Communicatie.
Laat ik even eerlijk zijn: ik heb problemen met mondelinge communicatie. Daarom ook begon ik dit blog: ik heb in mijn leven een zo grote massa ervaring opgebouwd en verzameld dat het eigenlijk teveel is voor één persoon, en ik dit dolgraag ook zou willen delen met mijn kinderen, kleinkinderen, en al wie het horen wil.
Maar: ik heb een hekel aan mondelinge communicatie, en wie mij kent weet dat ik een heel zwijgzame persoon ben. Persoonlijk zou ik van zo iemand denken: introvert. Niets is echter minder waar want ik deel heel graag met anderen wat ik denk. Maar ik krijg het niet over de lippen.
Waar ik dat syndroom opliep weet ik ook: aan de toog! Toen ik me destijds als tiener in het uitgangsleven begon te wagen, zocht ik net als vele anderen, de gezelligheid van de toog op en wou ook graag mijn babbeltje mee praten. Helaas! De dingen waarover ik graag praatte omdat ik ze echt belangrijk vond, werden niet erg hartelijk onthaald. Er viel dan nogal gauw een onbegrijpende stilte.
Aan de toog moet je namelijk de ernstige dingen opzij kunnen zetten en praten over het weer, de voetbal, je favoriete club, de vrouwen dik en dun, de bloempjes en de bijtjes
enfin
wél veel praten, maar vooral niets zeggen. En dat kon ik nu juist niet. Als ik praat wil ik iets zeggen. Anders houd ik liever mijn mond.
Aan de toog worden alle wereldproblemen ook in één ruk opgelost: ze zouden het zus en zo doen en klaar is kees. Probeer daar echter niét met een ernstige oplossing af te komen! Daar dient de toog niet voor!
En ja, ergens hebben ze wel gelijk, en ergens ben ik wel jaloers. Gezellig lijkt het in elk geval wél. Maar aan mij zijn dit soort loze gesprekken niet besteed.
Jammer voor mij, en dus verkies ik eerder een tafeltje met een of twee vrienden waarmee ik écht kan praten, en af en toe even een jaloerse blik op de toog werpen.
Dat kleine minderwaardigheidscomplex, op die manier opgelopen, heeft eigenlijk toch wel een grote rol gespeeld in mijn leven. Zo heb ik niet alleen allerlei etiketten opgekleefd gekregen: verlegen
hooghartig
eigenzinnig
maar ook waar mijn kennis wél gewenst was, voelde ik me onbehaaglijk als ik een groter publiek moest toespreken.
Ik ging het niet uit de weg als het moest, had soms nog groot succes ook, maar zelfs dàt kon dat onbehaaglijk gevoel niet wegwerken. Na een dergelijke info- avond kwam eens een geoefend redenaar (uit het verzekeringswezen) naar me toe en zei:
- Wat zei jij me daarnet? Dat je niet kunt spreken in het publiek? Ik wou maar dat ik jouw talent en doorzicht had! Chapeau!
Maar die lovende woorden hielpen niet. De volgende keer werd ik wéér zeeziek van de plankenkoorts.
En nu nader ik de zeventig, en stel vast dat ik véél te weinig heb gecommuniceerd, en, mondeling althans, veel te introvert ben geweest. Vooral dan met mijn kinderen en kleinkinderen. Maar het is nooit te laat om iets goed te maken en misschien kan dit blog die leegte helpen opvullen.
Schuld van de toog? Eigenlijk wel. Maar daarvoor ga ik er mijn biertje niet voor laten!
Willy.
|