Zakdoekjes klaar? Daar gaan we dan:
Wezenloos staart een wit musje naar omhoog vanaf zijn lage plekje op de sociale ladder. Hoopvol zoekend naar de plaats waar een troon zou moeten staan, of toch iets wat er op lijkt. Waarop een vader en een moeder zouden moeten zitten, en een hele hofhouding die zijn belangen zou moeten verdedigen.
Waar hij loon naar werken zou mogen ontvangen, gerechtigheid waar nodig, en een tik op de vingers voor eventuele fouten of luiheid.
Waar pientere volwassenen de zo moeizaam opgebouwde welvaartstaat zouden moeten beschermen en verdedigen. En straffen wie daar een poot durft naar uit te steken.
Maar helaas
er is niets van dit alles. Alleen maar een goed besloten clubje van lieden die zich tegoed doen aan de grabbelton van de Wetstraat, en zich niet verwaardigen een blik naar omlaag te werpen. De belangen van eigen soort? Daar dienen de riolen toch voor?
En het witte musje denkt weemoedig:
Wat een verweesd volkje zijn we toch geworden: wezenloos en hopeloos verweesd. Geen papa en geen mama meer. Niemand die voor ons opkomt. Niemand die zorg draagt voor onze verworvenheden. Niemand die ons de normen van het vaderland en van onze voorouders nog voorhoudt. Niemand die het budget zo beheert dat de eigen vogeltjes eerst komen. Niemand ook die nog probeert om naarstige en betere vogels te maken van ons, arme musjes! Niemand meer om ons nog te leren vliegen!
Een land is toch een beetje te vergelijken met een gezin hé? Want:
In de eerste plaats is er een papa en een mama. In België wonen die op het paleizenplein te Brussel. Maar hun ouderlijk gezag werd grotendeels overgedragen naar de andere kant van het groene park vóór hun bescheiden optrekje. En daar vinden we dan de Wetstraat. En daar zitten dan weer een heleboel surrogaatpapas en -mamas die, in plaats van de echte papa en mama, verondersteld worden voor het land (gezin) te zorgen. Pleegouders dus.
Whaauw! Hoe kunnen we ons dan verweesd voelen? Met zoveel pleegpapas
en pleegmamas? Waar is het spaak gelopen?
Wel, het probleem is eigenlijk dat we bij die lui in de wetstraat niet langer op natuurlijke moeder- of vadergevoelens, laat staan op vaderlandslievende gevoelens moeten rekenen.
Neen hoor! De beste brokjes worden heel liefdevol in vreemde bekjes gestopt en wij
wij staan er een beetje wezenloos en verweesd bij te kijken. Als wij iets willen moeten we cash betalen. Vandaag wat minder dan morgen, maar veel meer dan gisteren. Alleen bij die vreemde bekjes lijkt dat omgekeerd te werken.
Nou ja, die vreemde bekjes staan immers ook heel wijd opengesperd. Ons arme witte musje zou dat ook wel willen doen, maar het mag niet van de stiefouders. Alleen maar als het koekoek kan roepen! En dat kan dat arme vogeltje natuurlijk niet.
Tja, het is net zoals in een gezin hé? Het is niet voldoende om de rol van papa en mama op te eisen, je moet ze ook nog kunnen waarmaken en je daar 100% voor kunnen inzetten. En het is overduidelijk dat de Wetstraat daar niet in slaagt.
Wat zal de toekomst ons, arme Belgjes, brengen? Aankloppen bij een weeshuis? Huize Nederland bijvoorbeeld? Nou ja
als het echt niet anders kan moeten we dààr dan maar heen om ons stiefmoederlijk te laten behandelen. Deden we al eens en dat bekwam ons niet zo goed. Nou ja, veel slechter dan bij ons kan wel niet zeker? Hier hebben we toch ook enkel maar stiefmoeders en -vaders!
Zouden ze daar in Nederland ook eerst de vreemde bekjes voeden? Hopelijk wel, want daar zouden wijzelf nu juist de vreemde bekjes zijn, en dus lijkt dat helemaal nog niet zon slecht idee. Een heel goed idee zelfs, in een wereld waarin de papas en de mamas de eigen jongen laten verwezen ten voordele van de vele koekoeksjongen in eigen nest.
Het koekoeksprincipe dus! Na de struisvogelpolitiek heeft het koekoeksprincipe nu zijn intrede in de politiek gemaakt als teken des tijds. Ze blijven het toch wél in de ornithologie zoeken! Maar dat is dan ook het enige dat nog min of meer conservatief te noemen is.
Draait het dààr om in Europa? Om het koekoeksprincipe? Wel, als het zo zit, laten we dan zélf maar koekoeksjong spelen en aansluiten bij een ander land! We kunnen maar van de regen in de drop terechtkomen. Spijtig voor het zweet, het bloed en de tranen van onze voorvaderen die zon mooi landje hadden geschapen waar het zo goed WAS om te leven.
Tja, hadden die maar zo stom niet moeten zijn en hadden ook maar op hun luie kont moeten blijven zitten op een hoop woestijnzand. Uitkijkend naar waar ze het beste konden immigreren en waar het meeste in te pikken viel.
Ze hadden ook mo slim genoeg moeten zijn om uit te vissen waar ze het best van de resultaten van andermans zweet en bloed konden gaan genieten!
Ergens in de wereld een gouden poortje weten te vinden
Een onbewaakt poortje dat naar het Eldorado leidt. Een Eldorado, opgebouwd door een hard werkend volkje waarvan de leiders nu uitverkoop houden van de vergaarde schatten.
Dàt alles hadden onze voorouders moeten doen! Ze zouden veel langer en veel gelukkiger hebben geleefd. Maar ze deden het voor ons! Wisten zij veel dat onze leiders ooit landverraders zouden worden die hun zweet en bloed te grabbel gooiden aan wie er maar wil naar graaien?
En wat heeft dat alles ons gebracht? Een sterk verwaterde politieke soep, een hoop opportunisten, een hoop criminaliteit, en een hoop hoogbeschermde allochtonen...
Maar voor ons zelf? Niets!
Willy.
|