Derde zondag in de veertigdagentijd: Lc.13,1-9 Deze vijgeboom brengt maar geen vruchten voort. Is dit dan een pleidooi om meer geduld te hebben met de vijgeboom? Geduld is zeker één aspect voor een betere aanpak. Rust zou nog een betere vertaling kunnen zijn. Niet dat de boom moet gerust gelaten worden; wel kan de boom terug tot rust komen met de nieuwe grond en mest. Die rust gaat uit van degene die de boom verzorgt : Leven heeft met (innerlijke) rust te maken. Hoe ervaar ik die rust in mijn leven van deze week ? Hugo Dierick, Rosier.
Tweede zondag in de veertigdagentijd: Lc 9,28b-36 Gedaanteverandering! ? Echt gebeurd ? Dat weet niemand met zekerheid maar het had zeker kunnen gebeuren. Wat is in de oorspronkelijke tekst de belangrijkste zin? Vers 35 : Namelijk die twee merkwaardige goddelijke uitspraken van Jezus'Abba(Vader) één en al verlangen naar zijn Zoon: - 'Deze Zoon' is mijn Geliefde bij wie Ik me goed voel tot in mijn dankbare beleving toe - Luistert naar Hem Om de kracht van één van beide uitspraken ook zelf aan te voelen, deze vraag : ' Bij welke persoonlijke uitspraak van mij tegenover mijn geliefde verandert inderdaad diens gelaat en voel ik me daar zelf ook goed bij ? Hugo Dierick, Rosier.
Eerste zondag in de veertigdagentijd: Lucas 4,1-13. In plaats van Jezus verblijf in de woestijn te vertaken als drie bekoringen, spreken wij beter over drie beproevingen. Door goed te reageren op beproevingen, worden wij sterker. Jezus wordt trouwens met die bedoeling naar de woestijn geleid, door de Heilige Geest nog wel. Want in die drie beproevingen gaat het telkens weer over één en dezelfde vraag: Bestaat God voor mij? Is Hij nu met mij ? Zo alleen kunnen wij onze twijfels afblokken Hebben wij nog nooit zo'n beproeving meegemaakt? Of zijn we nog nooit op de proef gesteld in de liefde ? Nooit iemend gesproken die op vlak van geloven of liefhebben beproefd is geworden en daar sterker uit gekomen is : meer gelovig, meer minnaar? Loont het niet de moeite om dit eens mee te maken ? Hugo Dierick, Rosier.
Zesde zondag door het jaar - 14 februari- Lucas 6,17. 20-26 Vers: 20 ' Zalig gij die arm zijt, want aan u behoort het Rijk Gods ' Een ander woord voor zalig is zeker niet gelukkig maar het ligt er dichtbij:' GELUKT ben je of je bent goed bezig of je bent goed op weg als je je tenopzichte van anderen niet hooghartig opstelt, je zelf niet hoger plaatst. Gelijkwaardigheid is de basisregel in het Rijk Gods. Van 't moment dat ik mezelf beleef als meer, beter, hoger wordt liefhebben onmogelijk. Is het daarom dat deze zaligspreking als eertse wordt geplaatst ? Hugo Dierick, Rosier.
' Voortaan zult gij mensen vangen.' Lucas 5,10b Zeker een belangrijk versdeel uit het roepingsverhaal van de eerste leerlingen. Het zijn woorden van Jezus gericht tot Petrus in deze letterlijke zingevende volgorde:' Gij zult niet bevreesd zijn van nu af aan te zullen vangen de mensen.' Het zijn woorden uit de visserswereld en het onderscheid tussen het vangen van vissen en mensen wordt hier verondersteld: Vissen vangen gebeurt ten dienste van mensen ten koste van de vissen terwijl mensen 'vangen' gebeurt ten dienste van mensen nml om ze in leven te houden. VOORTAAN ZULT GIJ MENSEN IN LEVEN HOUDEN. Hugo Dierick, Rosier
Vierde zondag door het jaar : 31 januari 2010 Tweede lezing: 1Kor. 13,1-13 Vers 13: 'Nu echter blijven geloof, hoop en liefde, de grote drie; maar de liefde is de grootste.' Wat je ook zo kunt lezen: ' Nu zijn wij gehecht aan onze God door wie wij ons laten opvoeden (geloof) en die ons zekerheid geeft (hoop) maar in verhouding tot die twee( geloof en hoop) is het liefhebben groot. Daarmee wil gezegd zijn dat geloven en hopen gericht zijn op het liefhebben : de echte zin van ons leven.
Derde Zondag door het Jaar: Lc1, 1-4; 4,14-21. Lc 4,21: Toen begon Hij hen toe te spreken:' Het schriftwoord dat gij zojuist hebt gehoord, is thans in vervulling gegaan.' Deze 'vervulling' staat voor invulling waarmee het volgende duidelijk wordt : De teksten van vroeger, wat wij Oud Testament zijn gaan noemen, zijn bedoeld om ingevuld te worden. Zo deed Jezus hier in de tempel. Hij vult deze bekende en oude tekst ( uit de profeet Jesaia)die Hem werd opgedragen om voor te lezen nu in met zijn eigen leven. Dat is de bedoeling bij het lezen van de bijbel. Zo wordt onze eigen creativiteit bij elke lezing van het evangelie weer aangesproken en geactiveerd. Hoe zal mijn invulling bij het lezen van deze tekst eruit zien?
Tweede zondag door het jaar: De bruiloft van Cana. Jo. 2,1-12.
Vers 4 : Jezus zei tot haar: 'Vrouw, is dat soms uw zaak ? Nog is mijn uur niet gekomen.' In die vertaling is Jezus'antwoord tamelijk scherp en niet zonder verwijt. In feite zou je zijn antwoord ook zo letterlijk kunnen lezen:' Er is iets dat u betreft en er is iets dat mij betreft. Nu betreft het mij nog niet . ' Dat is geen vlotte vertaling maar geeft wel trouwer de oorspronkelijke tekst weer. Vertalingen zijn soms wat zwak of wat scherp en juist in die kleine varianten ligt de gevoeligheid van het oorspronkelijke.
Lc 3, 22b: ' Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb Ik mijn welbehagen gesteld. '
Jezus wordt door zijn hemelse Vader aangesproken als Zoon. Nogal evident ware het niet dat het woord Zoon in Jezus' taal( BEEN) een specifieke betekenis heeft die het in onze talen niet heeft. ZOON betekent er letterlijk Opgegroeid tot, Opgetrokken tot. Om het woord zoon in zijn oorspronkelijke betekenis te verstaan mag men dus niet vertrekken vanuit de vader want dan zou het woord zoon de bijklank kunnen hebben van : ondergeschikt aan, jonger dan , niet evenwaardig aan de vader. Niets is minder waar. Zoon in Jezus taal = op niveau van de vader gebracht: Gelijkwaardig. Een liefdesrealtie houdt immers op te bestaan vanaf het moment dat er geen gelijkwaardigheid meer is tussen de geliefden. Onze Westerse afbeeldingen van Vader-Zoon gaan bij het voorstellen van de Zoon meestal uit van de Vader ten koste van de gelijkwaardigheid Vader-Zoon. Roublev in zijn bekende drievuldigheidsicoon schildert de Zoon gelijkwaardig aan de Vader waardoor wij worden uitgenodigd om tot die Vader en tot die Zoon te bidden. Hugo Dierick, Rosier.
Openbaringsfeest. Zondag 3 januari 2010. Mt 2,1 : ' Toen dan Jezus te Betlehem in Juda geboren was ten tijde van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten..' Vanwaar de naam van 3 koningen vandaan komt, blijft een raadsel. Wijzen worden ze genoemd in Jezus'taal en betekent : zij die vaardig zijn in het omgaan met de problemen van het dagelijks leven. Zo werd David ook wijs genoemd op de harp. Hij kon daar goed mee omgaan, hij was er vertrouwd mee. Jezus werd dus opgezocht door mensen met levenswijsheid niet door mensen omwille van hun positie, functie, bekendheid. Vanwaaruit gaan wij Jezus opzoeken? Hugo Dierick, Rosier.
Lucas 2,48: ' Toen ze Hem daar opmerkten, stonden zij verslagen. Zijn moeder zei tot Hem: Kind, waarom hebt Ge ons dit aangedaan? Denk toch eens met wat een pijn uw vader en ik naar U hebben gezocht.' Voor Jezus is het evident dat Hij in het huis van zijn Vader moest zijn. De ongerustheid van Maria is even evident. Als wij echter haar vraag oorspronkelijker lezen nml : 'waartoe hebt Ge ons dit aangedaan ? 'wordt haar vraag geen verwijt meer maar een vraag om uitleg die Jezus dan ook geeft. Dezelfde waarom vraag vinden wij in één van de woorden die Jezus op het ktuis sprak: 'Waarom hebt Gij Mij verlaten ?' heeft ook meer een bijklank van verwijt terwijl waartoe hebt Gij Mij verlaten ? eerder een vraag om uitleg inhoudt. In gezinsrelaties nodigt de waartoe-vraag meer uit tot gesprek en dialoog dan de waarom-vraag. Hugo Dierick,Rosier
Jo 1, 1 :' In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.' Dit is de bekende aanhef van het evangelie van de Kerstdag, minder poëtisch dan het evangelie van Lucas dat in de middernachtmis wordt gelezen maar meer doordacht en even inspirerend. Johannes begint dit Nieuwe Testament met dezelfde woorden als de schrijver van het eerste boek uit het Oude testament :' In het begin schiep God hemel en aarde' Als wij het woord WOORD daarbij oorspronkelijker vertalen met DUIDING of ZIN of RICHTING wordt deze aanhef nog sterker. . 'Vanaf dat begin was er al dat perspectief, die zin, die richting, die duiding en dat was God. ' Die zin van alles ( schepping en mens) was al vanaf het begin aanwezig want die zin was God en met Jezus wordt die zingeving, dat perspectief tastbaar en dus duidelijker dankzij zijn menswording. Hugo Dierick, Rosier.
'Maria sprak: God richt mij op, brengt mij tot bij Jezus die mij redt. Hij heeft gezien dat ik aan Hem gehecht ben. Nu wijs ik alle generaties Zijn weg. Hij die richting geeft, doet grootse dingen aan mij. Ik bewaar Zijn naam in mijn hart. Hij is puur genade voor wie Hem aanhankelijk is. Hij is een krachtige God die mijn onrust wegneemt. Hij behoedt mij voor mijn trots en bevestigt mij in mijn eenvoud. Wie hunkert naar zingeving, vervult Hij met het goede en wie genoeg heeft aan zichzelf laat Hij gaan met lege handen. Hij ondersteunt wie Hem genegen zijn Hij herinnert me aan Zijn trouw, Zijn genade ooit gegeven aan Abraham en Zijn nakomelingen tot en met de tijd die nu nog voor ons verborgen is.' Uit het vervolg op het evangelie van de vierde zondag van de Advent: Lc1, 46-55. Deze tekst beter gekend als het Magnificat van onder het stof van de vertalingen gehaald, nodigt ons uit om het te bidden in deze dagen.
'Ik doop u met water, er komt iemand die sterker is dan ik. Ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.'Lc 3, 16. Het woord vuur in deze tekst zijn niet de vlammen die wij spontaan in tegenstelling brengen met water. Het gaat hier over het licht van het vuur dat helderheid brengt. Zoals de vlam van één kaars helderheid verwekt in een donkere ruimte, zo doopt Hij die sterker is met helderheid en met de Heilige Geest ( Gods verruimende adem die gericht is op liefhebben) Derde zondag van de advent: Lc3,10-18.
En alle mensen zullen vrij worden dankzij de God die wij aanbidden (Luc.3.6)
Die zin is het laatste vers van het evangelie bij deze tweede zondag van de advent. (Luc 3.1-6) Lucas citeert in feite een vers uit Jeasaia 40,6: ' En de glorie van de Heer zal geopenbaard worden en heel de mensheid zal het zien.' Geen letterlijk citaat. Maakt het een verschil uit? Toch wel. Lucas vermeldt immers Jezus'naam door over vrij-worden te schrijven : een werkwoord dat samengesteld is uit Jezus naam : Jezus of de God die vrijmaakt. Wat Jesaia nog niet met naam en toenaam kon schrijven doet Lucas wel. Een mooi voorbeeld van het veel voorkomend bijbelvers: 'Opdat de Schriften worden vervuld ' in de zin van 'Opdat de Schriften worden ingevuld' Hoe zullen wij in deze advent dit Schriftwoord ' vrij worden ' invullen. Wij hebben daar nog drie weken voor. Hugo Dierick, Rosier
RICHT U DAN OP EN HEFT UW HOOFDEN OMHOOG WANT UW VERLOSSING IS NABIJ 29 november - Eerste zondag van de advent - Lc 21,28b. De naam Jezus is letterlijk verbonden met losmaken. Losmaken wijst op gebonden zijn aan. Gebonden zijn wil zeggen onvrij zijn. Jezus verwelkomen is opstaan uit wat ons gebonden houdt, is los komen uit wat ons benauwt. Wij krijgen een adventstijd lang om op te staan, om van onder iets uit te komen. Van zodra ik weet bij wie, waar en wanneer ik mij onvrij voel, kan Kerstmis mij opnieuw aanspreken en kan het mij weer inspireren. Het gevaar bestaat anders dat het niet meer wordt dan : Jesuke is geboren alleluia, tralala..... Het kan ook een feest worden! Hugo Dierick, Rosier.
Vierendertigste zondag door het jaar Joh 18,33b-37 vers 37+38,a:' Pilatus hernam : Gij zijt dus koning? Jezus antwoordde : Ja, koning ben Ik. Hiertoe ben ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen om getuigenis af te leggen van die waarheid, luistert naar mijn stem. Pilatus zei tot Hem: Wat is waarheid?' Er is dus geen twijfel over het feit dat Jezus koning is. Pilatus twijfelt wel over de manier waarop Jezus koning is. De waarheid is nu dat Hij koning is over alle volkeren in plaats van alleen over de joden. Bovendien dat Hij geen koning is vanuit macht maar vanuit zijn onuitputtelijke goeddadigheid. Kan ik me daar iets concreets bij voorstellen in deze laatste week van dit kerkelijk jaar ? Hugo Dierick, Rosier.
Drieëndertigste zondag door het jaar Mc.13,24-32 Vers 28:' Trek uit de vergelijking met de vijgeboom deze les: Wanneer zijn twijgen al zacht worden en beginnen uit te botten, weet je dat de zomer in aantocht is.' Wie vandaag - terwijl de winter nog zijn intrede moet doen- naar de camelia kijkt , ziet dat de bloemknop van deze vroegbloeier al in de maak is. De natuur laat ons nooit in de steek. Voor dat de winter begint, zie je al tekenen van de zomer. Je moet het niet geloven. Je ziet het. Is dat niet Jezus op zijn best. Eerst mag je zien en dan mag je geloven. Wat zie ik deze week waarin ik al mag geloven ? Hugo Dierick, Rosier.
8 November 2009 Tweeëndertigste zondag door het jaar. Mc.12, 38-44 Vers 34: ' Er kwam ook een arme weduwe die er twee penningen, ter waarde van één cent in wierp.' Jezus vertelt hier aan zijn leerlingen dat er twee manieren van geven bestaan: - geven van je overvloed. Dat voel je nauwelijks en wie het ontving zal wellicht ook niet het gevoel hebben gehad echt iets gekregen te hebben. - geven van je armoede, je kleinheid. Dat is een heel andere ervaring zowel voor de arme gever als voor wie getroffen wordt door de verregaande bereidheid tot delen van de arme. Het eerste geven kan zelfs iets vernederends hebben. Het delen vanuit eigen armoede heeft iets ontroerends : dat is het echte delen waar mensen kunnen van leven. Heb ik dat al ooit meegemaakt ? Hugo Dierick, Rosier
Zondag Allerheiligen 2009 Mt.5,1-12a Vers 3: 'Zalig de armen van geest want aan hen behoort het Rijk der Hemelen.' Zalig is een heel apart woord dat wij op hoogdagen als Pasen en Kerstmis terecht in de mond nemen. Wij doen er beter aan om met Allerheiligen dit woord zalig nog niet volmondig te gebruiken maar in de plaats het woord GELUKT te gebruiken. Gelukt dat de betekenis heeft van: Je bent goed bezig ( Doe zo voort) Je bent gelukt als je arm bent van geest ? Wat kunnen wij daarbij beleven ? Als wij weten dat Godsgeest altijd aanwezig is bij ons en als wij dan beseffen dat wij ons tegenover die Geest ons altijd mogen klein voelen dan zijn wij goed bezig of gelukt in het mogen ervaren dat God een impact heeft op ons vanuit zijn onuitputtelijke goeddadidigheid. Dat kan ons diep gelukkig maken. Wanneer wil ik dat gelukt zijn in het mij klein maken tegenover Godsaanwezigheid in de voorbereidingstijd naar Allerheiligen meemaken ? Hugo Dierick, Rosier.