Bij gebrek aan andere inspiratie ga ik maar weer eens de filosofische toer op. Iemand vroeg me eens wat ik dacht van de invloed van de intelligentie op de persoonlijkheid
Oei!!! Een vanzelfsprekende invloed eigenlijk, maar beschrijf dat maar eens! Heb mijn hersenen rot gepijnigd, maar blijkbaar ben ik niet intelligent genoeg om dat verband te omschrijven. Nooit bij stilgestaan trouwens. Toch niet bewust! Misschien ook omdat het me niet echt interesseerde. Tenminste toch niet de invloed op zómaar de persoonlijkheid.
Waar ik wél altijd al bij heb stilgestaan, is de invloed van de intelligentie op het partnerschap. Zeg maar, de liefde! Dààr pieker ik al zowat mijn hele leven over, want dat vind ik heel erg gecompliceerd liggen.
Voor de meeste mensen zijn de wittebroodsweken echt hemels. Kan ook niet anders. Een man, een vrouw, hormonen op hol, een nieuwe wereld opent zich
mooier kan het leven toch niet zijn? En van beide zijden wordt gedacht: Dat blijft eeuwig duren!.
Helaas! Na korte tijd beginnen grote verschillen in denkwijze op te vallen. Leiden tot woordenwisselingen
worden ruzies
de liefde krijgt een knak, de hormonen remmen sterk af, de een wil geen ongelijk bekennen aan de ander, en geen van beiden staat er bij stil dat er drommels veel geduld nodig is om in volmaakte harmonie met het andere geslacht te leven. Denken dat hun huwelijk een miskleun was.
Natuurlijk was het dat! Een man ziet een leuk snoetje, een vrouw ziet een stoere man, het denkvermogen wordt gesmoord door massas rondrazende hormonen en vlindertjes, en voor je het goed en wel beseft gaat het huwelijksbootje varen!
En dan gaat het leven verder. Een klein beetje, of helemaal afgestompt. Vroeger werd daar maar vrede mee genomen en bleef het koppel samen. Voor de kindertjes, voor de centjes of vanwege de te hoge drempel naar een echtscheiding. Maar zelden of nooit voor de liefde! Want ze hadden al lang door dat verliefd blijven op een zo verschillend, en dus moeilijk persoon, geen pretje is.
Tegenwoordig wordt echter gedacht dat er veel meer te koop is in de wereld en gaat men op zoek. Een echtscheiding is dan rap geregeld, en voor men het door heeft zit men opnieuw in datzelfde sukkelstraatje, maar dan met een andere partner.
En toch denk ik dat er een wondermiddel is tegen dat nare fenomeen. Dat wondermiddel heet intelligentie.
Want bij gebrek aan duidelijke richtlijnen over de omgang met het andere geslacht, ben je wel verplicht je eigen intelligentie in te schakelen en zo snel mogelijk zien uit te vissen waar nou precies dat venijnige addertje steekt onder het gras. Want er moét wel een addertje verscholen liggen. Véle addertjes zelfs! Het kan niet zijn dat twee wezens die geschapen zijn om met elkaar te passen, telkens weer in de clinch gaan wegens meningsverschillen, en uiteindelijk scheiden.
De reden is niet ver te zoeken: een passende partner zou je moeten vinden met je intelligentie. Niét met je geslachtsdrift! Maar vertel dàt maar eens aan een twintigjarige. Zou je eigenlijk wel kunnen
NADAT de hormonen tot stilstand zijn gekomen. Eerder niet. En dan nog is het honderd procent afhankelijk van de individuele intelligentie.
Maar nu komen we aan het grootste struikelblok: niet iedereen heeft dezelfde mate van intelligentie. En daardoor komt de een er achter na een paar maand, de ander pas na jaren, maar de meesten niet eens in een heel leven!
Ik denk, maar weet het niet zeker, dat harmonieus samenleven de grootste kans maakt bij twee erg intelligente mensen. En nu bedoel ik helemaal niet mensen met een zo hoog mogelijk diploma. Gewoon mensen met een intelligent doorzicht en gevoel. Met een redelijk hoge IQ zeg maar. Mensen ook met empathie. Mensen die in staat zijn zich in de plaats van de ander te stellen. Die een uitleg zoeken voor de rariteiten van het ander geslacht in plaats van ze te verwensen. Die niet meteen de gordijnen invliegen.
En zelfs bij dié mensen blijft het een proces dat tijd nodig heeft. Véél tijd!
Ware, en blijvende liefde, kan naar mijn bescheiden mening dan ook alleen maar bij erg intelligente mensen. De anderen? Ach ja, die rommelen maar wat aan. Zullen helaas ook nooit het genoegen smaken dat je met een verstandige en passende partner hebt.
In het beste geval denken die mensen dan maar dat ze toch hun pleziertjes hebben en aan hun trekken komen. In het ergste geval gaan ze dan maar op zoek naar een nieuwe partner, waarbij ze dan nét diezelfde ervaringen ondervinden.
En
ouder en (hopelijk) wijzer geworden, gaan ze zich afvragen of het allemaal wel de moeite waard was geweest. Of ze hun tijd niet hebben verspild door op zoek te gaan naar iets dat er alleen maar kan zijn als je er zelf zwaar in investeert.
Besluitend stel ik me dan de vraag: Is de mens mono- of polygaam?.
Het antwoord heb ik ondertussen ook al gevonden, en het verschilt van mens tot mens.
Als twee mensen voldoende intelligent zijn kunnen ze van een strikt monogaam huwelijk een sprookje maken.
Zijn ze dat beiden, of één van beiden niét in voldoende mate en willen ze toch harmonieus samenleven met het andere geslacht, dan zit er maar één ding op: polygamie. Van de een naar de ander, en telkens slechts blijven tot de vlinders sterven in je buik. Daarna op zoek gaan naar een nieuwe partner en nieuwe vlinders.
Nou ja
het is ook een manier van leven, maar persoonlijk zou ik, als ik de keuze had, daarvoor bedanken.
En de moraal? Datgene wat ik altijd weer ondervond: niéts is voor niks in de wereld. Alles moet betaald worden. Kun je dat niet opbrengen, dan krijg je ook het zo begeerde geluk niet. Liefde is en blijft nu eenmaal een WERKwoord!
Willy.
|