Voor het ogenblik is de klok zowel mijn grootste vriend als mijn grootste vijand! Hij tikt tergend langzaam de seconden weg. Maakt er soms uren van. En ondanks het feit dat ik alle huishoudelijke karweitjes opknap, heb ik uren lege tijd over. Lege tijd waarmee ik niet weet wat aan te vangen.
En dan rook ik maar een sigaret... en nog een sigaret... veel meer dan voorheen. Alleen al om door de uren te komen. Mijn 'sigarettendiscipline' heeft een zware deuk gekregen. En als ik dan echt niet weer naar een sigaret wil grijpen, doe ik dat dan naar een biertje of wijntje 'in plaats van...' maar meestal eindigt het met beide tegelijk!
Mijn sigarettenverbruik is toegenomen, maar ik weiger toch mijn alcoholgebruik te laten toenemen! Dié discipline houd ik nog onder controle.
Maar anderzijds is de klok ook mijn beste vriend: voor mijn vrouw zijn al die seconden, onder coma, pijnloos! Want het genezingsproces van de operatie gaat natuurlijk ook verder, en tegen de tijd dat ze er uit is, is misschien ook de ergste pijn voorbij. Blijft natuurlijk nog het risico op hersenletsel.
Ik heb net gebeld naar het UZ. Men is haar terug aan het opwarmen (werd 24 uur gekoeld) en ze schijnt te beginnen met ademen. Een eerste goed teken dus toch al!
En wat mij betreft: gisteren had ik een eindeloos lange rotdag. Een dag om snel te vergeten. Om 21.30 uur ben ik maar naar bed gegaan, want de vorige nacht was vrijwel slapeloos. Wel, ik heb aan één stuk door geslapen tot vanmorgen 6 uur. En werd wakker met een blij gevoel en vol energie. En maakte meteen een aantal afspraken met mezelf:
1. Stop met rond te kijken naar plaatsen waar je haar in je verbeelding ziet zitten! Stop ermee als je thuiskomt met Chico je te verbeelden dat ze er is. Stop ermee in alle huiselijke werkjes die je doet haar hand te voelen. En ja: stop ermee te hopen! Neem je eigen leven in handen en doe alsof je er definitief alleen voor staat. Richt je leven in naar die gedachte! Komt ze terug, dan zal de opluchting, de vreugde en de verrassing des te groter zijn. Komt ze niét terug, dan zal ze zéker, waar haar ziel ook is, tevreden zijn dat jij weer gelukkig bent en je er door wilt slaan. Want dat is wat ze wou.
2. Komt ze terug met hersenletsel, dan volg je haar wil. Want ik weet dat ze, met heel zwaar hersenletsel, niet wil leven en dan liever sterft. Dat hebben we trouwens officieel op papier. En dan volg ik gewoon haar wil.
3. Last but not least: first things first! Gisteren zat ik echt in een zware depressie. Mijn hersenen wilden alles tegelijk, alle mogelijkheden en eventuele problemen oplossen. Ik ging denken aan geblokkeerde bankrekening (altijd na het afsterven van een partner): hoe dat oplossen? En de begrafenis? Wat dit, wat dat, alles door elkaar met als gevolg dat het één warrig onoplosbaar kluwen leek!
Gedaan daarmee! First things first. Het probleem aanpakken als het zich stelt, daar al je energie in steken en de rest vergeten.
Voila. Zo ga ik met depressies om. Ik moet wél bekennen dat ik me dan soms voel alsof ik haar verraad. Maar troost me dan met de gedachte dat ze niet beter wil dan dat ik gelukkig blijf. En dat doe ik dan ook voor haar. Zélfs als ik er haar gedeeltelijk door verraad.
Maar er komt dus weer hoop gluren aan de horizon. Ik wil me ook daarop niet concentreren! Want als ik dàt doe, en nadien slaat het weer tegen, dan is het alweer dubbel erg. Neen! Beide poten op de grond houden, er zo weinig mogelijk aan denken, en je plicht als mens doen. Wat die plicht is? Heel gewoon: gelukkig en dankbaar zijn aan de schepper voor de persoon die je bent. En zoveel als mogelijk die persoon proberen te vervolmaken. Wàt er ook gebeurt.
Willy.
|