Eigenlijk is dit een spoedcursus om het ver te schoppen in de politiek. Wat ik beschrijf groeide uit persoonlijke ervaring met dat soort lui. Het gaat vooral over één persoon van wie ik de politieke carrière kon volgen van begin tot eind. Geen slechte persoon. Wél een typisch voorbeeld van hoe je politicus wordt en hoe je reageert als je het hoogste doel dat je jezelf stelde, bereikt.
Piet Politiek was, door een lichte handicap, ongeschikt voor de arbeidsmarkt. Dat had hij al op de schoolbanken ondervonden, en dus besteedde hij al zijn energie aan zijn studies. Wie niet sterk is moet slim zijn dacht hij terecht.
En eindelijk liep hij dan met een diploma middelbaar onderwijs de schoolpoort uit. Klaar om in het leven te stappen. Zijn dorpje stelde niet zoveel voor met een paar duizend inwoners, maar hij vond werkgelegenheid als bode bij een politieke partij. Een partij die het al jarenlang voor het zeggen had gehad in Vlaanderen. Het was de tijd dat lidgeld nog thuis werd opgehaald, en dus waren er bodes nodig.
En hij deed zijn job goed. Bezocht de leden van de partij, meestal eenvoudige boerenmensen die amper konden lezen en schrijven. Hielp hier om een belastingsaangifte in te vullen, daar dan weer om een mindervalide aan een kaart of een uitkering te helpen. Hielp ook heel actief de jeugd. Want het waren de gouden tijden, alvorens allochtonen ons dat alles weer kwamen afnemen! En dus promootte hij ook sterk het voorhuwelijkssparen (merk op: met twee sen. Want met één s was dat destijds uit den boze).
Wie toen aan voorhuwelijkssparen deed bij zijn partij, kreeg, als hij huwde, waanzinnig hoge interesten op het gespaarde bedrag. Hij liet uitschijnen dat zijn partij dat betaalde, maar het kwam natuurlijk onrechtstreeks van de staat. Dat kon toen nog, want alleen het eigen volk telde en de schatkist bulkte van de rijkdom, en destijds werd die rijkdom nog niet over de Sahara uitgestrooid
Ook pakketjes voor dienstplichtigen stonden op het menu. De giften konden niet op. We leefden echt wel in een luilekkerland, al werkten we daar ook hard voor. En de bevolking van het dorpje dacht natuurlijk dat ze dit alles aan Piet Politiek te danken hadden, en hij werd op de handen gedragen. En natuurlijk steeg hij daardoor na verloop van tijd steeds hoger op de ladder van zijn partij. Maar ja, in een klein dorpje kun je het nu eenmaal niet erg ver schoppen in de politiek, maar in de jaren zeventig kwam zijn kans. Zijn dorpje fusioneerde met een grote gemeente in de buurt.
Na ook in de fusiegemeente een ware weldoener te zijn geworden, waagde hij zijn kans, kwam op de verkiezingslijsten te staan en bleek een waar stemmenkanon te zijn. Hij werd dan ook schepen.
En hij veranderde! Werd vitterig, ging onredelijke eisen stellen aan het stadspersoneel onder zijn bevoegdheid, kortom, hij gaf blijk van zeer slecht leiderschap. Dat was ook zijn roeping niet, al dacht hij het aan te kunnen. Hij blééf nog wel enige tijd vriendelijk voor de bevolking, maar de wilde weldoener in zijn persoontje was opgelost als een fata morgana. Hij had zijn doel bereikt, kon het niet echt aan, en nu moest zijn ware aard wel bovenkomen.
Gevolg: hij werd één keer verkozen, en kon het toen schudden. Zó dom was de bevolking in die tijden nu eenmaal nog niet! En bovendien, zijn opklim tot schepen had toch wel een veertigtal jaar geduurd! En na zijn verdwijning van de politieke voorgrond werd hij nog chagrijniger en probeerde zich nog steeds overal in- en op te dringen, met verschillende rampzalige resultaten als gevolg.
Eigenlijk is dit de beschrijving van een klein politicusje dat de pech had in een klein dorpje te zijn geboren en daardoor gedoemd was een laatbloeier te worden. Maar ik vind het een treffend voorbeeld van hoe het er in de politiek aan toegaat.
- Was die man in een grootstad geboren, dan was hij met die mentaliteit zéker op jonge leeftijd minister geworden! En dan? De zoveelste chagrijnige domkop in de Wetstraat?
- Was die man bovendien veertig jaar later geboren, dan was hij de wilde weldoener van de allochtonen geworden, wat zijn doorbraak tot de nationale politiek sterk zou hebben versneld!
- Dubbele pech dus voor hem! Maar een geluk voor onze samenleving. Alhoewel er honderden dergelijke lui in de Wetstraat zetelen! Braaf en dom. Zondermeer.
Dat was dus de beschrijving van een heel bescheiden, vriendelijke man. Bescheidenheid en vriendelijkheid, geboren uit één doel: opklimmen in de partij. Maar zodra hij ondervond dat hij, vooral ook door de ondertussen bereikte leeftijd, niet verder meer kon geraken, kwam zijn ware aard boven! Keek ook héél wrevelig als men hem, net als vroeger, bij de voornaam noemde. Het was nu meneer de schepen!En dat liet hij heel duidelijk merken!
Hetzelfde heb ik ook bij de politie ondervonden! Vriendelijke, bescheiden jongens, blijkbaar sterk gemotiveerd, solliciteerden bij de politie. Zodra ze benoemd waren gingen ze veranderen! Waren niet langer gemotiveerd in het in stand houden van een veilige samenleving! Werden echte bullebakken die onbeschaamd hun macht gingen misbruiken! Het was gelukkig wel een minderheid, maar voldoende om de politie een slechte naam te bezorgen. En voldoende om mij het spelletje te laten doorzien.
Persoonlijkheidsverandering? Helemaal niet! Zo waren ze altijd al. Ik geloof namelijk niet in dergelijke veranderingen! Maar zo lang ze Jan Anoniem waren en weinig in de pap te brokken hadden, hielden ze zich koest en in een ondergeschikte, ja, zelfs kruiperige positie. Geef dergelijke mensen echter enige macht, en dan pas komt de ware persoonlijkheid boven!
In de politiek zijn de gevolgen van de huidige volksmentaliteit nog rampzaliger! Ik kan heel goed begrijpen dat mensen dankbaar zijn voor hun weldoeners. Maar hier en daar een arme sukkelaar kunnen helpen betekent nog helemaal niet dat je geschikt bent om een land te gaan besturen. Wie dus zijn dankbaarheid zo ver drijft om via het kieshokje dergelijke mensen een zetel in het parlement te bezorgen, helpt gewoon mee het land om zeep te brengen!
Willy.
|