p align="center"><a href="http://blog.seniorennet.be/hetbloggershoekje" target=_blank"><img alt="Welkom bij " src="http://i39.tinypic.com/yfhfq.jpg" bloggershoekje="het="border="0" /></a></p>
'O kerkje waar naar er velen vluchten. Uw torentje 'o zo sterk gebouwd. Daar waar er zo velen zuchten, daar waar hun ziel zo op vertrouwd.
' 'O je kruis en hart zo puur, gericht naar onze wens, maar onzer wens is vaak zo duur. Als God in U wordt een mens, dan is de prijs van de levensles vaak ook erg duur en zuur.
Daar verzoekt men dan ; Ó heer vergeef mij- laat het licht weer voor me schijnen, en de donkere en duistere wolken, weer achter de Zon verdwijnen.
Maar wil je weer onbescheiden, alleen naar de zoeten vruchten- van het leven grijpen; bedenk dan eerst heel bescheiden; neem eerst een deel er van.
De vermoeidheid had vanmorgen mijn gedachten, in een heerlijke zoete sluimering gesust en gekust. Zelfs de wind deed geen rietpluim meer wiegen, maar liet alles eerbiedig zwijgen voor mijn rust.
Meestal ben ik heel gelaten, kalm en rustig, maar nu voelde ik me zo intens droef en moe. Tranen maakte, snel slootjes onder mijn ogen, en voelde mijn ziel tot in het diepst bewogen. Wist zelf niet meer van alles; het hoe en waarom.
Dacht aan mijn woning met zijn melaatse muren, moe van mijn rusteloze geest en tanden schuren. Nee, ik wilde tegelijk een vrolijk liedje zingen, een liedje van blijdschap, zoals ik ben van binnen.
Hij kijkt verschrikt in zijn spiegel en ziet alleen zijn angst! Hij kijkt naar een man, eens heel zelfbewust nu geprangd. Die verschrikte vogel, die nu opvloog vanuit zijn handpalm, was immers alleen maar het lijnenspel van zijn eigen hand.
Was een eenvoudig man met te weinig verbeelding, om nog verder te kunnen kijken dan die verbeelding! Hij zoog zich bijna altijd verkrampt vast aan die ander. Maar zij leek op de zee, maar betekende niets. Zij was alleen een schaduw in het licht van een ander. Hij leeft nu voort als een klok zonder tijdsbesef. Is soms traag, dan weer gejaagd, lijkend dan als een supersonische sluipweg!
Ze hadden beiden eerst hun eiland vastgeklonken, aan de meerpalen van een saaie nietszeggende baai. Alleen de vragen en dagboeknotities trekken nu hun spoor. Hij had misschien een god moeten kiezen dan zijn vrouw, zo dat ze nu als een sneeuwvlokje, zijn leven beschrijven zou.
Haar naam.
Scherp en venijnig klonk dan haar naam, sneed als een mes door het wolle tapijt. Leeg en verlaten was nu haar bitter bestaan, nu hij haar voor een ander had laten staan. Nu had zij zichzelf ook een beetje uitgedaan.
Haar lege ogen gericht op de dag van morgen, met steeds weer die zich opstapelende zorgen. De mens mag gerust verdriet hebben(Toon), maar het verdriet mag de mens niet hebben. Maar toch is het zo met haar leven vergaan.
Als ik troostend haar koude handen vasthield, voelde ik haar botten door mijn huid heen steken. Ik zocht dan naar warme woorden die warm spreken, als ik troostend bij haar aan haar bed was gezeten. Maar al mijn troostende woorden vielen in gebreken, toen ik hoorde dat haar enkel de dood over is gebleven.