In de stad waar ik vandaan kom, zag ik een verpauperde jeugd. Losers in wording. Leefloners in spe. Geen toekomstperspectieven, tenzij de dop en het OCMW. Geen structuur, niet eens de meest elementaire beleefdheidsregels. Onbeschoft en onbeschaafd. Kortom... gedoemden tot drank, drugs en criminaliteit! Uitzonderingen daargelaten natuurlijk!
Maar die dertig kilometer tussenruimte met mijn gemeente blijken het verschil te maken, want hier zie ik een gelukkige jeugd. Een jeugd die het niet nodig vindt te roepen en te schelden om zich te doen gelden. Hier heeft de reinigingsdienst maar weinig werk, want er wordt weinig bevuild. In Oostende kwamen ze dagelijks grondig reinigen om de boel toch een klein beetje netjes te houden. Chapeau voor hun dienstijver! Maar ze waren pas de rug gekeerd of de parken lagen alweer vol met blikjes, overschotten van friet en andere fastfoodrommel.
En neen, de vervuiling kwam echt niet van de vele allochtonen, maar eerder van de ingezeten jeugd zelf. Hun misnoegen over de maatschappij uitend door het bevuilen van het milieu en het lastigvallen van anderen. Misnoegen over een maatschappij die luiaards en losers maar heel karig bedeelt. Denkend dat je zonder de handen uit de mouwen te steken grandioos zou moeten kunnen leven als een prins. Vindend dat de belastingbetaler daar allemaal maar moet voor opdraaien.
Neen, mensen. Ik ben reuzeblij dat ik de stap heb gezet: terug naar mijn moederstad. Terug naar waar het goed leven is. Waar de jeugd zich nog grotendeels aan de regels houdt. Nou... de jeugd is nu eenmaal de jeugd en je kunt niet verwachten dat er totaal géén buitenbeentjes zijn en dat het allemaal brave lammetjes zijn. Al evenmin dat ze niet luidruchtig doen. Maar het is een beleefde luidruchtigheid. En onaangepast gedrag is hier de uitzondering. In Oostende is het de regel!
Ja... ik weet het. Ik ben weer bezig! Maar ik heb toch al gewaarschuwd: ik kan alleen maar schrijven over wat me bezighoudt, en momenteel is dat vooral het enorme verschil tussen twee kuststeden die het eigenlijk even goed zouden kunnen hebben, maar waarvan de een vooral een uitgesproken depressieve sfeer tentoonspreidt, terwijl de andere vrolijk, maar netjes leeft en laat leven.
Waar het aan ligt? Wel, Oostende is zo rood als het maar kan zijn! En zoals iedereen weet staan de sossen voor het bepamperen van gediplomeerde losers en profiteurs. Trekken losers aan als een magneet. Die vormen immers een niet te onderschatten meerderheid en dus... stemmenwinst! Desondanks heeft Oostende meer potentieel dan Knokke! Er is meer industrie, er is de scheepvaart en de visserij, er is het toerisme... Maar die bronnen worden niet efficiënt aangeboord:
De industrie? Daar moet je werken en daar heeft de doorsnee Oostendenaar een broertje aan dood.
De scheepvaart? Grotendeels kapotgemaakt door de sossen: duizenden door de sossen 'gepistoneerde' werkkrachten voor het in de vaart houden van een paar schepen? Kom nou! De RMT moést wel failliet gaan op die manier!
De visserij? Tja... is moeilijk geworden door hoge brandstofprijzen, strenge regelgeving , vastgestelde quota en concurrentie van vooral Nederland.
Het toerisme? De doorsnee bevolking 'braakt' van toeristen! ('Braken' over iets is een Oostends gezegde hoor, voor wie het niet begrijpt). En dat wordt er ook niet onder stoelen of banken gestoken. De bevolking beseft blijkbaar niet echt dat het een bron van inkomsten kan betekenen. En de toerist voelt bijgevolg ook wel goed aan dat hij niet echt welkom is onder de gewone bevolking! Tenminste... als ie voldoende sfeergevoelig is.
Ook weeral een bron die onvoldoende wordt aangeboord! In Knokke zijn we dan misschien ook niet zo opgetogen als we onder de voet worden gelopen door massas toeristen, maar dat weten we tenminste heel goed te verbergen, wetende waar Abraham de mosterd vandaan moet halen!
Voilà. Dat is wat ik over Oostende denk. Niemand hoeft het met me eens te zijn, en ik ben wel de laatste om te claimen dat mijn definitie correct is. Maar zo heb ik het nu eenmaal ervaren in de dertien jaar dat ik in Oostende woonde.
|