3 mei 1802 (200 jaar terug in de tijd). In de hoeve "De Rode Duiventil", diep in Zuid-West-Vlaanderen weerklinkt het gehuil van een pasgeboren baby. De eerste zoon in het huis krijgt de naam Stefanus, Modestus Glorieux.
Hij groeide op in het dorp Sint-Denijs onder de goede en vrome zorgen van moeder en vader.
Net als alle andere kinderen ging de boerenknaap naar school. "Stefan is een flink leerling, hij moet verder studeren!" zei de leraar.
En zo komt Stefan terecht in de middelbare school van Roeselare. Niet vanzelfsprekend, want de school is duur en boerenjongens horen thuis op de boerderij te werken...
Maar Stefan werkt hard en goed en studeert verder in Sint-Niklaas. Daar leert hij priesters kennen en wordt hij geboeid door hun levenswerk. De beslissing ligt vast!
Tijdens de vakantie op de boerderij vertelt hij aan moeder: "Moeder, ik zou graag priester worden!".
Hij groeide op in het dorp Sint-Denijs onder de goede en vrome zorgen van moeder en vader.
Net als alle andere kinderen ging de boerenknaap naar school. "Stefan is een flink leerling, hij moet verder studeren!" zei de leraar.
En zo komt Stefan terecht in de middelbare school van Roeselare. Niet vanzelfsprekend, want de school is duur en boerenjongens horen thuis op de boerderij te werken...
Maar Stefan werkt hard en goed en studeert verder in Sint-Niklaas. Daar leert hij priesters kennen en wordt hij geboeid door hun levenswerk. De beslissing ligt vast!
Tijdens de vakantie op de boerderij vertelt hij aan moeder: "Moeder, ik zou graag priester worden!".