In mijn vorig column is het hoge woord al gevallen: conservatief ! Wat een mooi woord met welke rijke inhoud!
Behoudsgezind
behouden én verdedigen wat je hebt. Waar je voor gewerkt hebt. Waar je ouders en grootouders voor vochten. Behoud van je waarden. Van je cultuur. Van s lands lieflijke eigenheid.
Behoud van dat vreedzame landje waar je je eigen materiële dingen rustig kon achterlaten en niet hoefde te vrezen dat iemand ze zou komen jatten. Als dàt niet mooi is. En nochtans, het zou gewoon een recht moeten zijn in een landje als het onze. We zouden daar niet eens mogen bij stilstaan!
Niet moeten denken aan hoeveel sloten op je deur moeten
hoeveel stuursloten en wielklemmen op je auto om hem niet te laten stelen. Niét angstvallig je brieventas moeten vasthouden als iemand je om een vuurtje vraagt. Opnieuw die gulle, onbevreesde lach van ons integere volkje mogen zien stralen. Zo was het in de sixtees. En we dachten dat het alleen nog maar kon verbeteren. Dat de beschavingen alleen maar vooruit konden gaan. Helaas, dat was zonder de waard gerekend.
Zo was het vroeger.
Zo zal het nooit meer zijn.
Nooit hadden we kunnen voorzien dat er ook een weg terug is. Dat beschavingen kunnen verloederen
in een neerwaartse spiraal kunnen worden gezogen
door vreemde invloeden, aangemoedigd door eigen volk en bestuur.
Hoe dat zo gekomen is? Oei! Niets zeggen! Mondje dicht. Ik zou alleen maar tien miljoen wijsvingertjes naar die bepaalde straat in Brussel willen zien wijzen. De andere wijsvinger zachtjes tegen de lippen aangedrukt. Want zwijgen moéten we dan wel, wijzen mag nog. (Voorlopig toch).
Maar ach, ik zie geen tien miljoen wijzende vingertjes. Want een aantal wijde, nog maagdelijk witte mondjes, is nu al luid aan het protesteren tegen mijn nostalgische flauwekul.
Mondjes die het nog niet door hebben. Mondjes die nog in Sinterklaas geloven. Mondjes die vinden dat het allemaal niet zon vaart zal lopen. Maar dat komt nog wel
als het te laat zal zijn!
Tja
om een beetje behoudsgezind te kunnen zijn moet je ook een beetje kunnen nadenken. En niet éérst jouwen en daarna gaan overpeinzen hoe stom je wel was.
Dan maar voor een conservatieve partij kiezen? Wat graag
maar oei
waar zit er zo eentje? Zéker niet op de kiezerslijsten te vinden. Tenminste, toch niet bewezen-conservatief. Beloven kunnen ze wel allemaal hoor! De hemel op aarde als we dat willen en als we maar voor hen stemmen.
Maar de eerste die doet wat hij belooft moet ik nog door de poort van het parlement zien stappen.
Komt er ooit zo eentje? En laten de anderen hem de ruimte voor zijn conservatieve ideeën?
Zal hij al zwichten voor Non, of het nog uithouden tot Nom de dieu?
Je weet nooit, maar het zal verdorie een zwaargewicht boeman moeten zijn om de stok in dat kleurrijke kippenrennetje te gooien!
Het schrille gekakel zal zéker niet voor de poes zijn. We zullen, tot in de uithoeken van het land, voor oordopjes moeten zorgen. Maar daarna zou het toch moeten doordringen in die hersentjes, kan het weer rustig worden, en kunnen de hennetjes eindelijk weer doen wat ze altijd al deden: heel productief eikens gaan leggen.
Zachtgekookt voor mij alstublieft.
Ach ja
hoop doet leven zeggen ze dan. Maar dromen zijn dan weer bedrog. Rare, tegengestelde conclusies, nietwaar? Maar ik wil verdorie hopen én dromen van betere tijden voor ons zo verweesde volkje.
Willy.
|