Vrijdag 20 april, 11 uur.
Na enkele bewolkte en regenachtige dagen leek de zon eindelijk de wolken meester te worden en losten ze de ene na de andere op om plaats te maken voor een heerlijke blauwe lucht. Een lucht zoals we al lange tijd niet meer hadden gezien. Tijd voor een fikse wandeling met Chico dus. Eerst enkele rondjes door het park om darmpjes en blaas te laten ledigen, en dan op stap.
Eerste zijstraat: er staat een bruine man van rond de dertig met de handen in de zakken tegen een lantaarnpaal geleund. Blijkbaar ook genietend van de prille voorjaarszon. Ook al helemaal in morgenstimmung. Bekijkt mij en de hond belangstellend, maar heeft verder blijkbaar niets omhanden. Niet eens een GSM tegen het oor geplakt. De betere soort misschien? Alleen maar profiteren van een BELGISCHE uitkering en verder iedereen met rust laten? Gewoon genieten van het leven dat toch zo mooi kan zijn in een land als het onze, en betaald uit onze beurs?
Oké, verder gewandeld maar. Niks van aantrekken. Dat zal de Wetstraat wel in orde brengen voor ons! Daar krijgen ze voor betaald. Oók van ons geld.
Vrijdag 20 april, 11.30 uur.
Onder het wandelen lopen me verschillende mensen voorbij in nochtans heel rustige, normaal bijna lege straten. Het lijkt wel of iedereen van het zonnetje wil profiteren. Goed zo! De zon schijnt voor iedereen.
Maar een mengelmoes van vreemde talen vult geniepig mijn binnenoor en vertelt me dat er iets niet klopt met het straatbeeld! Mijn oor vangt geluiden op die niet passen bij het beeld dat mijn ogen zien! En dat gaat op mijn evenwichtscentrum drukken! Dat maakt me aanvankelijk wat duizelig, maar gaandeweg steeds meer opstandig. Ik loop wél in Oostende hé? En Oostende is wél in Vlaanderen gelegen hé? Of toch niet? Heette die stad alleen vroeger maar zo? Ben ik dan soms in Oostokkovich?
Vrijdag 20 april, 12 uur.
Op de terugweg. Achter me loopt een (blanke) vrouw. Tóch wel met een GSM tegen het oor geplakt. Tja
het zal je eigen volk maar wezen hé? Chico vindt het nodig een plasje te doen en ik wacht. Ondertussen loopt de vrouw me voorbij en hoor ik haar praten in haar luciferdoosje. Val nu om! Wééral een Russische of wat dan ook! Weeral eentje dat ik mee betaal! Weeral uren durende GSM gesprekjes, betaald door het OCMW. 'Telefonische familiehereniging', weet je wel?Gesprekjes met waarschijnlijk iemand ergens in het moederland. Waar ter wereld dat ook maar mag gelegen zijn! Ik loop nog een kwartier achter haar, maar de GSM wijkt niet van haar oor! Geld speelt blijkbaar geen rol.
Is dat niet leuk? In een vreemd land lopen te babbelen met je vroegere buurman ergens in
Siberië? Moskou? Tja
waar het ook maar mag zijn! Kostelijk? Jawél hoor! Maar dat is niet hààr probleem. De OCMW sal dat tok betaal. Met andere woorden:WIJ!
Vrijdag 20 april, 12.30 uur.
Bijna thuis. Ik loop door dezelfde straat als op de heenweg. Op de hoek van dezelfde zijstraat staat nog steeds dezelfde bruine man in dezelfde houding tegen dezelfde paal geleund, met de handen in de zakken, van de zon en van de Belgische staat te genieten! Ik vraag me af wie hem daar geplaatst heeft, en wanneer hij weer wordt binnengehaald. Bij de eerstvolgende regenvlaag misschien? Het leven kan toch mooi zijn hé? Leve de multicultuur! Leve Sint Tikaat en het OCMW!!!
Vrijdag 20 april, 12.45 uur.
Weer thuis. Mijn morgenwandeling zit er op, maar van morgenstimmung is al lang geen sprake meer. Peer Gynt en zijn geestelijke vader Edvard Grieg kunnen wat mij betreft de boom in met hun morgenstimmung. Ik start de pc en koel mijn woede op het toetsenbord. Eten kan ik later wel. Mijn honger is over.
Willy.
|