p align="center"><a href="http://blog.seniorennet.be/hetbloggershoekje" target=_blank"><img alt="Welkom bij " src="http://i39.tinypic.com/yfhfq.jpg" bloggershoekje="het="border="0" /></a></p>
Uitgever van deze bundel
http://www.desk-nijverdal.nl
bestellen van deze bundel bij:blauwhartje@gmail.com
HARTKRONKELS GEDICHTEN
19-01-2009
Dromen en ziekte
Dromen en ziekte
Je gemaakte dromen, waaien nu....... als knisperende droge bladeren, mee gevoerd door de wind, naar alle uithoeken en gaten, voor al die ze nog van waarde vindt.
Dromen van voor die tijd, nog dromen van een Eeuwigheid
Nu wil je iedere dag kiezen, wil geen seconde meer verliezen. Je bevrijd van moeten, nu willen, mogen en doen.
Nieuwe mensen en wegen Hoop en acceptatie, doet je weer leven.
De dag gelijkt vandaag op een oude kreunende dame de zon die zich schuifelend achter de wolken schaart, bedekkende grauwe wolken; als zijn vals pluizend haar, om het eindje van zijn levensdraad er mee te rekken.
De Zon keerde af zijn treurend en zielig aangezicht, wie naar zijn zieligheid en gevoelens kijkt, die zwicht. Maar wend U af van zijn zielig en treurend aangezicht, als hij eenmaal zeurend, bij U je gevoelens binnensluipt, dan komt hij er als een miezerig buitje weer uit.
Ze liep zo leek het als op een avondwacht, wilde zich aan iedere man die wilde zich verbijten! Als ze maar een klant had voor vannacht! Maar leek nu gekomen om haar zolen te verslijten.
Draagt uit kroegen; half dronken mannen. Zingt voor hen, wanneer men borrels in haar giet! Lacht met hen, heeft haar moraal verbannen. Danst voor hen, als ze haar restje trots verliest.
Ze werd als een hond geschopt en geslagen, streelde dan de vuisten die haar pijnlijk wisten te raken. Liet zich tegen haar borsten stompen en trappen, vaak gevolgt door een pooier zijn serie rake klappen!
Haar eens zo mooie gelaat, bezaaid met bonte vlekken! Zichtloos staan haar eens zo mooie ogen, als uitgepeld. Onbeweeglijk als een mimespeelster, haar gelaatstrekken. Haar eens zo mooie neus, leek nu wel met spelden vastgezet.
Het is een ijselijk koude zaterdagochtend in Januari. Probeer ondanks ieder zijn ontwaken; nog wat te slapen. Hoor mijn buur druk scharrelend in mijn rommelladen, op zoek naar mijn aftandse verroeste Noorse schaatsen.
Maar kreeg bij het ontwaken, een gevoel van onbehagen. De lucht is vroeg vol met onvolkomen drang, een drang waarin ieder zijn metertjes wil gaan schaatsen.
Ineens dat koude vlees van die handen van die ander, tegen mijn nog warme wangen. Zegt weer wat hij niet denkt, dat alles voor die verroeste oude schaatsen.
De trein die mij naar het ontwaken voert, heeft door de koude een aanzienlijke vertraging. Mijn warm bed belichaamd mijn nog te begaan koud parcours.