Zo. Mijn morgenwandeling van heen en terug drie kilometer naar de markt zit er op, mijn voorraad kaantjes is binnen, de Grimbergen staat koud, en ik kan beginnen:
Mijn vrouw maakte onlangs een nieuwe vriendin. Zo eentje dat veel heeft tegengekomen in het leven en dat dan ook met de hele wereld wil delen. Of die wereld daar nu al dan niet in is geïnteresseerd maakt haar blijkbaar niet uit. Want veel tegengekomen maakt je interessant. Toch? En dus is haar voornaamste hobby: telefoontjes plegen en andere mensen deelgenoot maken van haar honderden probleempjes! Gezellig hoor!
Twee tot drie keer per dag belt ze ons dan ook op voor een klaagzangetje, doorspekt met de laatste nieuwe roddeltjes. En dat zou ze graag een paar uur willen volhouden. Maar gelukkig is mijn vrouw ondertussen al experte geworden in het vinden van uitvluchten om het gesprek af te breken.
Aanvankelijk vroeg ze mij om de telefoon op te nemen en te zeggen dat ze niet thuis is, maar dat vertik ik. Ten eerste lieg ik niet graag en kan dat dus ook niet op een geloofwaardige manier. Ten tweede heb ik sowieso een hekel aan telefoons. En ten derde: ik heb al lang geleerd me niet te moeien in vrouwenzaken. Alleen maar geamuseerd luisteren. En vooral geen commentaar geven!
Maar los daarvan, dit alles stemt me toch weer tot nadenken. Veel tegengekomen in het leven. Wie niét? Daar léven we tenslotte voor. En het hangt er maar vanaf hoe je dat tegenkomen bekijkt, hoe je ermee omgaat, en welke keuzes je hebt gemaakt in je leven! Wat een saai leven zouden we hebben als we niéts tegenkwamen! En wat een gelukkig leven zouden we niet hebben als we van jongsaf wat meer ons verstand gebruikten bij de keuzes die we maken.
Het uiterlijk van dat mens ken ik niet want ik heb haar nog nooit ontmoet. Heb daar ook geen behoefte aan. Oordelen over haar persoonlijk kan ik dan ook niet. Maar wél kon ik in mijn leven ervaren dat mensen die op latere leeftijd zo graag verkondigen veel te hebben tegengekomen, zowat altijd weer mensen zijn die de narigheden zelf hebben opgezocht en verkeerde keuzes hebben gemaakt. Vooral bij vrouwen steekt dat fenomeen hoog de kop op. En dat gaat dan zo in zijn werk:
Terwijl ze jong, mooi en sexy zijn, vinden ze zichzelf super en denken dat de wereld aan hun voeten ligt. Denken dat dit altijd zo zal blijven. Ze krijgen dan ook veel aandacht van het mannelijk geslacht, maar voor de meest eerlijke leden daarvan denken ze zich te goed. Wie effectief zal geven wat hij belooft maakt geen kans, want zó heel erg veel belooft die niet. Enkel als je een massa dingen belooft die je toch niet kunt geven kun je als man hun aandacht krijgen.
Mannen die eigenlijk ideaal zouden zijn om hen een heel leven te beschermen en te beminnen, laten ze links liggen. Vallen liever op lege macho-dozen die veel beloven maar weinig of niets geven. Trappen van de ene negatieve ervaring in de andere maar leren er niet van. Blijven koppig zoeken naar die ridder op zijn wit paard. En dat wéten de machos maar al te goed. En dus vermommen ze zich maar (héél tijdelijk) in die ridder. Met alle gevolgen vandien natuurlijk, want lang houden ze die rol niet vol!
Het sexy meisje wordt ouder en ook minder sexy, en ze stelt vast dat van de mannelijke belangstelling steeds minder overblijft. Ondertussen heeft ze al een aantal gebroken huwelijken en relaties meegemaakt. Met als enig gevolg dat ze zich steeds meer met steeds minder moet tevreden stellen. Het niveau van de mannen dat in haar geïnteresseerd is gaat ook steeds verder bergaf. En ze eindigt uiteindelijk in de armen van een gediplomeerde zwatelaar. En haar klaagzang kan beginnen.
Maar terug dus naar dat zwaarbeproefde mens. Zoals ik al zei, hoewel ik meestal met iets anders bezig ben, luister ik toch soms met een half, maar héél erg toegespitst oor naar die gesprekken. En ze leren me vooral waarom vrouwen onder elkaar toch altijd weer in conflict moeten komen! En nu wacht ik enkel maar af hoelang het zal duren voor dat conflict er in dit geval weer zal zijn. Vandaar dat ik me niet bemoei. Want anders zou het wel mijn schuld zijn mocht het afgeraken.
Maar ik vang dan toch telkens weer op: dié heeft dát gezegd over deze of over jou
en Zeg nooit iets aan dié, want ze kan haar mond niet houden. Slik! Alsof er vrouwen bestaan die dat wél kunnen. Maar dat beseffen ze gewoon niet. Ze vertellen dingen door onder strikte geheimhouding en met de heilige waarschuwing: Niet verder vertellen hoor!. Je reinste waanzin natuurlijk, want als je niet wilt dat iets wordt doorverteld, geef dan het voorbeeld en vertel het zelf niet! En toch zéker niet aan een vrouw!
Maar o wee als die ander het dan toch blijkt te hebben doorverteld. Dan zit het er bovenarms op!
Pfff. Ware het niet dat ik mijn vrouw die afleiding wel gun, nu ze haar grootste hobby, lezen, niet meer kan uitoefenen vanwege slecht zicht, dan zou ik dat mens al lang de laan hebben uitgestuurd met heel haar telefoongedoe.
Wat deden dergelijke mensen dan toen de telefoon er nog niet was? Zwijgen dan maar? Neen hoor! Ik herinner me nog mijn kindertijd, toen ik boodschappen moest doen in een van de vele buurtwinkeltjes. Toen waren de uitbaatsters daarvan de grootste slachtoffers! De ideale klaagmuren! Vastgeprikt achter hun toonbank door weer zon klaagster konden ze niet weglopen. En ik vervloekte het als ik maar moest blijven wachten in de winkel tot zon mens was uitgeklaagd. Van sommigen kwam er geen einde aan de klaagzang. Arme winkeliersters! Arme ik.
Maar tegenwoordig kan dat niet meer. Nu zijn het warenhuizen, en aan de kassa moet het allemaal snel gaan. Hoewel er af en toe nog wel eens eentje een vertwijfelde poging waagt! En dan mikt ze haar klaagzang precies tussen het moment dat alles nog in de boodschappentas moet, en het moment dat ze moet betalen. Heel goed uitgekiend, want dan moét de kassierster wel luisteren (of doen of ze luistert) terwijl ze wacht op haar geld. En reken maar dat het inpakken op zon zalig moment héél erg traag gaat. Je zult er maar zo eentje nét voor je hebben!
Enfin. Het is nu dus enkel maar afwachten wanneer die van mij het helemaal beu zal worden. Lang zal dat toch wel niet duren denk ik, haar kennende.
En ik? Ik zwijg in alle talen. Mijn naam is haas en ik weet nergens van!
Willy.
|