Begin juli. Prachtig weer! De zon draait overuren en zorgt voor bijna tropische temperaturen. En vanaf mijn VIP plaats op het balkon heb ik een schitterend zicht op het 'defilé der witte billekens'.
Sommige dingen veranderen toch nooit! Elke trein die Knokke binnenloopt spuwt nu weer honderden toeristen uit. Toeristen die allemaal één enkele weg nemen: Lippenslaan - Zeedijk - Strand. En één zaak hebben al die zon- en strandaanbidders gemeen in die eerste dagen van de vakantie: witte billekens!
Ook de kusttram laat zich niet onbetuigd en loost om de tien minuten zijn witte billekens. Dat zijn dan mensen die 'ergens aan de kust', logeren, waar het goedkoper is, maar toch het strand van Knokke verkiezen om te zonnen... en ondertussen vooral ook gaan shoppen in de schandalig dure kledingwinkels. Maar het is zomer, de zon schijnt, en wie kijkt nu op een euro? Het verschieten van de prijs stellen ze dan maar uit tot de dagen weer drastisch gaan korten en de grauwe alledaagse werkelijkheid zich weer manifesteert. En ze onbegrijpend naar hun bankrekening in het rood zitten te staren.
Maar of ze nu van trein of tram komen, ze moeten allemaal mijn locatie passeren; peloton per peloton naargelang trams en treinen binnenlopen. En reken maar dat het uitzicht de moeite loont.
- Druk kwebbelende tienermeisjes in shortjes die ze in de handel onmogelijk nog korter kunnen vinden als ze bepaalde lichaamsdelen liefst aan het zicht willen onttrekken.
- Stoer doende tienerjongens die, al dan niet met succes, door overdreven machogedrag de aandacht van die meisjes probeerden te trekken. Blijkbaar geen blijf wetend met hun op hol geslagen testosteron.
- Huisvrouwtjes met vakantie, 'opgetietematooid' in hun beste outfit; ( 'Opgetietematooid' is een typisch Oostendse uitdrukking voor zwaar opgesmukte dames).
- Oudere vrouwtjes met het allure van ietwat uitgezakte taarten, die meestal op sleeptouw worden genomen door het jonge volkje om het gelag te betalen... maar ondertussen toch ook willen meeprofiteren van zon en zee.
- Oude ventjes, verkleed als eerstecommunicantjes. Met kort broekje waaronder twee spierwitte, stokkerige beentjes steken, en de voetjes meestal in de obligate witte sokjes verpakt. Die lopen er dan een beetje verweesd en ongemakkelijk bij. Innerlijk vittend op vrouwlief, die de outfit uitkoos en vond dat haar ventje er ook nog maar eens jong moest gaan uitzien 'om naar zee te gaan'.
Of al die mensen aldus gekleed zouden durven lopen in eigen dorp of stad? Ik twijfel er sterk aan. Maar aan zee moet alles kunnen.
Ja... some things never change! Ik zag het als kind, ik zag het als student, ik zag het als politieman. En nu zie ik het weer als gepensioneerd oudje! Had ik nooit gedacht. De opkomst van zonnebanken in gedachten, dacht ik dat het nu wel gedaan zou zijn met die witte billekens, maar die gedachte blijkt een utopie! Het is nog altijd zoals vroeger: 1 juli en een in hoofdzaak 'wit' strand. Een strand dat gaandeweg bruiner wordt naarmate de vakantie vordert. Destijds vond ik dat eigenlijk wel charmant. En ik vind het nog altijd charmant. Alle zonnecentra ten spijt. Blijkbaar prefereert de gemiddelde burger toch nog altijd de 'échte' zon boven een nagemaakte.
En na een vermoeiende zonnedag volgt dan de avonddefilé. Sommige billekens zijn helaas nog wit gebleven (teveel gewinkeld en te weinig liggen bakken?), andere vertonen de kleuren van gekookte kreeft (zonnecrème vergeten?), en hier en daar zit er al een koppel billekens tussen die er voorwaar al een beetje gebronsd beginnen uit te zien.
Een ander fenomeen dat vroeger vooral bij de verkeerspolitie gekend was, is de 'valiezenkoers'. Elk jaar op 31 juli en 31 augustus vond die plaats. Toen ik klein was en in het benzinestation woonde, betekende dit: kuiten insmeren, want ze zullen benzine nodig hebben om thuis te geraken! Later, bij de politie, betekende het nogal dikwijls overuren draaien om het verkeer in goede banen te leiden.
Want ja, destijds bestond het toerisme, naast het dagtoerisme, hoofdzakelijk uit een verblijf op hotel aan de kust voor een hele maand. Ja... kostelijk was dat wél, maar toeristen behoorden destijds ook hoofdzakelijk tot de rijkere burgerij. Op de Zeedijk vond je dan ook het ene hotel na het andere. En als de maand voorbij was, begon de 'valiezenkoers': hele files auto's, volgestouwd met valiezen en ander gerief, gingen allemaal tegelijk de wedstrijd aan om zo snel mogelijk thuis te geraken.
Het ging allemaal als per chronometer. We wisten precies wanneer die valiezenkoers op 31 juli zou beginnen en wanneer de laatste auto de badstad zou uitrijden. En de volgende dag kwamen dan weer de nieuwen, dit keer voor de maand augustus.
Gedurende die twee maanden kon je op de koppen lopen op de Zeedijk. En daarna kwam, tot grote opluchting van iedereen die iets met toerisme had te maken, die heerlijke maand september! Als bij toverslag was die helse drukte verdwenen om plaats te maken voor meer gematigde gepensioneerden. Want die hadden gewacht tot de scholen weer openden om aan zee te komen logeren. Slim van hen, want nu konden ze in alle rust van de zee en van elkaar te genieten.
En alles wel beschouwd voel ik me, als rasechte kustbewoner, best wel geprivilegieerd. Want naast de wisselende kleuren in de natuur, hebben we hier ook nog eens de wisselende mensenmassa naar gelang het seizoen.
|