p align="center"><a href="http://blog.seniorennet.be/hetbloggershoekje" target=_blank"><img alt="Welkom bij " src="http://i39.tinypic.com/yfhfq.jpg" bloggershoekje="het="border="0" /></a></p>
Uitgever van deze bundel
http://www.desk-nijverdal.nl
bestellen van deze bundel bij:blauwhartje@gmail.com
HARTKRONKELS GEDICHTEN
30-03-2009
Leugenkleed
Leugenkleed
Het doek wat mij tijdelijk, verblindend voor ogen hing, leidde in mijn nieuwe leefsituatie weer tot ontgoocheling. Heb het nu weer weggescheurd, wil het zien; zo snode! Ik wil nu zien hoe verwoestend jullie werkelijk zijn, al ben ik hierdoor voor even mijn houvast weer kwijt. Mijn hart voelt weer koud, gelijk het lijk van een dode
Helaas de aangeboden droom een oase van rust, was een schim die mij maar voor even verscheen. Een beeld-een droom-die snel weer verdween. De wanhoop gleedt met smart weer in mijn hart, en wikkelde mijn hart weer in het rouwig zwart. Het kwaad trok hier het kleed der leugen weer aan.
Waar je op de aarde ook vol trots naar kijkt, het blijkt soms louter en alleen de ijdelheid. Wat men nu trots in dit leven heeft gebouwd, dat kan men morgen ook weer gaan slopen. Waar nu nog even de koeien en paarden lopen, zal sraks de hoge snelheidstrein gaan lopen.
Wat nu nog heel liefelijk bloeit in het veld, wordt ook gewoon door de ijdelheid geveld! Maar toch, voor ons allen geldt; wat nu nog vol trots pocht en snoeft, daar is morgen de ziekte en dood aan zet, en speelt dan heel verwoestend zijn troef. Want alles en een ieder, wordt onverbiddelijk; ooit door de tijd overtroefd.
Nu lacht het geluk ons misschien nog toe, maar staks worden we daar weer in belaagd. De roem van onze Grootsedaden, ziet men dan ook weer tot droom vergaan!
Zou de mens in zijn ijdelheid, dit spel der vergetelheid kunnen ontlopen, ach, dan is al weer wat anders, waar we in onze ijdelheid dan voor kozen!
Ik ben als louter nietig en aards mens bang, dat alleen de schimmen, stof en wind, het enige is; wat men in het veld dan nog vindt. En dan nog wil men kennelijk de eindigheid, en kostbaarheden der Natuur niet aanschouwen.
Luisterend naar een oude man, waar ik niets van weet of ken, maar in een park ben tegen gekomen, daar kan ik nu nog uren van dromen, het was even of ik mijn kind weer was.
Vergeleken met Willem Kloos zijn mooie Poezie, lijkt mijn dicht soms op een verzopen regenjas, wat nadruipt als een zo juist gebruikt vergiet.
In die gedachten overheerst dan de wanhoop, aan elke zin waaraaan ik dan weer begin. In de angst waarmee ik dan toch nog schrijf, jaag ik me dan steeds de stuipen op het lijf.
Men schrijft dan steeds uit vastgestelde wetten, wat mij dan vaak in schrijfangst doet omzetten, vecht als een zinkend schip tegen zijn ondergang, als mooie woorden geschreven binnen witte rand. Nu als geschreven woorden, binnen wit los zand.