuwende vormen: de Olympische duikers werden gefilmd zonder vaste objecten (zoals de duikplank) in beeld.De kijker, die indertijd nog niet gewoon was aan dergelijk cameragebruik, zag een compleet andere, vrije kijk op de wereld. Olympia is verder opvallend door de technische perfectie: geavanceerd camerawerk, verrassende suggestieve montage, gebruik van slow-motion en actieve onderwaterfotografie. De bijzondere combinatie van beeld en muziek valt op en in het tweede deel wordt de esthetiek van de sportende mens benadrukt, o.a. in de sequens van het schoonspringen voor heren.
De faam van de Duitse filmmaker Riefenstahl, maandag op 101-jarige leeftijd overleden, is onlosmakelijk verbonden aan de nazi-geschiedenis. Haar belangrijkste films - Triumph des Willens en Olympia - maakte Riefenstahl in opdracht van de nazi's. Ze was door Adolf Hitler zelf uitgenodigd de glorie van het nieuwe Duitsland te bezingen, en dat deed ze zonder enige terughoudendheid. Ze kon niet anders, zou Riefenstahl na de oorlog zeggen. Van excuses kon daarom, betoogde ze op haar honderdste verjaardag, geen sprake zijn. Ze was destijds jong, ambitieus, en ze kreeg de vrije hand. Wat wil een kunstenaar nog meer?
De geheime Hollandse liefde van Leni Riefenstahl .De beroemde en beruchte Duitse cineaste Leni Riefenstahl wordt 100 jaar en brengt op die gezegende leeftijd een documentaire uit die zich onderwater afspeelt. In de jaren dertig werd zij wereldberoemd door haar propagandafilms voor Nazi-Duitsland. Die films kenmerkten zich door baandoorbrekende camerastandpunten. Ze werd onlangs nog door de rechtbank berispt dat ze niet meer mocht zeggen dat ze niet wist dat zigeuners waren omgekomen in concentratiekampen. Wat onbekend is dat de beroemde Nederlandse schrijver A. den Doolaard Leni Riefenstahl op de Mont Blanc ontmoette. Wat speelde zich af tussen den Doolaard en Riefenstahl?Leni Riefenstahl en A. den Doolaard op de Mont Blanc ? Uren van gedwongen niets doen in een berghut zijn goed voor de geest. A. den Doolaard,is de aartsvader van de verslaggeving over adventure en outdoor. Maar het woord buitensport is eigenlijk toch beter.
Danseres, actrice, bergbeklimster en filmregisseur lange tijd wist Leni Riefenstahl (1902-2003) niet waarop ze haar nietsontziende ambitie moest richten.
Olympia bestaat uit twee delen: Fest der Völker en Fest der Schönheit. Samen is het een vier uur durende sportregistratie, zo kunstzinnig gefilmd en gemonteerd dat hij bij vlagen kijkt als een speelfilm. Die vier uur vallen nog mee in verhouding tot de hoeveelheid opgenomen materiaal. Leni Riefenstahl en dertig cameramannen volgden 134 Olympische sporten in Berlijn. Bovendien maakten ze niet alleen opnames tijdens de Spelen zelf, maar ook tijdens oefensessies. Zo wist Riefenstahl maar liefst 400 kilometer film te verzamelen. De montage kostte haar twee volle jaren. Maar toen Olympia in 1938 eindelijk uitkwam, was duidelijk dat deze film het wachten meer dan waard was geweest. Olympia won filmprijzen en geldt nog steeds als een van de beste films aller tijden. Maar ook als een van de meest omstreden. De film is een Fest der Schönheit, nog steeds een voorbeeld voor sportfilm en -televisie, maar hij is ook te zien als een verheerlijking van de Körperkultur, gemaakt door Hitlers favoriete filmmaakster. Riefenstahl heeft altijd volgehouden dat ze zich niet interesseerde voor de politiek , maar haar films pasten op zijn minst uitstekend in de propagandastrategie. Haar reputatie was na de oorlog dan ook geschaad. Dat neemt niet weg dat Olympia een belangrijke film is. Riefenstahl experimenteerde voor het eerst met nieuwe filmtechnieken. Zo liet ze gaten graven naast de atletiekbaan, net groot genoeg voor een cameraman om in te liggen, om de atleten van heel dicht bij van onder af te kunnen filmen. Ze hing een camera aan een grote luchtballon boven het stadion, om de mensenmassa van boven te kunnen filmen. Ze monteerde een camera op een soort katapult, die tegelijk met de sprinters wegschoot op een rails naast de baan. Ze filmde de schaduwen van de sporters in actie. En ze was de eerste die onder water filmde, bij het schoonspringen. In de montage nam ze de vrijheid van de kunstenaar. Ze mengde beelden van oefensessies met de echte Olympische wedstrijden, maakte ruim gebruik van vertraging, monteerde sportsequenties in omgekeerde volgorde als het zo uitkwam, en wist dit alles zodanig met muziek te combineren dat elke beweging een danspas werd. In 1993 keek Riefenstahl nog steeds uiterst tevreden terug op haar meesterwerk Olympia, en echt verzekerde zij : Hitler was er helemaal niet blij mee omdat zij die zwarte atletente goed in beeld had gebracht.
Des splendides images qui retracent la carrière exceptionnelle d'une femme exceptionnelle et qui évoquent successivement sa vie de danseuse, d'actrice, de réalisatrice, de photographe et de plongeuse sous-marine.
Jarenlang was ik een wielertoerist van de laagste categorie. Om mijn buurmanplezier te doen had ik een lidkaart genomen bij WTC Het Kleine Verzet.Dit was een vereniging uit een klein dorp. Als we vandaag terugblikkenop toen dan moeten we toegeven dat bij WTCtoch veel wielertalent was. Zo was er Fred die tijdens een Tilff-Bastogne-Tilff een gebraden kip kon opeten en vijf broodjes, tien bananen en vier bussen koffie. Zo was er Pol die toch vele voorname brevetten behaalde. Zo waren ermaar neen, ik ga die hele litanie sterrijders van toen hier niet opsommen .. Zij waren knap gekleed in gele truien met zwarte mouwen. Nooit heb ik trouwens een betere wielertrui gehad dan zon oudmodische wollen trui met lange mouwen van die WTC .Er was dan de voorzitter die zelf nooit fietste maar die wel de koersfiets won die op een dag werd afgeloot, vandaag is die man een V.I.P. op alle wielerkampioenschappen.Omdat ik toen zelf ook voorzitter was, niet van de wielertoeristenclub waarover ik het hebmaar wel van de Toppers, de befaamde pingpongclub van toen, trad ik pas begin juni in actie op mijn tweewieler. Dan hadden die felle rijders van WTC Het Kleine Verzet reeds vele ritten afgehandeld sedert het begin van de maand maart. De voorziene gemiddelde snelheid van22,5 km per uur was voor hen veel te laag, terwijl dat voor mij toch een marteling betekende.In het puntenklassement van WTCbengelde ik daarom ver achteraan. Voor iedere kilometer werd een punt gewonnen voor dat klassement .Al die kilometers moesten dan wel worden afgelegd tijdens de voorziene clubuitstap op zondag, ofwelin proeven van de afdeling wielertoerisme van de B.W.B. of van een erkende buitenlandse bond. Drie soorten ritten waren er : in groep onder leiding van wegkapiteins die scrupuleus de snelheid laag hielen en bepaalden waar en hoe lang mocht worden gestopt, individuele ritten met vrije start en vrije snelheidwaar stempels moesten worden verzameld op de controleposten , en tenslotte de individuele permanente proeven. Deze laatste ritten genoten mijn voorkeur. Op voorhand moesten documenten worden gekocht aan de organisators, wielerclubs of wielerbonden, om deze permanente proeven op de voorgeschreven wijze maar ook op eigen tempo te kunnen voltooien. Als bankbediende moest ik vaak beroepshalve presteren buiten normale werktijd en dat stapelde overuren op die ik maar al te graag recupereerde tijdens weekdagen. Ikmocht daarom vaak fietsen terwijl andere mannen werkten en zo werd de permanente proef een schoen naar mijn maat.
Bepaalde omstandighedendreven mij op een dagtot ontslag in de tafeltennissport.Toen bestelde ik een heel pak permanente proeven.Mijmerend over de dingen des levens begon ik weldra vele kilometers af te malen, vele controlestempels te verzamelen, vele kaarten te verzenden. Ik was steeds administratief in orde voor mijn nieuwe hobby hetgeen voor mij gezien mijn beroep vlot en natuurlijk ging. In het clubklassementhad dat gevolgen. Na een eerste half seizoen als echte WTC-crack remonteerde ik velen om elfde te staan op de laatste dag van september, einde van deze competitie. Ik kreeg daarvoor veel felicitaties tijdens de laatste en feestelijke bijeenkomst van dat wielerseizoen omdat ik zoveel vorderingen had gemaakt, maar niemand van toen vermoedde dat ik nog veel meer in petto had.Ik legde regelmatig de weg af naar mijn werk op de bank, waar ik een kleerkast had met een kostuum, witte hemden, marcellekens, onderbroeken, handdoeken , washandjes, zeep, deodorant, kam, sokken en schoenen.Zelfs op winterse dagen begon ik tientallen kilometers te oefenen, soms vroeg en soms laat. Weldra was er geen stukje weg meer in mijn streek waarover ik nog niet had gefietst . Maar ik was een felle pechvogel.Steeds maar had ik platte banden of liever gezegdplatte tubes. Zelfs met een zeer dureincrevable geraakte ik maar 80 km veren dan reed ik op een Limburgs fietspad in een stuk glas. Ik besloot daarom om over te schakelen andere wielen met Michelin enbinnenband. Dit maakte van mij een beter wielertoerist.Ik weet nog hoe de mensen mij bekeken toen ik vroeg op die ijskoude Nieuwjaarsdag van dat jaar reeds door de hoofdstraat van mijn woonplaats kwam gereden. Wat een zoten hij is ook gekleedals een Siberische kozak !
Vaak vertrok ik immers in de ochtend fel gekleed in oude kledij .Ik reed tot als mijn vele zweet mijn lijf nat maakte. Dan stopte ik ergens aan een vuilbak om mijn overdadige kledij weg te gooien.Enkele ogenblikken stond ik er nog in bloot bovenlijf om te verluchten en dan haalde ik uit mijn stuurtas verse droge kledij waarmee ikmijn tocht voltooide. Op de eerste zondag van maart startte ik met de twintig rijders voor de eerste clubrit.Ik reed vlot mee en niemand vond het nog nodig om mij bergop wat in de rug te duwen of om mij tijdens de finale van de rit uit de wind te zetten. Allen deden grote ogen openomwille van mijn metamorfose. Op die zondagmiddag was ik toch weer de laatste, maar dan wel om het clublokaal te verlaten na het drinken van vele pinten witbier. Maar tijdens de derde clubrithaakten wij met drie in mekaar.Valpartij.Krom wiel, pijnlijke heup en elleboog.Twee weken zonder fiets en conditie terug op nul. Toen ik opnieuw begon,bezorgden velgen en spaken mij veel problemen. Met plaklint hechtte ik daarom steeds reserve spaken aan mijn fiets vast.Na wat oefening kon ik vlot een spaak in mijn wiel vervangen. Op een dag aanvaarde ik een uitdaging.Ik kon met drie snelrijders mee naarParijs-Roubaix voor wielertoeristen.Die mannen waren nieuwe leden . De topkampioenen van de club hadden tijdens voorgaande wielertoerjaren reeds de klassieker der kasseien op hun palmares staan, alsook hadden zij hiermee 255 punten veroverd voor het zo belangrijkeclubklassement. Zij vonden het niet meer nodig om dit te herhalen. Hun roem was al voldoende groot. De ware reden was dat zij op dat ogenblik op een nieuwe Colnago reden(waardoor ook hun geld op was) en zij hun schone fietsen niet durfden pijnigen op de vuile hellewegen richting Roubaix.
In het midden van de nacht stond ik tussen de ruim 5000 wielertoeristen die wilden starten Na controle van onze kleine lichten mochten wij vertrekken.In de zwarte duisternis verdwenen al vlug twee van ons met een sterk vorderend eerste koppeloton.De derde tochtgenoot en ikzelf nestelden zich in een tragere groep. Wat een fantastische ervaring : met zovele pillichtjes wit en rood op weg naar Compiègne. Ik werd meegezogen door de anderen, maar in mij was er een grote onzekerheid : wanneer zou ik moeten lossen, want het was zo dat ik mezelftoen maar bekwaam vond om 120 km te volgen terwijl Roubaixnog veel verder lag. Aan de controlepost vonden we onze kameraden terug. Op ons wachten maakte hen zo zenuwachtig. Jaren later zou ik tussen pot en pint vernemen dat zijcaptagon pillen hadden geslikt, een pep gebruikt tijdens zesdaagsen op rollen.
Amper enkele minuutjes rust na 60 km in minder dan twee uren.Er was een verschrikkelijk kluwen om een stempel te krijgen. Even begint het te regenen en dan wat verder was alles weer droog. Bij de eerste zonneschijn stop ik om te plassenen mijn jasje uit te doen. Ik leg dit echter op een haag in plaats van het terug in mijn stuurtas te steken.Tijdens het doen van mijn behoefte zie ik dat de groep die ons volgde al direct daar is. Mijn plan was met deze naderende groep mijn kameraden terug in te halen.Ik wip terug op mijn tweewieler. Drie km verder besef ik mijn nieuw regenjasje nog altijd op die haag ligt behalve dan indien iemand anders daar nog na mij is gestopt. Ik keerterug.Vierduizend en zovelenvlammen door naar het Noorden enik terug naar het Zuiden. Zoiets deed ook Abdel Kader Zaaf in de Tour 1951. Mijn jasje wacht er nog , maar voor mij is de weg naar Roubaix langer geworden en ik heb twintig minuten achterstand .De uren gaan voorbij.Op de kasseistroken hoor ik de pechvogels vloeken. Ik stop en ga twee uren slapen ergens op een gazonnetje nadat ik al mijn eten heb binnengespeeld.Met groot mes rijd ik wel op le haut du pavé. Terwijl iedereen schijnt zwakker te worden, voel ik me redelijk goed. Op het uurwerk van een toren zie ik dat het bijna 19.00 u is , maar Roubaixligt voor mij. Eén na één rijden zwalpende late rijders de velodroom op.
Ik eindig met een sprint.Wat verder wacht mijn broer. Die fameuze kameraden van jou zijn al lang naar huis met de andere auto zegt hij mijterwijl hij me een doos A-melkgeeft.
Ik had een trapje hoger bereikt.Vanaf toen durfde ik dingen naar de titel van Kampioen van WTC Het Kleine Verzet.Ik stippelde een krachtig gemengd programma uit met vele zwaartepunten in de maand september. Maanden op voorhand vroeg ik op mijn werk verlofvoor de hele Indian Summer van toen. Het ongelooflijke gebeurde toen.Een wielertoerist van de laagste categorie werd dat jaar clubkampioen met amper 31 punten voorsprong op nummer twee en 105 op nummer drie. Een Walkowiak had weer de Tour gewonnen.Het WTC-bestuur nam toen een beslissing die me teleurstelde. Terwijl voorheen de clubkampioen een beker van40 cm hoog kreeg, de tweede een beker van 30 cm hoog, de derde een beker van20 cm, zouden nu alle rijders met meer dan 1000 km op hun teller een identieke trofee ontvanger amper 10 cm hoog doch met een plaatje waarop hun totaal stond. Daarom heb ik vandaag nog zon ding waarop 1980staaten5229 km . Maar het is zo klein en zo licht dat het zelfs nooit als papierhouder heeft kunnen dienen. Zo gleed ik een heel stuk in de richting die van mij vooral een individuele wielertoerist zou maken.
Ik maakte eindelijk vorderingen als wielertoerist.
Ondertussen las ik veel over de praktijk van het wielertoerisme.Boeken en magazines uit Frankrijk.Ik ontdekte zo dat er naast de grote wielerkampioenen van weleer er ook een merkwaardig man is geweest met naamPaul Du Vivie,alias Velocio , de apostel en profeetvan fiets en wielertoerisme die reeds in 1906de bewering uitte die de volgde was :Op een velo kan de gezonde mens , man of vrouw, tussen het uur van de opkomende zon en het uur dat de zon weer verdwijnteen afstand volbrengen op de openbare wegen die DRIEHONDERD KILOMETERS bedraagt. Dit is echter slechts mogelijk zijn als drie voorwaarden worden vervuld : DRINKENalvorens dorstvraagt om dit te doen, ETENalvorens honger dat rare gevoel geeft,en RUSTEN alvorens delen van je lichaam dat eisen . Ik had dus mijn doel gevonden : op een dag in juni, en waarom niet op 4 juni (mijn verjaardag) of op6 juni( De Langste Dag 1944) zou ik proberentussen05.00 uen22.00 u300 km te scoren . Erg fanatiek begon ik toen op het einde van iedere tocht die ik maakte nog 10 kmmeer af te leggen dan tijdens de vorige keer. Het gebeurde vaak dat ik bijna terug thuis was, zag dat erbijvoorbeeld 174 km op mijn tellertje stond, maar dat ik me dan nogverplichtte om er nog6 km meer te doen , en het was telkens zeer duidelijk dat de laatste loodjes de zwaarste zijn.
Wel, ik heb meerdere malen zon300 kmop de wijze van Du Vivie gereden . Zon rit is te lang om hier te vertellen.Even wilde ik zelfs Parijs-Brest-Parijs rijden om het Brevet van Gouden Arend te verwerven.Maar een Gouden Arend( het nec plus ultra van de wielertoeristen )liet me zijn memoires lezen , en zo besefte ik dat zoiets toch te veel was.Ik fixeerde mij daarna opLE CLUB DES CENT COLS . Ondanks mijn Goliath postuur klom ik toch over Izoard,Mont-Ventoux, Tourmalet, Agnel,en zelfs over de onverharde Parpaillon, zonder te spreken over vele andere hoog gelegen oorden waaronder ookCol de la Croix de lHomme Morten de Grand Ballon. Met 32 tandjes vooraan geraakte ik over alles en meestal zonder één voet op de grond te zetten, want dat mocht niet door eigen fierheid.Maar ergens op een winderige dag in Schotland toen ikbijna boven was op de Pass ofAsnasheenwerd ik gewoon van mijn fiets geblazen door de stormwind van toen. Daar lag ikdan tussen de schapenkeutels , in regen en wind, onder mijn fiets en met verkrampte natte benen , terwijl ik eigenlijk op 42 jarige leeftijd in keurig pak in een bankagentschap zou moeten persoonlijke leningen afsluiten. Toen heb ik het opgegeven.Gedurende zeven jaren werd fietsen terug bijzaak, een niemendalletje voor zomerse dagen.
Wanneer ik nu terugblik op die periode toen ik op mijn koersfiets soms snel en dan weer lang of ook hoog wilde rijden, dan drijft altijd weer de herinnering aan één bepaalde week boven.Ik weet dat gewone stervelingenmeestal zoiets niet meemaken,en dat men mij niet zal geloven als ik het vertel,maar toch gebeurde het, toch had ik het voorrecht van dit te mogen beleven.Na zovele kilometers dus, ontdekte ikhet naar Sinte Jacob fietsen, de Camino de Santiago en ik werd een fietsende pelgrim. Dat is een man van alle seizoenen die soms met dekrekels en de mieren slaapt onder Gods blote hemel, terwijl een andere keer hij dan weer bloot rondloopt op een luxe kamer van een hotel. Maar slapen kan hij overal na een gezonde portie fietsen en met zijn flinke kredietkaart.
Het gebeurde te Sainte Foy La Grande op een zaterdagochtend in het begin van juni.
De dame staat er weer en ik ook.We gaan onze hotelrekening betalen.Zij bekijkt me weer en denkt daar is die sukkelaar met zijn fiets en zijn korte strakke broek weer .Ikdenk daar is die bourgeoise inChanel-pakje weer, waarom kijkt zij toch zo naar mijn koersbroek en mijn gespierde kuiten . Omdat ik een goede fles wijn nam met menu3blijkt dat mijn solorekening hoger is dan die van hun koppel. Mais oui, Madame, quand on fait du vélo on a bon appétit ..
Een weinig later zoek ik op de grote ring laande goede richting op mijn wegkaart. Omdat ik al een dag met sterke tegenwind reed , ben ik blij van in de wielen mee te rijden van een groep fietsers die ongeveer in de richting van de Chemin de St-Jacquesvorderen. Zij verschenen daar plots uit het nietsen ik volgde hen maar.Hé, wieltjeszuiger, waar trek jij naar toe .?Santiago.
Dan ben je daar direct al iemand , zo diep in la France profonde .
Zij zijn uit Marmande.Zij zijn met vijf man.Maar toch maar op vier tweewielers, want er is een tandem bij.Wat later verneem ik dat er op die tandem achteraan een blinde zit.Het is de in die streek legendarische mindervalideNysdie traint voorde komende Bordeaux/ Parijs.Deze blinde fietst20.000 km per jaar op zijn tandem . Hij is fier me te kunnen zeggen dat zijn vader een Brusselaar was. De man ruikt de weg , kent elk hobbeltje van het wegdek, voelt de wind met zijn wangen , weet precies hoeveel zij nog moeten rijden. Plots begint hij me te zeggen dat het spijtig is dat ik op dat ogenblik niet op de samenkomst ben van abbé Massie in Créon dArmagnac.Als pelgrim moet jij tochNotre Dame Du Cyclisme bezoeken. En we praten en fietsen maar achteraan, terwijl de drie anderen ons uit de wind zetten.Na deze korte maar aangename gemeenschappelijke route, scheiden onze wegen aan een splitsing. Ikpedaleer verder naar St-Justin , waar ik een kamer vind in een oud hotel.Daarna ga ik op zoek naar Notre-Dame du Cyclisme op de weg naar Cazaubon. Ik kom terecht bij een vriendelijke dame dieMadame Rotenfuss heet.Ikbezoek de kapel en het museum.Er is daar een verzameling wielertruitjes.Alle kleuren zijn er inclusief de regenboog.Deze werden geschonken aan priester Joseph Massie, algemeen bekendals dePaus van de Wielersportenals Le grand Pèlerin de St-Jacques. Er hangen daar truitjesvan Darrigade, Ocana, Simpson, Bobet, enz. en vooral van vele wielerclubs.Maar er is geen enkele totaal zwarte truizoals ik er een draag.Ik zeg dus aan Madame Rotenfuss dat ik mijn zwarte trui van zondaar en pelgrim wil schenken aan het museum.Waar is Mr Pastoor, Mevrouw? Zij weet het niet.De man heeft zoveel vrienden,zovele bezigheden,en ook nog zovele plaatsen waar hij plots voor een uur in slaap valt, waarna hij terug bruisend van energie en gedachten weer wakker schiet.Morgen namiddag is hij thuis, want er komen voor hem drie bekende cyclistes uit Parijs. Zet je daarbijen zo gaat dat wel iets worden.Ook de dag nadien is hij thuis, omdat de dokter hem verplicht heeft van één dag per week te rusten.s Zondags werkt hij hard,drie kerkenwaarin hij mis doet,maar ook meestal drie sportmanifestaties waarop hij als reporter aanwezig is, en s avonds dan nog drie plaatsen waar hij eenwijntje drinkt . Ik stop nog wat francs in haar offerblok en rijdterug naar mijn hotelkamer.De volgende dag is een mijlpaal in mijn leven. Ik ben dan precies veertig jaar. Ik ontmoet de oude priester op die volgende dag op zijn pastorijwaar hij met een oude jachthond samen woont . God leeft in Frankrijk, maar zou zeker niet willen leven in de wanordedie de woonst daar kenmerkt.Maar zowel de wegen van de Almachtigeals de wegen vanEerwaarde Heer Massie zijn ondoorgrondelijk. Wanneerde Parijzenaars binnen komen, precies volgens timing, en voor een duur van twee uren zoals voorzien op hun routeblad,blijkt het dat de briefdie Massie van hen kreeg nog niet werd open gemaakt door gebrek aan tijd , maar vooral omdat deze brief gewoon lag tussen enkele exemplaren van lEquipe uit de jaren zestig.Massie krijgt dagelijks grote en kleine dingen toegestuurd voor zijn museum uit alle hoeken van Frankrijk en Spanje.Samenbekijken we de brief die daar lag.Massie brengt wat verbeteringen aan.Geeft wat tips, zoals vertragen op de fiets, en ook vertragen in gedachten. Wijn drinken tijdens de doorritvan la Rioja, en waarom niet hier of daar een klein gebed proberen .Metanderen overleggen , eten delen , de weg bespreken.Voor dat zij vertrekken willen de pelgrims nog iets speciaals zien , de persoonlijke fiets van Massieen ook de unieke handgemaakte tweewieler van een overleden Afrika reiziger .
Terwijl de pastoor even weg moest, bleef ik alleen achter met zijn épagneul. Ik snuffelde in zijn boekenkastenzag dat er vele mooie boeken over de fiets en de wielersport waren . Bijna alle boeken waren met een leuk woordje van de schrijvergededicaceerd aan de oude bewoner van dat huis. Toen de eerwaarde terug kwam vroeg hij Hoe heet jij eigenlijk? .Ik toonde mijn identiteitskaartom alzo te bewijzen dat het wel echt mijn verjaardag was.
Op die dag van toen was ik veertig en begon mijn leven van senior.
Papoum.
Wijlen Paul du Vivie was de goeroe die mij inspireerde !
Zij heeft niet het elegante van de Seine van Parijs noch het modieuze van de Arno van Firenze, noch het romantische van vader Rijn. Op haarkraken in het begin van de lente geen ijsschotsen zoals op de Ob en de Jenisseï ; noch drijvenboomstammen zoals op de Saint- Laurent ; noch varenplatte boten met vrouwendie glimlachend groenten,vis,fruit en somszichzelfverkopen,zoalsopdeMekong . Haar vochten zijn niet zo koud als die van de Madison waarvan het ijswater van stroomopwaarts eens diende om mijn tanden te poetsen en dat van stroomafwaarts om mijn gevoeg te verwijderen terwijl ik op een prille ochtend naakt van de zon genoot. Op haar geen watervallen, flamingos, krokodillenennijlpaarden, zoalsop de Zambezi , maar wel die dammen die wij bouwden, met kleigrond, kasseien, planken, graszoden, stokken, endiefauna van kikkers, salamanders, bronzeugjes, stekelbaarzen, witvoorns envele vogeltjes. Want ook ontelbare beestjes hadden er in die omgevingeen speelterrein of eenthuis onder de bruggen en langs de oevers. De Molenbeek,zo heet zij , onze Molenbeek, voor altijd in ons hart, in ons dorp, en in die grote tuin van onze jeugd,precies daar begint zij haar lange tocht.
Ver in de onzekere nevelen van het verleden, welhonderdduizend jaren terug,kwam op een dag een geutje water gekropen uit de aardkorst, en het vloeide, vloeide, en was schoon om te zien.Maar, waar tochnaartoe met al die nattigheid?
Toen maakte dit bronnetje een essentiële en definitieve keuze : ik vloei naar Vlaanderen en ik zal groeien tot in Antwerpen . Het beekje vertrok dus, uit een weide gelegen niet alleen op de scheidingslijn van de waterbekkens van Maas en Schelde, maar ook vlak naast die bizarre streep die vandaagtaalgrens heet. Het stroomde naar de Kleine Gete,naar de Demer, naar de Dijle, zo verder, terwijl hetzich vermengt, de eigen identiteit volledig verliestennaamloos in de massa verdwijnt.Daar in het verre Antwerpen gekomen, is het eigenlijk al lang ons water niet meer zo verdund als het onderweg geworden is. Ook al trokken wij zo vaak liefdevol aanhet kettinkje van de spoelbak, ook al betaalden onze ouders en wij trouw de jaarlijkse facturen,en lieten wij papieren bootjes varen op haar stroom ,en sprongen wij in de plassen met nog te nieuwe schoenen aan;het vuile en het propere beekwatervanvroeger isallemaalweggelopen. Toch laat hetzelfde bronnetje nog iedere nieuwe seconde , fris jong water uit de aardkorst opborrelen.Het is eenoud en blijvend verhaal van gisteren tot nu en het gaatverder tot morgen,voorzekerverdermisschienvoor altijd , indien er een eeuwigheid is.
In ons dorp gebeurde het vaak dat een groep wielrenners stopte voor een tas koffie. Zij aten er hun boterhammen op,keken wat naar de hupse cafédochter enreden dan verder,bouwend aan hun sportieve conditie . De schoolgaande jeugdstaarde steeds met bewonderende ogen naar al die mooie koersfietsen die dan tegen de voorkant van de dorpsherbergrustten .Niemand probeerde het ook maareens om de schone tubesaf te latenvan een van deze raspaarden, uit respect enliefde voor de wielerkoers.Wanneerechter, bij Jef en José , de gendarmes uit de stadhalte hielden om er hun snor wat nat te makenaan een pintje,danwerd menig kleine jongen aangeporddoorleidende figurenom alsbewijs van dapperheidde luchtuit de Dunlopsvan die zware staatsfietsen te laten ontsnappen.Dit wastoen trouwens een van de felleproevendie meeteldeomvolwaardig lidte wordenvannkwajongensgroepmet enige faam , zoals de jonge mannen van de Molenbeekvan wie niemand misdienaar had mogen worden wegensgemis aangoed gedrag en zeden.
Zonder televisie, computer- en telefoonspelletjes, zelfs zonder voetbalploeg of scoutisme in het dorp, moest de plaatselijke jeugd toenzelfal haarverbeeldingskracht gebruikenomzichte amuseren enerwas toeneigenlijknog meer pretdan vandaag,in wat mochten vooral in het vele, dat toen nogniet mocht.Dejonge mannen van de Molenbeekonderhieldenvoortdurend hun imagovan grootste deugnieten.Toch waren hun spelletjes niet echt verderfelijk enwas het pesten vankleinere jongens en meisjes niet wat zij deden,noch was ookhet onduidelijkegedrag van dekoorknapenhethunne .
Vaak speelden zijkoers, soms bijna echt op tweewielers van alle soort, en een andere keer al lopend met een krom fietsstuur in de hand en met een leuk petje op de kop. Maar, meestal werden knikkers, velgen, stokken, koorden, prentjes, speelkaarten, zandhopen, gebruikt. Het grootste wielerspel echter, bestond in het toevertrouwen vanlege flessen aan de stroming van de Molenbeek. Deze piepjonge waterloop was, na vereniging met het water van de afloop van de vijvers van de pastorie enmet het watervande bronnen vanVilla des Fontaines, vanaf de samenkomst met deze twee zijtakken, reeds sterk genoeg van stroming . Het nog propere water liep tussen de twee voornaamste bruggen met flinke en regelmatige vaart. Het kon gebruikt worden voor vele doeleinden. Dus ook voor het spelen van eenimaginairewielerkoers,genaamdDe Grote Prijs van de Molenbeek .
Elke deelnemer duwde in zijn wijnfles een krantenknipsel met een stukje strip , een grijze fotouit de krant of een prentje uit de plakboek,waarop eengeliefde renner stond.Nadat met bolle kaken hard in die fles werd geblazen datwasgoed en belangrijkom onze nog zo jonge levenskrachttoe te voegen -werd met een kurkafgesloten.Wezouden favorieten en pechvogels tussen de twee bruggen in met allerbeste moed en spoed laten meevarenop de Molenbeek.Nadat er een onderling akkoord bestond over wie zou mogen spelen met de bekende naam vaneen kampioen en wie dat het zoumoeten stellenmet een kleinere wielergod, kwam de minuut van de start dichter bij .Indeze Grote Koersereden alléén maar de Azen mee, zij die enkel slechts met hun fonkelende fiets aantredenvoor het grote werk zoals de Tour de France, De Ronde van Vlaanderen, of hetWereldkampioenschap op de Weg.Geen enkele manager of organisator van een echt Wielercriterium, zoalsDe Acht van Chaam bijvoorbeeld, ofDe Nacht van Londerzeel, zou ooit maar de blote gedachte aangedurfd hebbente peinzen aanhet vergaren vanzulk eenpeperduurdeelnemersveld . Want aan de start van deGrote Prijs van de Molenbeekstonden zij allemaal :Fausto Coppi, Louison Bobet, Rafael Geminiani, Jean Robic, Pino Cerami , Briek Schotte, Rik Van Steenbergen, Stan Ockers, Fred De Bruyne, Rik VanLooy,Willy Vannitsen,Karel Van Dormael, Jean Brankart, Charly Gaul, Hugo Koblet,Emilio Croci-Torti, Wim Van Est,Oscar MedatsenTarzan Van Breenen. In mijn persoonlijke groene fles waar eens nog Beaujolais was in geweest,stak Stan Ockers, die vanaf mijn achtste jaar, na enig intens speurwerk in de sportbladzijden vanHet Volken Het Nieuwsblad mijn idool was geworden( en vandaag trouwens nog altijd is ! ) .
Drie, twéé, één, start !Plof,plof,plof,plof, ..alle slanke aquadynamischeflessenwerden tegelijkmet de druk vanwijsvingers van de brug geduwden kwamen met enig gekletterin het beekwater terecht.We schreeuwden met luide stemom ons mannetje op te jagenen te doen sprinten vanaf de eerste meters.We volgden de loop van de beek door de drassige weide, doorheen een gat in de haag,onder een prikkeldraad door.Terwijlwij allen zo opgewonden deden , keken de koeien van boer Debotzenaar onsenéénvan die beesten-een grotere lompe witte koe bestond er toen niet -begon precies te kakken toen onze schone Grote Prijs daar op de Molenbeek voorbijkwam. Ik had het volste vertrouwen in mijn droomrenner.Stan was een man die immers in zijn beginjaren tweemaal de Grote Schelde Prijs had gewonnen.Nu dat hij zoveel ervaring méér had , kon hier echt niets mislopenin deze Grote Molenbeek Prijs. Mijn fles dobberde vederlicht op de waterwegen vorderdezeer goed. Als een fles ergens tegen de kantbleef hangen, moestluidkeels tot tienworden geteld(zoals in een boksring)ennadien pas mochtmet een stok, met één klein tikje, wat hulp geboden wordenom in koers te blijven.Vlak voor de tweede brugwas op hoogte van de waterstand een dun koordje strak gespannen.enals een fles daartegentiktezou de wedstrijdbeslist zijn. Mijn sterkeStan Ockers was goed bezig.Enige minuten later beleefde ik dan ook één van de vele prachtige momenten uit mijn jeugdaan de Molenbeek :mijn fles tikte eerst aan.Door de zenuwachtigheid van het moment kon ik amper de stopsel van de natte fles krijgen en inderdaad, er was geen twijfel mogelijk :uit die fles kwameen stukje strip van Marc Sleen met de kleine altijd lachende sinjoorStan Ockers.Ten onrechte werd hijStanneke genoemd trouwens, want mijn geliefde renner was immers de grootste ter wereld.
Twééenvijftig jaren sedert dat niet vergeten uurvan de Grote Prijs van de Molenbeek 1956 zijn ondertussenvoorbij .Wat is er geworden van dezestienjongens en de twee meisjes die aan dat spel hadden meegespeeld ?Was hetmaar een kinderspel.Toch niet?Toch wel?
Maar één fles is toen aan de start blijven staan. Vertrek gemist ?
Het was de lege fles van Jean Robic, eens gevuld met rode miswijn die wij enkele dagen voordien hadden gepikt in de sacristie van de parochie . Misschien was hij , de geit van Bretagne, wielerkampioen van hetWesten , in finibus terrae , te lelijk om mee temogen doen . We waren maar met achttien, jonge mensen, en dus was het normaal dat eréén fles te veel was. Meer moet daar niet achter worden gezocht. Op een feestelijke dag is het altijd beter dat er een fles teveel is dan twee te weinig. Enkele sportflessen waren woeps, onder de koord doorgedoken,en dobberden verder.Zouden zijblijven steken zijnaan de molen van Janshoven, van Rufferdinge, van Pitsaer, of verliep hun vaart geduldig en voorspoedigverder,door het Vlaamse land,tot Antwerpenen wie weetnog veel verder ?De andere flessen werden op een latere dag in een ander spel gebruikt. Zij werden getroffendooreen keitje uit onze katapult, spatten uit elkaar en werden nooit gerecycleerd. De glasscherven liggen er nu nog altijddiep onder het slijk van de Molenbeek, waarvan de bodem op een dag werdbekleed met stevig beton.
De tijd iszekervoor onsniet blijven staan.
Willy , Freddy , de voetballers, en Frans, Rikske en Albert, die toen eigenlijk te oud waren om nog met ons mee te spelen, zijnal overleden,koud, dood.Yvan zit al jaren in een rolstoel, met zijn verstand op nul.Slimme Wim en wijze Guy , zijnals rijke dokter en tandarts nu te bekakt om nog eens, naar hun klein dorp van toen,en naar gewone mensen te komen zien.En wat gebeurde er met Tuur van wie niemand nog heeft gehoord, en wat is er gebeurdmet Eddy, de Brusselaar,en met de Jacky, die rond zijn vijftigste nogvan vrouw veranderde, hij die op zijn dertiende albeweerdeeen groot expertte zijnin de omgang met meisjes?
Wie warentoendie twee andere jongens , die daar slechts toevallig op de fiets voorbij reden, vreemdelingen uit een ander dorp die op die dag toch ook mochten meespelen, maar die in de voor hen te moeilijke koers maar figuranten waren, niet in aanmerking komendvoorwinst ?
Laten wij zwijgen over de twee meisjes van toen.Waarom?
De ene is nu lelijk, schoonmoeder en grootmoeder. De andere, die twee borstjes had, - wij mochten voelen - heeft vandaag , naar watwerd gefluisterd, maar één borst meer.
Wat werd er van Renéen van zijn broertje, hoe noemde die kleine vlaskop van op den Hoekook weer . ? Wie weet waar ze allen zijn , waar de dood en het leven hen heeft gebracht? En ik, die deGrote Prijswon,ik die zo fier en blijwas, ik wie of watben ik nu?
Tientallen jaren jaren gingen voorbij.De kampioenen die wij zo bewonderden zijnbijna allen heen gegaan. Geminiani,VanLooy, Magni, Brankart, Kubler, Cerami, leven nog. De anderen niet meer.
Wat gebeurde er metdieEmilio Croci-Torti ?( Renner, maar ookkunstschilder ).
Wel, ik wil geloven dat dielatereens een mooidoek heeft geschilderd, .
.met een beek, scholieren op een zonnige vakantiedag,twee meisjes met een strik in het haar, blote knietjes en een geruite voorschoot, en niet ver weg , een grote witte koe, die zich niets aantrok van het geweldige speldatdaar ..
Is die schilderijergens te koop ?
Op maandag1 october1956 , om 9uur 40, in het Sint Bartholomeus Ziekenhuis van Merksem overleed,na een zware valpartij in het Antwerps Sportpaleis, de zeervolksgeliefdewielrenner,Stan Ockers.Op dezelfde dag stierven definitiefmijn kinderjaren.
Ik moest toen reeds Latijn ,Gewijde Geschiedenis, Vaderlandse Geschiedenis,Nederlandse Taal , Meetkunde, Vraagstukken, Vocabulaire, en nog andere vakken, met volle teugen slurpen,ensoms een turnbroekje aantrekken om te gaan springen over een soort marteltuigdatbok werd genoemd. Toch, als ik nu de balans maak, beweer ik met een glimlach, datik het meest geleerd heb,in mijn grote vakanties, tijdens avonturen aan de Molenbeek.
Vandaag 3 september werd weer de Memorial Van Steenbergen gereden een wielerkoers over 200 km met internationale deelneming.
De overwinning ging in 2008 naar GERT STEEGMANS. Hij won na een mooie spurt.
Iedereen kent Rik Van Steenbergen. De 'ouderen' zeker. Zij hebben immers veel herinneringen aan "Grote Rik" ... Zij zullen nooit zijn exploten kunnen vergeten en denken nog dikwijls terug met weemoed, aan de tijd van toen, aan zijn twee wereldtitels, behaald in Kopenhagen, zijn weergaloze prestatie in Waregem toen hij voor de ogen van Koning Boudewijn voor de derde keer wereldkampioen werd, zijn "kolossale" eindspurt op de Via Roma in Sanremo toen hij voor een Belgische zege zorgde in de Primavera, zijn heroïsche duels met de legendarische Fausto Coppi in de Waalse Pijl en Parijs-Roubaix , zijn ritzeges en leiderstruien in de Tour, de Giro en de Vuelta en... tal van andere grote en kleine rittenkoersen waarin hij startte, zijn formidabele beginjaren in de oorlog toen hij als adolescent twee keer wegkampioen werd en twee keer de Ronde van Vlaanderen won en bijna alle koersen waarin hij startte besloot met zijn onweerstaanbare eindspurt, zijn ontelbare overwinningen in vele criteriums en kermiskoersen, zijn onvergetelijke strijd om het meesterschap met Rik Van Looy, zijn pisteduels met Peter Post, zijn flitsende demarrages aan de zijde van Stan Ockers of Miel Severeyns in de tot de nok gevulde, rokerige 'sportpaleizen' , zijn imponerende zesdagenoverwinningen, zijn ontroerende afscheidsmeetings in de Sportpaleizen van Brussel en Antwerpen .
De ouderen blijven denken aan ... nog zoveel andere kleine en grote dingen die deze complete atleet, de klasrijkste wielrenner-ooit voor hen ten beste gaf... . Jaren die niet meer terugkomen... want wielrenners zoals "Grote Rik" worden er niet meer geboren. Wie heeft er immers vóór hem, wie zal er na hem, gedurende meer dan ... 25 jaar, zomer én winter, successen opstapelen, zoals alleen hij kon, de énige échte Rik I ? De jongerenj kennen de legendarische kampioen... . Voor hen was de immer rijzige, alerte, goed geluimde 'grote Rik' het voorbeeld, het bewijs dat er vroeger zeer grote kampioenen bestonden die niet over alles zeurden. Rik, de levensgenieter, die gedurende ca. 25 jaar de wielersport beheerste, was een man van de wereld...die op zijn miljoenenfiets meermaals met veel vaart rond onze aardbol heeft getoerd in of zonder regenboogtrui.
Gilbert Becaud is een van de grote namen van het Franse chanson en zijn naam wordt genoemd met gelijken als Charles Aznavour en Yves Montand. Becaud is in 1927 geboren in Toulon en heet bij zijn geboorte Francois Gilbert Silly, dit is natuurlijk geen naam voor een artiest en als hij aan zijn zangcarrière begint neemt hij de naam van Gilbert Becaud aan. In 1955 breekt Becaud dan echt door met superhits als Le Jour où la pluie viendra, Les marchés de provence, la Corrida, L'Orange, Nathalie, L'Important c'est la rose en Et Maintenant. Niet alleen rijst zijn ster in zijn geboorteland Frankrijk, maar ook daarbuiten. Maar Becaud houdt het niet bij zingen alleen en schrijft ook songs voor anderen. Het handelsmerk van deze Franse zanger is toch zeker zijn kleding. Bij de meeste concerten ging hij gekleed in een blauw kostuum met een stippeltjesdas.Hij gaf in het Parijse L'Olympia maar liefst 33x een concert. In 1999 brengt Becaud een laatste album uit en dan komt ook de dood bij Becaud om een hoekje kijken als hij na een ziekbed in 2001 overlijdt aan de gevolgen van kanker. En daarmee verloor Frankrijk een van zijn grootste sterren, de man die ook bekend stond als "Monsieur 100.000 volts'' vanwege zijn enorme energie op het podium. Maar hij zal voor altijd blijven leven in de harten van zijn vele fans.
De Hollywoodse filmindustrie brengt in september 2008, vlak na de grootse O.S. van Beijing, een langspeelfilm uit die de wereld van vandaag binnenbrengt in de fascinerende tafeltennissport. Jessica Yu, is de maakster van deze film. Zij is van Chinese roots uit een familie die al vijf generaties in de USA woont. In een leuke sportfilm brengt zij toch wel de problematiek naar voren van de Chinese gemeenschappen die overal verspreid liggen buiten de Volksrepubliek, en die binnen of buiten een Chinatown hun eigen cultuur willen behouden. Dit is een sterk hedendaags politiek gegeven waarmee de allochtonen en de plaatselijken overal te doen hebben. We zagen al veel speelfilms waar typisch Amerikaanse sporten aan bod kwamen, we vinden het spijtig dat er maar weinig films rond de wielerwereld bestaan, doch we zien graag dat er zo eens een film aankomt als PING PONG PLAYA . (http://www.pingpongplaya.com/intl/index.html)
Deze film vertelt ongeveer dit : C.Wang is een jongen uit een voorstad, met een grote muil, die droomt van NBA basketter te worden doch daar noch de gestalte noch achtergrond van heeft. Hij zit daarom vol complexen, steekt zich thuis weg als een worm , videospelletjes spelend en rondhangend met een nietsnut van een kameraad. Zijn grotere broer is een hoogstudent en een pingpongkampioen. Zijn moeder runt een sportwinkel en is trainer van de pingpongclub van de plaatselijke Chinese Gemeenschap. Wanneer zijn moeder gewond geraakt in een ongeval en ook zijn grotere broer lichamelijk uitgeschakeld is, moet C.Wang door deze omstandigheden toch de faam van zijn familie verdedigen op een pingpongtornooi. Dit laat hem begrijpen hoe waardevol zijn Aziatische roots wel zijn.
1. Tia Hellebaut (Bel) 2,05 m 2. Blanka Vlasic (Kro) 2,05 3. Anna Chicherova (Rus) 2,03 4. Elena Slesarenko (Rus) 2,01 5. Vita Palamar (Oek) 1,99 6. Chaunte Howard (VSt) 1,99
Historische sportgebeurtenis op de Olympische Spelen . Tia Hellebaut is de eerste Belgische vrouw die in de atletieksport GOUD verovert. Er zijn geen superlatieven genoeg om deze prestatie te beschrijven. Zij komt op de hoogte van Gaston Reiff (1948) en van Gaston Roelandts (1964), de twee enige mannen die dat vroeger hebben gedaan.. TIA DE KONINGIN VAN BEIJING !
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.