Als kind waren er veel zaken die ik niet begreep! Omdat ik nog te dom was natuurlijk! Ik had nog veel te leren: lezen, schrijven, rekenen
Ach wat een dom jongetje was ik toch! Ik wou alles weten, maar mijn hersentjes begrepen het nog niet allemaal. Kon ik maar heel snel deel uitmaken van die volwassenenwereld. Dan eindelijk zou ik alles weten en me geen onnozele vragen meer moeten stellen!
En ik wérd volwassen. Maar bleef mezelf dom vinden. Want anderen praatten over heel andere zaken! Zaken waar ik niet veel van begreep. Voetbal
politiek
grote woorden die ik niet begreep, en verdere uitleg vragen was ik snel verleerd, want dan bekeken ze me als een neanderthaler die plots naar de twintigste eeuw was gekomen. Dacht ik! Maar in werkelijkheid vermomden ze maar hun onvermogen om hun geleerde woorden uit te leggen. Ze begrepen ze immers zélf niet maar het klonk geleerd.
Toogpraat? Ach god, ik kon er niet aan deelnemen, want al die geleerde woorden begreep ik niet. Ik leek wel nooit volwassen te worden!
En als ik nu terugkijk op die tijd, moet ik tot mijn schande bekennen: ik was mis! Hoe in s hemelsnaam kon ik niet doorhebben dat al die hoge woorden niets dan bluf waren? Dat de mensen die ze gebruikten ze niet eens zélf begrepen? Geen wonder dat ze me zo raar bekeken als ik uitleg vroeg! Ze hàdden die uitleg gewoon niet omdat ze zelf niet wisten wat die woorden betekenden! Ach jawel
het waren woorden die insloegen en indruk maakten aan de toog. En héél erg summier hadden ze wel ergens een flauw vermoeden over de betekenis. Maar er dieper op ingaan? Er uitleg over geven? Dàt was teveel gevraagd. Daar vraag je toch geen uitleg over? Dat is zoveel als zeggen dat de spreker niet weet waarover hij spreekt! Laat de spreker gewoon zijn ding doen en gun hem zijn pleziertje! Je ziet toch dat hij de volle aandacht heeft en ook wil houden? Verbrod het nou toch niet voor hem!
Ach ja
ergens hadden ze wel gelijk! De toog betekent gezelligheid. En als je niet over veel kennis beschikt, dan praat je toch gewoon over zaken waar je geen benul van hebt? Kennis van zaken hoéft toch niet? Dat vraagt toch niemand? Dan gooi je er toch maar met de klak naar? Voor de sfeer! Voor de gezelligheid! Gewoon: praten! Sociaal doen. En vooral proberen het hoogste woord te kunnen voeren om je complexen over je eigen onwetendheid te verbergen.
Zo herinner ik me, niét aan de toog, een pak bouwvakkers die in onze buurt aan het verbouwen waren. Ik keek er als kind belangstellend naar. Een van hen riep: Nog twintig zandmeters. Oei! Weeral een woord dat ik niet begreep! Verdorie! We hadden toch meetkunde gehad op school? Had ik iets gemist of was mijn leraar vergeten over zandmeters te spreken? Ik durfde het niet vragen aan die geleerde bouwvakker. Ook niet aan mijn leraar. En ik bleef maar met die vraag in mijn achterhoofd: wat is toch een zandmeter?
Jaren later zag ik het licht! Weer, en dit keer wél aan de toog, sprak een bouwvakker over een balk die vijftig zandmeters te lang was. En uit de zinsbouw kon ik eindelijk begrijpen dat met die fameuze zandmeter eigenlijk een centimeter bedoeld wordt! Centimeter - Santemeter - Zandmeter!
Voilà! Wie zei daar ook dat je aan de toog niets kunt opsteken?
Een banaal verhaaltje? Jawel! Maar toch heeft het een grote weerslag op mijn verdere leven gehad! Ik had een grote levensles geleerd: als men met geleerde woorden afkomt doe je er best aan je hersenen niet te pijnigen. Zet ze juist op nul! Dàn pas kun je meepraten! Maar eens dàt geleerd, hoéfde het ook niet meer voor mij!
Die brave bouwvakkers waren te vergeven: ze wisten ook niet meer, en eigenlijk gaat het om dialect en gewoonte.
Maar de gladde jongen die je een verzekering wil aansmeren heeft een heel arsenaal aan heel geleerde woorden die je moeten duidelijk maken dat zijn product het beste is wat je je maar kunt indenken. Het duizelt je bij zoveel wijsheid. Je begrijpt er niets meer van. Wel, dàt is zon moment om je hersenen op nul te zetten en het zakenmannetje beleefd de deur te wijzen!
In de politiek is het net hetzelfde. Laat je nooit tot een discussie verleiden met een fervent lid van een partij waar je niet van houdt! Je kunt het nooit halen. Want hij is geïndoctrineerd en wijkt niet af van zijn standpunt. Heeft honderden slagzinnen uit het hoofd geleerd om elke tegenzet met de grond gelijk te maken. Verloren moeite. Hopeloos! Hij dénkt niet. Hij luistert niet. Rammelt alleen zijn slagzinnetjes af die hem werden ingeprent, want tot meer is hij ook niet in staat.
Religie? Idem dito of nog veel erger. Is ook veel belangrijker voor de simpelen van geest onder ons. Want hier gaat het niet langer over het aardse leven, maar over alle lekkernijen die je in het hiernamaals zullen worden toegegooid. Daar kunnen zélfs onze OCMWs niet aan tikken, al bieden ze er die gelovigen al een voorproefje van!
Tot slot ook nog dit: ondertussen ondervond ik ook dat mensen die de hele dag door praten zonder ophouden, net de domsten onder ons zijn. Tenminste, dat is wat ik in mijn omgeving telkens weer ondervond. Dat praten moet dan hun domheid verbergen! Of dat nu echt de regel is weet ik niet. Het zou misschien wel kunnen dat hoe meer je praat hoe dommer je bent. Ik zou geneigd zijn dat aan te nemen, maar daar zou ik toch geen eed op willen doen. Ik heb enkel maar ervaring met de extreme vormen van babbelzucht. Omdat je aan dit soort mensen niets kunt vertellen of aanleren. Ze luisteren gewoon naar niemand anders dan naar zichzelf, en daar genieten ze intens van.
Willy.
|