Het grootste gedeelte van mijn leven speelde zich af in een mondaine badplaats. Een badplaats waar vooral rijken zich vestigden. Kijken op de rijken was dus dagelijkse kost voor mij. Daar trok ik de nodige conclusies uit en gelukkig kreeg ik nogal gauw door hoe het in veel gevallen werkt.
De meeste mensen stikken van jalousie als ze zien wat de rijken zich allemaal kunnen permitteren. Maar ik heb de relativiteit van dit alles kunnen meemaken, en dat heeft me geleerd dat jalousie, en frustraties om de eigen positie, helemaal niet hoeven.
Ik zag rijken komen
en als armen weer gaan! Ik zag armen komen, die rijk werden en bleven! Ik zag vakantiemensen de schone schijn ophouden om ook eens te kunnen doen als de rijken, maar dan wél met geleend geld!
Ik zag rijken verschijnen
En na enkele jaren gewoon verdwijnen!
En als je héél veel geluk hebt en het toeval helpt een handje mee, dan vind je diezelfde mensen ooit terug in een goor zolderkamertje ergens in de achterbuurten van een of andere grootstad. MEEGEMAAKT!!!
Maar dit alles maakt dat, wie zich bij het leven geen diepere vragen stelt, en net als ik opgroeit op zon locatie, al gauw de indruk krijgt sterk minderbedeeld te zijn. Want zelfs die vakantiegangers zie je, als inwoner, een of twee weken lang en dan zijn het weer anderen. Zo wordt, vooral voor de opgroeiende autochtone jeugd, de indruk gewekt dat de hele wereld rijk is en zij arm! En zelfs écht rijk zijn blijkt niet altijd een blijvende status en is soms al even wisselend als de vakantiegangers!
Ik heb uit dit alles mijn lessen getrokken en geleerd dat niets is wat het lijkt. En dat je er best aan doet jezelf nooit te spiegelen aan iemand die het schijnbaar beter heeft. Want dat geeft zoveel als altijd een totaal vals beeld.
Sommige mensen hebben het wel in zich om rijk te worden. Alles wat ze aanraken lijkt wel goud te worden.
Sommige mensen hebben het ook in zich om rijk te blijven. Maar rijk blijven is blijkbaar nog moeilijker dan rijk worden. Rijk worden doe je namelijk met noeste arbeid en vakkundig gebruik van je intelligentie.
Rijk blijven is een ander paar mouwen! Niet zozeer voor diegene die zich heeft verrijkt, maar wél voor het nageslacht, dat wegens verwenning helemaal geen notie heeft van wat het kost om rijk te blijven. Lui in de zetel blijven zitten of rondtoeren in dure sportwagens werkt namelijk niet! Al denkt die jeugd van wél!
Een voorbeeldje ter illustratie:
Een dame van rond de tachtig jaar woonde op een appartementje in mijn badstad. Dat appartement, én een al verouderde Mercedes, waren nog haar enig bezit. Ooit was ze eigenares van een gerenommeerde porseleinfabriek in Noordfrankrijk. Een fabriek, gesticht door haar grootvader. Die had, als chirurg, plots iets uitgevonden in verband met beenbreuken of zo, en dat had hem schatrijk gemaakt. Er werkten een driehonderdtal werknemers in die fabriek.
Ouder wordend, en kinderloos, legde ze het hele zaakje in handen van een lievelingsneefje, een echte bon vivant! Die kon zijn geluk natuurlijk niet meer op, maakte grote sier, en begon een verhouding met zijn secretaresse, met een echtscheiding van zijn vrouw tot gevolg.
De fabriek bleef goed produceren, maar kon niet voldoende opbrengen om zijn luxehonger te stillen. De aandelen die het suikertantetje nog had in de firma, moesten er ook aan geloven. En hij bleef maar doorgaan. Had zich ondertussen ook al een villa in Het Zoute gekocht, waar hij samenwoonde met zijn secretaresse.
En toen barstte de bom! Alles was opgesoupeerd. De laatste aandelen in de fabriek waren nu in handen van vreemde aandeelhouders, de villa moest verkocht worden, en ook de laatste spaarcentjes van suikertantetje moesten er aan geloven!
En neefje verdween met de stille trom uit het bruisende leven van de badstad.
Op een dag vroeg het tantetje, dat te oud geworden was om auto te rijden, of ik haar even naar haar neef te Brussel wilde rijden met haar wagen, maar eerst moesten we langsrijden bij een elektriciteitszaak om een elektrisch oventje te kopen.
Ik voldeed aan haar verzoek, en in het Brusselse reden we langs steeds slechter wordende wegen en tenslotte een zandweg naar een verlaten, bouwvallig boerderijtje. Een beetje ongelovig stelde ik vast dat meneer grote sier daar nu woonde met zijn secretaresse!
En dat elektrisch oventje bleek gevraagd te zijn door zijn secretaresse, die nu tot huisvrouw was gedegradeerd, en meneer grote sier een pleziertje wilde doen: hij at zo graag des chicons gratinés au four, maar ze had geen oven om het voor hem te bereiden. En tantetje liep er nog maar eens in!
Toen we binnenstapten zat hij trouwens beschaamd naast de
kolenstoof op een gammele stoel! Mocht nog van geluk spreken dat zijn secretaresse hem tenminste trouw was gebleven en toch van aanpakken wist.
Kijken naar de rijken? Ja! Dat doe ik nog steeds. Maar dan met héél erg gemengde gevoelens!
Willy.
|