p align="center"><a href="http://blog.seniorennet.be/hetbloggershoekje" target=_blank"><img alt="Welkom bij " src="http://i39.tinypic.com/yfhfq.jpg" bloggershoekje="het="border="0" /></a></p>
Uitgever van deze bundel
http://www.desk-nijverdal.nl
bestellen van deze bundel bij:blauwhartje@gmail.com
HARTKRONKELS GEDICHTEN
02-04-2009
Haar Naam
Haar naam.
Scherp en venijnig klonk dan haar naam, sneed als een mes door het wolle tapijt. Leeg en verlaten was nu haar bitter bestaan, nu hij haar voor een ander had laten staan. Nu had zij zichzelf ook een beetje uitgedaan.
Haar lege ogen gericht op de dag van morgen, met steeds weer die zich opstapelende zorgen. De mens mag gerust verdriet hebben(Toon), maar het verdriet mag de mens niet hebben. Maar toch is het zo met haar leven vergaan.
Als ik troostend haar koude handen vasthield, voelde ik haar botten door mijn huid heen steken. Ik zocht dan naar warme woorden die warm spreken, als ik troostend bij haar aan haar bed was gezeten. Maar al mijn troostende woorden vielen in gebreken, toen ik hoorde dat haar enkel de dood over is gebleven.
Probeer nu na 57 jaar van mijn leven, te accepteren dat dorre bladeren vallen, maar we worden dan nog niet gekapt. Zo luidde mijn droom in deze nacht.
Ik zag mijn dichten lezers voor me staan, zij ondersteunde met z'n allen mijn stam. Ach, mijn God wat een troostende pracht, vertoonde zich aan mij deze heerlijke nacht.
Gesteund, zonk voor mij het daglicht neer, en verrees voor mij de nieuwe dag al weer. Geen ouderdom of ziekte, doet me nog beven, elk mens draagt immers, de kiem der leven mee.
Het doek wat mij tijdelijk, verblindend voor ogen hing, leidde in mijn nieuwe leefsituatie weer tot ontgoocheling. Heb het nu weer weggescheurd, wil het zien; zo snode! Ik wil nu zien hoe verwoestend jullie werkelijk zijn, al ben ik hierdoor voor even mijn houvast weer kwijt. Mijn hart voelt weer koud, gelijk het lijk van een dode
Helaas de aangeboden droom een oase van rust, was een schim die mij maar voor even verscheen. Een beeld-een droom-die snel weer verdween. De wanhoop gleedt met smart weer in mijn hart, en wikkelde mijn hart weer in het rouwig zwart. Het kwaad trok hier het kleed der leugen weer aan.
Waar je op de aarde ook vol trots naar kijkt, het blijkt soms louter en alleen de ijdelheid. Wat men nu trots in dit leven heeft gebouwd, dat kan men morgen ook weer gaan slopen. Waar nu nog even de koeien en paarden lopen, zal sraks de hoge snelheidstrein gaan lopen.
Wat nu nog heel liefelijk bloeit in het veld, wordt ook gewoon door de ijdelheid geveld! Maar toch, voor ons allen geldt; wat nu nog vol trots pocht en snoeft, daar is morgen de ziekte en dood aan zet, en speelt dan heel verwoestend zijn troef. Want alles en een ieder, wordt onverbiddelijk; ooit door de tijd overtroefd.
Nu lacht het geluk ons misschien nog toe, maar staks worden we daar weer in belaagd. De roem van onze Grootsedaden, ziet men dan ook weer tot droom vergaan!
Zou de mens in zijn ijdelheid, dit spel der vergetelheid kunnen ontlopen, ach, dan is al weer wat anders, waar we in onze ijdelheid dan voor kozen!
Ik ben als louter nietig en aards mens bang, dat alleen de schimmen, stof en wind, het enige is; wat men in het veld dan nog vindt. En dan nog wil men kennelijk de eindigheid, en kostbaarheden der Natuur niet aanschouwen.
Luisterend naar een oude man, waar ik niets van weet of ken, maar in een park ben tegen gekomen, daar kan ik nu nog uren van dromen, het was even of ik mijn kind weer was.
Vergeleken met Willem Kloos zijn mooie Poezie, lijkt mijn dicht soms op een verzopen regenjas, wat nadruipt als een zo juist gebruikt vergiet.
In die gedachten overheerst dan de wanhoop, aan elke zin waaraaan ik dan weer begin. In de angst waarmee ik dan toch nog schrijf, jaag ik me dan steeds de stuipen op het lijf.
Men schrijft dan steeds uit vastgestelde wetten, wat mij dan vaak in schrijfangst doet omzetten, vecht als een zinkend schip tegen zijn ondergang, als mooie woorden geschreven binnen witte rand. Nu als geschreven woorden, binnen wit los zand.