Nieuwjaar is weer voorbij, tijd om even stil te staan bij de realiteit: we schrijven al weer 2011!
Eén enkel, miezerig nummertje hoger dan verleden jaar!
70 nummertjes hoger dan mijn geboortejaar! Zeventig keer heb ik dus een nummertje moeten toevoegen. Zeventig keer weer een stukje ouder geworden.
Nog een paar maand en tram 7 stopt aan mijn deur! En eigenlijk ben ik blij dat ik van dat dubbelzinnige soixente neuf af ben. Soms genant als men je, vooral in het frans, naar je leeftijd vraagt.
Maar dan komt weer die onbeantwoorde vraag: Wanneer zal ik me eindelijk écht oud gaan voelen? Komt dat gevoel ooit op me af? Of zal ik maar blijven verschieten als ik in de spiegel geen jonge kerel meer zie?
Ach ja, natuurlijk: je loopt de honderd meter lang niet meer in de tijd dat je dat 50 jaar geleden deed. Dat lichaamsfuncties verminderen is een onontkoombaar fenomeen voor stervelingen. Daar leer je mee leven en sta je niet bij stil. En je denkt dat het met de hersenen net zo zal verlopen.
En dat evenredig aan de hersenfunctie, je eigenbeeld zal verlagen. Niets blijkt echter minder waar! Mijn hersenen blijven me maar wijsmaken dat ik dertig ben! En dus blijf ik maar verschieten als ik een mij onbekende, oudere man zie in de spiegel! Dat lijk ik echt niet te zijn! Defecte spiegel? Neen, want ze tonen me allemaal datzelfde beeld.
Maar toch praat ik onbewust ook altijd alsof ik veertig jaar jonger ben! Niet echt logisch hé?
Is ouderdom dan enkel een uiterlijk lichamelijk verschijnsel? Het ziet er wel naar uit. Tenzij je je natuurlijk in zelfbeklag gaat wentelen en op die manier ook het aftakelingsproces van je geest sterk accelereert.
Ook een ander fenomeen gaat gepaard met ouder worden: je hebt het zowat allemaal gezien, beleefd en gehoord. Wie nog met iets nieuws tevoorschijn wil komen moet al van heel goeden huize zijn.
Er was een tijd dat alles nieuw was. Er was een tijd dat je je rot amuseerde met alles wat op je af kwam. Of dat nu een film, een song of een boek was. Of een leuk meisje
Als je het dan allemaal gehad hebt, het allemaal al duizend keer gelezen, gehoord en gezien hebt, stel je ergens vast dat er niet zo heel erg veel te koop is in dit aardse tranendal. Dat alles zichzelf alleen maar op een meer en meer vervelende, om niet te zeggen verwaterde manier herhaalt. Zélfs van de daden van anderen kun je al voorspellen waartoe ze zullen leiden. Niks meer om van te verschieten. Niets om nog verstomd van te staan.
Er was een tijd dat je meende, er kwam een tijd dat je wist. Als wat je nu weet overeenkomt met wat je vroeger meende, ben je een gelukkig mens en heb je de juiste keuzes gemaakt in je leven.
En dan gaan de verwerkte daden zich kristalliseren tot sublieme herinneringen. Men zegt: Het verlangen is mooier dan het bezit. Juist. Maar de herinneringen zijn zo mogelijk nog mooier. Waarom?
Tijdens het verlangen is er nog onzekerheid. Tijdens het doen is er nog onwetendheid. Er is een begin van uitvoering, maar het kan nog alle kanten op. En nooit weet je zeker wélke kant het zal opgaan en of er al dan niet een happy end komt.
De herinneringen echter hebben een begin, een actie, en een slot. Ze zijn compleet. Ze vormen een netjes afgesloten geheel. En dat is nu juist het mooie er aan. Zélfs, en vooral, aan de bloopers.
En dan vergeet je meestal wel dat je oud wordt. Niet dat je in het verleden gaat leven en op je herinneringen gaat teren! Verre van.
Maar de herinneringen maken je persoonlijkheid. De herinneringen tonen je duidelijk aan wie je bent. En ja, de herinneringen kunnen er wel voor zorgen dat je je jong blijft voelen.
Sorry voor wie dat niét zo aanvoelt
maar in dit geval kun je er best maar even bij stilstaan wat er verkeerd is gelopen, welke verkeerde keuzes je hebt gemaakt, en welk onrecht je anderen eventueel hebt aangedaan. Want dan blijft dàt weer in je hoofd spoken en verhindert een verdere evolutie in de goede richting.
Misschien zijn het wel dergelijke mensen die zich vroeg oud gaan voelen. Hun herinneringen bestaan dan uit spijt, wroeging en meer van dit moois. Het moet zielig zijn je laatste jaren op dàt soort herinneringen te moeten funderen.
Vandaar een ernstige levensles voor de jeugd:
Zorg er angstvallig voor dat de herinneringen, waarop je later je leven moet verderzetten, niet uit zelfgemaakte wolfsklemmen en schietgeweren bestaan. Of uit valsheid en lafheid. Dàn pas zou je een beklagenswaardig en vitterig oudje worden!
Zorg ervoor dat je later kunt zeggen: Oké, ik heb er van gemaakt wat er van te maken viel. Mijn capaciteiten tenvolle ingezet. Niet nutteloos geleefd. Misschien fouten gemaakt, maar wie doet dat niét, en trouwens, waren er echt wel andere of betere mogelijkheden?
Wie zo kan en mag denken zal wel nooit een zielig oudje worden.
In de heel nabije toekomst word ik dus een zeventiger. So what? Ondanks alles lieg ik echt niet als ik zeg dat ik me nu beter in mijn vel voel dan toen ik een twintiger was.
Heb er ook geen behoefte aan om als een vieze ouwe bok naar groene blaadjes te lonken. Groene blaadjes zijn passé. Als je dat niet aanvaardt maak je jezelf ook maar ongelukkig. Ik leef vandaag, en de toekomst zie ik zondermeer rooskleuriger dan ooit tegemoet. Moet ik ooit nog tien cijfertjes optellen bij het jaartal in de datum? Of nog dertig? Who cares?
Jawel, ik vind deze vaststellingen zondermeer knotsgek!
Maar wat wil je? Zo voel ik het nu eenmaal aan. En dat voelt heerlijk!
Willy.
|