ZESENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR Mc 9,38-43 45. 47-48 Vers 42a : ' Maar als iemand één van deze kleinen die geloven aanstoot geeft, het zou beter zijn..' Geloven in Jezus'taal staat voor : zich aan iemand hechten, vertrouwen op iemand, zich toevertrouwen aan een ander. Het eerste en belangrijkste dat een boreling verwerft is precies dat geloven in de betekenis die Jezus gaf aan geloven: zich kunnen hechten aan anderen ( de ouders in de eerste plaats), zich toevertrouwen aan een ander. Zonde met hoofdletter als die vertrouwensband die een kleintje zo langzaamaan heeft opgebouwd verstoord wordt , verbroken wordt. Het kan zelfs leiden tot het onvermogen om nog ooit een echte band aan te durven met gelijk wie. Beseffen wij dat betekent ? Hugo Dierick, Rosier 26 2000 Antwerpen.
VIJFENTWINTIGSTE ZINDAG DOOR HET JAAR Mc 9,30-37 Vers 36a : ' Hij nam een kind en zette het hun in hun midden.' In Jezus taal is een kind letterlijk een 'geborene'(jelet) Jezus zette dus een 'geborene' in het midden. Dat maakt niet veel verschil uit tenzij dit: Een geborene verwijst naar geboorte waardoor het kind beschreven wordt in de passieve zin: geboren. Wie geboren is, heeft alles gekregen, is dus puur geschenk, heeft niets van zichzelf. Dat accent van gratis, van genade wil Jezus hier in het midden zetten en wat doet ons dat ? Hugo Dierick, Rosier 26 2000 A.
VIERENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR Mc 8,27-35 Vers 34: 'Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen.' Volgen = 'gaan' 'achter ' Iemand op een recht stuk weg volgen geeft nog geen sluitend bewijs dat je die persoon echt volgt. Alleen op het kruispunt van de weg zal het pas duidelijk worden of wie 'achter iemand gaat' zijn voorganger wel volgt. Een volgeling neemt op het kruisen van de weg met een andere (het kruispunt) precies de richting van wie hij volgt. In Jezus'taal ( de enige openbarings'taal) wordt het beeld van de weg en het volgeling zijn gerespecteerd. Kun je nog volgen ? Hugo Dierick, Rosier 26 2000 A
DRIEËNTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR MC 7, 31-37 Vers 37b: ' Hij heeft alles wel gedaan. Hij laat doven horen en stommen spreken.' Als doven gaan horen en stommen gaan spreken, dan is alles wel gedaan. Of anders gezegd: Als mensen terug hun zintuigen kunnen gebruiken waarvoor ze ontworpen werden, wordt alles weer goed...zoals wij lezen in de eerste verzen van Genesis : En God zag dat het goed was. Waarop nog wachten ? Hugo Dierick, Rosier 26 Antwerpen.
TWEEËNTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR Mc 7, 1-8 14-15 21-23. Vers 8 ' Gij laat het gebod van God varen en houdt vast aan de overlevering van mensen: kruiken en bekers afwassen en meer van dergelijke dingen doet ge.' Jezus komt in zijn gesprekken met gelijk wie altijd terug op het gebod van God alsof er maar één gebod is: 'Liefhebben zoals Ik u heb lief gehad.' Wat een verschil met waar mensen zo vaak mee bezig zijn: kruiken en bekers afwassen enz. Heb ik daar een verklaring voor? Hugo Dierick, Rosier 26 Antwerpen.
EENENTWINTIGSTE ZONDAG DOORE HET JAAR Joh 6,60-69 Vers 68: ' Simon Petrus antwoordde Hem: Heer, naar wie zouden wij gaan ? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven. ' Wat Petrus hier zegt, is al wat. Je hoort er zijn bewondering voor Jezus duidelijk in door. Als we nu Petrus die woorden in zijn moedertaal zouden laten zeggen, zouden die zo klinken; ' De duidding, de zingeving die Gij in uw woordeen legt, gaat ook over het leven dat nu voor ons nog verborgen is (eeuwigheid). Hugo Dierick, Rosier 26, Antwerpen
VIJFTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mc 6,7-13 Vers 7 : 'Hij riep de twaalf bij zich en begon hen twee aan twee uit te zenden.' Wat maakt nu het verschil uit tussen het één voor één uitzenden van mensen en het uitzenden van mensen twee aan twee. Is dat niet het verschil tussen het uitzenden van mensen op een interimkantoor en Jezus'manier om mensen uit te sturen? Hij roept ze dwz spreekt ze zelf persoonlijk aan met naam en toenaam en stuurt ze niet alleen op pad. De opdracht is duidelijk: aan mensen iets zeggen (wat ze nog nooit gezegd hebben ) en ook iets doen (wat ze tot nog toe niet gedaan hadden). Kortom bevrijdend aanwezig zijn . Hun voorganger Jezus achterna: God die redt, verlost, bevrijdt. Hugo Dierick, Rosier 26, A.
VEERTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mc 6,1-6 Vers 4 :' Maar Jezus sprak tot hen: Een profeet wordt overal geëerd behalve in zijn eigen stad, bij zijn verwanten en in zijn eigen kring.' Kijken ook wij niet eerder op naar mensen van formaat die van elders komen dan naar even belangrijke mensen uit eigen kring? Precies wat er gebeurde met Jezus. Hij wordt ook profeet genoemd en dat woord betekent in zijn taal: Iemand die God doet komen. En sinds Jezus weten we een beetje beter wie God voor Hem betekende: Hij die er naar verlangt om ons te beminnen. Beleven wij daarbij iets als we dat zinnetje beluisteren zoals jezus het bedoelde ? Hugo Dierick, Rosier 26 2000 A.
DERTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mc 5,21-43; Vers: 41: Talita koemi. Dit is een minikluifje voor wie wat vertrouwd is met Jezus'taal (Hebreeuws-Aramees). Een zeldzame keer neemt een evangelist letterlijk Jezus woorden over zonder ze eerst te vertalen in het Grieks. Wellicht omwille van de spontaneïteit waarmee ze gezegd zijn. Dat gebeurde ook bij één van de uitspraken van Jezus op het kruis. Terug naar onze twee woorden: Ofwel lees je ze als: ' tali takoemi ' ofwel als 'talita koemi'. Tali takoemi : 'Tali' (meisjesnaam), gij zult opstaan Talita koemi : dochter, sta op Hier geen spectaculair verschil. In andere teksten kan het wel een betekenisvol verschil uitmaken zoals bij de eerste woorden van het Johannes'evangelie waar we gewoonlijk vertalen: 'In het begin was het Woord en het Woord was bij God.' Terwijl wij in Jezus'taal lezen:' Vanaf het begin was er al een duiding, een zingeving, en perspectief en die was bij God' Hugo Dierick, Rosier 26 A.
GEBOORTE VAN JOHANNES DE DOPER Lc 1,57-66.80 Vers 59 b-60a: ' Ze wilden het kind de naam van zijn vader Zacharias geven. Maar zijn moeder zei daarop: Neen het moet Johannes heten.' Maakt het veel verschil uit ? Zacharias: Jahweh gedenkt, God herinnert zich en Johannes: Jahweh is genadig, God is genade. Zijn het geen twee aspecten van die ontelbare andere aspecten uit de ' diamant' die God is. Toch ging de voorkeur naar Johannes. Dat God puur genade is, zoals de zon niets anders is dan zon , blijft fascineren: een God die alles wegschenkt, puur genade is en niets terug wil, geen voorwaarden stelt, geen voorbehoud, niets. Vanuit die vaststelling, die verwondering, dat geloof ontstaan lof en dankgebeden. Gebeurt mij dat ook ? Hugo Dierick, Rosier 26, 2000 A.
ELFDE ZONDAG DOOR HET JAAR Reacties op de vorige week: Drievuldigheids-zondag of zondag van de Drie-éénheid ? Drievuldigheid legt de nadruk op het verschillend-zijn binnen de liefdesgemeenschap die God is en dat is precies het nieuwe Godsbeeld waar Jezus zo vol van was, terwijl Drie-éénheid de nadruk legt op de éénheid van die liefdesgemeenschap die God is . We kunnen dat nauwelijks vatten tenzij 'echt-paren' die kunnen daar soms iets van beleven. Die kunnen van tijd zot gelukkig zijn als ze verrast worden door hun zo verschillend-zijn (de meeste danken daar trouwens hun verliefdheid aan) maar ze kunnen ook pijn beleven aan dat verschillend-zijn dat zo storend kan inwerken in een relatie. Beleven wij nu in deze Pinkstertijd iets meer van dat verschillend-zijn of eerder iets meer van dat één-zijn met onze 'naaste' ? Het verschil opmerken is al wat., zeker als je daar iets over kunt vertellen aan mekaar.
TIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Vorige zondag vierden wij die typische liefdesgemeenschap van onze God: Een beleving van drie die één zijn. Kunnen wij daar iets bij beleven of prikkelt dit alleen maar onze fantasie; meer niet? Want waarover gaat het hier : Drie die één zijn ? Die 'VADER' die maar één ding verlangt nml om ons graag te zien. Onze ouders op hun best zoals we ze dromen en dan nog vermenigvuldigd met oneindig veel meer. Die 'ZOON' die volledig bij die Vader thuis is en als een volledig gelijke deelt in zijn Liefde. Een ouder-kindrelatie maar dan zonder afstand : compleet evenwaardig en toch met alle respect voor ieders eigenheid. Die 'HEILIGE GEEST' die er alles voor doet om die passionele intimiteit VADER-ZOON zo ruim mogelijk te inspireren naar openheid, zodat die niets verstikkends heeft maar openbloeit in schepping en creativiteit. Wat in Wie heb ik op dit moment het meest nodig? Durf ik er ook voor bidden ?
HEILIGE DRIE-EENHEID God als een Drie-éénheid. Christelijker kan niet. In geenenkele andere godsdient wordt God beleefd als een 'Trio', als een intense interactie van drie in één zelfde liefdesgemeenschap. Sinds Jezus weten wij dat onze God liefde is en dus geen 'Mono' kan zijn. Op je eentje wordt beminnen onmogelijk. Een God van Liefde moet dus minstens een 'Stereo' (Vader- Zoon) zijn en nu blijkt dat onze God zelfs een ' Trio' is. Die meest intense liefdesgemeenschap verwoorden wij telkens wij het kruisteken maken. Hoe verwoorden wij dan die 'Drie-Ene' God zonder in de val te trappen van de 'mono-god' of de god in het meervoud: meergodendom? Hoe lost ieder van ons dit cruciale dilemma op ? Volgende week meer daarover.
PINKSTEREN Joh 20.19-23 Vers 23: 'Als jullie iemand zijn zonden vergeven, dan zijn ze ook vergeven; als jullie ze niet vergeven, dan blijven ze behouden.' Toch wel een sterke uitspraak van Jezus. Als wij tot iets bekwaam zijn, komt God daar niet in tussen. Als wij dus niet doen wat we kunnen doen, gebeurt er niets. Hij respecteert ons. De uitdaging wordt dus: Nemen wij onszelf au sérieux ? Hugo Dierick,Rosier 26 A 2000
ZEVENDE PAASZ0NDAG Joh17,11b-19 Vers: 17b ' Uw woord is waarheid?' Johannes begint zijn evangelie met: 'In het begin was het woord en het woord was bij God en het woord was God.' Daarmee wil hij in Jezus'taal zeggen: 'Vanaf het allereerste begin was er al een duiding aan de schepping, een richting , een visie' Alles stond al vanaf het eerste moment gericht op God , op liefde dus want God is liefde.' Hugo Dierick, Rosier 26 Antwerpen.
ZESDE PAASZONDAG Joh15,9-12: Vers 12:' Dit is mijn gebod dat je elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad.' Elke taal heeft uiteraard een ander woord om 'Ik hou van je' uit te drukken. Bovendien zijn er in elke taal vaak verschillende wooorden om liefhebben uit te drukken. Zouden we niet dichter bij Jezus'invulling van zijn liefhebben komen als we zouden vertalen: Dit wil Ik je aanbevelen. Dit is mijn opdracht: Doe alles voor lief en niets voor hebben.
VIJFDE PAASZONDAG Joh 15,1-8 Vers 7: 'Als gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven , vraagt dan wat gij wilt en gij zult het krijgen' Hebben wij daar ervaring van ? In feite is dat een heel concrete beschrijving van wat we intimiteit noemen: Geënt zijn, verbonden leven, gehecht, verstrengeld in mekaar, thuis zijn bij mekaar, intiem. Dan mag je alles aan mekaar vragen en dan krijgt ge dat ook van mekaar. Hoe komt het dat we dan krijgen wat we vragen ? Van 't moment dat we zo thuis zijn bij mekaar weten wij perfect wat de andere ons kan geven en zullen wij die nooit overvragen. Rijke vruchten die blijvend zijn. Heb ik in deze paastijd al iets gevraagd aan God of aan wie ook met wie ik geënt leef? Hugo Dierick, Rosier 26, Antwerpen
VIERDE PAASZONDAG Joh 10,11-18 Vers 15b:' Ik geef mijn leven voor de schapen' Wij hebben allemaal het leven gekregen. Daar is Jezus echt van overtuigd. Vandaar zijn voortdurende dankbaarheid naar zijn Vader toe. Hij geeft verder wat Hijzelf gekregen heeft. Van hem hebben wij geleerd dat de zin van het leven is: doorgeven wat je gekregen hebt. Om deze levensvisie niet toe te spitsen en te beperken tot dat laatste moment van ons leven , zouden we Jezus'uitspraak: ' Ik geef mijn leven voor mijn schapen' ook zo kunnen lezen: 'Ik geef mezelf aan mijn schapen.' Dan wordt het iets van elke dag. Wanneer was het weer dat ik mezelf heb kunnen geven? Wat heeft dat teweeg gebracht in mijn leven en dat van die andere(n) Hugo Dierick, Rosier 22.Antwerpen
DERDE PAASZONDAG Lc 24,35-48 44: ' Hij sprak tot hen: Dit zijn mijn woorden die Ik tot u sprak, toen ik nog bij u was. Alles wat over Mij geschreven staat en in de Wet van Mozes, in de profeten en psalmen moet ingevuld worden.' Dit laatste weerklinkt meermaals als een vast refreintje in de bijbelteksten van het NT. Dit refreintje lezen we meestal alsvolgt: opdat de Schriften worden vervuld. Invullen stemt echter meer overeen met wat Jezus meestal deed: op een persoonlijke manier zijn zending beleven en die persoonlijke manier had meestal iets verrassend, nieuw en creatief en niet op voorhand vastgelegd. Zo ook hier.
Beloken Pasen Jo 20,19-31 Vers 22: 'Na deze woorden ademde Hij over hen. 'Ontvang de Heilige Geest', zei Hij. In die beslotenheid waarin de leerlingen zich angstig hadden terug getrokken , staat Jezus daar ineens tussen hen en geeft hen precies wat ze zo nodig hadden op dat moment: Adem en ruimte om te ontsnappen aan de beklemming waarin ze gevangen zaten. Dat is het werk van die Geest die Jezus ons zendt. Die ademruimte is wat ook wij geregeld nodig hebben op momenten dat wij ons terug trekken tussen gelijkgezinden, gelijkvoelenden op gevaar af om te verstikken in die eng-geestigheid . Hugo Dierick, Rosier 26, Antwerpen.