ZEVENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mt 5,38-48 Vers 44 ' Bemint uw vijanden.' We moeten natuurlijk vertrekken van wat de eigen betekenis is van het beminnen in Jezus'taal nml. verlangen om te beminnen . Voor ons mensen is het verlangen om je vijand te beminnen toch heel ver gegrepen. In feite is alleen God daartoe in staat . Wat kunnen wij dan doen ? Het God laten doen en wij kunnen er alleen voor zorgen dat wij Hem daarbij niet tegen werken. In een gelovig perspectief doet God alles in ons maar Hij doet het nooit zonder ons. Hem laten doen en Hem niets in de weg leggen is het enige wat wij kunnen doen. Kunnen wij dat verstaan ? Ons verstand begrijpt dat nauwelijks. Wij kunnen dat alleen geloven. Hugo Dierick, Rosier Antwerpen
ZESDE ZONDAG DOOR HET JAAR. Mt.5,17-37 Vers 37 a ' Uw ja moet een ja zijn en uw neen een neen !.' Dat begrijpt wel iedereen. Zeker in Jezus'taal was dit de logica zelf . Een woord heeft maar betekenis als daar ook wat mee gebeurt. In het scheppingsverhaal klinkt dat zo: 'God zei het wordt licht en het werd licht.' Ja zeggen en niet ja doen heeft geen zin. Ja doen en neen zeggen heeft geen zin. Deze one-liner kan ons in deze dagen nadat wij onze nieuwsjaarwensen definitief hebben opgeborgen inspireren om er gevolg aan te geven.
VIJFDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mt 5,13-16. Vers 14a : ' Gij zijt het licht der wereld.' Wat een bevestiging vanwege Jezus aan het adres van iedereen die naar Hem luisterde. Hij sprak inderdaad tot allen, want Hij zag de menigte en ging de berg op . En wat zegt Hij dan: 'Gij zijt het licht der wereld!' Het licht heeft met helderheid te maken en daarmee wordt ook en vooral de helderheid in denken bedoeld. Verwarring is vaak oorzaak van onrust. Onrust vaak oorzaak van verwarring. Hoe dikwijls brengt Jezus geen helderheid in de vele gesprekken die Hij aangaat vooral met zijn leerlingen. Welke verwarring zou ik graag eens laten belichten door zijn helderheid? Hugo Dierick,Rosier, Antwerpen
VIERDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mt 5, 1-12a Vers 3: 'Zalig de armen van geest want aan hen behoort het Rijk der hemelen' Wie zijn de armen in Jezus'taal en aanvoelen? Zij die iets nodig hebben en daarvan ook bewust zijn dat ze iets nodig hebben..
Wie zijn de armen van geest in Jezus'taal en aanvoelen ? Zij die bewust zijn dat ze de Geest in zich nodig hebben. Dat wil heel concreet zeggen dat zij die Geest nodig hebben die dus Adem (Roeach) is en geeft en tegelijkertijd Ruimte ( Revech) is en geeft. Die wij dus aanspreken als we een kruisteken maken (Vader- Zoon en GEEST)
Wij zouden zeggen: Jullie zijn goed bezig als je in u die Adem en Ruimte toelaat en nodig hebt om niet enggeestig, gesloten, bekrompen te leven maar daar allemaal uit te breken om voluit gaan te leven.
Waaraan denk ik dan als ik die zin zo oorspronkelijk lees?
DERDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mt 4,12-23. Vers 17 b: 'Bekeert u want het Rijk der hemelen is nabij. ' Waar zijn wij dergelijke woorden nog tegen gekomen ? Heel zeker in het gebed van Jezus , het Onze Vader. Daar staat letterlijk : 'Uw Rijk waar Gij gezag uitoefent vanuit uw onuitputtelijke goeddadigheid zal er komen ' Jezus verzekert ons dat Hij er nu gaat mee beginnen en dat dit 'nieuwe' Rijk niet meer tegen te houden is. Wat doet mij die zekerheid waarmee Jezus hier spreekt ?
TWEEDE ZONDAG DOOR HET JAAR Joh.1,29-34. Vers 29b:' Zie het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt.' De zondebok uit het nomadenbestaan van Israêl is voldoende bekend. Het is een oud volksgebruik: al wat er misloopt bij een volk en waar men geen raad mee weet concentreren op één dier en het de woestijn in sturen.. Het heeft iets primitief: de schuld doospelen op een ander. Het heeft iets kinderachtig. Het zegt alles over onze onmacht tegenover het kwaad waarmee wij geconfronteerd worden in de mensengeschiedenis. En dan komt er op een zeker moment een onschuldig iemand op het toneel die wordt beladen met allerlei kwaad dat hij nooit heeft gedaan en Hij neemt alles van anderen op zich. Hij wentelt het kwaad niet af op anderen. Hij begint zijn leven als Christus dan ook in de woestijn en het is niet het volk dat Hem stuurt maar de Geest van Heiligheid. Dit is het keerpunt in onze geschiedenis. Alleen God kan zo iets doen. Is dat niet de essentie van onze verlossing ? Hoe reageer ik zelf op die uitspraak van Johannes ? Hugo Dierick,Rosier.
ZONDAG DOOPSEL VAN CHRISTUS (9-1-11) MT 3, 13-17 Vers 16b: ' En zie, daar ging de hemel open en Hij zag de Geest Gods neerdalen in de gedaante van een duif en over zich komen.' De duif als voorstelling van God's Geest blijft voor ons christenen niet gemakkelijk. Hoe kunnen wij trouwer blijven aan de openbaring tenzij door de openbaringstaal daarbij te gebruiken. Die openbaringstaal is precies de taal van Jezus. In Jezus'taal betekent duif 'jona' en om de volle betekenis van dat woord in zijn taal te vatten, vergeten wij best het beeld (duif) om alle aandacht te geven aan het woord jona. Jona wil als letterwoord zeggen : God's profeet. Als we dan ook nog weten dat profeet in Jezus'taal nabi betekent wat zo veel wil zeggen als : 'wij zullen God doen komen'dan zorgt Gods'Geest ervoor dat God zal komen met stellige zekerheid. Zo krijgen zowel het woord duif als het beeld duif een invulling waarbij wij iets kunnen beleven nml: het verwelkomen van God's liefde. Wat beleef ik bij die woorden bij Jezus'doop als Godsliefde hiermee gemoeid is?
ZONDAG OPENBARING DES HEREN(2-1-11) Mt 2,1-12. vers 1b: ' Kwamen er Wijzen uit het oosten.' Wie waren in die tijd van Jezus'komst die Wijzen? Er staat in feite Magiërs, Astrologen of als we ze toch 'wijzen' willen noemen dan kunnen we van hen zeggen dat zij wijs waren, vaardig in het lezen van de sterren. Hun aantal wordt niet genoemd. Dat wordt alleen afgeleid uit de drie geschenken die ze bij zich hadden. Het eerste geschenk is het pure goud dat zich laat voelen in zijn gewicht en de twee andere zijn aan elkaar verwant : ze laten zich ruiken: wierook en myrrhe. Wierook: heilig reukwerk gericht tot de heiligen. Myrrhe: welriekende stof gebruikt bij het balsemen van het lichaam na de dood. De sfeer daarbij is er één van vertrouwdzijn met elkaar, ontvankelijk, aanhankelijk. Hugo Dierck, Rosier.