Vanmorgen maakte Peter een nieuw email-adres aan. Dat was jaren geleden. Hij wist niet zo goed meer hoe het juist moet. En er is ondertussen ook zoveel veranderd in de procedures! Maar hij wou wel hetzelfde wachtwoord blijven gebruiken, dat is voor hem gemakkelijk te onthouden : broccoli. Helaas had het systeem deze keer eigen plannen :
Geef een wachtwoord in broccoli Het wachtwoord moet meer dan acht tekens bevatten gekookte broccoli Het wachtwoord moet minsten 1 cijferteken bevatten 1 gekookte broccoli Het wachtwoord mag geen spaties bevatten 1gekooktebroccoli Het wachtwoord moet minstens 1 hoofdletter bevatten 1STOMMEgekooktebroccoli Het wachtwoord mag niet meerdere opeenvolgende hoofdletters bevatten 1StommeGekookteBroccoliVanMijnKlo… Het wachtwoord mag geen leestekens bevatten 1StommeGekookteBroccoliVanMijnKlo DIT WACHTWOORD IS REEDS IN GEBRUIK
(-.-) van een nieuwsbrief – HiH-11/2015, ongewijzigd
In de nazomer van 2002 hebben LM en ik een city trip naar Brugge gemaakt omdat daar toen allerlei te beleven en te bekijken viel. Onder andere ditte : de reconstructie van de tredkraan. Volgens onderstaande tekst zou ze op ware grootte gereconstrueerd zijn.
Als ik me goed herinner zei de man die uitleg gaf -een gepensioneerd leraar van het VTI die mee het project begeleid had- dat ze 1/16 kleiner zou zijn dan het origineel. Of 1/17, of zoiets. In elk geval iets moeilijks om te berekenen. En ik ben vergeten waarom ze kleiner gebouwd werd. Daar was een goede reden voor, maar 'k weet niet meer welke.
2002 latere locatie
“In 1288 liet de stad Brugge op de marktplaats, aan de thans niet meer bestaande Reie, een kraan optrekken. Deze moest in 1290 plaats ruimen voor de bouw van de Waterhalle en werd heropgericht aan de kade nabij het Sint-Jansplein. Ze was zeker in werking in 1293. De overkapping van het middendeel gebeurde pas in 1344. Na herhaalde herstellingen werd ze in 1434 volledig vernieuwd.
In 1457 liet de stad een tweede, doch kleinere kraan bouwen aan de kaai van de Braamberg, bestemd voor het lossen van vaten wijn. Brugge was de belangrijkste haven in het noorden voor de import van Bordeaux-wijnen. Andermaal volgde in 1580 een totale vernieuwing. Deze werd voorafgegaan door een 'marktonderzoek'. Ondermeer in Antwerpen werd de nieuwe, niet oriënteerbare dubbele-lierkraan bestudeerd. Brugge koos voor de nieuwbouw naar oud model en op dezelfde plaats. De Antwerpse innovatie had de Bruggelingen niet weten te overtuigen! Belangrijk te melden is dat onder de Brugse delegatie die andere kranen bezocht, zich ook muelenwerckers bevonden - molenmakers dus. Dat geeft ondubbelzinnig aan dat zij ook aan havenkranen werkten.
De ligging van de Grote kraan is duidelijk aangegeven op het plan van Marcus Gerards (1562). De kraan staat er afgebeeld aan de Craene Plaetse naast de Kranebrug. Ze bleef er in gebruik tot ze in 1767 werd afgebroken.
De kraan van Brugge - la Grue de Bruges - was wijds beroemd. Brugge zelf was dat ook en haar kraan was van een model dat afweek van die in het zuiden en zelfs van die in het noorden. Als haven kwamen er talrijke vreemdelingen en de verplaatsingen per schip waren een niet te onderschatten vorm van nieuwsverspreiding.
MEMLING, 1479 detail
De bekendheid werd nog bevorderd door kunstige afbeeldingen: - Hans Memling (1433-1494) in 1479, als detail van het Mystiek Huwelijk van de Heilige Catharina ?? (Brugge, Sint-Janshospitaal) - Jan Provoost (1465-1529) als detail van de Begiftiger met Sint-Niklaas (Brugge, Stedelijke Musea) - Simon Bening (1483-1561) rond 1520 als miniatuur in een getijdenboek met Vlaamse kalender (Munchen, Bayerische Staatsbibliothek) - Pieter Pourbus (1523-1584) in 1551 als detail van het portret van Jan Eyewerve (Brugge, Groeningemuseum)
Men kan zich moeilijk van de indruk ontdoen dat Provoost, Bening en Pourbus Memling gekopieerd hebben. Hun afbeelding is, wat betreft de kraan -niet de achtergrond- genomen vanuit hetzelfde gezichtspunt en nagenoeg identiek. Ze leren ons over de kraan niets nieuws. PROVOOST niet gevonden - BENING POURBUS
De kraan van Brugge was (in 1479) een tredmolenkraan van het type standerdmolen, volledig gesloten, met tredraderen aan de buitenzijde, doch overdekt. Op de drie afbeeldingen is slechts één rad te zien, maar geheel zeker - alleen al omwille van het evenwicht – was er een tweede, zoals ook in Gent, Antwerpen en Brussel. In herstelrekeningen maakt men trouwens ook melding van twee wielen. Op de afbeeldingen is het onderstel (met de kruisplaten en shoren) te zien waarop de standaard steunde, waarrond de kraan kan gekruid worden. (gekruid -> kruien, zwenken, wenden - zoals in krui-wagen) Enkel bij Bening is de staart zelf te zien. Interessant, vooral bij Bening, is de actieve sfeer rond de kraan, met de wijntonnen, keurders, sjouwers, kraankinderen* en toezichters.”
Nu november voluit bezig is zou ik graag iets gezelligs schrijven. Iets over de open haard en over onze pantoffeltjes die op de radiator van de hall lagen te warmen wanneer we thuis kwamen van school. En over warme vieruurtjes terwijl aan de andere kant van het glas november zijn eigen feestje hield.
Het huis met de open haard is verkocht. Gelukkig maar. Pantoffels op de radiator zijn niet meer nodig, bij ontij gaan we de deur niet meer uit. En de kale bomen, weet ik nu, zijn niet dood, ze tonen gewoon hun ruggegraat om ons te laten zien hoe sterk ze zijn, ook als ze slapen, en dat we er op mogen betrouwen dat ze de komende seizoenen de botten & de bladeren en de bloesems & de vruchten zullen kunnen dragen, want zíj hebben ruggegraat.
Ze zijn mooi en sterk, zoals ze daar staan.
"Bekijk ze maar" roept november "Kijk er nú al naar".
Hoe kon ik ooit denken dat de natuur dood ging in november. Ze slaapt. Meer is dat niet. En bomen hebben ruggegraat.
We hebben dan kortbij haar ouders gebouwd en in het nieuwe huis heeft zij alles zo ingericht dat het voor haar juist was. Ik had er soms problemen mee dat ik geen inspraak had maar dan hadden we zo'n uitputtende ruzies dat ik na een veldslag haar gewoon haar zin gaf. Ruzies beginnen steeds als ik iets wil veranderen dat om de één of andere reden voor haar niet mag veranderd worden. De tafels staan goed zo. De salon daar kom je ook niet aan. Die kan alleen maar zo staan om goed te staan. Elk bed in elke slaapkamer staat met het hoofd naar het noorden en de voeten naar het zuiden, om geen koude voeten te hebben. Ruzies waren en zijn nog steeds een uitputtingsslag die ik niet kan winnen. Ze blijft doorgaan tot ik uiteindelijk zeg dat ze gelijk heeft. Zo lang dat zinnetje niet gezegd is houdt ze niet op. Zelfs de hele nacht door. Als ik dan in mijn bed ga liggen komt ze naar boven gestormd met doet het licht aan en herbegint. Dan doe ik het licht terug uit en zij doet het weer aan. De hele tijd. Tot ze gelijk krijgt. Dan is het goed en komt ze ook slapen. Dan wordt er niets meer over gezegd. Case closed.
Zo hebben we een meublement in ons toilet met onder de lavabo een kastje met twee deurtjes. In dat kastje kunnen 62 rollen toiletpapier. Dat kastje moet altijd vol zitten. Ontbreken er een paar rollen toiletpapier, ze stuurt me naar de nachtwinkel om dat aan te vullen want we zouden eens zonder moeten komen te zitten! Zo gaat het ook met boodschappen doen. We hebben een grote ijskast in de keuken en één in de garage. Die ook moeten vol zitten. Ook de diepvries is altijd voorzien van zoveel reserve dat we bijna een oorlog kunnen overleven op de voorraden die ze aanlegt. Bij het boodschappen doen koopt ze niet vier steaks maar minstens twee kilo steak. Stoofvlees gaat ze beslist voor de vijf kilo. Kwestie van wat reserve te hebben. Vaak begrijp ik niet hoe ze alles nog gestockeerd krijgt maar ze vindt altijd we plaats. Ook in de kelder hebben we kasten die volgestouwd zitten met handdoeken, een massa handdoeken. Ik denk vaak, handdoeken, dat moeten we heel ons leven niet meer kopen maar dan komt ze weer eens thuis met een stel nieuwe! Intussen is de kast bijna te klein. In de woonkamer mag er dan weer niets in de kasten liggen. Kwestie van een kast als reserve te hebben voor je weet nooit. Die uitleg heb ik nooit begrepen maar zo is het.
Mijn vrouw doet nooit eens iets normaal zoals de anderen. Ze gaat altijd een stap te ver. Ze overdrijft altijd. Het lijkt ook heel vaak dat ze niet moe wordt. Als ze met iets bezig is, wel dan stopt ze niet voor het klaar is, al duurt het twee dagen. In de loop van ons tweeëndertig jarig huwelijk zijn de ruzies sterk verminderd. Niet omdat mijn vrouw veranderd is maar omdat ik mij aan haar aangepast heb en heb geleerd voor vele zaken geen uitleg meer te vragen en het gewoon te accepteren. Daardoor is ze veel rustiger geworden en dus ook eenvoudiger in de omgang.
Wat nog altijd een groot probleem is, is haar mee krijgen naar feestjes. Of het nu bij familie is of een verplicht feestje met collega's. Ofwel weigert ze pertinent mee te gaan ofwel gaat ze zich helemaal optutten om dan weer wel mee te gaan. Dit ook zonder een echte verklaring te kunnen geven. Ik denk dat het eigenlijk afhangt van hoe ze zich op dat moment voelt of ze al dan niet mee gaat.
Zo gingen we eens naar een feest van haar werk en nadat we de auto geparkeerd hadden vroeg ik haar of het ver stappen was. Daarop antwoordde ze niet met ja of nee maar ze zei dat we tweeduizend driehonderdvijfenzestig stappen moesten doen. Ik schrok. Toen wist ik nog niet dat ze altijd haar stappen telt, elke dag. Ze kan precies zeggen hoeveel stappen ze zet op elke werkdag. Hoe ver het is van het station naar haar werk en van het station naar huis. Als we met de auto onderweg zijn telt ze de bomen of de lantaarnpalen. Maar ze moet altijd iets tellen. Kwestie van haar hersenen bezig te houden. De digitale knop van het geluid van de televisie, of de radio – in huis of in de auto- moeten altijd op even getallen staan. Nooit oneven want dan wordt ze heel onrustig. Als ze noten eet bijvoorbeeld zijn er dat altijd acht of een veelvoud van acht. Anders functioneert ze niet. Een appel snijdt ze ook altijd in acht schijfjes of ze eet hem niet op.
Vaak huppelt ze door het huis en ik weet nu dat ze daar ook een bepaald ritme in heeft en een strakke choreografie, al merkt niemand daar iets van en lijken de bewegingen geen geheel te vormen, ik weet dat het dat in haar hoofd wel doet. Gewoon in een zetel zitten kan ze ook niet. Meestal bengelen haar voeten ergens in de lucht en haar hoofd ligt op de zitting. Als ik dan vraag of ze gemakkelijk zit, antwoordt ze altijd ja. Na tweeëndertig jaar vind ik mijn vrouw nog even boeiend als toen ik haar leerde kennen al heeft ze een heleboel mankementen. Als ik mijn leven zou kunnen herdoen, ik zou opnieuw kiezen voor een leven met haar.
tekst geplaatst met toestemming van de auteur L-MH
Ik heb mijn vrouw leren kennen in de toneelschool. Het was de eerste zaterdag van september en ik had me van uur vergist. Ik was terecht gekomen in het nieuwe eerste jaar. Ik mocht de les gewoon volgen en aan het einde van de les zei de leraar dat ik eigenlijk verwacht werd in het tweede jaar maar ik keek eens rond naar de nieuwelingen en ik keek recht in de mooiste blauwe ogen die ik ooit gezien had en als liefde op het eerste gezicht bestaat dan was dit beslist liefde op het eerste gezicht en het is na al die jaren nog steeds niet over. Ik keek nog eens rond en strandde terug in die grote blauwe ogen en ik zei heel beslist dat ik in deze klas wou blijven. De leraar die dit alles gezien had lachte veelbetekenend.
Een paar weken later trok ik mijn stoute schoenen aan en vroeg ik haar of ze eens met me wou gaan stappen. We spraken die avond af in mijn appartement en ze is niet meer weggegaan. Ze deed soms wel een beetje raar maar dat nam ik er graag bij. Ze richtte mijn appartement helemaal anders in, gooide buiten wat ze lelijk vond, kocht voor mij een hele nieuwe garderobe en nam me mee naar haar oude toneellerares want daar leerde je veel meer. Ik had enkele jaren alleen geleefd en vond het prettig dat er steeds iemand was als ik thuiskwam, het eten was klaar, de was gedaan en het was netjes. Het was wel zo dat in bepaalde kasten niets mocht liggen terwijl andere kasten er propvol bijstonden. De lege kasten moesten leeg blijven en de andere moesten volgepropt zijn. Ook in de keuken had alles een vaste plaats en het beste was om niets van plaats te veranderen want dan kon ze hysterisch worden. Maar je bent verliefd en je neemt dat er graag bij. Iedereen heeft wel een mankementje.
Het openbaar examen toneel was ook zo’n ramp. Dan liep ze weg en zochten de lerares en ik haar overal. Plankenkoorts dacht ik toen. Vanaf dat ze dan op het podium stond dan ging alles vlotjes en was ik heel fier op haar. Mijn moeder die altijd naar de openbare examens kwam kijken zei dan dat ze zo schoon speelde, schoner dan ik. Zij heeft dan ook haar regeringsmedailles gehaald en ik niet, maar dat kon de pret niet bederven. We deelden een hobby. We waren twee tegengestelden. Zij was een veellezer en een veel weter en ik, wel ik nam het leven makkelijk. Al een jaar nadat ik haar had leren kennen zijn we getrouwd. Het was oktober en het leek wel een zomerse dag. Na de huwelijksplechtigheid zei haar vader me dat hij hoopte dat ik haar 'getemd' kreeg want dat hij heel haar leven geprobeerd had haar te 'temmen' maar dat het hem nooit gelukt was.
Haar vader vertelde me verhalen over haar dat ik vaak dacht, waar ben ik aan begonnen. Zo was er het verhaal van hoeveel schoenen ze wel niet versleten had. Er was zelf één keer, dat ze vrijdagavond nieuwe schoenen gekregen had en dat ze 's anderendaags in de namiddag al terug in de schoenwinkel stonden omdat de tippen van haar schoenen er helemaal af waren. De eigenaar van de winkel bracht toen het nieuwste modelleke van schoenen en mijn schoonvader zei dat het geen goede schoenen waren want dat ze die daar gisteren gekocht hadden en dat hij maar eens moest kijken of hij ze nog herkende. Zij had toen een nieuwe walk ontdekt, vertelde ze me jaren later om eerst met de bovenkant van de tenen de grond te raken en dan pas de voet gewoon neer te zetten waardoor de bovenkant natuurlijk binnen de kortste keren gehavend was. Die tic heeft ze een hele tijd gehad om die dan weer te verwisselen voor een andere tic. (morgen tweede deel)
tekst geplaatst met toestemming van de auteur L-MH
Hebt gij ook soms een idee of een inval waarvan ge zegt 'dit is lumineus' ? De ontwerpers van dit object zeker wel: een lamp in de vorm van een boek, een boek dat licht brengt. Kan het symbolischer? Zo'n boek zie ik dienen als bijverlichting in een leeshoekje. En om het licht uit te doen? Gewoon het boek sluiten, kijk maar.
Van tamelijk jong heb ik wonen in groep interessanter gevonden dan wonen in enkel een gezin. De gebouwen die daarop voorzien waren leken mij de meest zinnige en innige bouwsels. Grote eieren waar we allemaal in konden. Ik kende nog niet de woorden om het gevoel te beschrijven maar iets met een dak op en waar veel mensen kunnen wonen leek mij veel interessanter dan de groene landelijkheid, de sociale woestijn waarin mijn zussen en ik leefden.
Niet dat ik op internaat wilde, absoluut niet want daar was het te strak, maar ik was vrij jong al aan het denken of het niet anders kon. Meer mensen, meer meningen, meer wisselwerking onder eenzelfde dak. Allemaal samen, hoe meer koppen hoe meer vreugd.
Aha, en toen kwamen de sneeuwklassen. Toen ik elf was naar Melchthal - een serie legerbarakken. Toen ik twaalf was naar Maloja - een vergane glorie van een palace-hotel. Mijn eerste ervaringen met wonen in groep.
Toen mijn ma me kwam afhalen op het perron in Vilvoorde toeterde ze dat ik er goed uit zag, helemaal heropgeleefd. Dat zal wel. Ik voelde mij ook zo. Helemaal wakker en helemaal … kweeni, helemaal mij?
Achteraf miste ik de groep enorm, de mensen die ik kon horen-&-voelen denken. Helemaal anders dan het gedoe van de systemen zoals op school of thuis. De scherpte van dat gemis gleed weg. Moest wel. Het zou anders niet houdbaar geweest zijn.
Later kwamen er zeer uitzonderlijk nog twee lentevakanties georganiseerd door de ziekenkas. In 1966 tien dagen opnieuw Melchtal, in 1968? opnieuw Maloja. Opnieuw die heropleving. Zo wou ik het later, want met veel zijn is plezant.
In 1972 woonde ik in een groepshuis centrum Brussel, commune heette dat toen nog. Iets later heb ik de kans laten voorbij gaan om een jaar naar de kibboets te gaan. In 1978 kwam de koopvaardij. Eerst als noodoplossing, toen als beslissing en met volle goesting, en in 1990 kwam ik LM daar tegen. In totaal was de koopvaardij 31 jaar mijn huis. Zelfs tijdens de verlofperiodes in België was het volgende schip al mijn woonst.
Met velen onder één dak, een groepswoonst ? Ja, direct. Utopisch? Ja, dat ook.
te gast bij Wim Helsen, Xavier Taveirne met 'Verzamel De Liefde' van Bart Moeyaert
Siberië
Geef me je jas van bont van teddyberen. Leg je arm om me heen en al je winterkleren. Zoen me tot ik warm word. Zoen me tot ik spin. Trek je eigen huid dan uit, stop mij eronder in. Sus me met je hartslag: wij ons wij ons wij ons. Maak van dit veel te grote bed een heel klein fort van dons.
Over Verzamel De Liefde : Gedichten over de liefde - maar niet alleen over de liefde. Over het hier en nu, over een kamer, een ochtend, een hand, over woorden en hoe ontoereikend die zijn kunnen wanneer je wil zeggen waar het om gaat.
Om te onthouden : Het woord 'zorgdwang', een gloednieuw woord van Wim Helsen, en een nieuw gezegde "Je hoeft geen risico's te nemen, je komt vanzelf wel in de problemen" van Christophe Vekeman.
Vanmorgen klikte ik de eerste nieuwsbrief open en er stond een titel die me aansprak. Iets over zeepresten.
Zee-presten … dat ken ik niet. Misschien is het een term uit de zeilwereld? Bij zeilen komt heel wat kijken en daar hoort een jargon bij, bvb: op volle zee moet men eerst zeer sterk presten alvorens te … eh, loeveljeren ?
Of een duikterm, iets met de pressie in de luchtflessen?
Zee-presten, misschien een lokale delicatesse? Hoe bereid ik zee-presten, en hoeveel presten serveert men per persoon. Is presten presenteren een prestatie op culinair gebied? En ik droomde al weg hoe ik aan de kust van Bretagne in Brest presten zou gaan plukken. Met het juiste mesje natuurlijk, want het artikel zou me zo dadelijk wegwijs maken waar en hoe dat moet. Bestaan er ook zoetwater-presten?
'k Klikte het artikel open, met alle soorten van gretigheid : zeepresten. Hoe verwijder ik zeep-resten.
Tja. m– EZW-11/2013, herwerkt - op slag klaarwakker toen
te gast bij Wim Helsen, Guy Cassiers met Manifest van Peter Handke
volledige tekst
1. Iedere verklaring weigeren 2. Niet met de waarheid voor de dag komen 3. Liegen of het gedrukt staat 4. De dingen op z'n kop zetten 5. Niet de werkelijkheid tot taal laten worden, maar de taal tot werkelijkheid 6. Niet over taal spreken 7. In tegenstrijdigheden verwikkeld raken 8. Niet voor alledag schrijven 9. Niet voor de eeuwigheid schrijven 10. De dingen in het onzekere laten 11. Geen genoegen nemen met de feiten 12. Niet met beide benen op de grond staan 13. Geen regels voor anderen opstellen 14. De nadruk leggen op het belang van de conversatie als eerste en als laatste hulp 15. Uit wild west films het sterven leren 16. Zelfs in de kleinste opgeblazen kikker een aanwijzing zien voor het niet bestaan van God 17. In je overmoed het doel voorbij schieten 18. Zichzelf het naaste staan 19. Zich in niemand willen verplaatsen 20. Alleen over zichzelf schrijven 21. Altijd alles met opzet doen 22. Met niemand van gedachten wisselen 23. Van al het menselijke vreemd blijven 24. Zich door schrijven eruit kunnen praten 25. Naar de bioscoop gaan 26. In het gras liggen 27. Geen manifesten opstellen 28. Zwarte schoensmeer kopen 29. Wereldberoemd
Over Guy Cassiers : artistiek leider van het Toneelhuis in Antwerpen. Zijn werk wordt niet alleen in Vlaanderen gewaardeerd, ook in het buitenland is hij een bekende naam aan het theaterfirmament. Hij kreeg dan ook al tal van theaterprijzen. Als zoon van de bekende komische acteur Jef Cassiers – bekend van de Woodpeckers en van Johan en de Alverman – kon het bijna niet anders dat hij in het theater terechtkwam. Nochtans volgde hij eerst een opleiding aan de Academie voor Schone Kunsten. - https://nl.wikipedia.org/wiki/Guy_Cassiers
(…) het verbaast me dat er nog geen enkele vandaal het in zijn hoofd gekregen heeft die zakken te saboteren (…)
Awel, dat vind ik ook eigenaardig, dat de postzakken zomaar gedropt worden en een aantal uren onbewaakt blijven liggen. Moesten ze nu nog in een winkel afgezet worden, of in de hal van een school, daar liggen ze tenminste onder toezicht. Maar bij de post vindt men blijkbaar dat het kan, iets op hoop van zege droppen op straat, los de mensenjungle in.
'k Heb hier achter in het dorp al een bushokje weten vernielen en ook het elektronisch berichtenbord aan de bushalte aan de markt. Maar toch gaat de post er van uit dat er geen gefrustreerde zotten loslopen, geen baldadige malcontenten, geen junks, geen doorzopen zombies, geen wildplassers dus dat postzakken gerust onbewaakt mogen achterblijven.
foto van ‘t Net
Het systeem komt me zeer ondoordacht over. 't Kan er bij mij niet indat er niet vaker iets misloopt. Of houdt B-Post die gevallen stil? Het is al 10 jaar of langer aan de gang. Hier een verhaal uit 2008, van een bekommerde burger :
Hasselaar vindt postzakken in bushalte 13/03/2008 om 09:25 - Dirk JACOBS
Hasselt - Een goed bedoelde daad van een bezorgde burger leidde gisteren tot een klacht bij de politie. Guy Swinnen, een medewerker van De Lijn, vond het verdacht dat in een bushokje een onbewaakte postzak lag. Hij laadde de zak op, maar de postbode dacht later op zijn ronde dat de zak was gestolen.
Volgens Fred Lens van De Post had de zak niet in het hokje mogen liggen. “Maar de man had de zak ook niet zomaar mogen meenemen. Poststukken meenemen is een strafbaar delict.”
Guy Swinnen, administratief medewerker van De Lijn in Hasselt, zag de postzak liggen in een bushokje in Sint-Lambrechts-Herk. “Aan de halte in de Beukenhoflaan zag ik dat een grote zak bleef liggen nadat iedereen ingestapt was”, vertelt Guy Swinnen. “Toen we opnieuw aan de halte passeerden, lag die zak daar nog. Ik ben uitgestapt om even te kijken en tot mijn verbazing zat die zak boordevol poststukken, persoonlijke brieven en rekeninguittreksels. Dat lag daar zomaar voor iedereen te grabbel. Omdat ik dat absoluut ongehoord vond, heb ik de zak in de bus geladen en meegenomen naar ons hoofdkantoor. Vandaar heb ik de klantendienst van De Post gebeld. Volgens hen worden zulke ‘overlastzakken’, die een postbode niet meteen kan meenemen, normaal niet open en bloot langs de straat bewaard.”
Klacht Fred Lens, woordvoerder van De Post, beaamt dat. “Normaal liggen die zakken op een beschermde plek, bijvoorbeeld bij mensen thuis, (hier in Ekeren gewoon langs de straat!) langs de route van de postbode”, legt hij uit. “We zullen nu onderzoeken hoe de zak in dat bushokje is terechtgekomen.”
Lens benadrukt wel dat de bezorgde ambtenaar de zak niet had mogen meenemen. “De postbode was tijdens zijn ronde zo verbaasd dat hij zijn overlast niet terug kon vinden, dat meteen klacht tegen onbekenden is ingediend bij de politie. Poststukken meenemen is immers een strafbaar delict. Deze man had beter De Post of de politie gewaarschuwd in plaats van de zak mee te nemen.”
“De zak zal donderdag (vandaag, nvdr) zo snel mogelijk opgehaald worden zodat onze postbode de briefwisseling met één dag vertraging alsnog ter plaatse kan krijgen.”
Oké, dit was enkel vertraging. Maar er kunnen ook andere dingen gebeuren.
“Als men even googelt, ziet men dat er al heel wat verdwenen zijn. Dat zijn dan enkel de postzakken waarvan men weet dat ze gestolen zijn. In elke postzak zitten meerdere facturen. Elke aanmaning wegens niet betalen kost het de klant 5 à 10 euro. Om nog maar te zwijgen over het ongemak. Wanneer men een postzegel koopt, gaat men toch eigenlijk een contract aan met Bpost om iets te leveren. Toch is Bpost blijkbaar niet verantwoordelijk wanneer zo'n overlastzak verdwijnt. Meer nog: de klanten worden zelfs niet verwittigd dat er eentje gestolen is waarin mogelijk voor hen bestemde post zat.”
te gast bij Wim Helsen, Paula Semer met het in memoriam 'Postuum Renée' van Monika Triest.
Misschien hebben we jou toch niet goed gekend, after all, Renée Nu is het te laat je bent er niet meer. Je had het over gender vóór dat woord bestond en je hamerde er op door tot niemand nog luisterde.
Misschien merkte je het niet eens maar je beet door. Je schreef je te pletter vóór iemand van ons schreef meer onderwijs en dat soort dingen vernederende dingen voor vrouwen.
Je droeg die vlag zo hoog in je vaandel misschien te hoog zelfs of te vroeg, wie weet misschien kreeg je te weinig steun, ook van ons misschien kenden we jou niet goed en dronk je je verdriet weg we doen allemaal wel iets met dat verdriet.
Je kon serieus doordrammen maar dat moest wel in die dagen waarin niemand wilde luisteren zeker niet naar vrouwen als jij.
En wij, wij blijven achter met een gedreven ziel minder onder ons. Hoe moet dat nu verder Renée?
Monika Triest bij de uitvaart van Renée van Mechelen
Jarenlang presenteerde ze de vrouwenprogramma's "Vrouwenspiegel" (1954) en "Penelope" (1955-1965), een programma dat ze vanaf 1958 ook produceerde. In het programma kwam in 1964 een geboorte voor het eerst op televisie. De commotie hierrond zou een jaar aanhouden. Andere controverses die "Penelope" veroorzaakte waren haar gesprekken over seksualiteit vanaf 1965.
Peter en Diane hebben twee dochtertjes. Peter mailt af en toe. Hieronder wat hij eens schreef :
Onze jongste heeft geregeld kwade dromen en vannacht hoorde haar weer gillen en snikken : Paa-paa! Met paniekerige uithalen. Ik was op slag klaarwakker en uit bed. Ik stak de gang over in combat style. De kleine was helemaal onder het dekbed weggekropen en lag daar met de daver op het kleine lijfje.
- Het is maar een droom, zei ik met mijn hand op haar rugje. - Het is de Boze Aap! - Hier is geen boze aap, zei ik. - Jawel, piepte ze klaaglijk, achter u.
Haar stemmetje klonk zó bang, haar angst was zó echt, dat ik achter me keek, of daar iets was om bang voor te zijn.
- Nee, hier is geen aap. Ik heb gekeken, geen aap.
Nu vraag ik u, een vent van mijn kaliber achter zich doen kijken naar een Boze Aap … zo écht bang was onze jongste. Wat of wie bezorgt haar die angstdromen?
Ik had in mijn lijf koleire genoeg om tien boze apen aan te kunnen, maar er was er geen. Geen ene. Toen kwam Diane en zij heeft de kleine in haar armen gewiegd enweer rustig gekregen.
-----
Die taakverdeling gaat terug tot de oertijd, denk ik. De Mama richt zich op de angst van het kind en de Papa richt zich op het gevaar. Hij verslaat dat gevaar. Desnoods met de blote hand.
Maar hier was geen gevaar, er was enkel de angst. Terwijl de Mama de angst weg wiegde zat de Papa naar zijn werkeloze handen te kijken. Het is niet makkelijk vader te zijn in moderne tijden. Want de reële gevaren moeten nog komen, en die komen dan niet van National Geographic.
te gast bij Wim Helsen, Linde Merckpoel met een fragment uit 'My uncle Oswald' van Roald Dahl.
I began to realize how important it was to be an enthusiast in life. He taught me that if you are interested in something, no matter what it is, go at it full speed ahead. Embrace it with both arms, hug it, love it, an above all, become passionate about it. Lukewarm is no good Hot is no good, either. White hot and passionate is the only thing to be.
In de feuilletons met vrouwelijke inspecteurs en rechercheurs zetten de dames al eens de achtervolging in op hoge hakken. Hoe doen ze het! Ik kon op hoge hakken nog geen stilstaande bus inhalen.
Dan heb ik telkens de neiging om naar het TV-scherm te roepen: Niet doen! Ge gaat uw voet omslaan! En dan ligt ge daar …
Bij een sportmerk moet iemand ook zo gedacht hebben want dit is het resultaat, de oplossing van Nike, de renhakken :
In het voorjaar van '88 was ik op weekend bij Laura en D. Hun oudste zoontje was toen twee, de drie volgende kinderen waren vage plannen voor de toekomst.
D zocht iets in de frigo, we hoorden hem rommelen. - Laura … ? - Ja ? - Hebt gij zure haring gekocht ? klonk het verbaasd. - Ja, neem maar hoor, er is genoeg. 'k Heb twee emmertjes meegebracht. - Dat zie ik ja …, zei hij voorzichtig.
D kwam de woonkamer binnen en kwam erbij zitten. Hij bleef naar Laura kijken alsof hij haar voor het eerst zag, opgetogen als een verliefd kalf van zestien, een en al aanbidding. Nu is Laura bij momenten wel een schoonheid, maar ik vond juist dat ze er wat grauw en getrokken uit zag. Moe. 't Was in de zaak de meest drukke periode van het jaar, vandaar.
- Zoudt gij niet koken? vroeg ze verstrooid. - Ja, jaja, zei D. Terwijl hij naar de keuken ging liep hij bijna een stoel omver.
Na het eten werd Pieter in zijn bedje gelegd, met alle ceremonieel dat erbij hoorde. Daarna was het grote-mensen-tijd. De grote mensen keken een eindje TV en gingen toen ook slapen.
Toen ik uit de badkamer kwam hoorde ik kreetjes. Het kwam niet uit de kamer van Pieter. Daar was alles rust en vree.
Later zat Laura aan het voeteinde van mijn bed en schudde me wakker bij mijn enkels. Dat deed ze als kind ook. Eerst wachtte ze tot iedereen sliep en dan kwam ze aan mijn enkels schudden om me iets mee te delen dat onmogelijk kon wachten, iets van intergalactisch belang.
- Ik ben in verwachting, zei ze. - En dat weet ge nú al, laat mij slapen. - Nee, echt, ik ben in verwachting. Al drie maanden of langer. - Kondt ge dat daarstraks niet vertellen? - Toen wist ik het nog niet. - En nu wel? - Ja. - Ah, oké. - Door de haring.
'k Werd iets meer wakker, vanwege die haring.
- De eerste keer kocht ik ook zoveel zure dingen. Ik at augurken uit het vuistje. Heelder potten.
Dan zal ik wel op zee geweest zijn, dat van die potten augurken heb ik nooit geweten of gezien.
- Zoudt ge niet eerst een test doen. - Heb ik gedaan, daarstraks al, en D is zot van contentement. - Ah, dát waren die kreetjes … - Wat? - Niks.
Het zoete nieuws was aangekondigd door twee emmertjes haring op zuur. Fijn dat D kan frigo-lezen hé.
Nu iedereen op grootouderleeftijd is heeft D een enorm verlangen naar babies. Hij wil kleinkinderen. Ik dacht dat zoiets voorbehouden was voor aankomende grootmoeders, die soort tweede nestdrang, maar D doet daar opgewekt aan mee.
- Hebben de meisjes al plannen in die richting, vroeg ik. - Nog niet …, maar ik hou toch al de koelkast in 't oog.
Ze waren slechts zijdelingse schade, 14-18 ~ van FIV
"Op 4 september 1914 trokken de Duitse troepen een spoor van vernieling door Dendermonde, een paar dagen later trokken ze verder. Op 1 oktober kwamen ze terug. Soldaten van het Belgisch leger hebben geprobeerd ze tegen te houden, er werden over en weer schoten gelost, het Belgisch leger trok zich terug.
De Duitsers stapten de verwoeste stad weer binnen, namen onderweg enige burgers als levend schild mee, en om hun woede te koelen en een voorbeeld te stellen werden die burgers ervan beschuldigd op de Duitsers geschoten te hebben.
Ze werden met hun rug binnen tegen de muur van de kerk Sint-Gillis gezet en nog terwijl de aanklacht en het vonnis voorgelezen werden, werden en alle personen die het ongeluk hadden op de straat of in de omgeving te zijn, bijeengedreven om getuige te zijn van de executie. Waaronder mijn nonkels Victor en Rémi. Nonkel Victor was 18 jaar, nonkel Rémi zal iets van 9 jaar geweest zijn.
Na de executie werden de mannelijke getuigen gevangen genomen en weggevoerd.
Heeft nonkel Rémi geprobeerd bij zijn grote broer te blijven, of juist weg te lopen? Heeft hij in zijn kinderlijke woede de Duitsers uitgemaakt voor al wat lelijk is? Klopten de Duitsers op een kleine jongen omdat ze het graag deden? -een strategie van Bismarck was om de burgerbevolking zoveel mogelijk schrik aan te jagen door onmenselijke daden te stellen- mensen hebben een bloederig gebroken kind, dat nog ademde, op een deur gelegd en hem zo naar huis gedragen. Hij heeft het overleefd. Zijn gebroken beenderen zijn schots en scheef weer aaneengegroeid, nonkel Rémi is altijd kreupel gebleven.
De martelgang van Nonkel Victor (Toor)
Hij werd samen met de andere 'getuigen', zonder eten of drinken en te voet naar een onbekende bestemming gedreven. Onderweg werden zij geslagen en geschopt. Ze kwamen toe in Scheldewindeke, waar ze hun graf moesten graven en dan, zonder enige uitleg werden ze na 4 dagen vrijgelaten.
Nonkel Toor is daar nooit van bekomen, hij was getraumatiseerd tot het uiterste. Hij kromp ineen bij elk geluid, was bleek en hij beefde zonder ophouden. Overdag zat hij in een hoekje bij de stoof ’s nachts sliep hij in de schuilkelder. Een jaar later, is hij overleden. 18 december 1915. Hij was 19 jaar.
Zijn naam staat niet op het monument van het Heldenplein. Hij was collateral damage ofte nevenschade.
Later, in de jaren zestig of zeventig, toen de jeugd volop aan het emanciperen was, hoorde ik soms ouders, mensen die WO II meegemaakt hadden, zich opwinden over de jeugd-van-tegenwoordig 'Ze zouden begot eens terug ne goeien oorlog moeten meemaken'. Dat waren de Verontruste Ouders van toen." FIV
“eens terug een echte oorlog moeten meemaken!”
Mijn pa riep zo'n dingen, hij was zo iemand. Wanneer hij een gedachtewisseling met een van de drie dochters niet meer aankon brulde hij : ge zoudt eens allemaal terug een oorlog moeten meemaken!
Dat verbaal geweld moest dan doorgaan voor opvoeding en begeleiding naar volwassenheid. Vermits hij ons niet onder de knoet kon houden moest een buitenlandse mogendheid dat maar komen doen. Ik durf niet bedenken wat hij daarbij voor ogen had.
De automobilisten in het filmpje denken dat de verkeersagent voor het lapje gehouden wordt. Door een rij brave schoolkinderen dan nog wel. Daar worden ze blij van, dat een agent zich in de luren laat leggen, dat een agent niks door heeft …
Deze organisatie uit Canada heeft filmpjes die misschien grappiger zijn, maar dit is volgens mij een speciaaltje. Omdat het dubbel is, is het niet alleen grappig, het is geestig. De automobilisten moeten gaandeweg ontdekken dat zij zélf de dupe zijn , niet de agent en dat lukt soms niet zo goed, of helemaal niet.
'k Was op zoek naar het verschil tussen huis en kamer, maar ik heb geen bevestiging gevonden van wat ik dacht. Het gaat over een streektaal en ik kan me niet herinneren welke.
Met huis bedoelde men de ruimte die verbinding heeft met de buitenwereld. Alle andere delen van de woonst heten kamer.
Die betekenissen zijn in de loop der tijd en tijden verschoven en dan wordt met 'in huis' specifiek 'in de woonkamer' bedoeld, bvb men zet de fiets in de gang en de boekentas zet men in huis.
Evengoed werd met 'in huis' de ganse woonst, het ganse gebouw bedoeld : bvb in huis draagt men pantoffels. De ganse woonst, dat kon verwarrend zijn als iets 'in huis' ligt. Ligt hetgeen men zoekt in de woonkamer of ergens in het huis, ergens in het gebouw ? bvb mijn pantoffels liggen ergens in huis.
Een kamer was een ruimte zonder rechtstreekse verbinding met buiten, een ruimte die men kan afsluiten. Om buiten te raken moet men eerst door andere ruimtes. Dat snap ik. Maar over die betekenis huis = woonkamer, daar ben ik nog altijd niet aan uit.
Wat ik wél gevonden heb over huis is een lijstje gezegdes, waaronder twee die ik nog niet kende. Die twee * vind ik vandaag de mooiste.
----- Wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien: wie een hoge positie heeft, moet voorzichtig zijn.
In het huis van een gehangene spreekt men niet over de strop: je moet vermijden over onaangename onderwerpen te spreken.
Een zuinige huisvrouw bouwt huizen als kastelen * : met een zuinige huisvrouw houdt het gezin zoveel geld over dat er een kasteel mee gebouwd kan worden.
Je moet het huisje wel bij het schuurtje laten * : je moet niets buitensporigs doen, oftewel de dingen in de juiste proportie houden, dit dan vooral op financieel gebied (min of meer hetzelfde als "de tering naar de nering zetten"). -----