Overleg.
Overleg kan vele namen hebben: vergadering
conferentie
werkgroep
ronde tafel gesprek
en last but not least: parlement! Maar uiteindelijk komt het er telkens weer op neer om met een aantal personen tot een consensus, of compromis te komen over een of ander onderwerp. En daar juist wringt het schoentje! En ik kan gelukkig spreken van ervaring met die materie.
Het succes van dergelijk overleg hangt van veel zaken af, en vooral van het aantal personen dat er aan deelneemt en hun wil om eventjes partij- of persoonlijke belangen opzij te zetten en aan het algemeen belang te denken.
Zo is overleg tussen een vijftigtal personen van verschillende strekkingen al bij voorbaat tot mislukking gedoemd: om tot enige vorm van consensus te komen dienen àl te veel compromissen te worden gesloten die het basisidee totaal ontkrachten.
Want vijftig verschillende personen hebben dan weer vijftig verschillende ideeën over dat ene onderwerp. Sommige goed, sommige ronduit slecht voor het uiteindelijke resultaat.
Het ergste wat dergelijk overleg kan overkomen is dat er zich tussen de deelnemers velen bevinden die in werkelijkheid niets positiefs in te brengen hebben, maar er alles aan doen om toch een vinger in de pap te hebben, met alle catastrofale gevolgen vandien.
Waarom ze dat doen is eenvoudig: als het project lukt, willen ze kunnen zeggen dat het dank zij hun inbreng is. Mislukt het, dan is het de schuld van de anderen.
In mijn carrière heb ik mogen genieten van het voorrecht een (gemeentelijke) werkgroep te leiden (verkeer) met een tiental personen, die grotendeels aan dezelfde kar trokken. We hoefden maar weinig compromissen af te sluiten en streefden allemaal hetzelfde doel na. Er zaten politici mee aan tafel, en gelukkig kregen we ze op één lijn met dat doel: het algemeen belang dienen.
Dat tiental lijkt me dan ook ideaal. Hoe meer er bijkomen, hoe moeilijker een consensus wordt, en uiteindelijk schep je dan alleen maar een schaap met vijf poten, en daar zit niemand op te wachten.
Dit alles in acht genomen, dwalen mijn gedachten dan dikwijls af naar onze regering (tenminste
naar de keren dat we er een hebben):
55 ministers van heel verschillende partijen en strekkingen moeten over het kleinste geschilletje net zo lang debatteren tot ze allemaal een beetje gelijk krijgen
in een wanstaltelijk compromis!!!
In het parlement moet een parlementslid zijn idee proberen te verkopen aan een hele zaal met allemaal verschillend-denkende leden, ofwel moet hij ook weer een compromis uitdokteren waarin alle tegengestelde partijen zich kunnen vinden!
Is het verwonderlijk dat België een land van compromissen is? Is het verwonderlijk dat die compromissen zelden werken? Is het niet duidelijk dat we op die manier op een ware ramp afstevenen?
Het zou veel, en véél beter kunnen met veel minder mensen. Beperk het aantal ministerszetels (zie de vergelijking met andere landen in een van mijn vorige columns), halveer het parlement en laat de eindbeslissing écht over aan de kiezer.
Hoe? Door wie de meeste stemmen heeft niet alleen premier te maken, maar hem ook de volle verantwoordelijkheid in de schoenen te schuiven. En dat kan alleen maar als hij in elk debat het laatste woord heeft en zijn beslissing doorslaggevend is against all odds.
Dàn pas kunnen we van een democratie spreken. Dàn zal de kiezer kunnen vaststellen of de man die ze daarvoor kozen het ook kan waarmaken of niet.
Dan zal de verantwoordelijkheid niet over tientallen andersdenkenden uitgespreid worden met als gevolg dat er eigenlijk niemand meer verantwoordelijk kan gesteld worden.
Want ook dàt is een van de bestaansredenen van die groepsgesprekken of parlementen: niemand is persoonlijk verantwoordelijk, fouten zijn altijd de schuld van de anderen, en de hele groep gaat altijd weer vrijuit.
Jawel, ik weet het, op mijn manier lijkt de democratie eerder verkracht dan gediend omdat één man van één partij het voor het zeggen zou hebben. Lijkt een beetje op dictatuur. Maar dat is schijn! Als die man niet wereldvreemd is zou hij moeten weten wat er onder de burgers leeft, en als hij die belangen niet zou nakomen zou hij er bij de volgende verkiezing sowieso uitgebonjourd worden door de kiezer.
Nu echter worden de vele fouten van vele enkelingen gecamoufleerd en doorgeschoven naar de hele groep, die na een eventuele regeringsval uit onkunde, toch weer verkozen wordt.
Waarom? Gewoon omdat de kiezer door het bos de bomen niet meer kan zien. Wat uiteindelijk ook de bedoeling is, want zo kunnen dezelfde mensen steeds weer dezelfde fouten blijven maken zonder ervoor afgestraft te worden.
Ik kwam tot dit inzicht door een verrassende wending in mijn carrière. Ik had, vanuit een praktijkgerichte positie, een goed verkeersproject uitgewerkt en doorgespeeld aan mijn bestuur. Iedereen content
behalve mijn eigen grote baas (omdat het idee niet van hém kwam).
En een nakende promotie voor mij werd daardoor doorgeschoven naar een ander. Wat mij persoonlijk trouwens weinig interesseerde! Later nam een overste die heel goed van de zaak op de hoogte was, me onder de arm en stelde voor om samen een werkgroep verkeer te beginnen, juist om dergelijke wantoestanden in het vervolg niet meer op één persoon te kunnen verhalen.
Toen begreep ik het! Toen begreep ik hoe het systeem werkt en hoe je er zonder kleerscheuren kon doorgeraken. En ik aanvaardde het voorstel, hoewel het principe me wel wat tegen de borst stootte: als ik iets doe wil ik daar ook de volle verantwoordelijkheid voor dragen, wàt de gevolgen ook mogen zijn. Want struisvogelpolitiek was nooit aan mij besteed.
En wat die werkgroep betreft: later werd ik door sommigen verweten altijd mijn eigen zin door te drijven. Daar had ik geen probleem mee, want het kwam van mensen die zelf maar zelden iets in te brengen hadden maar toch nuttig waren: ze brachten problemen aan vanuit hun positie, die we dan samen oplosten.
Het zou me veel meer verdriet gedaan hebben als mensen terecht hadden kunnen zeggen dat een of ander project van ons een mislukking was.
Maar gelukkig
dat heb ik nooit moeten ervaren.
Willy
|